CURSIEF
a
met blijdschap geven wij kennis
99
99
In onz<^ kerstetalage tonen
wij dit
jaar een
prachtige
engelse
eetkamer
^JcnJkmo/in
4;
UITEINDELIJK
MAANDAG 24 DECEMBER 1979
Zo'n denkbeeldige uppercut,
als de laatste druppel uit een fles
gemoedsrust wordt gemorst en
over de gepolitoerde tafel gewis
naar het einde van de wereld
snelt.
Met machinale futloosheid
wordt het voetje van het kristallen
kleinnood naar een donker ver-af
gekeerd, maar het uitgedroogde
vocht klampt zich verwoed vast
aan het spiegelbeeld van ver
moeide oogkassen. Moegestre
den gelaatstrekken pogen een
glimlach te ontcijferen, maar het
was toch écht de laatste druppel
overmoed.
Een gekromde schaduw legt
het hoofd in de armen.
Belagen dergelijke sentimenten
u wel es? Mij wel. En wel nu'
Ik had deze kolommen aanvan
kelijk een frivolere aftrap toebe
dacht, maar als een gevoelloos
wapperende waslijn met doorde
weekse stropdassen, kreeg ik al
spoedig een gele en direkt daar
opvolgend een rode kaart in mijn
nietsvermoedende vizier.
Een moment van leegte, on
macht, en onbegrip. Teleurstel
ling. De samensmelting van een
nieuwe morgen
't Leven is een slopende idylle
zingt Herman van Veen, en
op deze in mistflarden verzonken
zaterdagavond playbacken mijn
lippen zachtjes de woorden. Hier
zit ik, met voor me een ambitieuze
schrijfmachine, waarin een vel
letje kringlooppapier zich kans
loos opkrult, getuige de tikfouten
en de vette vingervegen die zich
gestaag vermenigvuldigen. Maar
wat kan het me bommen, de
tuchtkommissie komt niet voor
1980 bijeen.
In een overmoedige bui, jaze
ker, heb ik gepoogd de deur van
de jaren zeventig in het slot te
schrijven, een - thans - inhoudlo
ze fles en een overbevolkte asbak
bezegelen mijn absolute falen.
Waarvan akte
Berustend in het irritante ge-
schraag van het konijn, is het ver
der stil in huis. De onnatuurlijk
korpulente viervoeter, voor wie het
beslist geen kerstmis zal zijn,
waggelt soms. als een hel
derziende, door het verraderlijke
stro. Arme Japie, z'n bakkie zal
onberoerd blijven in de tachtiger
jaren.
Of ik zou het moeten vullen voor
de lezers van deze kolommen!
Wat let me? Niets toch. Alleen,
heeft het enige zin als ik u vertel,
dat ene boer Jansen ter hoogte
van de Westeinderdijk op Goeree-
Overflakkee in de bouwvakantie
van 1987 een verschroeide kern
kop uit de Derde Wereldoorlog
vindt?; de Explosieven Op
ruimingsdienst is gewaarschuwd.
Wat koop je nou voor zo'n bericht,
als de rentevoet van je hypotheek
als een losgeslagen boei in een
springvloed wordt weggedreven?
En maakt het u gelukkig, als ik u
vertel, dat er ergens op deze on
bezonnen aardkorst op een war
me augustusdag in 1985 een
Leopard-tank van uw BTW
scheurt? En achter een verscho
ten bosje een rader de snelheid
registreert?
Tijden veranderen niet Als ik de
ingelijste parkeerbonnen optel,
geloof ik daar zeker niet in. Tijden
slepen zich enkel voort in de
brandende hitte van een zand
woestijn, op zoek naar ongrijp
bare horizonten. En vergeet 't
maar dat die kamelen in een
rechtstreekse verbinding met „De
Volharding" in Nijkerk voortwag-
gelen
De werkloosheidscijfers veran
deren, ja, die wel. want elke tijd
plukt z'n slachtoffers. Of, als u tot
de voorwaartse karavaan behoort,
de tijd strijdt verder, terwijl het
chloorwater in hetprivé-zwembad
van Chris van Veen onze hoop
doet tranen
Het kabinet van Dries van Agt
wordt grootvader, op Hilversum 3
blijven de files slierten en de dnb-
bel van Coen Moulijn kunnen we
maar niet vergeten.
Misschien, heel misschien,
staat er in Friesland een ayatollah
op. die beweert dat Bonifatius niet
bij Dokkum maar bij Franeker is
vermoord. En de berenburger-
pijpleiding laat exploderen.
Het is zelfs mogelijk dat dr. Lou
de Jong ontdekt dat Floris de Vijf
de in 1296 is vermoord. Dat Koot
en Bie Den Briel innemen en dat
Oranje de Nobelprijs krijgt voor de
beste vice-weltmeister ter wereld.
Maar verder
Zélfs de geur van de boenwas
van je schoonmoeder vliedt
stoïcijns verder over de golven
van gevreesde ijver. Omdat er al
tijd schoonmoeders zullen zijn, als
de hoeksteen van de samenle
ving.
Schoonmoeders! Vandaag
nog. Gisteren een feestje gehad,
nou, daar lig je dan van bij te ko
men onder het omgewoelde wol,
gaat om elf uur vóórmiddag de
telefoon. Dat was zij en de teters in
mijn ogen leken op dat moment
wel rotsblokken. Ja, hier met mij.
O. Geruis. Een zucht.
En dan verpletterend, of we
misschien nog langs kwamen het
weekend, anders kwam ze zeil
wel. Want het was al weer zo lang
geleden, blablabla.
Als ik terugdenk aan die keihar
de appelflappen, kosten: één
nieuw bovengebit, lijkt het wel
overmorgen! Da s dan afgespro
ken hé. Daaag. Klik.
Blauwe enveloppen en
schoonmoeders, zet die jaren
tachtig nou maar uit je hoofd.
Om niet te beginnen over het
emancipatoire geweld, welhaast
dreigender dan een kernkop, dat
de overlevenden van de jaren ze
ventig bij de afwas opwacht. Ik
verwed er mijn postzegelverza-
meling om, inMuis de serie '40-'45
van G.B.J., dat de „witte boor
den" van nu, de „witte schortjes'
van de jaren tachtig zullen zijn.
Ik wil hier de onbetwiste wee
moed van de jaren tachtig verla
ten. Ik heb het wel gezien. En ware
het niet dat ik na dat telefoontje
over de drempel van onze slaap
kamer viel, toen ik, dankzij of on
danks, tenminste één wazig oog
van gisteravond mijn geliefde in
doorzichtige lingerie waarnam, ik
zou er daadwerkelijk van hebben
afgezien.
Ik wil u de details besparen,
maar niettemin uw nieuwsgierig
heid niet al te zeer op de proef
stellen: daar lag ik. Uitgeran
geerd, want de daaropvolgende
uren heb ik met een flink opge
zwollen enkel in het mijn toege
kende deel van onze lits-jumeaux
mogen doorbrengen.
En wat overkomt deze jongen,
een schoenendoos 'maat 48. On
der mijn onwetende zitvlak. En wat
ligt daar in die schoenendoos op
een stapel vergeelde foto's van
een mij bekend voorkomende
knaap met flaporen? Eén ge
boortekaartje.
Het mijne. Om Jan van Hillo te
citeren, sinds „mijn eerste hor
loge" heb ik niet meer zoveel sen
timent in mezelf voelen borrelen.
Maar 't stond er echt. In schuin
schrift zonder spelfouten: „Met
blijdschap geven wij kennis".
Ik heb mogelijk wel een paar uur
met dat wonderlijke geboorte
kaartjes in m'n handen vertoefd,
totdat ik werd wakker geschud.
„Met blijdschap geven wij ken
nis" en daaronder, niet in schuin
schrift, de watersnoodramp stond
nog vers in het geheugen gegrift,
een kompleet elftal met aanver
wanten in de eerste graad.
Allemaal meeêters
Dat waren nog eens tijden.
Flip/e Tiel voor een patat mét. Een
dozijn knikkers voor een bord
bruine bonen met papsaus. Kaas
met roggebrood en op zon- en
feestdagen, dubbel dik, kaas met
roggebrood. „Met blijdschap
'k Zal het nooit vergeten, m'n wieg
zal nog maar een blauwe maan
dag naar de zolder zijn verhuisd,
in afwachting van nog een
meeêter, toen op een koude win
terdag het trillende vlees van mijn
ontblote billen voor het eerst, wat
men in die dagen als vaderlijk ge
zag kwalificeerde, enige be
staanszekerheid trotseerde. Dat
waren zo de onvermijdelijke din
gen des levens als je je op bezoek
zijnde tante in het oor fluisterde
wat je vader bulderde toen ze
aanbelde.
Voor een kleine zelfstandige in
een grote mensenwereld zijn de
marges om ongeschonden groter
te groeien uiterst smal, om niet te
spreken van nihil.
De geblokte strepen van de ge
voelig neerdalende matteklopper
zijn nagenoeg vervaagd, maar de
DOOR
DICK VAN RHEENEN
striemende geluiden kunnen nog
tot 2000 mee. Met blijdschap
Trouwens, die matteklopper
bungelt nog altijd aan hetzelfde
haakje in het huis waarin ik ben
grootgegroeid. Als een tijdgeest,
vlak naast het venster, waarvoor
verlepte geraniums pogen te
glimlachen.
Ik herinner me de onbehoorlijke
roodbollende konen van een
twaalfjarig jochie met flaporen. De
eerste liefde dus. En beslist geen
kalverliefde, want met onze be-
wratte handen meen gestrengeld,
lopend op een landen,g paadje,
telden we de ons omringende
koeien. Ik telde ze keer op keer,
maar het bleven er volgens haér
toch negen, terwijl daar nooit meer
dan acht koeien hepen te grazen.
Op dat gedenkwaardige ogenblik
ontmoette ik voor het eerst mijn
spiegelbeeld
Ik nam me nadien voor een
vrouw aan mijn zijde te kiezen, die,
op z'n minst, niet kon rekenen. En
wat overkomt mij, een assertieve
schoonheid, met het surplus van
de wortel uit 775694, alhoewel
haar kookkunst de moed d'r in
houdt.
Of het aan m'n flaporen heeft
gelegen, in elk geval, die on
schuldige tijden vlogen als een
sneltrein voorbij. Op de drempel
van de jaren tachtig besef Ik dat
eigenlijk pas goed. Het ene mo
ment schiet je nog propjes naar
het schoolbord en het volgende
moment sta je in een file voor Die-
men.
Tijden komen op je af als een
leegstromend voetbalstadion, met
z'n winnaars en z'n verliezers. In
die maalstroom drijf je mee naar
een nieuwe morgen. Wat over
blijft, een schoenendoos maat 48,
een geboortekaartje, vergeten
sentimenten, 't is allemaal voorbij.
't Leven is een slopende idyl
le.
Alles is handgemaakt,
handgekleurd en volledig massief.
Het is uiteraard een keuze uit
de uitgebreide collectie,
die wij U verspreid
over 3 etage's (én 'n kelder)
kunnen tonen.
meubilering en stoffering
AMERSFOORT-LANGESTRA AT 63-TEU13324