isiduna ligt in Frankrijk
Albert Delahaye zet
ontstaan van Leusden
op losse schroeven
De gouw Flehite? Ook
in Frankrijk en daar
werd ook Bonifacius
vermoord...
IDOOR BERT VOS
V
S' J-''
DINSDAG 27 NOVEMBER 1979
Reportage
i.e«
LEUSDEN/AMERSFOORT - De oudheidkundige vereniging Flehite, het
[Rijksinstituut voor oudheidkundig bodemonderzoek (ROB), de Leusdena-
ren, die zo ijverig het 1200 jarig bestaan van Leusden vierden, al die mensen
en instanties staan voor joker. Want Flehite ligt in Frankrijk en Lisiduna ligt
[daar in de buurt. Niet aan de Eem, maar aan de rivier de Hem. Datzelfde geldt
ook voor tal van andere schenkingen, die in de befaamde oorkonde uit 777
staan vermeld. Die oorkonde gaat helemaal niet over Nederland, welnee! Alle
namen kunnen stuk voor stuk terug herleid worden naar hedendaagse plaat
sen in Noord-Frankrijk. De bekende archivaris Albert Delahaye zet in zijn
boekwerkje (een voorproefje op het grote standaardwerk over dit onderwerp)
„Van Dorestadum tot Waterlo" alle voor waar aangenomen historische feiten
rond de gouw Flehite op losse schroeven. En dat is een hele schok voor ons,
chauvinisten, die altijd hebben gedacht, dat wij ons hedendaags plaatsje
onder de zon te danken hadden aan de edelmoedigheid van Karei de Grote,
die in 777 een groot aantal schenkingen deed aan de kerk van St. Willibrord.
En ook Bonifacius is om de drommel niet bij Dokkum vermoord, maaru
hebt het geraden: in noord-Frankrijk.
In zijn bijzonder boeiend boekwerkje veegt Delahaye trouwens half archelo-
glsch Nederland van de kaart, want er zijn meer historische plaatsen in ons
land, die volgens de ijverige archivaris niets te maken hebben met Karei de
Grote en hun vermeende oorsprong ondanks recente opgravingen. Dores-
tad, volgens onze geschiedenisboekjes toch altijd de eerste naam van Wijk
bij Duurstede, lag helemaal niet in Nederland in die buurt. Juist, in
Noord-Frankrijk. Kortom: half Nederland lag in Noord-Frankrijk, om het maar
eventjes simpel te zeggen. De zogenaamde „historische zekerheden'' van
Nederland worden door Albert Delahaye naar het rijk der fabelen verwezen.
Als het even meezit, kunnen we wellicht binnenkort een nieuwe eeuwviering
In Leusden organiseren. Als iemand tenminste kan ontdekken, wanneer
Leusden dan wèl is ontstaan.
NAUW VAN CALAIS
'.f WERE THA M4RCK
1 Boulogne
La Plain* Flamande..
BCURBCURG
ALMERE of FLEVUM
- - VEURNE
duinkerken
WINNOKS BERGEN
^^^NORTKERQUE
ARO RE
AUTINGUES-
ECOTTES. .YEUSE .ZOUAFOUEV
WEST-YEUSE*
'AU0RU1CQ
ZUTKERGUE
.EPERLECQUES
,/vuurru
E. Y
,ZUTK
•WATTEN
W
TOURNEHEM
TILQUES*
r-
ST OM AARS
j)
HAZE8ROEK
Coulogne permanent eiland
^aler gevormde cilgnden
MERCK-ST LIÈVIN
de plaatsen en rivieren uil de
akte van 777.een schenkingaan
de kerk van St Wittibrord te
TRAJECTUM. aangevuld met ge
gevens over SI Bonitatius.
SI Lebuinus en St Ludger
Kaart van Noord-west Frankrijk ten tijde van de schenking uit 777. (Uit
„Van Dorestadum tot Waderlo".
„In de oorkonde van 777 wordt ge
sproken van Lisiduna. In 838", aldus
Hans Renes, „wordt gesproken van Li-
sidinon. Het is moeilijk om te zeggen,
waar die naam vandaan komt Er is wel
eens verondersteld, dat de eerste i van
Lisiduna een o zou moeten zijn De zo
verkregen naam „Losiduna" zou ..los
duinzand" betekenen" En verderop
„In Frankrijk (departement Nord) zowel
als in België (provincie Henegouwen)
bestond in de Middeleeuwen een plaats
Lisidinja. Beide plaatsen heetten later
Lesden, nu verfranst tot Lesdain".
Dr. Jan den Tex schrijft in hetzelf
de eeuwfeestnummer van de
Leusder Krant over het ontstaan van
de naam Lisiduna:
De naam „Lisiduna" heeft niets te ma
ken met het achtervoegsel ,,-dunum"
(niet „duna") van de genoemde
plaatsnamen Ten eerste komt dit ach
tervoegsel als oorspronkelijk inheemse
naam alleen in het Keltische Gallië
voor, want de naam „Lugdunum Bata-
vorum" is niet inheems (Germaans)
maar Romeins Zij werd door de bevel
hebber van de Romeinse legioenen
aan de Nederrijn gegeven aan een door
hem gestichte militaire vesting in navol
ging van het Franse Lugdunum (Lyon),
geboorteplaats van keizer Claudius.
Elders in Nederland komt dit Keltische
achtervoegsel niet voor
Maar er is meer. In latere teksten
komt de „u" van Lisiduna afwisselend
voor met andere klinkers, en ook de
evolutie tot „Leusden" met zijn stem
loze „e" wijst erop, dat de „u" geen
klemtoon kan hebben gehad, zoals bij
de namen op „dunum" wel het geval is.
We moeten ons dus met goed histo-
risch-taalkundig besef eraan wennen
van „Lisiduna" te spreken, al zal dit de
ijverige muzikanten van ons muziekge
zelschap wel moeilijk vallen
Tot zover het negatieve gedeelte van
dr Bloks inlichtingen. Het positieve deel
is teleurstellend: het suffix „una" komt
in andere namen voor als meer
voudsvorm. Dit wijst erop dat de stam
van onze oude naam „Lisid" moet zijn
geweest. Het is een stam. die geen
Germaans karakter heeft (als ik dr. Blok
goed begrepen heb) en die daarom
wijst op een zeer oude oorsprong, dus
van vóór het traditionele jaar 100 vóór
Christus, waarin volgens weinig be
trouwbare Romeinse bronnen de Bata
vieren in uitgeholde boomstammen de
Rijn kwamen afzakken.
Een laatste opmerking: (Nieuw-
)Leusden bij Dalfsen in Overijssel, door
de post en sommige briefschrijvers
soms met Leusden verward, heeft ety
mologisch niets met ons te maken Al
dus dr. Den Tex, die hierover uitvoerig
correspondeerde met dr. D. P. Blok van
het Instituut voor Dialectologie. Volks
kunde en naamkunde van de Konin
klijke Akademie voor Wetenschappen.
Over de overige schenkingen zijn de
aangehaalde schrijvers het redelijks
OORKONDE UIT 777
De Leusdense historicus Cor van
den Hengel heeft de geschiedenis en
het ontstaan van het huidige Leus
den uitvoerig bestudeerd en vast
gelegd in een tweetal (gestencilde)
boekwerken „Bijdragen tot de ge
schiedenis van Leusden tot 1811"
(Leiden, 2 delen 1974). Ook hij vertelt
van het ontstaan van Leusden aan de
hand van de oudst bekende oorkon
de uit het jaar 777 (8 juni om precies
te zijn). J. Johan Veenendaal geeft in
zijn artikel over „Het kerkelijk Leus
den vanaf de schenkingsbrief"
(Leusder Krant Extra t.g.v. Leusden
1200, d.d. 25/5/1977) nog enkele bij
zonderheden over de naam. Volgens
Veenendaal noemde Karei de Grote
Leusden toen niet Lisiduna. maar
Lisduna. Hij noemt daarvoor als bron
„Heda, blz 41, Cloet no II, biz. 13.
Hans Renes, die historische geogra
fie studeert aan de universiteit van
Utrecht, schreef in hetzelfde num
mer een uitgebreid artikel over de
ontstaansgeschiedenis van Leus
den en gaat wat dieper in op de naam
Leusden en haar oorsprong.
TOELICHTING De hier afgebeelde oor
konde is gemaakt ter gelegenheid van het
1200-iang bestaan van Leusden in 1977
Het is een reconstructie van de oorkonde
waarbi| Karei de Grote - op 8 juni 777 - de
Villa Lisiduna schenkt aan de St Maartens
kerk te Utrecht De oorspronkelijke oorkonde
is verloren gegaan, wel zijn er twee
dertiende eeuwse afschriften bewaard ge
bleven waarvan er één zich bevindt in het
Rijksarchief te Utrecht en het andere in het
Brits Museum te Londen
Een originele oorkonde van Karei de Grote
uil 781 heeH als voorbeeld voor de indeling
en het schrift gediend bij de vervaardiging
van de reconstructie Dit omvangri|ke en mi-
nitieuze werk is uitgevoerd door het kunst
atelier van het Norberiinessen-klooster St
Cathannadai te Oosterhout
Uit opgravingen op het landgoed Den Treek
is gebleken dat reeds 1300 jaar voor
Christus m omgeving mensen hebben ge
woond De historie van Leusden gaat dus
verder terug dan 8 juni 777 de oorkonde van
Karei de Grote is echter wel het eerste of
ficiële document waarin Leusden - onder de
naam Villa Lisiduna - wordt genoemd
VERTALING De vertaling van de oorkonde,
in het Latijn gesteld en in merovingisch
schrift geschreven luidt als volgt
Karei bi| de Genade Gods Koning der Fran
ken en Langobarden alsmede Patricius van
de Romeinen
Aangezien Wij er op vertrouwen dat het Ons
ongetwijfeld tot eeuwige zaligheid strekt in
dien Wi| van hetgeen God Zich m Zijn liefde
vergewaardigd heeft Ons te schenken ten
gunste van eerbiedwaardige oorden afstand
doen dienen derhalve al Onze verheven ge
trouwen te weten, dat Wij een schenking
verrichten aan de Smt-Maartensbasiliek te
Oude Trecht onder Dorestad waar de eer
waarde heer Alberic priester is en als elect
het bestuur uitoefent te weten Onze hof
Leusden in de gouw Flethite aan de rivier de
Eem in heel haar totaliteit en met haar aan-
horigheden en toebehoorten namelijk gron
den hoeven woningen opstallen onvrijen
bossen ploeglanden hooilanden graslan-
oen wateren en waterlopen roerende en
onroerende goederen dit alles in zijn geheel
en stuk voor stuk alwat graaf Wigger daar op
grond van Onze welwillendheid in bezil
hield verder ook de foreesten Hengistscoto
Fornhese Mocoroth Vuidoc gelegen ter
weerszijde van de Eem
Geli|keli|k schenken Wij aan de kerk van
Smt-Maarten die boven Dorestad gebouwd
is en Vpkirika genaamd is daar rondom
heen honderd roe grond met dien verstande
dat voornoemde basiliek te allen ti|de de be
schikking zal hebben over een terrein grond
honderd roe groot en met het recht van
oevergeld op de Lek en het eiland bij deze
kerk ten oosten daarvan tussen Ri|n en Lek
eens ten aanzien van hun huidige
plaats Voor het gemak citeren wij Cor
van den Hengel, die - mede door zijn
vrij nauwkeurige bestudering van oude
kaarten en topografie - vrij exact de
huidige plaatsen weet aan te geven.
Nadat ook hij zegt in het duister te tas
ten aangaande de herkomst van de
naam Lisiduna, geeft hij echter wel aan,
wéar de villa heeft gelegen ten weten
van het hudige Leusden (Hamersveld)
Hij vervolgt dan:
„Volgens genoemde oorkonde werden
Lisiduna en een viertal „foreesten" ge
naamd Hengestscoten, Fornhese. Wi-
dock en Mokoroth aan de St. Maartens
kerk geschonken. Alleen van Hen
gestscoten is de juiste ligging bekend,
namelijk Henschoten bij Woudenberg.
Onder Fornhese moet vermoedelijk de
Hees, westelijk van Amersfoort ver
staan worden, welk gebied tegen de
Soester Hees uitloopt Widock is waar
schijnlijk hetzelfde als Weede, noord
west van Amersfoort gelegen, terwijl bij
Mokoroth aan de Moorsten gedacht kan
worden. Deze terreinen behoorden aan
Karei de Grote, zoals alle woeste gron-
Leusden vierde in 1977 uitbundig feest: zij bestond volgens de oude dokumenten 1200 jaar.
De archivaris Albert Delahaye zet daar een fiks vraagteken achter
Ook acnter oe Schenkingsakte, waar de Leusdenaren een heel spel van maakten
VAN DORESTADUM TOT WADERLO
albert delahaye
Titelpagina van het boekje van Albert Delahaye Binnen afzienbare
tijd zal -volgens de schrijver- een gedetailleerder boek over deze
materie verschijnen.
Dil alles nu dragen Wij vanaf de dag van
heden over aan voornoemde heilige oorden
om eeuwig in bezit te houden Daarloe heb
ben Wij deze acte waarin Onze wils
beschikking tot uitdrukking gebracht wordt
laten schrijven, opdat vanaf de dag van
heden zowel voornoemde priester Alberic
als zijn opvolgers, die het voornoemde
heilige oord zullen besturen, de voren-
vermelde terreinen ten behoeve van ge
noemde kerk zullen hebben houden bestu
ren beheren en er over zullen beschikken
en volledige vri|heid zullen genieten om
daarmee ten voordele van dat heilige oord te
doen wat zij verkiezen En laat niemand be
kleed met officiële bevoegdheid of enig
ander persoon het wagen voornoemde
priester Alberic noch zijn opvolgers in de
uitoefening van zijn rechten over voor
noemde goederen te hinderen of zelfs maar
tegen de eigendomsregeling een procedure
aan te spannen op welk tijdstip dan ook
maar laat voornoemde basiliek (dit alles) op
grond van de door Ons gewenste schenking
kunnen bezitlen op een |undisch zekere ba
sis Er>om er voor te zorgen, dat er aan deze
beschikking niet getwijfeld kan worden en ze
nog m de verre toekomst in acht genomen
zal worden hebben Wij besloten haar
eigenhandig te ondertekenen en hebben Wi|
haar met Onze ring laten zegelen
Zegel van de roemrijkste Koning Karei
Gegeven op 8 |uni. in het negende jaar van
voornoemde roemrijke Koning gedaan te
Nijmegen in het Koninklijk Palels, m Godes
Naam voorsjsoedig
De „Leusdense" vertaling van de oorkonde 1977
den aan de koning behoorden". De villa
Lisiduna was ten tijde van Karei de
Grote -en dit voor alle volledigheid
volgens de verschillende schrijvers in
bezit van een zekere graaf Wigger als
„beneficium", dat wil zeggen als leen
goed, voor de tijd van het leven. Voor de
volledigheid: Lisiduna lag in de gouw
Flehite, een gebied, doorsneden door
de rivier de Eem, althans voor wat be
treft ónze geschiedenisboekjes en ónze
historische deskundigen. Laten we
eens gaan bekijken, wat Albert Dela
haye déarvan zegt.
LISIDUNA LAG IN FRANK
RIJK
Delahay gaat uitvoerig in op de op
gravingen bij Wijk bij Duurstede door
het Rijksinstituut voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek (ROB). Deze instel
ling verklaarde de oude Dorestad te
hebben gevondenAan de hand
van oude manuscripten en handschrif
ten beweert Delahaye het tegendeel
Wie de tekst aandachtig leest raakt
onder de indruk van wat deze ar
chivaris, die al een eerbiedwaardige
reeks historische geschriften op zijn
naam heeft staan, probeert te bewij
zen. Hoewel op het eerste gezicht de
naamsverklaringen al evenmin sterk
zijn als de verklaringen, die wij von
den in de verschillende geschriften
van Nederlandse oorsprong, weet
Delahaye ons toch op een over
tuigende wijze aan het twijfelen te
brengen. Enkele opmerkelijke feiten
(volgens Delahaye): Nijmegen was
nimmer de residentie van Karei de
Grote, Bonifacius werd in
Noord-Frankrijk vermoord, Dorestad
is niet Wijk bij Duurstede, maar een
plaats dat nu in Noord-Frankrijk ligt,
de gouw Flehite ligt daar ook, even
als de rivier de Hem (genoemd in de
oorkonde) en later abusievelijk ver
taald als „Eem". Het is beslist de
moeite waard om het boekje zelf te
lezen. Wij bepalen ons tot het ge
deelte, dat over Lisiduna gaat en de
schenkingsoorkonde van Karei de
Grote in 777. Op pagina 6162 en 63
schrijft hij:
„Er bestaat een afschrift van een
oorkonde, waarin Karei de Grote in het
jaar 777 schenkingen deed aan de kerk
van St Willibrord; de heilige zelf was
toen al overleden. De passage, waar
het op aankomt, luidt in vertaling
.aan de basiliek van St. Martinus,
die gebouwd is in Vetus Trajectum,
waar de priester Albricus rector (of be
stuurder) is, de villa Lisiduna. gelegen
in de gouw Flehite, aan de rivier de
Hem en de bossen, genaamd Hen-
gestschote, Fornhese, Makaroth,
Widoch, gelegen aan beide zijden van
de Hem Ook de kerk. gebouwd onder
Dorestad. die Ubkirica heet. en ook de
oever van de Lockia en het eiland in het
oosten tussen de Renus en de Loc
kia
De twee namen Vetus Trajectum en
Dorestad plaatste men in Nederland,
namelijk te Utrecht en te Wijk bij
Duurstede. De andere namen hebben
in Nederland nooit bestaan, behalve in
de fantasie van sommige historici, die
de akte opvatten als een schenking aan
de kerk van Utrecht, ofschoon zij nooit
erin geslaagd zijn de andere plaatsen
aan te wijzen De plaatsnamen zijn
duidelijk van Gallo-Romaanse sig
natuur, die reeds uit zuiver taalkundig
oogpunt niet in Nederland kunnen heb
ben bestaan. De twee rivieren, de Hem
en de Lockia. zijn als aardrijkskundige
aanduidingen nog belangrijker dan
plaatsnamen. De Hem draagt nog de
zelfde naam. De Lockia heet tegen
woordig Le Loquin. Het zijn bovendien
unieke namen, waarvan men elders
geen doublures vindt. De gouw Flehite
is de streek van het Flevum of Almere,
die in andere, vrijwel eigentijdse teksten
Fle wordt genoemd Ook dit Almere be
vond zich in de authentieke streek.
Met deze akte hebben de Nederland
se historici een dubbele vervalsing
gepleegd, ten eerste door eruit te lezen
dat Dorestadum aan de Lockia lag. wat
de akte helemaal niet zegt, ten tweede
door te beweren dat Wijk bij Duurstede
aan de Lockia lag. om zo het bewijs te
leveren dat het oude Dorestadum aan
de Lek gelegen was, de rivier bij Wijk bij
Duurstede. Inderdaad kan men van
verbazing achterover slaan bij deze
schijnbare doublures, maar dan moet
de kritische zin wel héél scherp gezet
worden Lek kan niet van het Gallo-
Romaanse Lockia zijn afgeleid. Het is
bijna overbodig eraan toe te voegen dat
het woord Lockia in geen enkele Ne
derlandse bron voorkomt.
Nu door middel van de namen der
landstreek en der rivieren de juiste
streek teruggevonden is. leveren de
plaatsnamen niet veel moeilijkheden
meer op. Lisiduna moet worden opge
vat als Licques, op ongeveer tien kilo
meter van Tournehem gelegen. De
plaats is als Liscae of Liske bekend in
oude teksten. Zij bevindt zich op een
hoge, afgeplatte heuvel en is omgeven
door diepe dalen, die in de tijd van de
akte gedeeltelijk met water waren ge
vuld Op korte afstand bevond zich het
Almere, waarin de Hem uitmondde.
Deze zeebaai was tussen de 3e en 8e
eeuw opnieuw tot vrij grote hoogte door
het water ingenomen, waaruit volgt dat
het niveau van de rivieren eveneens
hoger was dan nu. De naam Lisiduna
(duna= duin) was derhalve geheel toe
passelijk De plaats verloor het achter
voegsel toen het omringende land
droog viel.
De vier bossen, aan de kerk van St
Willibrord gegeven, worden aangeduid
met plaatsnamen Hengestschote is
Ecottes, op ongeveer vier kilometer ten
noorden van Licques gelegen In de
12e eeuw heet de plaats nog Agincota;
daarna is de naam geëvolueerd tot
Aichota, Cotes en andere vormen.
Fornhese zou Le Fertin kunnen zijn in
het kanton Audrehem en vormt nu een
gehucht Audrehem is het befaamde
Adrichelm, waar St. Willibrord ook de
kerk bezat, welke plaats men in Ne
derland ondanks herhaalde pogin
gen niet heeft kunnen aanwijzen.
Overhandiging in 1977 van een afschrift van de schenkingsoorkonde
uit 777 (een naar het afschrift van het orgineel vervaardigd exemplaar
hangt nu in de raadzaal van het Leusdens gemeentehuis).
Fornhese is echter met groter waar
schijnlijkheid een van de twee buurae-
huchten, waarvan een Yeuse heet. het
andere West-Yeuse. Niet onaanneme
lijk is dat het eerste Voor-Hese heeft
geheten of Forn-Hese. Makoroth is het
bos Mottehault (een oude naam die
met meer bestaat) op het grondgebied
van Wissocq. Hier moet men het Wi
doch uit de oorkonde plaatsen. Tussen
de oude en de nieuwe naam heeft zich
slechts een simpele fonetische veran
dering voorgedaan. De vier plaatsen
bevinden zich inderdaad aan beide zij
den van de Hem, precies zoals in de
akte staat. Wissocq ligt aan de Locquin
De rivier vormt ter plaatse zoveel eilan
den. dat het niet mogelijk is het in de
akte bedoelde aan te wijzen; in elk ge
val wordt ook aan dit detail uit de akte
door de situatie ter plaatse voldaan
„Tussen de Renus en de Lockia" le
vert geen moeilijkheden op. daar de
Hem in oude teksten soms Rhim, Rhem
en zelfs Rhin wordt genoemd. Daar het
echter niet zo voor de hand ligt dat in
één tekst twee namen voor eenzelfde
zaak gebruikt worden, kan aangeno
men worden dat ook Hem in de akte
heeft gestaan en dat „Renus' een la
tere interpolatie is, toegevoegd toen in
Nederland het afschrift van de akte
werd gemaakt. Overigens is het verba
zingwekkend dat de Nederlandse ko
piist die vreemde namen zo puur heeft
overgebracht
In de latere geschiedenis van
Tournehem is een gegeben bekend,
dat de aktie van 777 op een merkwaar-
dige manier bevestigd. De stad heeft
van oudsher vier bossen in gemeen- -
schappelijk bezit van de burgers gehad, i
Het waren: 1 het bos van Tournehem; t
2 enige kompleksen. waaronder het
bos van Licques; 3 dat van Eper-
lecques en Ruminghen, 4. dat van Zut-
kerque Het is niet zeker, dat dit de bos
sen uit de akte van 777 waren, al moet
men erop bedacht zijn dat bijvoorbeeld
het bos van Licques zich op een andere j
plaats bevond dan het dorp van deze
naam. zoals ook het bos van Tourne-
hem op enige afstand van de stad ligt.
Ook in de benamingen van de bossen 3
kunnen zich veranderingen hebbem
voorgedaan Een keur van Tournehem
uit de 15e eeuw spreekt van de viert
bossen en van het aandeel dat de bur--
gers erin hadden Het was hun verbo-'
den hun deel te verkopen op straffe van
een boete en verlies van hun hout voor"
dat jaar De vier bossen zijn in 1827 bijf
het domein van de staat gevoegd". al-€
dus Delahaye. i
In hetzelfde opzienbarende ge-*
schrift legt Albert Delahaye even
eens uit, waarom Flehite in
Noord-Frankrijk ligt en niet -zoals de
Nederlandse geschiedschrijvers
zeggen-: in Nederland rond Amers
foort. Nieuwe gezichtspunten in een
zeer, zeer oude geschiedenis. Het
Rijksinstituut voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek komt er in „Van
Dorestadum tot Waterlo" ook nlel
best af. De heren onderzoekers wor-;
den beschuldigd van bedrog en al-{
lerlei andere allermist fraaie hande'
lingen. Kortom: het boekje is alles
zins de moeite van het lezen waard
Als bewoner van de gouw FlehiteJ
loop je de kans, dat je een tikkeltje
ontheemd raakt, maar aan de andere
kant moet je wat over hebben vooi
een zo exact mogelijke rekonstruktie
van de geschiedenis van je vader
land. Ja toch?
Bert Vos
BRONNEN:
Albert Delahaye: Van Dorestadum to
Waterlo. 1979, Zundert (Turnstraat 6)
Cor van den Hengel: „Bijdrage tot d< j
geschiedenis van Leusden tot 1811"
Leiden 1974 (twee delen). j
Hans Renes: „1200 jaar wonen enwer
ken in Leusden" (Leusder Krant Extra
mei 1977).
J. Johan Veenendaal: „Kerkelijk Leus
den vanaf de schenkingsbrief" (idem)-
Dr. J. den Tex: De naam Lisidun.:
(idem)
I