11
Een „witte kerst?".
DE DRUPPEL
NOG MEER PRAKTISCH
MET ELKAAR
HOEVEEL
JEZUS LEEFT!
uiteindelijk
december 1978
vervolg van pagina 9
rijken, want gij hebt uw ver
troosting reeds'' (Lucas 6:24,
25). Dat christenen in het rijke
en vrije westen aan deze be
langrijke waarschuwing voor
bij zouden gaan is ondenk
baar. Wanneer je werkelijk
kerst wilt vieren, dan volgt
daaruit een vernieuwing van je
persoonlijke levensstijl."
„Je kunt je heel concreet afvra
gen wat moet je met je rijkdom
doen? In de eerste plaats moeten
we onze rijkdom durven betrekken
in ons gebedsleven, anders krijg je
horizontaal activisme of een we
reldvreemd verticalisme zonder
daad.
We moeten ook leren om kleine
stapjes te doen, die we niemand
anders dan alleen onszelf opleg
gen. Dat kan betekenen dat je je
zelf absoluut voorneemt om geen
etensresten weg te gooien, geen
water of stroom te verspillen Ook
moeten we bepaalde voedsel
gewoonten als ongezond durven te
onderkennen. We kunnen het
vleesgebruik verminderen. Vlees is
namelijk duur, het is lang niet altijd
gezond en onze vleesproduktie
vereist onnodige hoeveelheden
graan, die de armen ten goede
zouden kunnen komen".
„Verder zullen we moeten
gaan ontdekken, dat we niet
moeten geven om het effect,
maar omdat het onze opdracht
van God is. In de Bijbel komt de
zin „een druppel op een gloei
ende plaat'' niet voor. Een
dubbeltje of een ton maken
vanuit het oogpunt van Gods
opdracht niets uit. We hebben
verantwoordelijkheid af te leg
gen aan God, die eigenaar is
van alles.
We moeten bovendien leren
om regelmatig te geven, door
bijvoorbeeld dagelijks, weke
lijks of maandelijks iets af te
staan voor hulp."
„Als we uitgaan van de opdracht
van het geven, dan moeten we
nuchter zijn en ons geld besteden
aan een betrouwbare organisatie.
Alle instanties - of dat nu gaat om
wetenschapsmensen of de rege
ring - beamen dat hulp via kerkelij
ke kanalen de meest betrouwbare
vorm van hulp is. Daarom ook krijgt
dit soort kanalen 200 miljoen gul
den van het ministerie van ontwik
kelingssamenwerking. Dat geld
gaat naar de ICCO (Interkerkelijk
Coördinatie Commissie Ontwikke
lingsprojecten). waar ook het Tear
Fund deel van uit maakt.
Het strijkstokverhaal wil dat al het
geld dat gegeven wordt overal en
aan ieders strijkstok blijft hangen.
Dat is erg jammer. Ik zal het Tear
Fund als voorbeeld nemen wij
hebben een kosten-percentage
van tien procent. Daar ontkom je
niet aan als je een goed stuk hulp
verlening op touw wil zetten. Denk
bijvoorbeeld maar eens aan de
enorme vervoerskosten voor aller
lei hulpgoederen. Er is geen enkele
organisatie, die een goed stuk werk
heeft opgezet, die minder dan tien
procent onkosten heeft. De overige
90% komen bij de partners in de
derde wereld volledig tot z'n recht
Het geld komt bij de onderste lagen
van de bevolking."
„Er zijn veel dingen, die je
heel praktisch in je eigen leven
kunt toepassen. Ik heb er al
een paar genoemd, maar er zijn
er meer. Je kunt bijvoorbeeld
dingen die je niet nodig hebt,
ook niet aanschaffen. Als je die
dingen toch al hebt, maar je
doet er niets mee, kun je ze
verkopen en het geld aan de
armen geven.
Als we soberder leven gaat
onze economie vooruit. Een
feit is bovendien, dat als wij
ons matigen, dit ten goede
komt aan het welzijn in de
maatschappij en aan de armen.
Het is een enorme leugen en
groot bedrog, wanneer vak
bonden ons voorspiegelen dat
we op de barrikaden moeten
voor een paar gulden meer. Dat
is een verouderd principe uit
de industriële revolutie."
Toch blijft het versoberen in een
maatschappij vol overdaad een
moeilijke zaak. ..Inderdaad, je moet
goed beseffen, dat je het alleen
heel moeilijk kunt. Je moet het in
groepjes doen. met enkele gezin
nen, in kerkelijk verband, etc. Het
gaat erom elkaar te stimuleren en
daadwerkelijk te helpen iets te
doen Het hoeven om te beginnen
maar twee of drie gezinnen te zijn,
die met elkaar een project of een
vrijwilliger ondersteunen. Die ge
zinnen zullen elkaar motiveren en
ze weten waar ze met elkaar voor
staan. In Engeland gebeurt het jn
veel gezinnen, dat men 's zater
dagsmiddags met een ander gezin
een sobere maaltijd houdt en het
geld dat men daar mee uitspaart in
een pot doet. Dat is natuurlijk ook
iets voor jeugdgroepen."
Otto de Bruijne heeft voor de
Kerstdagen een heel praktisch
en concreet voorstel: „Ik wil
voorstellen om de kerstmaal
tijd die we houden open te
stellen voor bijvoorbeeld een
ander gezin. Doe het eens an
ders. doe het minder en doe
het geld dat daarmee uitge
spaard wordt in een pot en geef
het de armen.
Ik heb nog een voorstel: ge
bruik de Tear Fund servetten,
die - ondanks het feit dat ze in
het Engels zijn - reden geven
tot nadenken. „Ik had honger,
ik had dorst, ik was een vreem
deling, ik was naakt, ik was
ziek
Derde praktisch, concreet
voorstel: schaf een Kerst
voedselpakket aan. Je zult je
afvragen wat dat is. Het
voedselpakket bestaat uit drie
dingen, namelijk een pakje
servetten, een boekje „anders
eten" en een spaarspot. Daar
kun je alles mee in praktijk
brengen; het boekje leert je om
soberder te zijn, de servetten
laten je daarover nadenken en
in de spaarpot kun je het geld
doen dat je met Kerst aan de
maaltijden overhoudt
„Natuurlijk is het vervelend dat
we met kerst bij de mensen over het
eten gaan zeuren, maar Kerst is
een christelijk feest en juist op dit
feest valt het enorm op. Wie het bij
kerst al niet ziet leeft waarschijnlijk
compleet zonder bewustzijn
„Als het over geven gaat zijn er
ook nogal wat verlammingsver
schijnselen Die verschijnselen, die
mensen beletten om ook maar iets
te doen variëren van de druppel-
op-een-gloeiende-plaat-theorie
tot „Dat moet je niet alleen met
Kerst doen. maar het hele jaar", of
„Typisch dat radicale gedoe van de
jeugd". Daar moeten we mee afre
kenen, want de armen hebben er
totaal niets aan en wij ook niet.
Die verlammingsverschijnselen
zijn vaak ook nog irreëel. Als je
spreekt over het beperken van
vleesconsumptie naar twee of drie
keer per week. hoor je: „Als ieder
een ophoudt met vlees eten gaat de
hele vleesindustrie eraan en zijn er
zoveel duizend mensen werke-
Joos". Dat is onzin, want we weten
llemaal dat het toch maar een
kleine groep is, die werkelijk de
vleesconsumptie zal beperken Bo
vendien is er iets heel anders: er
sterven nü. acuut duizenden men
sen van de honger, dus we moeten
ophouden met argumenten aan te
voeren om er persoonlijk niets aan
te doen."
„Hoeveel moet je geven?"
vraagt men weieens. Ik ben er
van overtuigd dat wij er geen
flauw benul van hebben wèt we
Een „witte kerst', we durven er alleen nog maar van te dromen. Het is ook al weer zo lang geleden dat een dik
pak sneeuw onze bossen toedekte en het maagdelijke wit zich vastvroor aan de huizen
Dit jaar leek het er even op en toen maakte Johan Sneevliet ook deze plaat. Om toch nog even sfeer te proeven,
met een schuin oog naar een „witte kerst".
Of het er nog van gaat komen, we weten het niet. de medewerkers aan Uiteindelijk wensen u niettemin fijne en
gezonde kerstdagen toe en een voorspoedig 1979
foto
johan sneevliet
allemaal kunnen. Ik ontmoette
een verpleegster die haar por
temonnee kwijt was. Ze vertel
de me dat in een soort lichte
paniek. Tien minuten later
kwam ze zeggen dat ze hem
weer gevonden had. Ze zei
ook: „Ik heb gebeden, dat als ik
de portemonnee weer zou vin
den ik de helft van de inhoud
aan de armen zou geven". Dat
deed ze toen en ze gaf 125,-.
Ik heb er twee dingen van ge
leerd. In de eerste plaats is
duidelijk dat als de Nederland
se economie naar de knoppen
dreigt te gaan, we zelfs een
schietgebedje willen doen en
de helft aan God geven als we
de andere helft maar zélf mo
gen houden, terwijl we op dit
moment enorme bedragen aan
God onthouden.
In de tweede plaats kunnen
we simpelweg met veel minder
toe. Ik kwam die verpleegster
namelijk een poosje later weer
tegen en vroeg of ze toen die
week met die andere 125,-
toegekomen was. Ze zei toen:
„Jazeker, ik heb er zelfs niets
minder om hoeven te eten en ik
heb ontdekt dat ik met de helft
van het normale bedrag prima
kan leven." Het is een school
voorbeeld van het feit dat we
met veel minder toe kunnen.
Als het gaat om eigen va
kanties, cadeautjes en
woninginrichting zijn we akelig
creatief in het maken van geld,
maar als het gaat om een
hulpproject in Bangla Desh of
een stervend kind in Haïti zijn
we eindeloos creatief in het
verzinnen van dingen om niets
te hoeven geven; „de organi
satie is niet betrouwbaar; de
economie gaat er aan; druppel
op de gloeiende plaat, etc,
etc."
„De Heere Jezus leeft! Hij is
opgestaan! Hij is ook vandaag
Dezelfde. Hij is het die mensen
kracht geeft om te leven zoals Hij
dat wil.
Als we spreken over sober
heid, hulp en een andere levens
stijl, moet je bedenken dat dat
alleen kan als je je op Hem richt
en als Hij dat door jouw handen,
voeten en mond kan doen. Dat
betekent dat je behoed wordt
voor verkrampt bezig zijn en voor
onnodige schuldgevoelens.
Er is een bekende uitspraak Al
was Jezus duizend keer in Bethle
hem geboren, maar nooit in mijn
hart, dan is het voor mij geen kerst
Maar het is zo geweldig dat je mag
weten dat wanneer je je openstelt
en buigt voor de levende Heer. Hij in
de stal van je hart komt wonen
Paulus zegt het zo treffend „Ik leef
niet meer, maar Christus leeft in
mijl"
In Spreuken staat te lezen „De
barmhartigheid van de goddeloze is
wreed" Met andere woorden staat
er uiteindelijk heeft hij toch zichzelf
op het oog. Jezus Christus had
zichzelf niet op het oog Zijn hulp
was belangeloos en voor iedereen
Wanneer we dus hulp verlenen
vanuit die persoonlijke relatie met
Jezus, zullen we vrij blijven van
menselijke bewustzijnsvernauwin
gen en hokjesgeest. Bovendien zal
die hulp dan ook nooit alleen mate
rieel zijn, maar ook geestelijk. De
allergrootste nood in Nederland en
over de hele wereld is tenslotte dat
de kracht en de liefde van de opge
stane Christus bij zo onnoemelijk
veel mensen onbekend is
Je kunt de mensen alles geven,
maar als /e ze het Evangelie niet
geeft zijn ze met het eten dat je ze
zojuist gegeven hebt voor eeuwig
verwijderd van God. Het is belang
rijk dat de mensen over de hele
wereld Jezus Christus leren ken
nen, als de Heer die verzoening
biedt en als de Heer die alles nieuw
maakt!"