12
UITEINDELIJK
MAANDAG 24 DECEMBER 1979
Voor onze trouwe puz
zelliefhebbers deze geweldi
ge kerstkruiswoordraadsel.
hand, los het kruis- letters in. U krijgt dan een plakt u op een briefkaart en de inzenders worden drie
woordraadsel op en vul spreuk en daar is het ons om
daarna de in het oplos- te doen.
die stuurt u naar de redaktie geschenkbonnen verloot. De
van deze krant (adres, zie uitslag wordt in de loop van
De opdracht ligt voor de singsformulier gevraagde Het oplossingsformulier voorpagina). Onder de goe- januari bekend gemaakt.
HORIZONTAAL 1 winterteest. 5
hemellichaam, 8 ontstekingskoord,
12. kerstboomtop. 16. weinig van ge
wicht; 21. deel van een schip. 22
ontsloten; 23 jaargetijde; 25 zwak.
27 rustpauze, 28 keer; 29. vogel; 30
duin; 32. telwoord. 34 vaartuig, 36
dierengeluid, 37 voorzetsel. 38 man
van stand; 40 dit is; 42 wereld
kampioenschap; 43 onbedekt. 46
evenzo; 48 stroompje. 49. soort
onderwijs 51troep. 53 teer, 54
vogel, 56 alleenzang. 58 preekstoel.
60 bar; 62 maat. 63 uniek, 64
getuigenis. 65. kerel, 66 pas. 68
vogel, 69 lidwoord; 70 roem, 71
regeringsreglement. 73. massa water
damp, 75 hert 76 stel; 78 noot; 79
meisje. 82. bijbels figuur. 83 rund. 85
grafsteen; 86 kledingstuk. 88 berg
plaats. 90 stop. 91 schel. 92 numero.
94. redelijk wezen, 96 op grote af
stand; 99 geluidloos; 101 voorz 102
Eur. hoofdstad; 103 vaartuig; 104
kern. 105. het Romeinse rijk, 106. in
het jaar onzes Heren; 107 godin 108
voegwoord; 110 scheepstouw, 112
sprakeloos. 113. dundoek 115 mili
tair; 116 compagnon, 118 voor
schrift, 119 water in Orente, 122
vervoersmaatschappij. 123. familielid.
125 daar; 127 slot, 128 mytholo
gisch figuur. 129. deel van een schip;
131. klaar; 133. vluchtige stof 135
eekhoorn, 138. pl. o d. Veluwe, 140
water in Friesl.; 142. noot. 144 knaag
dier. 146 maat, 147 visgerei; 149
eender, 151 voorz 152 Europeaan.
154 man. kenmerk; 157 heilige. 159
vervoermiddel, 162 kleur; 165 wa
terhoogte. 167 verwonding; 168
noot, 169 inwendig orgaan. 171
noot; 173. soort onderwijs; 175 wild
varken, 177 de dato. 178 dwarshout
179 nobel, 180 deel van een trap.
181 rivier in Italië. 182 deel van een
fornuis; 184 koor; 186 bijbels figuur,
188 heen en weer; 189 zonder moed;
190 zangstuk. 192 voegwoord. 194
Europeaan. 196 bloeiwijze, 198 tel
woord. 200 ongeletterd; 202 maan
stand, 203 op een zekere plaats. 204
plaats in Zuid-Holland; 205. plaats in
Noord-Brabant; 207. telwoord; 210
vaartuig; 211. Engelse havenstad.
213. vogelprodukt; 214. bron. 215
tocht. 217 heidemeer. 219 voorzet
sel; 221. vreemde titel; 222 metsel
specie; 224 -familielid; 225. naar, 227
fout; 229 maat: 230. kleur, 232 deel
van een vis; 235. numero; 236 heilige,
238 eerstkomend; 239. reep stof.
242 pijn; 243. betrekking; 245 roe
men. 246. christelijk feest
VERTIKAAL 1. gebogen; 2. en om
streken; 3. opstootje; 4 de oudere; 5
spetter; 6. kort ogenblik; 7. voeg
woord: 8 vers, 9 gewicht; 10 deel
van de bijbel; 11. kolenwagen, 13
hetzelfde 14 gelofte; 15. pit; 17
vorm van zijn. 18. gevangenis, 19
inhoudsmaat; 20. meel; 22 onder
andere; 23 pers. voornaamw.; 24
vogel; 26. het Romeinse rijk; 28
vervaardigen; 29 meer dan anderen;
31 laatstleden, 33. man van adel, 35
vlug; 36 dierengeluid; 37. motorrace,
38 water in Friesland; 39. vuur; 41
voorzetsel. 42 arbeid. 44 telwoord;
45 metalen wasbak; 46 hetzelfde.
47. insekt; 48 woud; 50. niet even,
51 alp; 52 lidwoord; 53. Europeaan.
55 niet genoemde; 57. Frans lid
woord; 58 vogel. 59 heilige; 61
opening; 63 plaats in Orente. 64.
vlaktemaat. 67. naaigerei. 69 noot;
70. gelijk. 72 dwarshout. 73 per
soonlijk voornaamw 74 godshuis;
75. regeringsreglement. 76. vreemde
titel, 77. Rijksoverheid; 78 dwars
hout; 80 eerstkomend; 81 naschrift,
82. laatstleden. 84 heilige; 85 hemel
lichaam. 87. telwrd 89 loot, 90. ge
vogelte. 91 vogel; 93. nakomelingen.
94 fout; 95. bijbelse pl 96 insekt; 97
levenslucht. 98 familielid; 99 loop
stok; 100 deel van de mond. 103.
looppad; 106. voertuig. 107. aanvoer-
troepen; 109 voorzetsel; 110 tegen
over; 111. schoeisel; 112. heilige: 113
omgang. 114. bevel; 115 rund; 117.
spil; 118. pers voornaamw.. 120
voertuig; 121 vordering. 123. zintuig;
124. lokspijs; 126 huid. 130 het
zelfde; 132 noot; 134 deel van een
etmaal; 135 boom, 136 boom; 137
tocht; 139 zuidvrucht. 140 uitgave;
141 niet even, 143. voorzetsel; 144
vertrouwen. 145 vaartuig. 148 korf.
149 ter gedachtenis; 150 voorbeeld
151 hetzelfde; 153 onder andere.
155. vervoersmij.156. toespraak.
158. open plek i.h. bos; 160. klinkna
geltje. 161 daar; 163. militair; 164. in
sekt 166. Europeaan. 170. grond om
boerderij; 172 lor; 174 voorz.; 176
opstootje. 178 advies. 179 bijbels
figuur 180 mak, 181 teerprodukt;
183 nauw; 185 mager 187 rund;
189 Europese hoofdstad. 191 Euro
peaan; 193 de onbekende, 195. voor
zetsel; 197 dwarshout. 199 trek;
200. lidwoord; 201 redeloos wezen,
206 titel; 207 heen en weer. 208
eens; 209 bolgewas. 212. aardrijks
kundige aanduiding; 213 boom. 214
arbeid verrichten; 216 voorzetsel;
217. langs, 218. bloem. 220. verbin
ding; 222. verlichting, 223 vertegen
woordiger. 224 grappenmaker; 226
maat; 227 noot. 228 deel van een
fornuis; 231. rivier in Italië, 233. per
soonlijk voornaamw 234. telwoord.
237. kleur, 239 watering. 240. num
mer; 241 bloeiwijze; 242 titel; 243.
dierengeluid. 244 verbrandingspro-
dukt.