Austin 1500 HL moet Allegro doen vergeten 'rimeurs van Saab Toyota moderniseert de Carina-reeks Nieuwe Datsun Bluebird opvolger van 160/180 B AUTO EN VERKEER Experimentele auto van Ford: Granada Altair DINSDAG 15 APRIL 1980 Begin van dit jaar heeft Austin Ijdens de autotentoonstelling an Brussel de Austin series 3 efntroduceerd. Een auto waar- p achter nog wel de naam Al- egro staat vermeld en die ook ua uiterlijk onmiskenbaar een Jlegro is maar waarvan British .eyland toch graag ziet dat er liet teveel verband tussen deze ileuwe Series 3 en de oude Al- tgro wordt gelegd. Omdat de Jlegro op een aantal punten ►en wat minder goede naam eeft verworven en BL claimt lat al die fouten er bij het type 3 lit zijn. Vandaar dat van hoger- land is besloten dat de naam lllegro langzaam maar zeker lent te verdwijnen en dat oortaan zal worden gesproken ver Austin 1100, Austin 1300 n Austin 1500, al naar gelang e inhoud van de nog immer wars voorin geplaatste ma rine. De Austin Allegro 1.5 HL Se les 3 zoals de testwagen vol- edig wordt genoemd, is niet omaar een Allegro waar een ►aar andere koplampen in zijn eschroefd en waar wat nieuwe trips opzijn geplakt. Nee, het is luidelijk een auto waar geld in is jéinvesteerd ten einde een be er product te kunnen maken. Vat is gebleven, dat zijn de gun- tige prijzen die Leyland voor de rerschillende uitvoeringen raagt. Prijzen die uiteenlopen an nog net geen 12 mille voor Ie eenvoudigste uitvoering, de 100, tot 15.490,- voor de 1500 <L. VORMGEVING EN UITVOERING Hoewel de Allegro alweer de nodige jaartjes mee loopt én de wagen een type koetswerk heeft - schuine achterzijde - dat in deze klasse veel wordt toege past, moet toch worden gesteld dat de Austin een duidelijk eigen gezicht heeft. De wagen valt vooral op door de rondingen van de koets. Rondingen op plaatsen waar tegenwoordig veelal vrij scherpe hoeken wor den toegepast. Rondingen ook, zoals bij de deuren bij voor beeld, waar elders veelal vlak plaatwerk wordt gebruikt. Je zou dus kunnen zeggen dat de Allegro wat eigengereid is, het geen zijn makers maar al te graag willen. Eigengereid is de wagen ook waar het de achterzijde betreft. Daarin is nog altijd geen plaats ingeruimd voor een royale achterdeur die in combinatie met een wegklapbare achter bank een hoogst praktische gebruikssedan oplevert. Nee, Leyland houdt vast aan een aparte stationcar voor wie zo nodig af en toe de grote ver voerder wil uithangen. Een standpunt dat valt te billijken, ook al hebben wij wel erg veel moeite met de piepkleine toe gang tot het bagage- compartiment. Wie geregeld zijn hoofd wil stoten, moet vaak wat bagage achterin de Allegro zet ten. Of het eruit halen uiteraard. Aan de neus van de nieuwe Allegro is een aantal verande ringen te constateren waaraan is te zien dat er degelijk is nage dacht voor de Series 3 op de markt is gebracht. Op de zwarte bumpers zijn rubber hoek stukken aangebracht die een betere bescherming bij parke ren bieden. De grille is matzwart geworden en bevat niet langer het embleem en onder de bum per is een spoiler verschenen die volgens officiële gegevens van Verkeer en Waterstaat in Engeland een vermindering van het brandstofverbruik oplevert op de buitenweg van pakweg tien procent. Inderdaad komt dat verschil er bij constante snelheden uit. Er moet echter wel worden bedacht dat het voordeel van deze spoiler in de stad bij voorbeeld nauwelijks aantoonbaar is. Maar goed, we hebben het over het uiterlijk van de wagen en dat is mede door die spoiler bepaald erop vooruit gegaan. De Allegro 3 toont markanter dan zijn voorganger. Een gun stige bijdrage tot het moderner uiterlijk van de Allegro 3 leveren ook de fraaie wieldoppen die standaard op de L en HL mo dellen worden gemonteerd. In de om de hoeken grijpende achterlichtend zijn standaard achteruitrijlampen opgenomen. Het mistachterlicht wordt onder de bumper opgehangen. In het interieur valt het nieuwe dashboard op dat compleet en overzichtelijke mag worden ge noemd. Direct achter het stuur is onder een reflectie tegen gaande overkapping een uitge breid instrumentarium aange bracht Standaard heeft de HL onder meer een kwarts klokje en toerenteller. Tussen de grote snelheidsmeter met dag- en totaalteller en de toerenteller in is een serie waarschuwings lichtjes gemonteerd. In het mid den van het dashboard zijn de bedieningshendels voor het ka chel- en ventilatiesysteem ondergebracht. Ook is daar plaats voor de radio en wat min der belangrijke schakelaars. De belangrijkste organen worden moeiteloos vanaf het stuur bediend middels een tweetal hendels links en rechts op de stuurkolom. De korte vloerpook staat goed onder handbereik en de pedalen zitten ook op de juiste plaats. Daarom valt het des te meer op dat het stuur in de Allegro ten opzichte van de bestuurdersstoel scheef staat, hetgeen de nodige ge wenning vraagt en eigenlijk niet juist is. Het moet toch werkelijk mogelijk zijn ook in deze auto het stuurwiel gewoon recht voor de bestuurder te plaatsen. Op het dashboard kan het no dige worden opgeborgen en wie de spullen graag uit het zicht legt, kan daarvoor het dashboardkastje benutten. Dat kastje is bovendien afsluitbaar. Aan de kant van de bestuurder is er onder het dashboard nog plaats in een open bergvak. De kleine spulletjes kunnen dus gemakkelijk mee. Zonder meer luxueus is de uitvoering van het topmodel van de Allegro 3-reeks, de 1.5 HL. Deze wagen beschikt onder meer over een fraai soort vloerbedekking, goed verstel bare voorstoelen met opge bouwde hoofdsteunen (ook verstelbaar). Een behoorlijke geluidsisolatie houdt het ergste rumoer tegen. Bij hogere snel heden is de wagen desondanks toch vrij lawaaierig. Stoelen en achterbank bieden een goede comfortabele zitplaats en een behoorlijke hoofd- en been ruimte vóór en voldoende ruimte voor twee volwassenen achter. RIJ-EIGENSCHAPPEN Ook de Allegro 3 heeft, net als zijn voorgangers, het nog immer unieke hydragas veersysteem 900 SEDAN TURBOMOTOR Saab heeft op de jaarlijkse utotentoonstelling van Genève oor twee grote primeurs ge- orgd. Totaal onverwacht werd an het begin van deze belang- Ijke tentoonstelling de nieuwe ledanversie van de Saab 900 loorgesteld. Daarnaast maakte Saab groot technisch nieuws lekend op het gebied van tur- lomotoren. De researchafde- ng van dit Zweedse bedrijf leeft een elektronisch geregeld iysteem uitgedokterd dat deze Tiotoren geschikt maakt voor let gebruik van normale en su- lerbenzlne terwijl de machines evens een procent of acht ulnlger worden bij gebruik op ]e buitenweg. De nieuwe Saab 900 Sedan zal n oktober in produktie gaan en daarna onmiddellijk voor export 'rijkomen. De wagen Is tot en liet de achterportieren gelijk lan de normale vijfdeurs 900. De ichterzijde Is er echter geheel lieuw geconstrueerd. De nieuwe Sedan heeft in te- jensteling tot de andere mo- lellen uit de 900-serle geen |rote achterdeur maar een nor- nale kofferruimte. Wel Is de ichterbank neerklapbaar, zoals dat bij alle Saab-modellen het geval Is. Met de rugleuning naar leneden heeft de 900 Turbo Se dan een vlakke laadvloer met een lengte van f,75 meter. De lofferruimte van de wagen meet volgens SAE-normen 414 liter. Hij Is fraai rechthoekig van vorm doordat gereedschap, krik en reservewiel onder de vloer zijn opgeborgen. De kofferruimte is goed geïsoleerd tegen lawaai door een grote hoeveelheid solatiemateriaal plus de bekle ding. De lengte van de nieuwe Tur bo Sedan is met 4,74 meter exact gelijk aan die van de nor male 900 Turbo. Ook binnenin Is de ruimte voor wat de benen betreft gelijk. De hoofdruimte achterin is echter liefst drie centimeter toegenomen omdat een dwarsbalk die in de model len met achterdeur voor de noodzakelijke sterkte moet zor gen, bij deze versie kon verval len. De achterkant van de Saab 900 Turbo Sedan verloopt vloeiend en past goed bij de wagen. De om de hoeken van de auto grij pende achterlichten bevatten ook een mistachterlicht. De uit stroomopeningen voor ver bruikte interieurlucht zijn naast de achterruit aangebracht. Op de vaste hoedenplank is plaats voor twee luidsprekers. In de nog experimentele 900 Turbo Sedan zoals die In Genè ve Is tentoongesteld, Is voorin een nieuwe versie van de door Saab alweer vier jaar gebruikte turbomotor geplaatst. Deze motor, die over rond een jaar de bestaande turbomotoren zal vervangen, is voorzien van een elektronische systeem dat het rendement van de motor aan- zienlijk verhoogt. Dit systeem kreeg de naam APC, hetgeen staat voor Automatische Pres tatie Controle. Het doel van het APC-sys- teem is een efficiënter gebruik te maken van de brandstof, terwijl tevens zonder aanpassingen gebruik kan worden gemaakt van brandstoffen met een ver schillend octaangetal. Hierdoor is de motor geschikt voor export naar verschillende landen, ter wijl ook op lange reizen altijd een maximaal rendement uit de brandstof wordt gehaald on geacht de kwaliteit daarvan. Bij het APC-systeem wordt ervoor gezorgd dat de motor te gen de grens van pingelen kan werken zonder daar schade van te ondervinden. De extra veilig heidsmarge in verband met de wisselende brandstofkwalitei ten en motortoleranties - bij voorbeeld door een minder goede staat van onderhoud of een verder gevorderde slijtage - is door dit systeem niet nodig waardoor iedere motor het maximale rendement uit de toe gediende brandstof kan halen. Wel is het uiteraard zo dat een in minder goede staat van onder houd verkerende motor uit nor male benzine minder vermogen levert dan een in goede staat verkerende motor die op super- benzine wordt gestookt. Beide halen echter het maximum mo gelijke eruit. Het APC-systeem kan alleen worden toegepast op turbomo toren, die door Saab inmiddels alweer een jaar of vier met groot succes worden geproduceerd. De werking van het systeem is als volgt: in de cilinderkop van de motor is een sensor opge nomen die reageert op trillingen van verschillende frequentie. Zodra de motor gaat pingelen, of dat nu bij lage toerentallen is (hoorbaar) of bij hoge toeren tallen (niet hoorbaar en veel ge vaarlijker), de sensor signaleert het pingelen feilloos en geeft zijn bevindingen door aan een elektronische unit. In het inlaatspruitstuk is een druksensor opgenomen die ne gen maal per seconde de druk in het inlaatspruitstuk (opge bouwd door de turbo) meet. Geeft nu de pingelsensor aan dat de motor gaat pingelen, dan wordt via de regelunit en een elektrisch bediende klep on middellijk de werking van de turbo verminderd waardoor de druk in het inlaatspruitstuk af neemt. De druksensor zorgt er ook voor dat bij een voldoende vermindering van de druk de turbo weer wordt ingeschakeld. Er wordt dus voor gezorgd dat zodra de motor pingelneigingen vertoont de hoeveelheid aan die motor toegevoegde lucht wordt verminderd. Daardoor krijgt de motor een rijker meng sel waardoor het pingelen wordt opgeheven. Saab heeft er niet naar gestreefd het motor vermogen van de turbomotor verder op te voeren. Zuiver is getracht een zuiniger motor te verkrijgen die beter geschikt is om te voldoen aan de wetgeving in verschillende landen zonder dat allerlei speciale maatregelen worden getroffen die veel geld kosten en doorgaans het ren dement van de motor niet be vorderen. In principe levert de motor met APC dus hetzelfde vermogen als de huidige tur bomotor van Saab. En toch is er een groot verschil omdat het APC-systeem het mogelijk heeft gemaakt een hogere compres- sieverhouding toe te passen. Bij de huidige turbomotor ligt de compressie rond de 7 1 en bij de APC-motor op 8,5:1. Dat betekent in de praktijk dat de huidige motor in feite de een voudigste Saab tweeliter is met een turbolader, terwijl de APC- machine de EMS-motor (118 pk) is met turbo. Dit is goed merk baar bij het accelereren: de APC-motor heeft veel minder last van het trage op gang ko men van de turbo en is dus aan zienlijk sneller. Daar komt nog bij dat bij plot seling gasgeven de motor een maximum rendement uit de brandstof haalt waarbij nor male motoren juist een extra veiligheidsmarge moet worden ingebouwd omdat de ontsteking niet snel genoeg kan worden vervroegd, hetgeen nodig is om pingelproblemen te voorkomen. De eerste seconden bij vol ac celereren beschikt de APC- motor dan ook over een trekk racht die rond de 20% hoger ligt dan die van de normale tur bomotor. Zonder dat de top snelheid (tegen de 200 km/u) dus is veranderd, biedt de tur bomotor met APC een tot 20% betere acceleratie en een zuini ger verbruik. Er mag dan ook worden ge steld dat Saab met de turbomo tor met APC, die vanaf volgend voorjaar in alle Saabs Turbo wordt gemonteerd, de tweede generatie turbomotoren heeft ingeluid. Op een moment dat de meeste fabrikanten nog aan de eerste generatie moeten begin nen. De eind vorig jaar in Japan op de markt gebrachte nieuwe Toyota Carina in inmiddels ook in ons land verkrijgbaar. De wa gen, die op een vrij groot aantal punten is gemoderniseerd, wordt gebracht in een zestal uit voeringen die in prijs uiteenlo pen van 14.865,- tot 17.310,-. Alle typen zijn voor zien van de bekende 1,6 liter viercilinder motor die tradi tiegetrouw in de lengterichting voorin is geplaatst en de ach terwielen aandrijft. De verbeteringen aan de car rosserie van de Carina hebben niet alleen tot doel gehad het uiterlijk van de wagen aan de moderne eisen aan te passen, maar vooral de luchtweerstand te verlagen waardoor het brand stofverbruik is terug te brengen. Daartoe is de neus van de wa gen verlengd en verlaagd en is een spoiler aangebracht onder de voorbumper. Over de zijkanten van de wa gens loopt een rubber be- schermstrip die schades bij het openen van portieren voorkomt. Op de hoeken van de bumpers zijn rubber stootkussens ge monteerd. De ronde koplampen hebben plaats moeten maken voor grote rechthoekige units. In het interieur valt het nieuwe dashboard op door de over zichtelijkheid en de eenvoud er van. Op het standaardmodel na zijn alle Carina's van huis uit voorzien van een AM-radio met voorkeurstations. De uitvoering van de wagens is compleet, de afwerking luxueus en verzorgd. De nieuwe Carina wordt gele verd als standaard tweedeurs model voor 14.865,-. De twee deurs de Luxe komt op 15.780,- en dezelfde wagen met automatische bak in plaats van de handgeschakelde vierbak doet 17.155,-. De vierdeurs de Luxe kost 16.290,- en het topmodel, de 1600 ST staat geboekt voor 16.800,-. Deze ST is uitge voerd met een 1,6 liter vierpitter met twee registercarburateurs. Tegenover de 55,1 kW (75 PK) bij 5200 toeren van de normale Carina-motor plaatst de ST-ma- chine een maximum vermogen van 63,2 kW (86 PK) 5600 toeren. Verder is de ST voorzien van een zeer uitgebreid instrumen tarium (onder meer toerenteller en oliedrukmeter) en een vijf versnellingsbak. Naast de verschillende typen sedan brengt Toyota de Carina voor een bedrag van 17.310,- als vijfdeurs stationwagen de Luxe. De in november verleden jaar reeds op de Tokyo Motorshow geïntroduceerde nieuwe Datsun Bluebird komt in mei in Neder land op de markt. De Bluebird is de al lang ver wachte opvolger van de 160/180 B serie, de middenklasser van Datsun, die respectievelijk met een 1,6 en 1,8 liter motor als vierdeurs sedan en als sta tioncar al heel wat jaartjes meedraaien. De Datsun new look voor de jaren '80, dat wil zeggen: meer Europees gelijnde modellen van deze Japanse fabriek, die al eer der bij de Violet, Sunny en Cherry waren waar te nemen, is nu ook bij de Bluebird doorge voerd. De ronde carrosse- rlevorm, de afgeknotte voorzij de en de hoogoplopende taille- lijn aan de achterzijde zijn ver dwenen en daarvoor in de plaats brengt Datsun een nieuwe mid denklasser, die modern en fraai gestyleerd is, die qua uiterlijk direct de modelijn van con current Toyota met de nieuwe Carina volgt, maar ook bijvoor beeld de Ford Taunus in z'n vormgeving dichter benadert. Naast het veranderde koets werk is ook het interieur van de auto vernieuwd en zijn tal van extra's standaard in de auto aangebracht. Zoals een in de hoogte verstelbaar stuur, ruitenwissers met een variabele intervalstand, een digitaalklokje met datumaanduiding, een in de hoogte verstelbare be stuurdersstoel en een electro- nisch controlepaneel dat on dermeer het uitvallen van de verlichting signaleert, het ruitensproeier- en accuvloeistof niveau aangeeft en het niet goed gesloten zijn van de portieren aanduidt. Natuurlijk is een radio standaard in deze auto. Wat de techniek betreft heeft Datsun alles bij het oude gela ten. Het onderstel van de ver nieuwde Bluebirds is practisch niet veranderd - rondom onaf hankelijke wielophanging - en wat de motoren betreft wordt de wagen geleverd met de bekende 1,6 en 1,8 liter viercilinders, die ook al in de 160/180 B series huisden. Datsun heeft echter wel be sloten het accent bij deze mid denklassers hoofdzakelijk te leggen op de 1,8 liter modellen. Alleen het basis model wordt nog als 1600 GL op de markt ge bracht, in de 1800 serie komen een 4-deurs GL met 5 versnel lingsbak en lichtmetalen wielen, een versie voorzien van een automatische bak en een sta- dat bestaat uit veerelementen die zijn gevuld met gas en vloei stof en die voor en achter in ver binding staan met elkaar. Veert een voorwiel krachtig in, dat geeft het veerelement van dat voorwiel de druk door aan het veerelement van het achterwiel opdat de wagen zoveel mogelijk horizontaal blijft. De vering door middel van gas en vloeistof verloopt soepel zonder dat er sprake is van deinen. Ook op slechtere wegdekken kan de unieke onafhankelijke vering van de Allegro het alle maal de baas, zodat het rijcom- fort van deze 3,9 meter lange, 1,61 m brede en 1,39 meter hoge wagen zonder meer op een vol doende hoog niveau staat. De ver op de hoeken ge plaatste wielen met 155 SR 13 radiaalbanden geven volgens origineel mini-recept de Allegro een goede wegligging. Als voorwielaandrijver met de dwarsgeplaatste motor en versnellingsbak zo ongeveer boven de voorwielen en dus een gewichtsverdeling over voor en achter die rond de 60/40 zal lig gen, is de Allegro tamelijk on- derstuurd. Dat wil zeggen dat de wagen van nature liever rechtuit gaat dan de bocht om. Last van zijwind heeft deze koersvaste Brit dan ook hoegenaamd niet. Wordt een bocht snel Ingezet dan wil de neus de buitenkant van die bocht opzoeken zodat wat meer moet worden inge stuurd dan normaal gesproken het geval zou zijn. Door in zo n geval even gas los te laten, richt de neus zich naar binnen en gaat alles verder vanzelf. Kortom, de bekende karak teristiek van de goede voorwiel- aandrijver die voor de normale stuurman onder normale omstandigheden een geweldig stuk veiligheid omvat. Immers, gaat het fout dan is de schrik reactie gewoonlijk gas los en dat is precies wat je met een goede voorwielaandrijver dient te doen als het fout gaat. Besturing en remmen van de Allegro zijn zonder meer zoals je dat verwacht bij een auto uit de ze klasse. De draaicirkel is met 10 meter aan de grote kant, het geen ook al voor rekening van de voorwielaandrijving komt. Wat een beetje tegenvalt is het rumoer op hogere snelheden. Vooral van de 1.5 HL zou je op dit punt iets meer (of liever ge zegd wat minder) verwachten. MOTOR EN PRESTATIES De Allegro 1500 HL heeft een verbeterde 1500 motor die In combinatie met de vijfver snellingsbak (de automaat is niet langer leverbaar) tot goede prestaties en een gunstig brandstofverbruik komt. De motor perst uit zijn exacte in houd van 1485 cm3 58,1 kW (78 pk) bij slechts 5400 toeren per minuut van de krukas. Het maximum koppel bedraagt 116,7 Nm bij 3250 toeren. De motor is van het lange slag type, wat gewoonlijk wil zeggen dat het om een soepele werker gaat die gewoonlijk minder heil ziet in geweldig hoge toerentallen. In combinatie met de vijfver snellingsbak die prettig schakelt en het redelijke ge wicht (900 kg) van de Allegro 1500 HL brengt de 1,5 liter vierpitter het tot zeer behoorlij ke prestaties. De topsnelheid bedraagt 149 echte km/uur en de acceleratie van 0 tot 100 vergt ruim 14 seconden. En dat zijn cijfers waarmee deze wagen in zijn klasse heel goed kan meekomen. Wat het verbruik betreft, kan worden ge steld dat de verbeteringen in derdaad op de buitenweg effect sorteren. Bij een constante snelheid van 120 km/uur ver bruikt de Allegro 1 op 11,7 en bij constant 90 km/uur is het ver bruik 1 op 15,4. Het verschil in stadsverbruik is te verwaar lozen, hetgeen ook logisch is, want de winst wordt voor een belangrijk deel geboekt door een betere stroomlijn en die speelt pas op snelheid een rol. Eén op 10 in de stad is overigens niet slecht. Uiteraard is de vijfde versnel ling van grote invloed op het verbruik. Wie rustig rijdt en zo dra het mogelijk is de vijf in schakelt, zal bemerken dat het verbruik danig zakt. In de vijfde versnelling loopt de Allegro per 1000 motortoeren 32,4 km/uur tegen 28,2 km/uur per 1000 toeren in de vierde versnelling. Een flink verschil derhalve. No teren we tenslotte als gemiddeld verbruik over de gehele test periode 1 op 11,8 dan komen we met een tankinhoud van 48 liter liefst 566 km ver. tioncar uitvoering. Het Coupé model staat voorlopig nog niet op het programma. In het kader van de steeds sterker wordende behoefte aan economischer, dus zuiniger, brandstofverbruik is er wel haast geen automobielfabrikant meer ter wereld, die z'n pro ducten niet aanprijst met: .be tere en vernieuwde aërodyna mica". Vermindering van lucht weerstand is natuurlijk es sentieel voor het brandstofver bruik, zo ook een vermindering van de rolweerstand en het ge wicht van de auto. De strijd om km/liter is er zo langzamerhand een geworden van luchtweer stand coëfficiënten en om de haverklap komen wat dat laatste betreft nieuwe opzienbare cij fers uit de bus. De nieuwe Mer cedes S serie claimde een coëfficiënt van 0.36, de pijl vormige moderne Renault Fuego moet volgens opgave van de fabriek alle rekords bre ken met 0.34, maar Volvo geeft hetzelfde luchtweerstandscijfer op voor de wat hoekige experi mentele nieuwe Concept Car. Hoe dan ook, er wordt druk gewerkt in de automobielbran che aan de vermindering van luchtweerstand. Of de meest ideale carrosserievorm daar voor nu pijlvormig of wat hoekig met een afgeknotte achterzijde moet zijn zal de toekomst moe ten bewijzen. In ieder geval komt er geen nieuwe personenauto meer op de markt of het model is uitvoerig in de windtunnel be proefd en om die reden zal de carrosserie-vorm van onze au to's in de nabije toekomst meer en meer een - wat tot nu ge noemd werd - futuristisch aan zien krijgen. Zoals alle fabrikanten komt ook Ford regelmatig met wat experimenteels op carrosse- riegebied aandragen. Op de autotentoonstelling in Frank furt, verleden jaar toonde Ford een zeer primaire toekomst gedachte van een super-aero- dynamische automobiel voor het jaar 2000. Op die basis heeft de Italiaanse carrosseriebouwer Ghia, de man die al jarenlang de luxueuse Fords aankleedt, thans een wat tastbaarder mo del vervaardigd, afgeleid van de Ford Granada. De wagen is Al tair genaamd en heeft - zo is duidelijk op de plaatjes te zien - een dominerend pijlvormig koetswerk meegekregen. De Altair is uitgevoerd als 4-deurs model en is 5 cm langer dan de normale Granada, 10 cm breder en 7,6 cm lager. Opmerkelijk is dat Ghla van deze auto geen fastback model met een open slaande achterdeur heeft ge maakt, maar vastgehouden heeft aan de conventionele vormgeving met een kofferbak. De auto - zoals het bij toe komstmodellen behoort - is uit gevoerd in opvallende zilver en bronzen kleuren met brede strepen langs de zijflanken. Natuurlijk biedt zo n droom auto ook binnenin een zee van luxe en apartheden, zoals een fraaie Ghia interieur bekleding, speciale airconditioning en deurpanelen van doorzichtig plexiglas om het ruimte-effect in de wagen te verhogen. Onder de motorkap de normale 2,8 liter V6 injectiemotor uit de Granada, die uiteraard veel minder brandstof gebruikt, want Ford claimt een luchtweer- standvermindering tot een coëfficiënt van 0.35 tegen over 0.44 van de normale wa gen. I

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1980 | | pagina 11