Kerstfeest voor Jobbe Romwagen HERINNERINGEN AAN EEN DIENSTPLICHTIG SOLDAAT i i i i i i i i i i Jobbe Romwagen heette hij. Ongetwijfeld is dat nog zo en I maakt hij zich op dit moment er- gens in Nederland nuttig voor de ft samenleving. Dat nut ontbrak totaal I in de omstandigheden waaronder ik hem ontmoette, destijds Datisal B meer dan tien jaar geleden. Het I was de dag van mijn opkomst. In dienst. Samen met vele anderen I zegde ik voor veertien dagen (daarna mocht je het weer dragen) B mijn burgerkleding vaarwel en hul- de me onwennig in een gevechts- B pak. Zelf zag ik er beslist niet uit als een recruteringsbiljet, maar Jobbe I (toen viel hij me voor het eerst op) I was de allerzieligste Zoals hij daar I stond in een veel te wijde broek, een veel te krap hemd. zijn vriendelijke eendengezicht onder I de vechtpet nauwelijks zicht- baar Ik bedoel, zelfs als hij die I naam niet gedragen had, was ik I hem nooit meer vergeten. PUISTJES... De sergeant gaf het bevel weg te marcheren. ,,Hé", klonk het be nauwd uit het bos. Struikelend kwam Jobbe te voorschijn. ,.Wat is dat nou, Romwagen", brulde de Korea-veteraan.Ik dacht dat u me vergeten was, sergeant". De ser geant bauwde hem na en ging uit gebreid in op het kudde-instinct van soldaten en op het hoge sterf tecijfer dat het gevolg was van het onvermogen van sommigen zich aan bevelen te houden Met brede armgebaren wees hij hierbij op Jobbe, die meteen vuurrood hoofd vol zwarte vegen ,,de lui" stond te wezen. Feilloos had de beroeps soldaat de meest weerloze onder ons gevonden. Omdat Jobbe altijd reageerde zoals de opleiders ver wachtten was hij uiterst bruikbaar om de stomheid, het onvermogen, de absolute nulliteit van recruten te illustreren. En wij maar lachen, el lendelingen die we waren. „SLIMME" JOBBE... Geen wonder dat Jobbe dage lijks peinsde over manieren om de dienst voortijdig te verlaten. Er werden m die richting inderdaad successen geboekt door de meer geharden, de slimmeren, de ac teurs onder ons. Niet door Jobbe dus. Hij koos natuurlijk de moeilijk ste manier om zijn poging te wa gen. Dagenlang sloeg hij een ex pert gade. Dat was een lange jon gen, die met een uitdrukking van opperste onthechting op zijn ge zicht alle opdrachten zó vervulde dat die nét foutliepen. Hij mar cheerde altijd uit de pas, stond dromerig te kijken als de anderen een karwei opknapten, moest na de maaltijd de eetzaal bijna uitge dragen worden en hij meldde zich iedere dag weer bij de dokter met reeksen vage klachten. Zoiets maakt je niet populair. Niet bij de ijverige sukkels onder de maatjes (en ijverige sukkels waren we bijna allemaal, hoezeer we ook de pest in hadden) en zeker niet bij het op leidingskader, dat ook liever zon der problemen zijn brood verdient. Het is dan ook een kwestie van stug volhouden, tegen alle druk in. Uiteindelijk, na een lange moeilijke weg langs psychiaters en allerlei -ogen ben je dan vrij. Maar alleen de allerhardsten halen dat Bij Jobbe duurde de actie twee minu ten. Na lang aarzelen waagde hij het 's morgens bij het appèl m bed te bh/ven liggen. De sergeant (de zelfde) liep grijnzend de slaapzaal op. informeerde belangstellend naar Jobbe's gezondheid en zei na Jobbe's gestamelde antwoord dat het wel mee zou vallen. Vaderlijk ernstig verzocht hij Jobbe het éven te proberen. Jobbe was dieper ge schokt dan hij bij welke harde woorden dan ook geweest zou zijn. En hij verrees. Tijdens de op dit incident vol gende vele. zeer vele extra cor veeën, klaagde hij nog vaak over de misselijk onverwachte vriende lijkheid van de zo gevreesde on derofficier die hem de das om had gedaan. Dienstplichtig sergeant worden leek Jobbe het allerergste wat een soldaat kon overkomen en zijn volgende doel werd plaatsing in de anonieme soldatenrijen. He lemaal ongelijk had hij niet Wat je daar ook kan gebeuren, je hoeft tenminste geen bevelen te geven. Dat lijkt leuk, maar het leger ver wacht van je dat die bevelen ook worden uitgevoerd. En dat lukt niet altijd. Er hoeft er maar één te zijn die gewoon „nee" zegt en dan sta je. Dat is mij overkomen, later. Je kunt dan heel flink roepen: „op rapport bij de compagniescom mandant", en dan vol vertrouwen blijven wachten tot de soldaat in kwestie twee weken in Nieuwer- sluis (een legergevangenis) te rechtkomt. Maar zo werkt dat niet. De sol daat krijgt hooguit één dag licht arrest, en de hoop op enige toe komstige medewerking uit de ran gen is vervlogen. De com pagniescommandant, die de sol daat waarschijnlijk joviaal op de schouders geslagen heeft, spreekt de dienstplichtige sergeant (die tij dens het gesprek stram in de hou ding moet blijven staan), vervol gens vermanend toe. Heeft hij wel voldoende overwicht op de man nen? Kan hij het zelf niet af? Gaat hij er een gewoonte van maken de rust van de commandant te ver storen met rapporten? De mannen, zo spreekt de commandant, zijn misschien wat ruw, maar zij heb ben een gouden inborst en zij vor men een goed samengesmede troep. Is de sergeant misschien van plan dat te beden/en? Dat rap porteren doe je dus geen tweede keer, en menig sergeant slijt zijn leven in uniform met vruchteloze pogingen het „de mannen" naar de zin te maken. NACHTMERRIES Jobbe voorzag dat. En het lijdt geen twijfel dat zijn nu voorbije dienstplicht nog vaak nachtmerries tot gevolg heeft. Want sergeant Is hij geworden. De opleiders lieten niet na hem te vertellen hoe graag ze hem kwijt wilden, maar daarbij bleef het. Een anonieme instantie had namelijk bepaald dat onze groep tenminste tweeëntwintig dpl.sgt.'s moest opleveren. En we waren maar met z'n twintigen. Jobbe's laatste uitwijkingsmoge- lijkheid, zo besloot hij, was het,, lik ken naar boven", om toch maar enige rust te hebben Hij meende een zwakke plek bij de sergeant (dezelfde) ontdekt te hebben. De man was bij een kastcontrole op Jobbe's voorraad science fiction- boekjes gestoten, had daar zwij gend de titels bekeken en was voorbijgegaan aan Jobbe's on handig opgevouwen onderbroe ken We waren stomverbaasd Dat Jobbe die onzin over melkweg, sterrengroepen, snelheden groter dan die van het licht en groene mannetjes las, dat was te ver wachten, maar die geharde Ko- reaveteraanJobbe sleepte zich verder een ongeluk aan science fictionboekjes, die hij de sergeant onderworpen glimlachend te leen aanbood. De sergeant verwaar digde zich zelfs af en toe de An- dromeda-nevel met Jobbe te be discussiëren, maar veel hielp het niet. Het sarcasme van de sergeant was nu wél doorspekt met galacti sche termen, die Jobbe hevig aan grepen. Zijn eendachtig uiterlijk werd nu toegeschreven aan gene tische experimenten. En veel van de boekjes moet hij vandaag nog terugzien. Zijn troost zocht Jobbe voorna melijk in boeken. Dat ging zover dat hij tijdens de twee weken durende oefening die de opleiding afsloot, betrapt werd op het bezit van een boek dat zijn afkeer van het militaire bedrijf duidelijk aangaf: „De op komsten ondergang van het Derde Rijk" Hij mocht het nog bij zich houden ook. Het werd pas afge pakt toen 'nvijandelijke"patrouille onopgemerkt door hem, was voor bijgetrokken toen hij vredig in een kuiltje met het boek zijn wacht- posttaak verwaarloosde. STREPEN Hoofden werden geschud toen Jobbe zijn strepen kreeg. Hij was natuurlijk te laat voor de officiële uitreiking en de sergeant brak bijna in tranen uit toen hij Jobbe smeekte er iets van te maken „Ik weet dat het moeilijk is, Romwagen", sprak hij, „maar het moet nu eenmaal". En zo werd Jobbe losgelaten op uiteindelijk december 1978 door fred moormann het actieve dienstplichtige be staan. Ik heb hem niet meer gezien, maar dat het moeilijk werd is wel zeker. In de opleiding kende Jobbe maar één keer rust van enige duur. Vlak voor Kerstmis sloeg een ven- i/nig griepvirus op de kazerne toe en daarmee brak paniek uit onder de dienstplichtigen De één na de ander verdween in de ziekenboeg. Het was bekend dat je daar niet uitkwam alvorens volledig genezen te zijn verklaard. Trof je het ongeluk tijdens de kerstdagen opgenomen te zijn, dan was er niemand om je genezen te verklaren Daar kwam bij dat boze geruchten liepen over de medische troepen die de ver zorging van de zieken in handen hadden. Zij zouden hun booshei'd over de verloren feestdagen met botte spuiten op de qroeppatiënten verhalen KERSTMIS Een sterk uitgedunde groep trad aan voor de laatste inspectie vóór de kerstdagen. Ook Jobbe. Juist die morgen had het griepvirus ook bij hem toegeslagen, maar hij was vastbesloten naar huis te vertrek ken. Dat was Romwagen op zijn mooiste moment. Groen uitgesla gen stond hij voor zijn bed te wan kelen, maarstram was zijn houding toen zijn eeuwige kwelgeest hem onderzoekend opnam. Voel je je wel goed, Romwagen?" „Jawel," sergeant", klonk zwak maar dap per het antwoord van Romwagen. En voor één keer had de vijand medelijden. „Inrukken", was het laatste wat hij van hem hoorde voor die heerlijke, bevrijdende kerstda gen begonnen. Twee maten sleepten hem tussen zich In naar het station. Hij bracht de kerstda gen thuis door. In een deken, voor de kachel. We zaten met z'n twintigen on geveer in de onderofficiersoplei- dmg van een onderdeel dat zelfs in de zwaarste oorlogshandelingen nooit het gevecht zou ruiken. Dat was ook de reden waarom we bij dat onderdeel waren gevoegd. De foto's van die tijd tonen een rijtje hooggerugde, puisterige, brillende jongemannen die je natuurlijk nooit op een kanon, tank of machinege weer zou mogen loslaten. Vers van school kwamen we. De reden dat we, als we tegen alle verwachting in de opleiding met vrucht zouden doorlopen, een gele streep zouden krijgen, was de middelbare school. Zelf had ik met veel pijn een vijfjari ge schoolopleiding in acht jaar doorlopen en sommige maten hadden dat zelfs nog langer weten te rekken. Dit even om aan te geven dat wij niet de hoop van de lichting vorm den. Maar in ons groepje zelf wist Jobbe te schijnen als het puistje op de punt van zijn neus. Hij was goed voor het moreel, dat wel. Want wat voor pan je er ook van maakte, je wist zeker dat Jobbe erin zou sla gen je te overtreffen „Romwagen" zei de opleidings sergeant op een keer met somber genoegen toen Jobbe er na een uur zenuwachtig aan zijn schutters' put in was geslaagd vijf centime ter de grond in te komen, „roep me als je klaar bent, ga er dan inzitten en dan gooi ik het gat dicht". Dat wou Jobbe iedere dag wel. In de grond verdwijnen bedoel ik. Op een keer gingen we tijdens een oefening in dekking onder de bo men. ledereen bedekte zich zo goed en zo kwaad als dat ging met takken en bladeren, versierde zijn helm met groeisels en poogde te gen de achtergrond te verdwijnen. Handig waren we daar niet in, maar Jobbe moet van een kilometer af stand nog zichtbaar zijn geweest. De vage witte vlek van zijn gezicht dat hij niet naar de grond gericht hield, zijn achterwerk een eind de lucht in, zijn dekking van onge veer drie dennenaalden. De ser geant tikte ons om de beurt aan en zette ons in colonne op het zand pad. Alleen Jobbe bleef liggen, en je voelde dat hij zich verkneukelde in de overtuiging eindelijk iets goed te doen. Onverstoorbaar ging de beroepsman door iedereen uit het bos op te vissen, tot we allemaal in de rij stonden. Behalve Jobbe. Al lemaal zagen we hem rustig be wegen tot hij zijn laatste den- nenaald verloor Was hij geheel te gen de achtergrond weggevallen? Je hoorde het hem luid en duidelijk denken.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1978 | | pagina 41