De laatste loodjes wegen lieuwe kleine Fiat: de Panda lenault 5 TL - 5 deurs Volvo Car naar 100.000 auto's i Duurtest Volkswagen Polo: AUTO EN VERKEER Snelle Renault 5: tweezits turbo SWOV-rapport: koffie helpt niet, hoofdsteunen wel I DINSDAG 22 JANUAR11980 bOOR FREDv. d. VLÜGT Renault heeft de ruim een jaar geleden als experimentele wa gen voorgestelde Renault 5 Turbo nu in een produktieversie uitgebracht. De wagen, een tweezitter met in het midden ge plaatste turbomotor, wordt of ficieel aan het publiek voorge steld tijdens de autotentoon stelling van Brussel, die half ja nuari opengaat. De bedoeling is dat er vijf per dag worden ge maakt, zodat rond mei de ho mologatie voor wed strijddoeleinden in de groep 4 een feit zal zijn, terwijl de wagen vanaf de herfst ook in de groep 3 (minimaal 1000 wagens gepro duceerd) kan worden ingezet. Renault heeft reeds experi mentele wedstrijdversies met motorvermogens van rond 250 pkl De 1396 cm3 viercilinder tur bomotor van de tweezits Re nault 5 Turbo staat voor de achteras. De 121,3 kW (meer dan 160 pk) sterke machine drijft via een vijfversnellingsbak de ach terwielen aan. Het gewicht van de auto bedraagt ruim 900 kg, zodat uitstekende accelera tietijden zijn te verwachten. De topsnelheid van deze kleine bo lide ligt ruim boven de 200 km/ uur. Het koetswerk van de Turbo lijkt nog maar nauwlijks op dat van de basis Renault 5 waarvan het wagentje uiteindelijk af stamt. De plaatsing van de mo tor en de zeer brede velgen heb ben grote modificaties nodig gemaakt. In de loop van 1980 zal Re nault's sneltste vijfde ook in ons land leverbaar worden. Een prijs Is nog niet vastgesteld, maar verwacht wordt dat deze race dwerg een investering van zo'n 50 mille met zich zal brengen. Onze duurtest VW Polo heeft de 40.000 km volgemaakt. Hij is er niet geheel zonder kleer scheuren afgekomen, maar dat kan ook haast niet, want een klein en pittig wagentje als de Polo leent zich bij uitstek voor snel stadswerk en daar is hij dan ook veel voor gebruikt. En het zal duidelijk zijn, dat veelvuldig stadswerk aanzienlijk zwaarder weegt dan het rijden van grote afstanden op de buitenweg. Nu hoeven we niet direct me delijden te krijgen met de Polo, want juist het karakter van dit wagentje werkt een pittig ge bruik ervan in de hand. Zou het een gezapige auto zijn dan had hij zonder twijfel wat minder enthousiaste berijders gehad. Dat hij niet is ontzien, heeft de Polo dus voor een belangrijk deel aan zichzelf te wijten. Dat alles neemt niet weg dat onze duurtest Polo zich heel be hoorlijk heeft geweerd. Nemen we bij voorbeeld het rapport dat bij de tweede grote servicebeurt (km-stand 30.000) is opge maakt, dan zijn er bepaald niet veel „extra's'' op te vinden. Het forse stadswerk met veelvuldig wegtrekken bij de verkeers lichten heeft ertoe bijgedragen dat bij die 30.000 beurt de voor banden niet meer jedat waren. Eén ervan is achterop gezet en de andere is verwisseld met het reservewiel dat eveneens ach terop is gemonteerd. De twee achterbanden, waarvan slechts 2 mm. profiel was verdwenen, zijn broederlijk voorop gezet. Gevolg van het één en ander was, dat de Polo na de 30.000 km achterop een nogal ongelijk stelletje banden had zitten, wat overigens voor deze voor wielaandrijver qua weggedrag nauwelijks een bezwaar mag worden genoemd. Om even bij de banden te blij ven: na 40.000 km zit er op de voorbanden (de voormalige achterbanden dus) nog 5 mm profiel, terwijl we achterop 3,5 en 8 mm meten. Het reservewiel is op de 2,5 mm blijven steken die er reeds opstond bij 30.000 km. Dit alles betekent dat er in zijn totaliteit 21 mm profiel van de vijf banden gezamenlijk is af gesleten, ofwel dat de banden op die 40.000 km gemiddeld minder dan de helft van hun to tale profiel hebben ingezet. Ui teraard zit er bij de voorwielaan- gedreven Polo een duidelijk verschil in slijtage tussen voor- en achterbanden, maar gemid deld gaan die banden dus een 80.000 km mee. Wat én voor de Polo én vooral voor de Con tinental radiaalbanden een groot compliment is. De ban- denkosten blijven dan ook ui termate beprekt: zo'n 0,5 cent per kilometer. Terug naar de 30.000-beurt die als extra werkzaamheden het stellen van de wiellagers, het vervangen van de ruitewis- serbladen en het conroleren van het remsysteem te zien geeft. De totale kosten van deze grote service beurt vallen overigens niet mee: 437,86. Een bedrag dat je toch doet schrikken, maar goed, alles wordt duurder en we mogen natuurlijk niet vergeten dat de Polo - net als de overige VWs - grote beurten kent om de 15.000 km en niet om de 10.000 km zoals de meeste andere merken. Op 30.000 km spaar je dus één grote beurt uit. Geluk kig maar. Het harde leven van de duurtest VW Polo wordt bij de 37.500-beurt geïllustreerd door het feit dat de remblokken die nen te worden vervangen. Dit, plus de normale werkzaamhe den bij deze kleine servicebeurt brengt de kosten van deze beurt op 141,09. In totaal noteren we dus tijdens de vierde periode van 10.000 km een onkos tenpost van 578,95. Tellen we de kosten van de vorige beurten daarbij op dan komen we aan een totale onkostenpost over 40.000 km van 1.168,-, ofwel 2,92 ct/km. Niet extreem goedkoop, maar ook geen be drag om in de huidige tijd van wakker te liggen. In de vierde periode heeft de Polo voor een totaal van 792 moet worden beschouwd. On danks de op het eerste gezicht wellicht tegenvallende repara tiekosten moet de Polo dus toch als een econoom worden be schouwd. Hoe die reparatiekosten eruit gaan zien wanneer op dezelfde wijze met het kleine dappere wagentje wordt doorgereden, is moeilijk te zeggen. Wel kunnen we stellen dat aan de aandrij ving en koppeling zo langza merhand het leven niet geheel ongemerkt voorbij is gegaan, terwijl ook de uitlaat zijn langste tijd heeft gehad. De totale dege lijkheid van de Polo is niet meer die van de vroegere Kever. Daar staan pchter tal van positieve puntert tegenover. Om wat van die positieve punten te noemen: de Polo is een uitermate handig wagentje dat zich gemakkelijk en ra zendsnel door het verkeer be weegt, genoegen neemt met mi nimale hoeveelheden benzine en ondanks de compacte afme- SS gulden aan brandstof verstookt. Daarvoor werden 688 liters ge wone benzine geleverd, hetgeen wil zeggen dat het verbruik mooi constant èn mooi laag is geble ven: 1 op 14,9. Totaal nuttigde de Polo in 40.000 km voor een bedrag van 3.067,20 benzine. Per kilometer komt dat neer op het zonder meer gunstige be drag van 7,67 cent. Voor verzekering, belasting en afschrijving noteren we in zijn totaliteit 7000 gulden voor de verreden 40.000 km. Daarvan een 5.000 gulden aan afschrij ving, hetgeen neerkomt op ruim 11 cent/km. Een afschrijving die niet extreen hoog en ook niet extreem laag is. Tellen we alle bedragen bij el kaar op dan komen we op een kilometerprijs van 28,5 cent. Ook al nemen we extra bedra gen op voor het wassen en poetsen van de auto - voor wie dat niet zelf wil doen - en tellen we er nog wat lidmaatschaps geld bij voor bijvoorbeeld de ANWB, KNAC en wegenwacht, dan nog blijft de Polo onder de 30 cent per kilometer, wat in de tegenwoordige tijd als laag tingen toch een behoorlijke do sis comfort en ruimte biedt. Meerdere malen hebben wij met plezier gebruik kunnen maken van de mogelijkheid de achter bank weg te klappen ten einde grotere stukken mee te kunnen nemen. Voorts moeten we toch ook stellen dat - ondanks het feit dat er tussen de beurten door kleine onvolkomenheden zijn geconstateerd (met name van de deursloten hebben wij geen hoge pet van op) - de Polo een zeer betrouwbaar vervoer middel is gebleken dat ons nimmer in de steek heeft gela ten. Wat dat betreft doet hij toch weer aan die oude Kever den ken. Voegen we tenslotte aan dit relaas toe, dat sommige door ons als minder goed ervaren za ken - we noemden in een eerder verslag de bumpers - inmiddels door de fabriek bij het nieuwe model afdoende zijn opgelost, dan moeten we als eindcon clusie toch stellen dat de Polo zich kranig heeft geweerd en dat hij zich een behoorlijke popula riteit onder zijn berijders heeft verschaft. Een boodschappen wagen bij uitstek, waarmee ook best lange reizen kunnen wor den ondernomen. Volvo Car B.V., de Nederland- se tak van het Zweedse Volvo concern heeft vart de Staat een nieuwe, speciale financiering gekregen van 155 miljoen gul den voor de periode 1979-1982. Als alles goed gaat moet dit de laatste steun zijn, die de Neder landse regering via de Neder landse Investerings Bank en DSM (de Staatsmijnen) aan Vol vo geeft om de autof abriek uit de rode cijfers te halen en de werk gelegenheid in het Zuiden des lands veilig te stellen. Zoals bekend zijn de NIB en te trekken. Jammer is, dat nog steeds het vloertje van de koffer een tikkeltje lager is dan de drempel van de deur. Moet je zware spullen toch nog optillen in plaats van ze uit de wagen te trekken. Het dashboard van de nieuwe vijf is totaal veranderd en veel aantrekkelijker en meer volwas sen geworden. Het geheel ziet er - vooral ook door de moderne klokkenwinkel - bepaald aan trekkelijker uit. Een groot pluspunt is dat de nieuwe R5 nu eindelijk deuren heeft die van binnenuit zijn te ont- en vergrendelen. Voor heen moest dat altijd gebeuren met de sleutel van buitenaf. Nu kan je gewoon van binnenuit de deur op slot doen. De ruimte in de Renault 5 valt beslist niet te gen. Voorin zijn prettige stoelen gemonteerd waarop het ook langere tijd is uit te houden en ook achterin is de beschikbare ruimte nog niet zo gek. Wat niet wegneemt dat het geen auto is om met vier volwassenen een lange vakantietocht te onder nemen. Ook al niet, omdat daartoe de inhoud van de nor male kofferruimte te gering is. Die inhoud kan sterk worden uitgebreid door de achterbank naar beneden te klappen. De R5 is dan een echte tweezits be steller. De Renault 5 is met zijn lengte van 3,52 meter, breedte van 1,53 meter, hoogte van 1,40 meter en gewicht van 761 kg een kleine wagen die desondanks een flinke binnenruimte biedt doordat efficient met de be schikbare ruimte is omge sprongen. De gemiddelde wielbasis (links en rechts ver schilt iets in verband met de voor elkaar liggende torsie- staafveren achter) bedraagt 2,415 meter, hetgeen zonder meer lang is. Kortom, een han dige gebruikswagen die een opmerkelijk comfort paart aan een grote mate van zuinigheid. Niet bij uitstek een gezinsauto, maar wel een tweede wagentje of een auto voor jonge (al leenstaande bij voorbeeld) mensen. ook, dat vanaf 1982 verliezen zullen kunnen worden verme den. Gesteld wordt ook, dat na 1986 een gedeelte van de finan ciële steun van de Staat onder bepaalde voorwaarden uit de winsten kan worden terug be taald. Het klinkt wellicht alle maal wat vaag, maar het gaat voorlopig met Volvo Car B V. de goede kant op, hetgeen nog eens onderstreept wordt door de ruim 85% verkoopsstijging die de 340 modellen, dankzij de versnellingsbak en de 5-deurs versie tot 1 december 1979 al In ons land heeft behaald. fecten van een overmatig alco holgebruik. Ook het kort voor het gebrui ken van te grote hoeveelheden alcohol nuttigen van over vloedige maaltijden blijkt geen afdoende middel tegen de ge volgen van het alcoholgebruik. Kortom, te veel drinken moet onherroepelijk niet meer rijden tot gevolg hebben. Een ander onderzoek van de SWOV heeft aangetoond dat een hoofdsteun een positief effect op de verkeersveiligheid heeft, al is dat effect bescheiden. Het laatste komt vooral omdat het nut van hoofdsteunen vooral blijkt bij aanrijdingen aan de achterkant met niet te hoge snelheid. Een soort aanrijdin gen derhalve dat niet zo vaak voorkomt. Sop het voorjaar van 1980 komt met een nieuwe kleine wa de markt. Geen auto met traditionele nummeraan- ing, maar een model met echte naam: Panda. wagen kan het best ge ts worden tussen de huidi- 26 en 127 en zal in eerste intie de 133 vervangen, dat oude Spaanse Seat versie de Fiat 850 met de motor :erin en aandrijving op de [erwielen. De Panda is uiter- veel moderner van op- heeft voorwielaandrijving en opmerkelijke, Ritmo ge- nde carrosserie, ontworpen de Italiaanse styling- ister Giorgio Giugioro, de e man achter het carrosse rie-concern Ital-design, dat meer en meer de vormgeving van auto's bij verschillende merken voor de jaren '80 lijkt te bepalen. De gegevens die de fabriek in Turijn op dit moment over de nieuwe Panda heeft vrijgegeven zijn nog summier. Bekend is echter inmiddels, dat de wagen ongeveer 25 cm langer is dan de 126, daarmee dus een totaal lengte van 338 cm heeft en duidelijk bestemd is als stads en boodschappen auto, wellis waar met veel meer binnen ruimte dan de 126. Het is een twee-deurs auto, voorzien van een grote, wijd openslaande achterklep, die geheel tot on deraan de bumper loopt. De Panda is dus eenvoudig te ge bruiken als een semi-sta- tionwagen, temeer omdat - zoals gebruikelijk bij dit soort ontwerpen - de achterbank in een handomdraai geheel neerklapbaar is. Twee versies van deze nieuwe Fiat komen tegelijk op de markt, de Panda 30 en de Panda 45 en die cijferaanduidingen hebben dan betrekking op de twee ver schillende motoren, waarmee deze wagen wordt uitgerust. De eenvoudigste uitvoering krijgt een luchtgekoelde twee-cilinder motor met een inhoud van 650 cm3 mee, die een vermogen heeft van 23 kW/30 PK. De „45" is uitgerust met een water- gekoelde 4-cilinder lijnmotor met een inhoud van 903 cm3 en een vermogen van 33 kW/45 PK. Die motoren keuze duidt duide lijk op een streven naar zeer zuinig brandstofverbruik, het geen vooral in Italië voor de ver koop van groot belang is. Trouwens, het handige kleine stadsauto'tje, zoals met name de 126 is in dat Zuidelijke land veel meer in trek dan bij ons. De opzet van twee gelijkwaar dige carrosserieën met twee totaal verschillende motoren - die zoals gezegd de aandrijving op de voorwielen verzorgd - doet sterk denken aan de modellenpolitiek van Citroën bij de Visa Club (2 cil.) en Visa Su per (4 cil.) en de bedoeling van de Panda is dan ook duidelijk, de Cltroëns een echte con current te bieden. Anders dan bij Citroën zal de 2 cilinder Pan da „30" echter niet voor export worden vrijgegeven, zodat wij hier halverwege 1980, nè Duits land en Frankrijk slechts de Panda 45 tegemoet kunnen zien. Die versie is natuurlijk pres tatie voller, heeft volgens de fa briek een topsnelheid van 145 km/uur en combineert dat met een gemiddeld brandstof verbruik van 1 op 17 bij 100 km/ uur. Wat het onderstel betreft kan nog vermeld worden dat de voorwielophanging gebaseerd is op het McPherson principe, achteraan is dezelfde dwarse bladveer constructie van de Fiat 127 toegepast. Een kruislings gescheiden remsysteem is uit gevoerd met schijfremmen op de voorwielen en trommels achter. De nieuwe Panda zal in twee fabrieken in Italië worden ge produceerd, alsmede bij Seat in Spanje. Over de prijs is op dit moment uiteraard nog niets be kend, maar aangenomen mag worden, dat de nieuwe Panda op rond de 9000,- zal komen te liggen, waarmee de wagen een aantrekkelijke nieuweling onder tienmille grens zal worden. snault Is al vele jaren een ligheldskampioen. Wagens de Renault 4. de R6 en sinds ook de Renault 5 In vele oerlogen, hebben de Franse int niet voor niets de naam orgd van een fabrikant van itlsche gezinswagens die arzaam te werk gaan bij het iruiken van kostbare brand- Daarbij zoekt Renault het Is enkele jaren niet alleen r In het lichte en kleine van luto's als middel om zuinig- I te bereiken, maar benadert i fabriek het probleem van brandstofverbruik via gro- motoren met een optimaal pel en met een gereduceer- iverbrenging. en bewijs daarvan vormde n geleden de Renault 5 GTL een grotere motor kreeg met elfde vermogen als de ne TL-motor maar met een groter koppel. Gevolg hier- een hoger rendement en minder verbruik. TOR EN PRESTATIES u heeft Renault andermaal leslagen met de nieuwe Re lt 5 TL die in plaats van de >gere 950-motor nu een 1100 machine voorin heeft in. Alweer met eenzelfde nogen - 33 kW ofwel 45 pk ilechts 4400 toeren - maar een veel hoger maximum pel (is gelijk aan trekkracht) bovendien reeds wordt ge- rd bij slechts 2000 toeren minuut van de krukas. Veel kracht bij lage toeren maakt mogelijk de eindover- iging in het differentieel ner te maken (een „lange" loverbrenging toe te pas- I waardoor bij gelijk ende snelheid de motor der toeren draait. En daar zit i de kneep: Renault laat de or bij een bepaalde snelheid der toeren draaien, waar- r er meer tijd is om de cilin- i van de motor optimaal te en met brandstof/lucht- igsel, hetgeen weer een ho rendement tot gevolg heeft, enige „nadeel" is, dat de or door deze aanpak een iszins luie indruk maakt. Het i scherpe is er vanaf, at scherpe willen we overi- s heel graag inleveren voor brandstofbesparing ten op- te van het voorgaande mo- van 20 tot 30%. En dat is niet zeker niet voor een autootje al bijna spreekwoordelijk lig is: Doordat de nieuwe or - overigens bouwt Re lt die ff08 cm3 machine al jaren in allerlei uitvoerin- - minder toeren draait dan oude exemplaar, is ook de lidsproductie ervan be- lend lager. Wat als zeer ple- ig gevolg heeft dat de iwe 5 merkbaar stiller is. Een ichil van dag en nacht met voorgaande type. ua prestaties is Renault's |ste R5 volledig vergelijk- r met de vroegere 5 TL. De len loopt een eerlijke 136 uur en hij accelereert in 19,4 onden van 0 tot 100 km/uur. rblj blijft het brandstof- iruik uitermate vriendelijk', ten constante snelheid van km/uur loopt het wagentje ies één op 16,8 (superbenzi- en bij 80 km/uur neemt hij J s genoegen met één op 20,6. ^120 km/uur stijgt het ver- ik, maar nog altijd niet meer tot één op 13,4. Als algeheel 11 verbruik noteerden we één DSM voor 45% aandeelhouder van Volvo Car B V. en werd en kele jaren geleden het red dingsplan voor Volvo Nederland gebaseerd op een aantal priori teiten ten aanzien van de 343. Ten eerste diende naast de au tomatische versie van deze auto een handgeschakelde uitvoe ring te komen, ten tweede een 5- deurs model (345) en ten derde in de nabije toekomst een andere motor. Wel, de eerste twee prio riteiten hebben nu al zonder meer hun vruchten afgeworpen. De laatste twee jaar isde verkoop van alle 340-modellen sterk ge stegen, zowel in eigen land als op de exportmarkt, met gevolg dat de productie in 1979 van 60.000 in het jaar daarvoor steeg tot 90.000 auto's. Weliswaar is het huidige succes nog niet vol doende om geheel uit de rode cijfers te komen, maar de toe komst ziet er voor Volvo Car B.V. in Born en Helmond bijzon der rooskleurig uit. Daarvoor dient echter nog wel flink geinversteerd te worden, zowel om uitbreiding van de productiecapaciteit in Born te kunnen realiseren, als in het toekomstige ontwikke lingsprogramma. Eind 1980 moeten minstens 100.000 auto's per jaar van de band kunnen rollen en daarvoor zal 33 miljoen gulden in de fa briek moeten worden geïnves teerd. Een aantal van 100.000 eenheden betekent voor Volvo Car in feite een „break-even" punt en verwacht wordt dan Een onderzoek van de Stich ting Wetenschappelijk Onder zoek Verkeersveiligheid heeft aangetoond dat preparaten die als ontnuchteringsmiddei op de markt worden gebracht weinig of geen effect hebben. Ook kof fie, thee en coca cola helpen niet als ontnuchteringsmiddel. Ster ker nog, in veel gevallen ver sterkt de in deze dranken aan wezige caffeine de nadelige ef- op 16,2. Het geluidsniveau in de auto is ten opzichte van voor gaande jaargangen stevig ge daald: bij 100 km/uur kwamen we op een bescheiden 72 deci bel. Opmerkelijk is dat de nieuwe 5 TL, die qua technische aanpak veel overeenkomst vertoont met de 5 GTL, geen luie indruk maakt. De wagen komt over als een vlot en gemakkelijk wagen tje dat goed meekomt met het overige verkeer. RIJ-EIGENSCHAPPEN De Renault 5 is een voorwiel aandrijver met een prettig schakelende vierver- snellingsbak. Van huis uit is de auto onderstuurd, dat wil zeg gen dat de neus de buitenkant van de bocht wil opzoeken wan neer het te snel gaat. Wordt in zo'n situatie gas losgelaten dan worden de aangedreven wielen als het ware afgeremd, terwijl de vrij rollende achterwielen ge woon door willen gaan. Gevolg van het een en ander is dat de achterwielen de voorwielen buitenom willen „inhalen", wat inhoudt dat de neus de bin nenkant van de bocht opzoekt en de achterkant van de wagen wat uitbreekt. De wagen cor rigeert zich dus als het ware vanzelf. Dit betekent dat wanneer in een noodsituatie plotseling gas voor dat de Renault 5 al bij kleine stuuruitslagen vervaarlijk overhelt. In snel genomen bochten moet dat sterke over hellen zelfs als minpunt worden aangemerkt. Het is dan ook niet het wagentje dat bij uitstek ge schikt is om snel een bochtig parcours onder de wielen te ja gen. Daarvoor maakt Renault trouwens de 5 TS en de 5 Alpine. De besturing van de Renault 5 is wat indirect maar wel precies. De wagen stuurt door een ver anderde geometrie van de voortrein lichter dan voorheen. In de stad is het wagentje dan ook geweldig op zijn plaats. Waar even aan moet worden gewend, is het sterk zelfcentre- rende effect van het stuur na de bocht. Laat het na een snel ge nomen korte bocht maar niet in één klap los! De algehele bediening van de Renault 5 TL is licht en gemak kelijk. De wagen heeft een goe de rijpositie, laat zich snel door de stad loodsen en is een goede auto om langere afstanden comfortabel mee af te leggen. De remmen, vóór schijven en achter trommels doen hun werk voortreffelijk. De rembekrach- tiger die de GTL standaard heeft, mis je op de TL eigenlijk nauwelijks. VORMGEVING EN UITVOERING De Renault 5 is vanaf zijn in- wordt losgelaten (in de bocht) de voorwielaangedreven auto zichzelf corrigeert. Een hoogst veilige eigenschap. De voorwielaandrijver heeft ook voordelen bij het rechtuit rijden en het rijden op gladde wegen. Bij het rechtuit rijden heeft de voorwielaandrijver zoals de Renault 5 nauwelijks last van oneffenheden in het wegdek en zijwind en op de gladde weg heb je te maken met trekkende wielen, hetgeen een voudiger is dan de duwende achterwielen van een achterwielaandrijver. Net als een aantal andere typen van Re nault heeft de R5 wel last van rollen om de lengte-as van de wagen. Dit als gevolg van het feit dat de auto erg soepel is ge veerd en betrekkelijk lang en smal is. De wielbasis is ten op zichte van de spoorbreedte vrij lang, wat overigens gunstig is in verband met het veringscomfort en de ruimte voor de inzitten den. De soepele vering zorgt er- troductie begin 1972 een gewel dig succesnummer geweest. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan het fraaie en vooral ook aparte en leuke uiterlijk van de wagen. Het is een duidelijke uitschieter in de kleine klasse. Renault heeft van de aller eerste Renault 5 een hele serie auto's gemaakt. Vanaf de 850 cm3 standaard versie via allerlei uitvoeringen tot en met een be stelwagen en een pure racer (de Alpine) toe. Nu is daar bij geko men een aantal versies met vijf in plaats van drie portieren. Vijf portieren die de R5 een wat min der hip en wat serieuzer aanzien geven. De instap achterin is door de aanwezigheid van die extra por tieren enorm toegenomen, zon der dat de instap voorin ervan heeft te lijden gehad. Weliswaar zijn de voorportieren natuurlijk een stuk smaller dan die van de driedeurs uitvoering, maar de instap kan als hetzelfde worden betiteld. Het verschil in prijs tussen de driedeurs en de vijf- deurs uitvoering bedraagt 650 gulden, hetgeen alleszins rede lijk is te noemen. Ook wanneer de achterbank is neergeklapt in de R5 dus als veelzijdige transporter wordt gebruikt, hebben de twee extra achterportieren hun nut. Zij ma ken het gemakkelijker om zware spullen in de ruime laadruimte

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1980 | | pagina 15