„KNELPUNTEN IN EEN STERKE ECONOMIE"
Bedrijfsleven Eemland heeft
gebrek bedrijfs- en woonruimte
I
Leusdenaar reconstrueerde
100 jaar oude boerenwagen
ONDERDAG 20 SEPTEMBER 1979
algemeen
'2-
oj. 2.2
AMERSFOORT - „Knelpun
ten In een sterke economie". Zo
heeft de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Eemland haar
nota aan het college van
Gedeputeerde Sten van Utrecht
genoemd, die een bijdrage moet
vormen „aan de inventarisatie
van knelpunten op sociaal-eco
nomische terrein in het kader
van de periodieke rapporta
ge 1979".
Het Is zo, vertellen de voor
zitter van de Kamer voor Eem
land, de heer Chr. Karelse, en de
secretaris, drs. J. C. van Ek, dat
de provinciale besturen regel
matig een z.g. „periodieke rap
portage" uitbrengen aan het
ministerie van Economische
Zaken. Bedoeling daarvan is dat
de landelijke overheid een
duidelijker beeld krijgt van de
sociaal-economische situatie in
de diverse provincies en regio's
en op die manier haar regionaal
beleid meer inhoud kan geven.,
Het provinciaal bestuur van
Utrecht heeft om een zo goed mo
gelijk beeld te krijgen voor haar
rapportage aan de beide Kamers
van Koophandel in de provincie
verzocht haar „die feiten en ont
wikkelingen op sociaal-econo
misch terrein ter kennis te bren
gen, die de Kamer als een knel
punt ervaart".
rlUi.UTEGEBREK
voornaamste conclusie uit
de nota „Knelpunten in een sterke
economie" is. dat het bedrijfsleven
in de regio Eemland het gebrek
aan bedrijfsruimte, alsmede het
tekort aan woonruimte voor per
soneelsleden als de meest knel
lende faktoren op sociaal-econo
misch terrein ervaart. „Ruimte",
licht de heer Karelse toe. „is een
gegeven waar je niet buiten kunt"
En hij bedoelt ermee, dat het ge
brek aan bedrijfsterreinen en
woonruimte de voornaamste be
dreiging vormen voor de werkge
legenheid in Amersfoort en de re
gio.
„Wij maken ons sterk voor de
ontwikkeling van het kleine en
middelgrote bedrijf, de basis voor
de economische bedrijvigheid in
deze regio. De autonome groei
van de werkgelegenheid is er bijna
optimaal, zeker wat het aantal ar
beidsplaatsen betreft en daar zijn
we - uiteraard - erg gelukkig
mee!" Maar de Kamer, waarin zo
wel de werkgevers- als de werk
nemersorganisaties vertegen
woordigd zijn. weet ook - is una
niem van mening - dat het econo
misch apparaat moet blijven
groeien om de stijgende vraag
naar arbeidsplaatsen op te van
gen
Volgens de Provinciale Planolo
gische Dienst moet die groei van
de werkgelegenheid jaarlijks
Vh% zijn, een cijfer waar de heer
Karelse vraagtekens bij zet,
meent, dat het hoger zal moeten
zijn Vooral daarom is hem niet
duidelijk waarom in de Doelstel
lingennota Stadsuitbreiding, die
door de gemeenteraad is aan
vaard, wordt gezegd, dat met de
bouw van 6 7000 woningen in de
periode tot 1990 kan worden vol
staan indien de op gemiddeld
1 '/2% geraamde groei van de lo
cale werkgelegenheid na 1980 zou
worden afgeremd tot 1
GROEI AFREMMEN?
De Kamer van Koophandel acht
dit een bijzonder gevaarlijke ont
wikkeling en vraagt zich af of de
gemeente hiertoe het - door de
gemeente noodzakelijk geachte -
..geëigende instrumentarium" kan
ontwikkelen, vraagt zich ook af of
die afremming op zich wel juist is.
Men kan op grond van de spannin
gen op de arbeidsmarkt nu wel van
een gunstige situatie in de regio
spreken, maar dat betekent aller
minst dat het zo zal blijven Het
aanbod van arbeidskrachten zal in
de komende jaren toenemen en
daarvoor is uitbreiding van be
staande ondernemingen èn de
oprichting van nieuwe bedrijven
nodig, waarbij vooral moet worden
gedacht aan een selektief ves
tigingsbeleid voor bedrijven van
buiten het distrikt, die passen in de
regionaal-economische struktuur
en hieraan een versterkende bij
drage kunnen leveren
Voor die groei is ruimte nodig,
ruimte om woningen te bouwen,
ruimte ook voor de bedrijfsgebou
wen en -terreinen. ,,Als de Hoef tot
bedrijfsterrein wordt aangewezen
zal het minstens tot 1985 duren
voor het in gebruik kan worden ge
nomen Bovendien is de ontslui
ting een zeer kostbare zaak, van
daar dat wij Nieuwland op kortere
termijn een veel geredere plaats
vinden, want we kunnen als be
drijfsleven niet tot 1985 wachten!"
Het gebrek aan bedrijfsruimte doet
zich terdege voelen en alleen al bij
gemeente Amersfoort liggen aan
vragen van meer dan 100 bedrij
ven voor in totaal 25 ha bedrijfs
terrein. Bedrijfsterrein, dat ten
gevolge van allerhand procedures
en de lange duur van de be
sluitvorming binnen de overheid
maar niet beschikbaar komt.
TREK NAAR BUITEN
LAND
Dat is duidelijk merkbaar, vertelt
de heer Van Ek uit de gegevens
over in- en uitschrijving in het Han
delsregister. Sinds begin van dit
jaar zijn 70 bedrijven en bedrijfjes
naar elders verplaatst, vestigden
zich er 3 in Amersfoort. Vroeger
was het aantal zich in Amersfoort
vestigende en vertrekkende be
drijven met elkaar in evenwicht,
maar in begin 1978 is de balans
ten nadele doorgeslagen.
Dit feit - in een gesprek met de
heer Karelse sinds 1978, vlak voor
hij het voorzitterschap van de Ka
mer aanvaardde meenden wij het
al te moeten signaleren - is een
„teken aan de wand", vooral om
dat het veelal kleinere bedrijven
zijn. De heer Karelse noemt het
„een enorme zorg voor de Ka
mer", krijgt de indruk dat de ge
meenteraad en belangengroepe
ringen er soms aan voorbijgaan,
andere preferenties stellen: „Wij
zijn niet van mening dat het een
eenvoudige zaak is, maar worden
vnjwel dagelijks aan de balie en
later in de spreekkamer gekon-
fronteerd met de man, die zijn be
drijfje, dat klein begonnen is, moet
uitbreiden en er geen ruimte voor
kan vinden! Allerlei ambachtelijke
bedrijven zoeken percelen van en
kele duizenden m2 en ook met het
oog op de werkgelegenheid heb
ben we daar heus behoefte aan".
Het wegtrekken van bedrijven
en bedrijfjes is niet gunstig, niet
voor de regio en veelal ook niet
voor het bedrijf zelf, dat vaak sterk
gebonden is aan de afzetmarkt,
maar ook - door het personeel dat
niet mee wil verhuizen, denken we
alleen maar aan de problemen die
zijn opgeroepen toen de overheid
de rijksdiensten wilde decentrali
seren - de doodssteek kan krijgen
door die verplaatsing Daarom
ging 80% van de 70 bedrijven niet
verder weg dan maximaal 30 km
rond Amersfoort.
„De nood is nergens zo hoog als
in Amersfoort", zegt de heer Van
Ek en hij wijst erop, dat ook direkt
buiten de regio - hij noemt als
voorbeeld Nijkerk - nauweli|ks
terrein te krijgen is. Misschien zou
een „her-ijking" van de beorijfs-
terreinen wat soulaas kunnen bie
den, want in het Amersfoortse in
dustriekwartier liggen nog wat per
celen, die indertijd doorjje bedrii-
ven als „reserve-ruimte zijn aan
gekocht, maar (nog) niet in gebruik
zijn genomen. „In Amersfoort is er
binnenkort helemaal niets meer,
de 2 ha industrieterrein, die nog
op uitgifte wachten, zullen als
sneeuw voor de zon verdwijnen'
En hij vraagt zich af of de absolute
scheiding tussen woon- en indus
triegebieden, dat Jarenlang de ten
dens geweest is. wel juist is. Moet
een wijk niet alles in zich hebben?
Kunnen in de wijken geen indivi
duele bedrijfsruimten gesitueerd
worden?
WOONRUIMTE NODIG
VOOR UITBREIDING
INDUSTRIE
De héêF Karelse brengt ook de
woonruimtesituatie ter sprake,
vooral dat de bedrijven geen per
soneel kunnen aantrekken omdat
er een gebrek aan woonruimte is.
Op korte termijn kan dit probleem
enigszins worden verlicht door het
toekennen van een verhoogde
prioriteit bij de toewijzing van wo
ningen. in het bijzonder waar het
gaat om de (blijvende) bezetting
van zogenaamde spil- of sleutel-
funkties. Op langere termijn kan
echter voldoende woningbouw de
oplossing vormen „De uitbreiding
van de industrie wordt tegenge
houden als bedrijven geen leiding
gevende mensen kunnen aantrek
ken. De verbetering van het ma
nagement wordt er door belem
merd en daardoor de uitbreiding
van de bedrijven
Hij wijst in dit
opzicht op de geringe voortgang bij
de planprocedures, zowel in
Amersfoort zelf als in Amersfoort-
Noord. verwacht in 1982 een gat in
de bouwstroom en hoopt dat bouw
in Leusden en Soest en wellicht
ook Bunschoten en Eemnes op
korte termijn tot een tijdelijk over
nemen van de taak van Amersfoort
kan leiden.
De secretaris van de KvK, de
heer Van Ek. stipt nog andere
punten uit de Knelpuntennota, die
bij de Kamer verkrijgbaar is - tele
foon 033-12964, toestel 25 - aan,
zoals de verkeerssituatie in de
binnenstad, de dringend gewenste
betere bereikbaarheid van het in
dustriekwartier, verbetering van de
toegangswegen vanuit Bunscho
ten, enz. Wijst er op, dat de „infor
matie over de stand van zaken in
het bedrijfsleven" het werk van de
Kamer in belangrijke mate onder
steunt en de gelegenheid biedt
bepaalde zaken - zoals nu in
„Knelpunten in een sterke econo
mie" - extra te accentueren
En dat is voor de heer Karelse
aanleiding om te stellen, dat de
regio Eemland een In meerdere
opzichten uniek gebied is, zowel
wat wonen en recreatie betreft,
maar ook wat betreft de situatie
op de arbeidsmarkt. „Maar dan
zullen we moeten zorgen dat dat
zo blijft, dat we de werkgelegen
heid kansen bieden, dat we voor
de groeiende beroepsbevolking
de plaatsen creëren die nodig
zijn!"
LEUSDEN - De laatste jaren - het
is al vaak geschreven - is er een toe
nemende belangstelling waar te ne
men voor het doen en laten van onze
voorouders. Monumentenzorg en tal
van historische clubs zijn er voor
beelden van. Een van de zaken die
zich In een toenemende belangstel
ling mag verheugen, is de boeren
wagen. waarbij zeker niet moet wor
den gedacht aan een simpele voor
loper van hetgeen heden ten dage
vaak achter een tractor hangt. Een
van de mensen die zich in de loop der
jaren door deze boerenwagen heb
ben laten inspireren, is de heer A.
Visser. Hij reconstrueerde en bouw
de In drie jaar een dergelijk voertuig
op schaal.
BOUWTEKENING
De originele wagen, welke als voor
beeld diende voor het miniatuur van de
heer Visser, werd in 1859 gebouwd
door de grootvader van een van de be
kendste bouwers van o.a Friese sjezen
in onze tijd, de heer A. van Peet. Om tot
het bouwen van het miniatuurmodel
aver te kunnen gaan, was het voor de
heer Visser zaak te kunnen beschikken
over de benodigde bouwtekeningen
Deze bestonden niet, omdat het
vroeger gewoonte was. dat de boeren
van vader op zoon klant waren bij het
zelfde wagenmakersgeslacht, dat hun
wensen nauwkeurig kende Voor onge
veer 150 gulden werd in de vorige eeuw
de wagen in opdracht van een Alblas-
serwaardse boer gebouwd, een veel
voud kostte nu het miniatuurmodel
Omdat er geen bouwtekeningen be
stonden, werd er door de heer Visser
van de originele wagen, welke thans
staat tentoongesteld in het Boeren
wagenmuseum te Buren, een groot
aantal foto's gemaakt De wagen werd
tijdens een aantal studiebezoeken aan
het museum nauwkeurig opgemeten en
thuis werden alle onderdelen tot in de
kleinste details in tekening gebracht
Samen met de persoonlijke inbreng van
de heer Visser leverde dit uiteindelijk
het gewenste resultaat en kon de
eigenlijke bouw beginnen.
CONSTRUCTIE
Aan de hand van zijn schaalmodel -
in een verhoging van 1 op 6 - vertelde
de heer Visser ons over de geschiede
nis van deze wagens:
,,Deze wagens waren hoog en rank,
en rijk voorzien van snij- en beeld
houwwerk. Ze waren ook erg smal. op
dat men elkaar op de dijk makkelijk kon
passeren. De constructie was uniek: de
wagens hadden namelijk twee draai
punten Door dit tweede draaipunt was
het mogelijk een kortere draai te ma-
„Kom binnen mama, uw
dochter en ik hebben juist
ruzie om u."
ken. doordat de achterwielen mee
draaiden. Zonder dit tweede draaipunt
bestond het gevaar, dat de hoge voor
wielen tegen de zijleren zouden gaan
slepen Omdat er grote atstanden af
gelegd moesten worden, soms wel 50
tot 60 km per dag, had de wagen hoge
voorwielen hoe aroter de voorwielen,
hoe liter de wagen te trekken is
De wielen en spaken hadden een
speciale stand. Dit stond in verband met
het in vroeger tijden zo slechte wegdek.
Door de spaken naar binnen te plaatsen
en het wiel een iets schuine stand te
geven, werkten ze niet alleen schorend,
maar bleef het bij eenzijdig wegzakken
de wieldruk zoveel mogelijk vertikaal op
de grond. De kans op kantelen of ge
broken assen werd zodoende ver
kleind. De remketting werd gebruikt bij
het eventueel afrijden van een dijk. De
haak aan de ketting werd in de velg van
een achterwiel gelegd, waardoor dit
wiel werd geblokkeerd De
scharnierende klep op de achterkep
van de wagen, ook wel krat genoemd,
diende om de oogst, bv. knollen of
beetwortels, hoger te kunnen opstape
len
De bodem (buikplank) was van ach
teren iets smaller, zodat het paard de
lading vanzelf vastliep. Zondags of op
feestdagen, wanneer het hele gezin op
de wagen klom. kon de boer er banken
in plaatsen, die aan de zijleren werden
opgehangen, waaroverheen het
steekleertje. een kunstig besneden
houten rand. voorzien van handgrepen,
werd geplaatst De zeer rijke boeren
lieten voor dergelijke gelegenheden
een zogenaamde speelwagen maken,
die nog mooier was afgewerkt. Op de
buitenkant van de krat schilderde de
boer zijn lijfspreuk, en voor zo'n tien
gulden extra kon hij de wagen van sier
lijk snijwerk laten voorzien. Dit gold als
een teken van welstand. Een voorbeeld
van zo'n lijfspreuk:
"Zo rijd ik met deze wagen
in het spoor van Gods behagen
zo hoop ik dra en weltepas
te komen waar ik gaarne was.
De landman ploegt en zaait het land
maar wasdom komt van 's Heren hand
De kleuren van de wagen waren naar
de streek blauw, groen, geel en rood
Het achterschamel werd naar gelang
het vakmanschap en de eisen van de
plaatselijk nieuws
boer gesneden in reliet of ajour (open),
bv. voorstellende de Nederlandse
leeuw, een bloemenvaas, springende
paarden of een gestileerde levens
boom Ook zijn er voorbeelden van bij
belse voorstellingen. Het zittekistje van
de boer was even mooi bewerkt als de
achterschamel De smid, die meestal
dicht bij de wagenmaker woonde, was
ook een man die zijn vak zeer wel ver
stond. Hij was het die de lelie op het
spanbout maakte, het engeltje, de
viambanden, de opstap enz
Deze dingen kon ik niet namaken, ik
kan het hout bewerken, maar ik ben
geen smid - maar de banden om de
wielen heb ik toch zelf aangebracht
door ze in het vuur kersrood te verhitten
en ze om de wielen te laten krimpen tot
één vast geheel."
Het door de heer Visser gebouwde miniatuurmodel van een boerenwagen uit 1859, waarvoor hij eerst de bouwteke
ningen moest reconstrueren
1