isiduna ligt in Frankrijk Albert Delahaye zet ontstaan van Leusden op losse schroeven De gouw Flehite? Ook in Frankrijk en daar werd ook Bonifacius vermoord... IDOOR BERT VOS V S' J-'' DINSDAG 27 NOVEMBER 1979 Reportage i.e« LEUSDEN/AMERSFOORT - De oudheidkundige vereniging Flehite, het [Rijksinstituut voor oudheidkundig bodemonderzoek (ROB), de Leusdena- ren, die zo ijverig het 1200 jarig bestaan van Leusden vierden, al die mensen en instanties staan voor joker. Want Flehite ligt in Frankrijk en Lisiduna ligt [daar in de buurt. Niet aan de Eem, maar aan de rivier de Hem. Datzelfde geldt ook voor tal van andere schenkingen, die in de befaamde oorkonde uit 777 staan vermeld. Die oorkonde gaat helemaal niet over Nederland, welnee! Alle namen kunnen stuk voor stuk terug herleid worden naar hedendaagse plaat sen in Noord-Frankrijk. De bekende archivaris Albert Delahaye zet in zijn boekwerkje (een voorproefje op het grote standaardwerk over dit onderwerp) „Van Dorestadum tot Waterlo" alle voor waar aangenomen historische feiten rond de gouw Flehite op losse schroeven. En dat is een hele schok voor ons, chauvinisten, die altijd hebben gedacht, dat wij ons hedendaags plaatsje onder de zon te danken hadden aan de edelmoedigheid van Karei de Grote, die in 777 een groot aantal schenkingen deed aan de kerk van St. Willibrord. En ook Bonifacius is om de drommel niet bij Dokkum vermoord, maaru hebt het geraden: in noord-Frankrijk. In zijn bijzonder boeiend boekwerkje veegt Delahaye trouwens half archelo- glsch Nederland van de kaart, want er zijn meer historische plaatsen in ons land, die volgens de ijverige archivaris niets te maken hebben met Karei de Grote en hun vermeende oorsprong ondanks recente opgravingen. Dores- tad, volgens onze geschiedenisboekjes toch altijd de eerste naam van Wijk bij Duurstede, lag helemaal niet in Nederland in die buurt. Juist, in Noord-Frankrijk. Kortom: half Nederland lag in Noord-Frankrijk, om het maar eventjes simpel te zeggen. De zogenaamde „historische zekerheden'' van Nederland worden door Albert Delahaye naar het rijk der fabelen verwezen. Als het even meezit, kunnen we wellicht binnenkort een nieuwe eeuwviering In Leusden organiseren. Als iemand tenminste kan ontdekken, wanneer Leusden dan wèl is ontstaan. NAUW VAN CALAIS '.f WERE THA M4RCK 1 Boulogne La Plain* Flamande.. BCURBCURG ALMERE of FLEVUM - - VEURNE duinkerken WINNOKS BERGEN ^^^NORTKERQUE ARO RE AUTINGUES- ECOTTES. .YEUSE .ZOUAFOUEV WEST-YEUSE* 'AU0RU1CQ ZUTKERGUE .EPERLECQUES ,/vuurru E. Y ,ZUTK •WATTEN W TOURNEHEM TILQUES* r- ST OM AARS j) HAZE8ROEK Coulogne permanent eiland ^aler gevormde cilgnden MERCK-ST LIÈVIN de plaatsen en rivieren uil de akte van 777.een schenkingaan de kerk van St Wittibrord te TRAJECTUM. aangevuld met ge gevens over SI Bonitatius. SI Lebuinus en St Ludger Kaart van Noord-west Frankrijk ten tijde van de schenking uit 777. (Uit „Van Dorestadum tot Waderlo". „In de oorkonde van 777 wordt ge sproken van Lisiduna. In 838", aldus Hans Renes, „wordt gesproken van Li- sidinon. Het is moeilijk om te zeggen, waar die naam vandaan komt Er is wel eens verondersteld, dat de eerste i van Lisiduna een o zou moeten zijn De zo verkregen naam „Losiduna" zou ..los duinzand" betekenen" En verderop „In Frankrijk (departement Nord) zowel als in België (provincie Henegouwen) bestond in de Middeleeuwen een plaats Lisidinja. Beide plaatsen heetten later Lesden, nu verfranst tot Lesdain". Dr. Jan den Tex schrijft in hetzelf de eeuwfeestnummer van de Leusder Krant over het ontstaan van de naam Lisiduna: De naam „Lisiduna" heeft niets te ma ken met het achtervoegsel ,,-dunum" (niet „duna") van de genoemde plaatsnamen Ten eerste komt dit ach tervoegsel als oorspronkelijk inheemse naam alleen in het Keltische Gallië voor, want de naam „Lugdunum Bata- vorum" is niet inheems (Germaans) maar Romeins Zij werd door de bevel hebber van de Romeinse legioenen aan de Nederrijn gegeven aan een door hem gestichte militaire vesting in navol ging van het Franse Lugdunum (Lyon), geboorteplaats van keizer Claudius. Elders in Nederland komt dit Keltische achtervoegsel niet voor Maar er is meer. In latere teksten komt de „u" van Lisiduna afwisselend voor met andere klinkers, en ook de evolutie tot „Leusden" met zijn stem loze „e" wijst erop, dat de „u" geen klemtoon kan hebben gehad, zoals bij de namen op „dunum" wel het geval is. We moeten ons dus met goed histo- risch-taalkundig besef eraan wennen van „Lisiduna" te spreken, al zal dit de ijverige muzikanten van ons muziekge zelschap wel moeilijk vallen Tot zover het negatieve gedeelte van dr Bloks inlichtingen. Het positieve deel is teleurstellend: het suffix „una" komt in andere namen voor als meer voudsvorm. Dit wijst erop dat de stam van onze oude naam „Lisid" moet zijn geweest. Het is een stam. die geen Germaans karakter heeft (als ik dr. Blok goed begrepen heb) en die daarom wijst op een zeer oude oorsprong, dus van vóór het traditionele jaar 100 vóór Christus, waarin volgens weinig be trouwbare Romeinse bronnen de Bata vieren in uitgeholde boomstammen de Rijn kwamen afzakken. Een laatste opmerking: (Nieuw- )Leusden bij Dalfsen in Overijssel, door de post en sommige briefschrijvers soms met Leusden verward, heeft ety mologisch niets met ons te maken Al dus dr. Den Tex, die hierover uitvoerig correspondeerde met dr. D. P. Blok van het Instituut voor Dialectologie. Volks kunde en naamkunde van de Konin klijke Akademie voor Wetenschappen. Over de overige schenkingen zijn de aangehaalde schrijvers het redelijks OORKONDE UIT 777 De Leusdense historicus Cor van den Hengel heeft de geschiedenis en het ontstaan van het huidige Leus den uitvoerig bestudeerd en vast gelegd in een tweetal (gestencilde) boekwerken „Bijdragen tot de ge schiedenis van Leusden tot 1811" (Leiden, 2 delen 1974). Ook hij vertelt van het ontstaan van Leusden aan de hand van de oudst bekende oorkon de uit het jaar 777 (8 juni om precies te zijn). J. Johan Veenendaal geeft in zijn artikel over „Het kerkelijk Leus den vanaf de schenkingsbrief" (Leusder Krant Extra t.g.v. Leusden 1200, d.d. 25/5/1977) nog enkele bij zonderheden over de naam. Volgens Veenendaal noemde Karei de Grote Leusden toen niet Lisiduna. maar Lisduna. Hij noemt daarvoor als bron „Heda, blz 41, Cloet no II, biz. 13. Hans Renes, die historische geogra fie studeert aan de universiteit van Utrecht, schreef in hetzelfde num mer een uitgebreid artikel over de ontstaansgeschiedenis van Leus den en gaat wat dieper in op de naam Leusden en haar oorsprong. TOELICHTING De hier afgebeelde oor konde is gemaakt ter gelegenheid van het 1200-iang bestaan van Leusden in 1977 Het is een reconstructie van de oorkonde waarbi| Karei de Grote - op 8 juni 777 - de Villa Lisiduna schenkt aan de St Maartens kerk te Utrecht De oorspronkelijke oorkonde is verloren gegaan, wel zijn er twee dertiende eeuwse afschriften bewaard ge bleven waarvan er één zich bevindt in het Rijksarchief te Utrecht en het andere in het Brits Museum te Londen Een originele oorkonde van Karei de Grote uil 781 heeH als voorbeeld voor de indeling en het schrift gediend bij de vervaardiging van de reconstructie Dit omvangri|ke en mi- nitieuze werk is uitgevoerd door het kunst atelier van het Norberiinessen-klooster St Cathannadai te Oosterhout Uit opgravingen op het landgoed Den Treek is gebleken dat reeds 1300 jaar voor Christus m omgeving mensen hebben ge woond De historie van Leusden gaat dus verder terug dan 8 juni 777 de oorkonde van Karei de Grote is echter wel het eerste of ficiële document waarin Leusden - onder de naam Villa Lisiduna - wordt genoemd VERTALING De vertaling van de oorkonde, in het Latijn gesteld en in merovingisch schrift geschreven luidt als volgt Karei bi| de Genade Gods Koning der Fran ken en Langobarden alsmede Patricius van de Romeinen Aangezien Wij er op vertrouwen dat het Ons ongetwijfeld tot eeuwige zaligheid strekt in dien Wi| van hetgeen God Zich m Zijn liefde vergewaardigd heeft Ons te schenken ten gunste van eerbiedwaardige oorden afstand doen dienen derhalve al Onze verheven ge trouwen te weten, dat Wij een schenking verrichten aan de Smt-Maartensbasiliek te Oude Trecht onder Dorestad waar de eer waarde heer Alberic priester is en als elect het bestuur uitoefent te weten Onze hof Leusden in de gouw Flethite aan de rivier de Eem in heel haar totaliteit en met haar aan- horigheden en toebehoorten namelijk gron den hoeven woningen opstallen onvrijen bossen ploeglanden hooilanden graslan- oen wateren en waterlopen roerende en onroerende goederen dit alles in zijn geheel en stuk voor stuk alwat graaf Wigger daar op grond van Onze welwillendheid in bezil hield verder ook de foreesten Hengistscoto Fornhese Mocoroth Vuidoc gelegen ter weerszijde van de Eem Geli|keli|k schenken Wij aan de kerk van Smt-Maarten die boven Dorestad gebouwd is en Vpkirika genaamd is daar rondom heen honderd roe grond met dien verstande dat voornoemde basiliek te allen ti|de de be schikking zal hebben over een terrein grond honderd roe groot en met het recht van oevergeld op de Lek en het eiland bij deze kerk ten oosten daarvan tussen Ri|n en Lek eens ten aanzien van hun huidige plaats Voor het gemak citeren wij Cor van den Hengel, die - mede door zijn vrij nauwkeurige bestudering van oude kaarten en topografie - vrij exact de huidige plaatsen weet aan te geven. Nadat ook hij zegt in het duister te tas ten aangaande de herkomst van de naam Lisiduna, geeft hij echter wel aan, wéar de villa heeft gelegen ten weten van het hudige Leusden (Hamersveld) Hij vervolgt dan: „Volgens genoemde oorkonde werden Lisiduna en een viertal „foreesten" ge naamd Hengestscoten, Fornhese. Wi- dock en Mokoroth aan de St. Maartens kerk geschonken. Alleen van Hen gestscoten is de juiste ligging bekend, namelijk Henschoten bij Woudenberg. Onder Fornhese moet vermoedelijk de Hees, westelijk van Amersfoort ver staan worden, welk gebied tegen de Soester Hees uitloopt Widock is waar schijnlijk hetzelfde als Weede, noord west van Amersfoort gelegen, terwijl bij Mokoroth aan de Moorsten gedacht kan worden. Deze terreinen behoorden aan Karei de Grote, zoals alle woeste gron- Leusden vierde in 1977 uitbundig feest: zij bestond volgens de oude dokumenten 1200 jaar. De archivaris Albert Delahaye zet daar een fiks vraagteken achter Ook acnter oe Schenkingsakte, waar de Leusdenaren een heel spel van maakten VAN DORESTADUM TOT WADERLO albert delahaye Titelpagina van het boekje van Albert Delahaye Binnen afzienbare tijd zal -volgens de schrijver- een gedetailleerder boek over deze materie verschijnen. Dil alles nu dragen Wij vanaf de dag van heden over aan voornoemde heilige oorden om eeuwig in bezit te houden Daarloe heb ben Wij deze acte waarin Onze wils beschikking tot uitdrukking gebracht wordt laten schrijven, opdat vanaf de dag van heden zowel voornoemde priester Alberic als zijn opvolgers, die het voornoemde heilige oord zullen besturen, de voren- vermelde terreinen ten behoeve van ge noemde kerk zullen hebben houden bestu ren beheren en er over zullen beschikken en volledige vri|heid zullen genieten om daarmee ten voordele van dat heilige oord te doen wat zij verkiezen En laat niemand be kleed met officiële bevoegdheid of enig ander persoon het wagen voornoemde priester Alberic noch zijn opvolgers in de uitoefening van zijn rechten over voor noemde goederen te hinderen of zelfs maar tegen de eigendomsregeling een procedure aan te spannen op welk tijdstip dan ook maar laat voornoemde basiliek (dit alles) op grond van de door Ons gewenste schenking kunnen bezitlen op een |undisch zekere ba sis Er>om er voor te zorgen, dat er aan deze beschikking niet getwijfeld kan worden en ze nog m de verre toekomst in acht genomen zal worden hebben Wij besloten haar eigenhandig te ondertekenen en hebben Wi| haar met Onze ring laten zegelen Zegel van de roemrijkste Koning Karei Gegeven op 8 |uni. in het negende jaar van voornoemde roemrijke Koning gedaan te Nijmegen in het Koninklijk Palels, m Godes Naam voorsjsoedig De „Leusdense" vertaling van de oorkonde 1977 den aan de koning behoorden". De villa Lisiduna was ten tijde van Karei de Grote -en dit voor alle volledigheid volgens de verschillende schrijvers in bezit van een zekere graaf Wigger als „beneficium", dat wil zeggen als leen goed, voor de tijd van het leven. Voor de volledigheid: Lisiduna lag in de gouw Flehite, een gebied, doorsneden door de rivier de Eem, althans voor wat be treft ónze geschiedenisboekjes en ónze historische deskundigen. Laten we eens gaan bekijken, wat Albert Dela haye déarvan zegt. LISIDUNA LAG IN FRANK RIJK Delahay gaat uitvoerig in op de op gravingen bij Wijk bij Duurstede door het Rijksinstituut voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Deze instel ling verklaarde de oude Dorestad te hebben gevondenAan de hand van oude manuscripten en handschrif ten beweert Delahaye het tegendeel Wie de tekst aandachtig leest raakt onder de indruk van wat deze ar chivaris, die al een eerbiedwaardige reeks historische geschriften op zijn naam heeft staan, probeert te bewij zen. Hoewel op het eerste gezicht de naamsverklaringen al evenmin sterk zijn als de verklaringen, die wij von den in de verschillende geschriften van Nederlandse oorsprong, weet Delahaye ons toch op een over tuigende wijze aan het twijfelen te brengen. Enkele opmerkelijke feiten (volgens Delahaye): Nijmegen was nimmer de residentie van Karei de Grote, Bonifacius werd in Noord-Frankrijk vermoord, Dorestad is niet Wijk bij Duurstede, maar een plaats dat nu in Noord-Frankrijk ligt, de gouw Flehite ligt daar ook, even als de rivier de Hem (genoemd in de oorkonde) en later abusievelijk ver taald als „Eem". Het is beslist de moeite waard om het boekje zelf te lezen. Wij bepalen ons tot het ge deelte, dat over Lisiduna gaat en de schenkingsoorkonde van Karei de Grote in 777. Op pagina 6162 en 63 schrijft hij: „Er bestaat een afschrift van een oorkonde, waarin Karei de Grote in het jaar 777 schenkingen deed aan de kerk van St Willibrord; de heilige zelf was toen al overleden. De passage, waar het op aankomt, luidt in vertaling .aan de basiliek van St. Martinus, die gebouwd is in Vetus Trajectum, waar de priester Albricus rector (of be stuurder) is, de villa Lisiduna. gelegen in de gouw Flehite, aan de rivier de Hem en de bossen, genaamd Hen- gestschote, Fornhese, Makaroth, Widoch, gelegen aan beide zijden van de Hem Ook de kerk. gebouwd onder Dorestad. die Ubkirica heet. en ook de oever van de Lockia en het eiland in het oosten tussen de Renus en de Loc kia De twee namen Vetus Trajectum en Dorestad plaatste men in Nederland, namelijk te Utrecht en te Wijk bij Duurstede. De andere namen hebben in Nederland nooit bestaan, behalve in de fantasie van sommige historici, die de akte opvatten als een schenking aan de kerk van Utrecht, ofschoon zij nooit erin geslaagd zijn de andere plaatsen aan te wijzen De plaatsnamen zijn duidelijk van Gallo-Romaanse sig natuur, die reeds uit zuiver taalkundig oogpunt niet in Nederland kunnen heb ben bestaan. De twee rivieren, de Hem en de Lockia. zijn als aardrijkskundige aanduidingen nog belangrijker dan plaatsnamen. De Hem draagt nog de zelfde naam. De Lockia heet tegen woordig Le Loquin. Het zijn bovendien unieke namen, waarvan men elders geen doublures vindt. De gouw Flehite is de streek van het Flevum of Almere, die in andere, vrijwel eigentijdse teksten Fle wordt genoemd Ook dit Almere be vond zich in de authentieke streek. Met deze akte hebben de Nederland se historici een dubbele vervalsing gepleegd, ten eerste door eruit te lezen dat Dorestadum aan de Lockia lag. wat de akte helemaal niet zegt, ten tweede door te beweren dat Wijk bij Duurstede aan de Lockia lag. om zo het bewijs te leveren dat het oude Dorestadum aan de Lek gelegen was, de rivier bij Wijk bij Duurstede. Inderdaad kan men van verbazing achterover slaan bij deze schijnbare doublures, maar dan moet de kritische zin wel héél scherp gezet worden Lek kan niet van het Gallo- Romaanse Lockia zijn afgeleid. Het is bijna overbodig eraan toe te voegen dat het woord Lockia in geen enkele Ne derlandse bron voorkomt. Nu door middel van de namen der landstreek en der rivieren de juiste streek teruggevonden is. leveren de plaatsnamen niet veel moeilijkheden meer op. Lisiduna moet worden opge vat als Licques, op ongeveer tien kilo meter van Tournehem gelegen. De plaats is als Liscae of Liske bekend in oude teksten. Zij bevindt zich op een hoge, afgeplatte heuvel en is omgeven door diepe dalen, die in de tijd van de akte gedeeltelijk met water waren ge vuld Op korte afstand bevond zich het Almere, waarin de Hem uitmondde. Deze zeebaai was tussen de 3e en 8e eeuw opnieuw tot vrij grote hoogte door het water ingenomen, waaruit volgt dat het niveau van de rivieren eveneens hoger was dan nu. De naam Lisiduna (duna= duin) was derhalve geheel toe passelijk De plaats verloor het achter voegsel toen het omringende land droog viel. De vier bossen, aan de kerk van St Willibrord gegeven, worden aangeduid met plaatsnamen Hengestschote is Ecottes, op ongeveer vier kilometer ten noorden van Licques gelegen In de 12e eeuw heet de plaats nog Agincota; daarna is de naam geëvolueerd tot Aichota, Cotes en andere vormen. Fornhese zou Le Fertin kunnen zijn in het kanton Audrehem en vormt nu een gehucht Audrehem is het befaamde Adrichelm, waar St. Willibrord ook de kerk bezat, welke plaats men in Ne derland ondanks herhaalde pogin gen niet heeft kunnen aanwijzen. Overhandiging in 1977 van een afschrift van de schenkingsoorkonde uit 777 (een naar het afschrift van het orgineel vervaardigd exemplaar hangt nu in de raadzaal van het Leusdens gemeentehuis). Fornhese is echter met groter waar schijnlijkheid een van de twee buurae- huchten, waarvan een Yeuse heet. het andere West-Yeuse. Niet onaanneme lijk is dat het eerste Voor-Hese heeft geheten of Forn-Hese. Makoroth is het bos Mottehault (een oude naam die met meer bestaat) op het grondgebied van Wissocq. Hier moet men het Wi doch uit de oorkonde plaatsen. Tussen de oude en de nieuwe naam heeft zich slechts een simpele fonetische veran dering voorgedaan. De vier plaatsen bevinden zich inderdaad aan beide zij den van de Hem, precies zoals in de akte staat. Wissocq ligt aan de Locquin De rivier vormt ter plaatse zoveel eilan den. dat het niet mogelijk is het in de akte bedoelde aan te wijzen; in elk ge val wordt ook aan dit detail uit de akte door de situatie ter plaatse voldaan „Tussen de Renus en de Lockia" le vert geen moeilijkheden op. daar de Hem in oude teksten soms Rhim, Rhem en zelfs Rhin wordt genoemd. Daar het echter niet zo voor de hand ligt dat in één tekst twee namen voor eenzelfde zaak gebruikt worden, kan aangeno men worden dat ook Hem in de akte heeft gestaan en dat „Renus' een la tere interpolatie is, toegevoegd toen in Nederland het afschrift van de akte werd gemaakt. Overigens is het verba zingwekkend dat de Nederlandse ko piist die vreemde namen zo puur heeft overgebracht In de latere geschiedenis van Tournehem is een gegeben bekend, dat de aktie van 777 op een merkwaar- dige manier bevestigd. De stad heeft van oudsher vier bossen in gemeen- - schappelijk bezit van de burgers gehad, i Het waren: 1 het bos van Tournehem; t 2 enige kompleksen. waaronder het bos van Licques; 3 dat van Eper- lecques en Ruminghen, 4. dat van Zut- kerque Het is niet zeker, dat dit de bos sen uit de akte van 777 waren, al moet men erop bedacht zijn dat bijvoorbeeld het bos van Licques zich op een andere j plaats bevond dan het dorp van deze naam. zoals ook het bos van Tourne- hem op enige afstand van de stad ligt. Ook in de benamingen van de bossen 3 kunnen zich veranderingen hebbem voorgedaan Een keur van Tournehem uit de 15e eeuw spreekt van de viert bossen en van het aandeel dat de bur-- gers erin hadden Het was hun verbo-' den hun deel te verkopen op straffe van een boete en verlies van hun hout voor" dat jaar De vier bossen zijn in 1827 bijf het domein van de staat gevoegd". al-€ dus Delahaye. i In hetzelfde opzienbarende ge-* schrift legt Albert Delahaye even eens uit, waarom Flehite in Noord-Frankrijk ligt en niet -zoals de Nederlandse geschiedschrijvers zeggen-: in Nederland rond Amers foort. Nieuwe gezichtspunten in een zeer, zeer oude geschiedenis. Het Rijksinstituut voor Oudheidkundig Bodemonderzoek komt er in „Van Dorestadum tot Waterlo" ook nlel best af. De heren onderzoekers wor-; den beschuldigd van bedrog en al-{ lerlei andere allermist fraaie hande' lingen. Kortom: het boekje is alles zins de moeite van het lezen waard Als bewoner van de gouw FlehiteJ loop je de kans, dat je een tikkeltje ontheemd raakt, maar aan de andere kant moet je wat over hebben vooi een zo exact mogelijke rekonstruktie van de geschiedenis van je vader land. Ja toch? Bert Vos BRONNEN: Albert Delahaye: Van Dorestadum to Waterlo. 1979, Zundert (Turnstraat 6) Cor van den Hengel: „Bijdrage tot d< j geschiedenis van Leusden tot 1811" Leiden 1974 (twee delen). j Hans Renes: „1200 jaar wonen enwer ken in Leusden" (Leusder Krant Extra mei 1977). J. Johan Veenendaal: „Kerkelijk Leus den vanaf de schenkingsbrief" (idem)- Dr. J. den Tex: De naam Lisidun.: (idem) I

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1979 | | pagina 5