uropa kiest zijn parlement
Vaar kiezen we in juni eigenlijk voor
En hoe gaat dat allemaal gebeuren?
wk
Europese
verkiezingen
7juni 1979
7e economische belangen
'an het nieuwe Europa
s* T"'%
f
J
0/
4
vyPA.
usder Krant - algemene Informatie
DONDERDAG 25 JANUAR11979
19
in 1979 18 jaar is of ouder, krijgt
ir een oproep om zijn of haar stem
in uitbrengen voor de Europese
■zingen, voor de samenstelling
"et Europese Parlement. Dat is iets
s. Wij kennen in ons land de ver
gen voor de Tweede Kamer, de
Iciale Staten, de gemeenteraden,
ond, maar de Europese verkie-
zijn er nooit eerder geweest,
bestaat het Europese Parlement,
stelling waar het allemaal om
al sinds 1958. Het is samen-
'd uit afgevaardigden, die al zitting
n in het Parlement van hun eigen
n die door dat Parlement zijn aan
een om deel uit te maken van het
ese Parlement.
zijn dus niet rechtstreeks afge-
'gd door de kiezers. Daarmee
n ze hoogstens een indirecte band
lommige gevallen ontbreekt zelfs
Y het Europese Parlement zitten
Lords uit het Bntse Hogerhuis,
,.n zetel in dat deftige gezelschap
s ook hun zetel in de Europese
'ertegenwoordiging louter en al-
,anken aan het feit dat ze een ade-
tel hebben geërfd of gekregen.
*end jaar gaat dat allemaal veran-
Dan gaan de 9 miljoen kiesge-
;de Nederlanders, samen met
likke 175 miljoen kiezers uit de
.tverige landen van de Europese
enschap (Bondsrepubliek Duits-
frankrijk, Groot-Brittanië, Italië,
Denemarken, Ierland,
ïburg) zelf hun afgevaardigden
naar het Europese Parlement kiezen.
Wat doet dat Europese Parlement,
wat kan het, en hoe is het samengesteld?
Om dat goed te begnjpen, moeten we
eerst even nagaan hoe die Europese
Gemeenschap van 9 landen in elkaar zit
en hoe ze wordt bestuurd. In 1957 be
sloten 6 landen (Duitsland, Frankrijk,
Italië en de Beneluxlanden; Engeland,
Denemarken en Ierland doen pas vanaf
1973 mee) de Europese Economische
Gemeenschap, kortweg EEG genoemd,
op te richten en daarin zeer nauw met
elkaar te gaan samenwerken. Ze begre
pen heel goed, dat ze de grote economi
sche problemen van de tweede helft van
de 20ste eeuw, waarmee elk land te ma
ken heeft, niet meer afzonderlijk zou
den kunnen oplossen. De huishouding
van het ene land is zo verweven met die
van het ander, dat veranderingen in de
economie van Duitsland onmiddellijk
hun weerslag hebben op die van Frank
rijk en andersom. Aan de vraagstukken
die daarmee verband houden, kan al
leen door een gezamenlijke aanpak het
hoofd worden geboden. Daann wilde
de EEG voorzien. Ze bestaat nu 21 iaar
en is - we moeten het toegeven - helaas
niet helemaal geworden wat men er
destijds van verwachtte. Ze is niet uit
gegroeid tot de Verenigde Staten van
Europa, met één bovennationale rege
ring en een krachtig parlement. Maar
toch, de EEG is ondanks herhaalde
mislukkingen, stagnatie en zelfs terug
val op bepaalde gebieden (denk maar
aan het uit elkaar groeien van de wis
selkoersen) een realiteit geworden,
waarmee wij allen te maken hebben en
waarvan wij in moeilijke tijden de
heilzame gevolgen ondervinden. De
werkloosheid die wij nu beleven, zou in
ons land onnoemelijk veel groter zijn als
ons bedrijfsleven niet de Europese
markt kon bestrijken die het door de
EEG heeft gekregen.
COMMISSIE
De EEG (we spreken tegenwoordig
kortweg van Europese Gemeenschap)
wordt bestuurd door een paar instellin
gen, waarvan de belangrijkste zijn de
Europese Commissie en de Raad van
Ministers. De Commissie is eigenlijk het
dagelijks bestuur van de Gemeenschap.
Ze zetelt in Brussel en bestaat uit 13
commissarissen (2 uit de grote, 1 uit de
kleine landen) die bijgestaan worden
ddor zo'n 10.000 ambtenaren.
Dit gezelschap moet zorgen dat de
Gemeenschap blijft draaien en het moet
ook steeds weer nieuwe plannen uit
denken om Europa verder te brengen
op weg naar eenwording.
RAAD
Over de plannen wordt beslist door
de Raad van Ministers. Dat orgaan komt
in wisselende samenstelling (al naar ge
lang van het onderwerp: landbouw, fi
nanciën en economie, sociale zaken)
bijeen en bestaat uit nationale ministers,
die in de raad hun eigen land vertegen
woordigen.
Al die EEG-wetten, verordeningen en
richtlijnen, die langzamerhand een hele
bibliotheek vullen en die betrekking
kunnen hebben op de landbouwprijzen
voor een bepaald seizoen of pakweg de
vestigingseisen voor advocaten en huis
artsen in de 9 landen, worden door de
Raad van Ministers vastgesteld. Op
voorstel van de Europese Commissie,
wel te verstaan. Als die geen voorstel
heeft, kan er ook geen besluit, geen wet,
komen.
Die twee instellingen, Commissie en
Raad, worden gecontroleerd door het
Europese Parlement. Dat vervult dus in
Europa een soortgelijke taak als in ons
land de Tweede Kamer ten opzichte van
de regering. De vergelijking gaat niet
helemaal op, want het Europese Par
lement heeft minder bevoegdheden dan
de Tweede Kamer of het Lagerhuis in
Engeland.
VERDRAG VAN ROME
Het Europese Parlement vertegen
woordigt de volkeren van de Europese
Gemeenschap. Zo staat het in het Ver
drag van Rome, de statuten van de Ge
meenschap. De leden die in dat Par
lement zitting hebben, vertegenwoor
digen dus niet alleen hun eigen volk,
maar de hele bevolking van alle 9 lan
den gezamenlijk.
Dat is belangrijk, want daann onder
scheidt het Europese Parlement zich
wezenlijk van andere organen met min
of meer een parlementair karakter,
zoals b.v. de Assemblée van de Ver
enigde Naties. Daar opereren alleen
nationale delegaties, die meestal op in
structie van hun regering handelen. Tn
het Europese Parlement, dat nu nog uit
198 leden bestaat (36 voor elk van de
vier grootste landen, 14 voor Neder
land, 14 voor België, 10 voor Denemar
ken, 10 voor Ierland en 6 voor
Luxemburg), treden de afgevaardigden
nooit in nationaal delegatieverband op.
Ze zijn verdeeld over fracties, zoals het
geval is in elk parlement dat die naam
verdient. En die fracties tezamen
weerspiegelen zo ongeveer het poli
tieke landschap van Europa met zijn
vier hoofdstromingen: socialisme,
christen-democratie, liberalisme en
communisme. De samenstelling en om
vang van die fracties zal nu voor de
eerste keer door de Europese burgers
zelf bepaald worden.
Rechtstreekse verkiezingen voor het
het Europese Parlement zijn noodzake
lijk, en natuurlijk niet alleen omdat de
Europese verdragen ze voorschrijven.
De Europese Gemeenschap, wier beslis
singen steeds dieper ingrijpen in ons al
ler bestaan, moet democratisch gecon
troleerd worden door een parlementair
orgaan, dat zijn gezag rechtstreeks ont
leent aan zijn kiezers. Zonder dat
laatste kan het zich nauwelijks een Par
lement noemen en blijft het, ook tegen-
Paleis van Europa in Straatsburg
over de burgers, zwak staan in zijn strijd
om meer macht. Het Europese Par-
lerrfent heeft nog te weinig bevoeghe-
den, maar die het heeft, behoort het
eigenlijk niet uit te oefenen zonder de
directe band met de kiezers. Het draagt
als communautaire begrotingsautoriteit
een medeverantwoordelijkheid voor de
besteding van Europese belastinggel
den, die (vooral als straks de afdracht
van BTW-inkomsten aan de Gemeen
schap plaats vindt) nauwelijks meer
waar te maken is zonder toepassing van
het adagium „no taxation without rep
resentation". Er is meer. Wij wezen al
op de integratiebevorderende werking
van de Europese verkiezingen, die meer
dan welke Raadsbeslissing ook, het
Europese bewustzijn over de grenzen
heen zullen versterken. Daarnaast zul
len ze de Gemeenschap ook politiseren.
Dat gebeurt nu al. Zonder de aankondi
ging van deze verkiezing van deze ver
kiezingen zou de oprichting van Euro
pese partijen en federaties, en zou de
voorbereiding van Europese ver
kiezingsmanifesten en -programma's
nooit zo'n vlucht hebben genomen. Het
resultaat is, dat een onmisbare dimensie
wordt toegevoegd aan een Gemeen
schap, die steeds meer een bureaucra
tisch en technocratisch geheel dreigde te
worden.
ces van de Gemeenschap, voor zover
het de Europese wetgeving en de tot
standkoming van de Gemeenschapsbe
groting betreft
Het vervult deze taken in samen
werking met andere Gemeenschapsin-
u'ja-centrum in Luxemburg
In de week van 7-10 juni
1979 zullen 180 miljoen
Europeanen naar de stembus
gaan om voor de eerste keer
zelf hun vertegenwoordigers
in het Europese parlement te
kiezen.
HET PARLEMENT
In de Gemeenschap van de negen
worden door de Gemeenschapsinstel
lingen belangrijke besluiten genomen,
die gevolgen hebben voor alle Europese
burgers. Tot nu toe konden deze be
sluiten echter niet gecontroleerd wor-
den._
Daarom moet deze controle door een
parlement worden uitgeqefend, dat
door de Europeanen zelf gekozen zal
moeten worden.
Dit is nu het Europese Parlement, dat
260 miljoen Europeanen vertegen
woordigt.
DE SAMENSTELLING
Het Europese Parlement telt straks
410 leden: Duitsland, Frankrijk, Italië
en Groot-Brittannië hebben elk 81 af
gevaardigden, Nederland 25, België 24,
Denemarken 16, Ierland 15 en
Luxemburg 6.
HET POLITIEK GEZICHT
In het Europese parlement is alleen
de politieke overtuiging van de leden
van belang en niet hun nationaliteit.
Zo hebben de socialisten, christen
democraten, liberalen, Europese de
mocraten-voor de vooruitgang, Europe
se conservatieven en communisten zich
tot zes fracties aaneengesloten.
Niet bij een fractie aangesloten leden
zijn de „niet-ingeschrevenen".
Zoals ieder parlement werkt ook het
Europese parlement in openbare zittin
gen (plenaire vergaderingen), waarin
het zijn bijdrage levert aan de wetge
ving in de Europese Gemeenschap. Het
oefent controle over de Europese
Commissie en Raad van Ministers en
heh bespreekt belangrijke Europese
vraagstukken.
De werkzaamheden tijdens de zittin
gen worden voorbereid door 12 com
missies, die een verslag opstellen over
de onderwerpen die hen zijn toever
trouwd.
Deze verslagen komen op de agenda
van de plenaire vergaderingen en wor
den daar behandeld.
De mening (advies) van het par
lement wordt neergelegd in een resolu
tie, waarover na afloop van het debat
wordt gestemd.
DE VERGADERPLAATS
Het Europese parlement houdt onge
veer éénmaal per maand een zitting in
Straatsburg in het Paleis van Europa van
Europa of in Luxemburg in het Europa-
Centrum. Daar is het secretariaat van
het Parlement gevestigd.
De 12 commissies van het Europese
parlement komen meestal tussen de zit
tingen bijeen en wel in Brussel, omdat
daar de secretariaten van de Europese
Commissie en de Raad van Ministers
zijn gevestigd.
Met deze secretariaten kan zo ge
makkelijk worden samengewerkt.
DE TAKEN
Het Europese parlement heeft be
paalde taken in het besluitvormingspro-
stellingen, zoals de Commissie en de
Raad.
Daarnaast is er de algemeen controle
rende functie van het parlement ten op
zichte van de beide andere instellingen.
Vooral de controle op de Commissie,
die politiek rechtstreeks verantwoor
ding verschuldigd is aan het parlement,
is belangrijk.
Ze kan eventueel uitmonden in ont
slag van de Commissie, als het Par
lement daartoe een mode van afkeuring
aanvaardt. Tegenover de Raad heeft het
parlement geen ontslagrecht.
Adnva'iki>h|L hoopii*n de munsters va" Je negen lidstaten dol de Europese vcrkie/ingen in 1978 kor
worden gehouden en dit optimism" vindt nog ?i|n weerslag in sommige publikaties
Door politieke en technische problemen is het geworden de periode tussen 7 en 10 rum 1979
Nederland koos voor 7 iuni
"is 1958 Zijn zes Europese landen -
Frankrijk, Duitsland, Italië,
nburg en Nederland - verenigd in
^ropese Gemeenschap. Het is een
^enschap van volkeren, maar bo-
uis het een gemeenschap vóór vol-
*7\. De snelle economische groei er-
«eft een opmerkelijke verhoging
le levensstandaard mogelijk ge
en aanzienlijk betere sociale
ieningen zijn hierdoor verkregen,
treken van de grenzen tussen de
i heeft de mensen een grotere keu-
ruimere mogelijkheden gegeven.
^Gemeenschap, die in 1952 is be-
n met de Kolen- en Staal Ge-
ichap, is jong. Zij is nog steeds in
kkeling en aan veranderingen on-
ivig. Vanaf 1 januari 1973 nemen
y ne landen - Groot-Brittannië, De-
y {■ken en Ierland - deel in haar ont-
ling. Zij helpen mee een Europa
bouwen dat in staat is de proble-
7an de toekomst ter hand te ne-
-Negen Europese landen zullen te-
op economisch en politiek ge-
/cunnen bereiken wat niet langer
3r?én land afzonderlijk kan worden
)r £t. Vanaf 1978 vormen die negen
n, zowel de „oude" als de
)[We" één gemeenschappelijke
Iq voor alle goederen zonder han-
^lemmeringen. Maar niet alleen
)r narkt voor goederen, ook voor
en. Zij kunnen werken waar zij
1 en ze zullen recht hebben op alle
)fb voorzieningen.
in het Europa van de Negen
ijkt, ziet heel wat problemen. Er is
oosheid, het leven wordt steeds
er. Hoe kun je dat oplossen, hoe
j ervoor zorgen dat er werk is voor
)f «nsen en dat het geld dat ze daar-
erdienen, zijn waarde kan behou-
^^Oaarvoor is nodig, dat we met z'n
len (Belgen, Britten, Denen,
irs, Fransen, Italianen, Ieren,
nburgers en Nederlanders) aan de
;ing langs deze weg zoeken, de
ander langs die weg. Maar door steeds
opnieuw met elkaar te praten, ontstaat
de mogelijkheid dat men op een goede
dag de juiste weg weet te vinden.
Natuurlijk, de Europese Gemeen
schap, hoe groot zij ook is, kan het niet
alleen. Om een oplossing te zoeken die
iedereen bevredigt, moet er overlegd
worden met andere Westerse landen,
met de ontwikkelingslanden. Dat ge
beurt bijvoorbeeld ook in de vergade
ringen, die men de „Noord-Zuid"-
dialoog noemt. Dat is een vergadering
waarin de ontwikkelingslanden, de in
dustrielanden en de olielanden zijn
vertegenwoordigd. Zij zoeken samen
naar een vorm van samenleving in de
wereld die ieder het zijne geeft.
AAN HET BEGIN
Een wereld waarin de één alles heeft
en de ander honger lijdt, is een slecht
georganiseerde wereld, een onrecht-
X
\»v
^'e*anderstraat 2.
vaardige wereld. We staan nog maar pas
aan het begin om dat allemaal in betere
banen te leiden. Maar er wordt ten
minste aan gewerkt. De Europese Ge
meenschap speelt daarin een grote rol.
Onze gemeenschap, die meer dan 250
miljoen mensen telt - meer dan er in
Amerika of Rusland wonen - is, zoals
men dat noemt, het grootste handelsge
bied ter wereld. Dat wil zeggen dat de
Gemeenschap méér goederen uit de an
dere delen van de wereld invoert dan
andere grote landen. Als zij zou zeggen:
die goederen mogen niet meer inge
voerd worden of er moeten hoge in
voerrechten worden betaald om binnen
te mogen komen, dan zouden we de
armoede in de wereld alleen maar gro
ter maken. Daarom, de Europese Ge
meenschap heeft een grote verant
woordelijkheid in de wereld. En zij heeft
die ook aanvaard
De Gemeenschap heeft met 46 lan
den in Afrika, de Caraïbische Zee en de
Stille Oceaan een overeenkomst geslo
ten. Die landen kunnen de goederen,
die hun fabrie"ken maken, 'naar ons ge
bied uitvoeren zonder dat ze daarvoor
invoerrechten behoeven te betalen.
Ook veel van hun landbouwprodukten
kunnen ze naar ons uitvoeren. De Ge
meenschap heeft door die landen, die
maar één of enkele landbouwprodukten
kunnen voortbrengen, iets bedacht om
hun inkomsten veilig te stellen. Dat be
tekent dat zij mm of meer vaste prijzen
krijgen voor hun produkten. Dat is voor
zulke landen zeer belangrijk. Want als
het produkt dat zij maken op de we
reldmarkt plotseling in prijs daalt, val
len hun inkomsten ook ver terug. En dat
wil zeggen: bittere armoede voor zo'n
land Ook met andere ontwikke
lingslanden heeft de Gemeenschap
overeenkomsten gesloten of gaat zij dat
doen.
De Gemeenschap heeft ook proble
men binnen haar eigen grenzen. Zoals
werkeloosheid, zoals het stijgen van de
prijzen. Maar er zijn meer moeilijkhe
den. Binnen de Gemeenschap zijn er
nog veel mensen die het arm hebben.
Men denkt wel eens dat iedereen in een
„rijk" land, rijk is. Maar we weten wel
beter. In Nederland hebben we streken
waar de mensen het moeilijk hebben:
bijvoorbeeld in Oost-Groningen. Maar
nog veel erger is het in Zuid-Italië, in
grote delen van Ierland, Schotland,
Wales en in het zuidwesten van Frank
rijk.
REGIONAAL FONDS
Om daaraan iets te kunnen doen, is in
1975 een regionaal fonds opgericht.
Wanneer een lidstaat in één van zijn
„probleemgebieden" een nieuwe weg
wil bouwen of een fabriek of iets anders
dat tot de ontwikkeling van dat gebied
kan bijdragen, kan aan dat fonds om
bijstand worden gevraagd.
En dat wil zeggen dat er uit die ge
meenschappelijke Europese pot geld
vloeit om zo'n ontwikkelingswerk te
kunnen betalen. Het is een bijdrage, een
déél van dat werk wordt dus door Euro
pa betaald.
De Europese Commissie heeft een so
ciaal actieprogramma opgezet dat ten
doel heeft allerlei knelpunten die er
zijn, op te lossen of te verzachten. Na
tuurlijk zal dat niet van vandaag op
morgen allemaal in kannen en kruiken
zijn. Maar er wordt aan gewerkt.
Bij al die acties, die ondernomen
worden, staat steeds één ding voorop:
men bouwt niet aan Europa ter meerde
re eer en glorie van de staten, maar om
de voorwaarden te scheppen dat de
mensen er gelukkiger in kunnen leven.
MILIEU
Daarom is er ook een milieubeleid.
De grote opkomst van de industrie heeft
veel welvaart gebracht en ook vele
mensen meer ontplooiingsmogelijkhe
den gegeven. Maar de medaille had ook
een keerzijde.
Water- en luchtvervuiling, aantasting
van natuurgebieden, lawaai. Wat de
mens aan de ene kant won, verloor hij
weer aan de andere kant. Er wordt nu
gewerkt aan een gemeenschappelijk
milieubeleid, waaraan elk land dat deel
uitmaakt van de Europese Gemeen
schap zich moet houden. Straks bij
voorbeeld zal men weer in het buiten
water kunnen zwemmen, straks zal de
Rijn weer een rivier moeten zijn in
plaats van het riool dat het nu is.
Eind 1976 werd een verdrag gete
kend tussen de zogenoemde Rijnoe-
verstaten waar ook de handtekening
van de Europese Commissie onder
staat. Zij willen de Rijn beschermen te
gen chemische verontreiniging. Het is
nog maar een begin en we zijn er nog
lang niet. Toch is dat verdrag een teken
dat de landen zich verantwoordelijk
voelen voor een gemeenschappelijk
belang: een schone Rijn.
Men is ook bezig bepaalde natuurge
bieden tot Europese beschermde land
schappen te verklaren. In Nederland
bijvoorbeeld is dat de prachtige Bos
plaat op het oostelijk gedeelte van het
eiland Terschelling.
LANDBOUW EN VOEDSEL
Eén van de eerste zaken die gemeen
schappelijk werd aangepakt, was de
landbouw. De bedoeling is alle boeren
die het vaak erg moeilijk hadden, ook
een deel van de welvaart te geven en
ervoor te zorgen dat de consument te
gen zo laag mogelijke prijzen van
voedsel wordt voorzien.
HOE KOMT HET BELEID TOT
STAND?
De organisatie van de Europese Ge
meenschap lijkt een beetje ingewikkeld.
Maar laten we eerst zeggen wat het uit
gangspunt is van de idee, die aan de
Gemeenschap ten grondslag ligt: de
vrijheid van de mens gewaarborgd door
de parlementaire democratie, respect
voor de wetten die we met meerderheid
van stemmen hebben aanvaard als
richtlijnen voor de samenleving. En er
voor zorgen dat de vrijheid van de één
niet ten koste gaat van de vrijheid van
de ander. Een dictatoriaal geregeerd
land kan dus géén lid van de Gemeen
schap worden.
De Europese Gemeenschap kent vier
instellingen:
De Commissie van de Europese Ge
meenschappen,
in de wandeling de Commissie ge
noemd. Zij bestaat uit dertien leden.
Deze worden aangewezen door de na
tionale regeringen in onderlinge over
eenstemming, maar mogen geen op
drachten van die regeringen aanvaar
den. De taak van de Commissie is het
Verdrag van Rome, dat in 1956 onder
tekend is en dat de grondslag vormt van
de Gemeenschap, uit te voeren. Daar
voor doet zij voorstellen aan.
De Raad van Ministers.
In die raad zit uit elke lidstaat een mi
nister, en de taak van deze raad is te
bekijken of een voorstel voor alle ne
gen landen kan worden uitgevoerd,
méér
het Europese Parlement
moet óók zijn zegje doen.
Het is de bedoeling dat dit parlement in
1979 direkt gekozen wordt door alle
burgere van de Gemeenschap. Dat is nu
namelijk niet het geval. De nationale
parlementariërs kiezen uit hun midden
dat Eur. parlement.
De burgers zullen zich hopelijk veel
meer bij het Europese gebeuren betrok
ken voelen als zij dat Europese par
lement rechtstreeks kunnen kiezen.
Het Hof van Justitie.
Dat zijn de rechters van de Gemeen
schap, die in Luxemburg zetelen. Wan
neer het Verdrag van Rome door de
lidstaten, door ondernemingen, instel
lingen of burgers geschonden wordt,
kan degeen die zich benadeeld voelt,
een klacht bij het Hof indienen. Het Hof
onderzoekt de zaak en doet dan een
uitspraak. Die uitspraak is bindend.
MENINGSVERSCHILLEN
Het klinkt heel simpel, maar zo sim
pel is het niet. Wie zijn of haar krant
goed leest, weet maar al te goed dat er in
Brussel, waar de Commissie en de Raad
zetelen, vaak heel wat verschillen van
mening zijn. En hoe komt dat? Omdat
de ministers, die in de Raad zitten, het
lang niet altijd eens kunnen worden of
een bepaald voorstel van de Commissie
wel in die vorm kan worden uitgevoerd.
Dan sturen ze het terug naar de Com
missie, die het voorstel soms verandert.
Maar ook dan gebeurt het nogal eens,
dat de Raad het niet eens kan worden.
Het zijn tenslotte de vertegenwoordi
gers van nationale regeringen, die zo'n
voorstel in eigen land „politiek moeten
verkopen", zoals dat heet. En soms doet
zo'n voorstel, ook al is het goed voor
Europa, wel eens pijn voor een bepaal
de lidstaat. Dan klinkt dat van iedere
lidstaat de ministers meer nationaal dan
Europees denken.
Dat is op zichzelf juist, maar laten we
bij het bouwen aan een nieuw Europa
niet vergeten dat de eeuwenlange ver
deeldheid diepe sporen heeft nagelaten.
Langzaam aan zijn we bezig die sporen
uit te wissen. Dat kost tijd.