sport
„Je adem is je eerste energiebron"
De kinderboeken van
Christine Nöstlinger
leusder
klimt
CONCERTZANGER BRAM BALFOORT:
DINSDAG 22 JUL11980
interview
door.
Anco Mali
10 jaar geleden
Onze redaktionele mede-
werk(st)ers:
Frits van Breda, Asschatterweg 63.
Leusden-centrum, tel 033-941757
(alg)
Dick en Aline Bijl, Oldenbarnevelt-
straat 18. Achterveld, tel. 03425-
2090 (Achtervelds nieuws)
Peter Op den Camp, Finnmark 32,
Leusden-centrum, tel 033-941380
(sport).
Alex Fieseler, Lindenlaan 34,
Leusden-centrum, tel. 033-942553
(alg
Anco de Knijff-Mali, v. Har-
denbroek v Lockhorstlaan 30.
Leusden-zuid. tel 033940273
(kunst, algemeen)
Tea Middelkoop, Waarden 20.
Leusden-centrum, tel 033-943724
(alg).
Verder werken regelmatig mee: C
Ph. Spaans en W Boelhouwer
gU^ram Balfoort: .vastgelopen
Gn
do
W.f'
W: AMERSFOORT - Bram Balfoort,
h ykonsertzanger en leraar solozang,
ns-heeft samen met de arts Jan van Dlx-
hoorn een boek geschreven: „Ade
men wij vanzelf?" Onlangs is de
tweede druk daarvan verschenen bij
Bosch en Keuning in Baarn.
„Ademen wij vanzelf?": de adem
haling als sleutel tot ontspanning in
het dagelijks leven. Een bestseller,
regt de heer De Weijer van de Alge
mene Boekhandel aan de Leusder-
v»
Is die ademhaling zó belangrijk?
!t- Hangt daar zó veel nauw mee samen?
,rffJe ademt toch vanzelf, zou je zeggen.
rjOat hoef je toch niet te leren. De meeste
le<mensn verleren het. Als baby ademden
tegoed. Met het hele onderlichaam. Bij
iefViet inademen zet de buik van baby
r>olrond uit. Bij het uitademen valt de
ie c)uikwand iets in.
Bij de meeste mensen is sinds de
'kleutertijd de borstademhaling gaan
!n Overheersen. Bij diep inademen of bij
'«ïen schrikreaktie trekken de meeste
vnensen de schouders op. Deze hoge
idemhaling is niet de gemakkelijkste,
itegendeel. De hoge ademhaling is
liet de natuurlijke ademhaling, en
laarom is-ie vermoeiend De ademha-
ng dient voor het leveren van energie,
n niet om moe te worden. Wanneer de
orstkas de buik overheerst, is de
demhaling niet efficiënt meer, en
/ordt ook de volledige ademkapaciteit
iet meer benut
8TEM KWIJT DOOR VERKEER
DE ADEMHALINGSTECHNIEK
Bram Balfoort zelf werd daar door
chade en schande mee gekon-
onteerd. Toen hij het Conservatorium
ad afgelopen was hij zijn stem kwijt
verkeerde ademhalingstechniek.
„Ik had verschillende leraren," vertelt
j, „en kwam op een zeker moment
'recht bij Gerhard Meijer. Die wist veel
in de ademhaling af Bij hem heb ik
ijn stem weer helemaal teruggevon-
3n. Dat bereikte hij door mij de goede
jemhaling te leren. Het kostte tijd en
oeite om weer tot een natuurlijke
jemhaling te komen.
I Omstreeks die tijd ontmoette ik een
itma patiënte, en het bleek dat ik met
ijn goede ademhalingstechniek haar
t de benauwdheid kon halen. Ik deed
-»t één keer, en een paar dagen later
weer. En daarna nog eens. En toen
heeft ze het nooit meer teruggekregen.
Met dat gegeven ben ik gaan werken
in een kliniek voor natuurgeneeswijze.
In die periode begon ik de ademhaling
voor mezelf en voor allerlei patiënten te
ontwikkelen.
HET HARAPUNT
Ik heb toen het harapunt, het
steunpunt in de buik, gevonden. In de
oude Chinese yoga, de ,,tai chi", is dit
punt voorwerp van aandachtskonsen-
tratie bij het bewegen. Masunaga be
veelt de masseur aan zich op zijn hara
punt te konsentreren, wanneer hij
werkt, omdat het lichaam dan in balans
komt, de spieren ontspannen en de
handen gevoelig worden voor de ener
giestroom. Het harapunt wordt in Japan
toegepast bij de gevechtssporten.
Hoe ik daar achter kwam? Ik sprak
over de steunpunt in de buik met een
hoogleraar uit Djakarta, een internist.
Die zei me toen: Daar heb ik ooit es over
gelezen. Dat heeft te maken met een
oude Chinese techniek.
Dat was voor mij een openbaring, en
ook weer een bewijs, dat ik op de goede
weg zat. Ik hoorde van iedereen: Jij
hebt zo'n makkelijke stem. Maar daar
moet je aan toevoegen, ik weet 'm dan
ook goed te gebruiken. Zo'n jaar of acht
was ik met die ademhalingstechniek
bezig, en ik ontwikkelde zelf mijn me
thoden.
Toen benaderde de longafdeling van
het AZU mij, het Academische Zeken-
huis in Utrecht, en vroeg of ik daar wilde
komen werken. Dat heb ik toen gedaan.
Er werden longpatiënten behandeld.
Voor hyperventilatie, uitademings
stand; emfyseem, inademstand en
astma, keelvernauwing
HYPERVENTILATIE
EMFYSEEM
ASTMA
In Bram Balfoorts boek zoek ik thuis
even op onder het hoofdstuk hyper
ventilatie. Bij hyperventilatie is de
buikspanning ontregeld. De buik werkt
los van het middenrif. Wanneer de buik
los laat, zakt het middenrif niet meer
vanzelf. Hyperventilanten hebben de
neiging om in één keer uit te ademen,
en dan lengte te zoeken in verder uit
persen.
Bij emfyseem vind ik, dat het ver
schijnsel voorkomt bij een geheel an
dere groep mensen. Ze zijn veelal
ouder, roken veel en hebben vaak last
gehad van luchtwegontstekingen. Ze
zijn kortademig en benauwd. Het me
chanisme van de ademstoornis bij em
fyseem is een ekstreme vorm van de
inademspanning
Bij astma is er een gelijktijdige span
ning van in- en uitademspieren, die om
voorrang strijden. De borstkas is stram,
het middenrif staat vrij laag, maar de
buik is aangetrokken De luchtweg
opent zich bij het inademen niet geheel,
en de daarop volgende uitademing
moet tegen de vernauwing op persen.
Vooral bij aanvallen maakt de moeiza
me uitademing de meeste indruk, maar
de werkelijke boosdoener is een on
volledige inademing.
„Tot aan mijn oogoperatie heb ik
daar gewerkt", zegt Bram Balfoort.
„Toen moest ik kalmer aan doen, om
dèt wat ik gewonnen had weer niet te
verliezen. Ik had thuis ook nog een
praktijk, en die heb ik helemaal opge
geven Ik moet mezelf op die manier
verdedigen. Ik begeleid nu nog wat
leerlingen, die dit toe gaan passen, en
verder nog wat beroepsmusici."
Toen ik bij hem binnenkwam was
Bram Balfoort bezig met een trom
pettist, die bij het ademhalen vastgelo
pen was Een beroeps-jazzmusicus.
Bram liet deze trompettist voelen hoe hij
steeds zijn keel vernauwde. Gaf hem
als oefening naar huis mee om te leren
die keel niet meer te blokkeren, ,,'t
Geeft niet wat voor geluid er uit je in
strument komt; konsentreer je op je
keel."
MUSICI UIT DE
GROTE ORKESTEN
„In het ziekenhuis", vertelt Bram
Balfoort. „kreeg ik ook musici uit de
grote orkesten, die vastgelopen waren,
blazers. Die blazers gaan hyperventi
leren en komen daardoor in allerlei
moeilijkheden terecht. Ze gaan persen
bij het blazen, en sluiten hun keel, en
dan wordt er druk opgebouwd in de lon
gen. Hun inademing is te gespannen,
waardoor ze konstant in een uitade
mingstoestand komen te verkeren. Uit
die spanningen treedt dan hyperventi
latie op
Mijn eerste patiënt was een hoboïste
uit het Brabants Filharmonisch orkest.
Die had ik na drie maanden zo ver, dat
ze met het Concertgebouworkest mee
naar Japan kon! Dat was mijn eerste
ervaring, en zo kreeg ik er meer in het
ziekenhuis, want ze begonnen me
steeds meer musici te sturen
Jan van Dixhoorn is arts. Die liep in
het ziekenhuis mee, en die werd zó en
thousiast dat hij er zich helemaal mee
ging bezig houden. Hij werkt in de har
trevalidatie. en hij kan de ademhalings
oefeningen daar prima bij gebruiken Hij
doet nu ook bio feedback Hij heeft in de
Bergstraat een opleiding voor ademst-
herapie waar ik gedeeltelijk aan ver
bonden ben. En met hem heb ik het
boek geschreven." Jan van Dixhoorn is
getrouwd met een Japanse, Tamiko,
die Japanse yoga geeft, die gericht is op
de verbetering van het lichaam.
Het bijzondere aan al deze prestaties
is, dat Bram Balfoort al heel jong werd
getroffen door een oogziekte, en dat hij
het Conservatorium in braille moest
volgen. Door zijn oogziekte kon hij niet
bij grote werken zingen, omdat hij de
dirigent niet kon zien. Niemand durfde
het met hem aan. Hij heeft wel eens in
cantates gezongen, waar hij alleen een
paar aria's behoefde te zingen. Maar
dan nog was de dirigent doodsbe
nauwd, dat er iets zou misgaan. Dat
vond Bram Balfoort wel erg. Een ge
handicapte moet zich tien keer waar
maken. „Net als een vrouw in de man
nenmaatschappij', zeg ik hem, wat
Bram Balfoort volmondig beaamt.
Maar Bram Balfoort slaagde er overi
gens volkomen in om als een niet-ge-
handicapte door het leven te gaan.
Daar is een zeer grote dosis bewon
derenswaardig doorzettingsvermogen
voor nodig. Door de oogoperatie be
schikt hij thans over 3% van zijn ge
zichtsvermogen.
ADEM IS DE EERSTE
ENERGIEBRON
„Je adem is je eerste energiebron",
zegt hij. „Zonder goede ademhaling
kom je ook niet tot totale ontspanning.
De basis voor iedere ontspanning is
een juiste ademhaling.
Alle spanning, die ik in mijn leven heb
gekend, heb ik heel goed doorleefd
Dankzij een juiste ademhaling kan ik
alle moeilijkheden naast me neerleg
gen. Dan kan ik heel makkelijk denken
och, wat heeft het voor zin om me druk
te maken!
Op het ogenblik zijn Jan van Dixvoort
en ik bezig de hyperventilatie te bestu
deren. Zowel hij als ik hebben heel veel
sukses met de bestrijding daarvan. Er
komen nu weer een paar artikelen van
ons uit in paramedische tijdschriften. Je
ontdekt steeds weer andere gegevens
Daar gaat ontzettend veel tijd in zitten.
Bij hyperventilatie is de kool
zuurspanning te laag Die mensen bla
zen veel te veel uit. Het zijn gespannen
types. Mensen, die veel te veel praten,
en die vergeten daarbij goed adem te
halen.
De voornaamste oefening voor hy
perventilatie is die, waarbij de nadruk
moet liggen op los en laag inademen
naar de buik. De inademing moet en
kele tellen worden vastgehouden, ter
wijl de buik ontspannen blijft uitstaan,
en daarna moet er weinig uitgeademd
worden.
Vroeger heeft men vooral hyper
ventilatie niet onderkend. Die vrouwen
waren helemaal niet hysterisch. In de
middeleeuwen vielen de vrouwen flauw
bij amoureuze toestanden. Dat was
gewoon hyperventilatie
„Denk je, dat je kunt zeggen, dat
door de alternatieve geneeswijzen
de tijd langzamerhand rijp wordt,
ook voor jouw ademhalingstechnie
ken. Dat de eerste oplage van je boek
geheel Is uitverkocht duidt in die
richting."
„Ja. daar heb je gelijk in Het boek is
bovendien geschreven voor iedereen
Wij hebben geprobeerd om zo duidelijk
mogelijk in duidelijke taal te schrijven
Met beschrijvingen van ziektes erbij is
getracht zo duidelijk mogelijk uit te leg
gen wat er bij die of die ziekte aan de
hand is En daar geven we dan de
ademhalingsoefeningen bij.
Wij leven tegenwoordig met ons
hoofd. Dat hoofd is heel groot gewor
den. Wij kennen onze buik niet meer.
Wij kennen ons eigen lijf niet meer. Wij
kijken naar de ander, en we zijn jaloers
op de ander. Maar wat we zelf hebben,
daar kijken we niet naar. Je moet je zelf
leren kennen. De mensen weten niets
van zichzelf, en daarom weten ze ook
niet wat er met hen aan de hand is. Ze
voelen hun lijf niet.
Met het boek hebben we geprobeerd
te bewerkstelligen, dat de mensen wat
meer aan zichzelf gaan werken.
Wij hebben metingen gedaan. Zodra
mensen de buik los laten, dan zie je de
spanning op de meters weglopen. Die
wordt direkt lager.
We hebben geschreven over pa
troonsgebondenheid. Zoals de mens is,
zo is ie. De mens vlucht altijd weer weg
naar zijn oude patroon Je bent gewend
aan dat jasje met die spanningen Dat
pak je steeds weer op. Zodra je die pa
troonsgebondenheid gaat ombuigen
naar iets anders toe, groei je naar ont
spanning toe
Je moet niet altijd buiten jezelf gaan
naar de ander. Als je zelf je ademhaling
niet beheerst, kun je die nooit over
brengen op een ander.
SPANNING VAN DE KEEL
Wat ook belangrijk is. is de spanning
van de keel. De mensen bouwen druk
op in het lijf, waardoor ook spanning
ontstaat in de keel. Als de mensen iets
optillen hóór ze je kreunen. Bij ast-
mapatienten heeft men altijd gedacht,
dat de meeste spasma's bij de bron-
chiën zaten. Maar ze zitten juist in de
keel en de tong. Door bepaalde adem
halingsoefeningen - dat is mijn grote
kracht - worden die spasma's opgehe
ven. Dat hele keelorgaan heeft men
nooit onderkend.
In 1850 is er nog wel iets over ge
schreven, en de laatste jaren komt er
weer iets los, maar in de tussenligende
periode heeft men er geen aandacht
meer aan besteed.
Wij degenereren, en gaan hoog
ademhalen. Bij pnmitieve volkeren zie
je de kinderen nog lang door de buik
ademen. Wij zeggen: buik in, borst
vooruit. Het hele buikademen is ook
belangrijk voor sportmensen. Met deze
ademhaling èn het steunpunt kunnen
ze véél verder in de sport komen!"
Het laatste hoofdstuk van het boek
„Ademen wij vanzelf?" is getiteld: „De
Bram Balfoort, auteur van het boek „Ademen wij vanzelf?"
De volledige deelnemerslijst (131
rennertjes in 22 ploegen) voor de
13e Tour de Junior in Achterveld
stond in de Leusder Courant van
15 juli 1970 Alle deelnemers heb
ben onderdak gevonden bij gast
gezinnen in Achterveld. Leusden,
Barneveld. Scherpenzeel en/of
Stoutenburg. Radio Veronica en
de Avro-TV schonken regelmatig
aandacht aan de Achterveldse
wielerweek van 20 t/m 25 juli 1970.
Het heren-poloteam van de Haaien
(Willem vd Hoofdakker. Willem
Meyboom. Imo Manten. Pim de
Smalen. Chris v.d. Wel. Bertus
Wallet, Gerrit Speksnijder, Bennie
Baks, Hans Brouwer en coach Piet
v.d. Bree (thans tafeltennisser,
Red.) werd kampioen van de 2e
klasse-kring.
volledige ademhalingDaarin worden
opgesomd de delen van het lichaam,
die de mens moet leren kennen om tot
een volledige ademhaling te kunnen
komen. Onderbuik en onderrug, die
samen de ademsteun leveren. Deze
maken ontspanning en verlenging van
de rug mogelijk. Daardoor kan de borst
kas worden verruimd Het gat in de
maagstreek staat losheid van middenrif
en emoties toe De cylinder wordt af
gerond aan de onderkant in de bekke
nbodem, en aan de bovenkant met het
strekken van de nek Daardoor verlengt
de gehele achterzijde. Het lichaam
komt bij inademen op volle lengte. Voor
het bewaren van de ruimte bij uitade
men wordt het harapunt benut.
Bij de noten op de volledige ademha
ling vinden we:
ZEVEN CHAKRA'S
„In de yoga komen ongeveer dezelf
de steunpunten te voorschijn als chak-
ra's. Er zijn zeven chakra's of „wielen
dat wil zeggen draaipunten in de ener
gieloop. De overige vier zouden in de
ademhaling te plaatsen zijn als boven-
en onderpolen, en gaten van maag en
keel
De soefileer, van Arabische oor
sprong, vermeldt de drie centra voor
denken, voelen en bewegen op dezelf
de plaatsen."
Bram Balfoort blijkt in goed gezel
schap te zijn! Hij staat overigens heel
nuchter tegenover al deze zaken en ziet
ze alleen als spierbewegingen.
Bij Uitgeverij Bruna verschenen kort
geleden twee kostelijke kinderboeken
van de schrijfster Christine Nöstlinger.
Dat is in de eerste plaats „Het verhaal
van de pinguïn" (en de verhalen uit dit
verhaal).
Het gebeurt niet vaak, dat een kind
een pinguïn houdt, zoals iemand an
ders een konijn of een cavia. Emanuel
is zo'n kind. Hij wil graag een pinguïn
grootbrengen en ja, daar moet je wat
voor over hebben, nietwaar? Dat moet
de vader van Emanuel zeer zeker, want
een pinguïn houdt niet van warmte en
dus komt er een koelinstallatie in huis.
En dat niet alleen: zonlicht, daar houdt
zo'n vogel ook niet van en dus moeten
overdag de gordijnen dicht blijven en
om het helemaal kompleet te maken,
krijgt de pinguïn in de kolenkelder een
echt zwembad met ijswater. Het is
duidelijk: als je een pinguïn als huisdier
wilt hebben, dan moet je er echt wat
voor over hebben
Vader heeft het er maar moeilijk mee
en zint op een oplossing. Gelukkig weet
zijn vriendin raad en komt alles toch nog
goed. maar voordat het zover is
Christine Nöstlinger heeft de gave om
een dergelijk verhaal niet alleen ge
loofwaardig. maar erg grappig en soms
ontroerend te brengen. Het spreekt
aan, bovendien heeft het verhaal op
voedkundige waarde, zonder dat het
vervelend voor de kinderen is. Kortom;
warm aanbevolen voor kinderen van
tien jaar en ouder.
Voor de iets oudere jeugd (elf jaar en
ouder) is het spannende boek „De
wraak van de kelderclub", waarin het
gaat om een geleerde, die een Leerling-
Regel-Automaat uit vindt! Begrijpelijk,
dat de kinderen, die dat ontdekken zich
een hoedje schrikken. Stel je voor. dat
alle leraren op school straks zo'n ma
chine gaan gebruiken en alle leerlingen
door zo'n machienetje netjes worden
„geregeld". Dat is een afschuwelijke
gedachte en Lele Binder en de leden
van haar kelderclub doen er dan ook
alles aan om de boze opzet van dr Vra-
nek te verijdelen Christine Nöstlinger
weet dat spannende avontuur met de
nodige humor te vertellen. De moraal
van het verhaal: pas op voor alle dr
Vranek's, want stel je voor dat er een
minster van onderwijs is, die zijn ma
chine zou willen kopen!
V.
„Het verhaal van de pinguïn" en „De
wraak van de kelderclub". Door
Christine Nöstlinger. Vertaling: Els
van Delden. 1980. Uitgave: Bruna
Zn. te Utrecht. Gebonden.
Bram Balfoort.