„Egypte, geschiedenis,
kunst en kuituur in het Nijldal"
Reizen: nu en straks
Over liefde:
voorlichting en sex
voor de jongeren
Hocus Pocus: de magie
van de goochelkunst
„De grote droogte in
waterland" fascinerend
boek over de natuur
„Mijn groot Frans woordenboek":
speciaal voor de kinderen
DINSDAG 18 NOVEMBER 1980
Bij Uitgeverij Cantecleer bv in De
Bilt is een vertaling uitgekomen van
Hans Strelockes „Agypten - Ge-
schickte, Kunst und Kultur im Niltal:
Vom Reich der Pharaonen bis zur
Gegenwart".
In de serie Cantecleer Kunst
reisgidsen bracht Yvonne Melchers de
vertaling uit als: ..Egypte Geschiede
nis, kunst en kuituur in het Nijldal
Het boek ziet er met het omslagont
werp van Cor Wijtemans en de typog
rafie van Studio Combo plezierig uit Is
verluchtigd met een schat aan veelal
goede zwart-wit foto's en tekeningen.
En met helaas slechts een bundeltje
van acht bladzijden heldere kleuren
foto's
De binnenzijde van de vóór-omslag
geeft een overzichtelijke kaart van
Egypte. Vanaf Rosette en Damiette in
het uiterste noorden tot Aboe Simbel in
het zuiden. Met de situatie der woestij
nen en de historische beziens
waardigheden langs de Nijl en in de
oasen.
De binnenzijde van de achter-omslag
geeft een goede globale tijdtabel van
prehistorie tot en met de Islam In een
tweede druk zou het Nieuwe Rijk (dy
nastie 18 toten met 20). dat loopt van
1600 tot 1100, gesteld moeten wor
den op: ca 1550 tot 1070, en niet tot
1670
Bij de praktische informatie in het
crèmekleurige bundeltje van de bladzij
den 361 tot en met 368 zou toch wel
nadrukkelijk vermeld moeten worden,
dat naar onze maatstaven de Egyp-
tenaren op zeer gespannen voet met de
hygiëne leven. Met zéér ernstige kon-
sekwenties vooral voor de individuele
reiziger, die gebruik wil maken van
openbare middelen van vervoer, mid
delgrote hotels en Egyptische restau
rants
Onder het kopje .Paspoort, visum,
vaccinaties op bladzijde 363 is de
vermelding ..Verplicht is voorts een
bewijs van inenting tegen pokken"
overbodig De Wereldgezondheidsraad
heeft het licht op groen gezet pokken
zijn in de hele wereld uitgeroeid Na
drukkelijk zou daarentegen moeten
worden gesteld dat in verband met de
voor ons zéér onhygiënische toestan
den in Egypte men onder géén beding
het land kan bezoeken zonder te zijn
ingeënt tegen cholera (waarvan een
epidemie in opmars was vanuit Kenya),
tyfus, difterie-tetanus-polio en hepati
tis. En dat men. als men naar het zui
den, naar Opper-Egypte gaat. elke dag
een paludrinetabletje moet slikken te
gen de tropische malaria, tot en met vier
weken na thuiskomst.
Ook zou nadrukkelijk vermeld moe
ten worden, dat veel straten in diverse
plaatsen meest ongeplaveid zijn. Dat
het bestaande plaveisel in steden zo
ernstig gehavend is, en dat er vaak veel
vuil en mest ligt. dat de bezoeker over
stevig en dicht schoeisel moet beschik
ken.
Kunst-Réisgids zou deze Cantecleer
uitgave niét moeten heten. Voor het
praktisch reizen in Egypte is deze gids
niet bruikbaar (daarvoor zou de reiziger
terecht moeten bij Hachettes Guide
bleu). Kunst-gids zou een betere naam
zijn.
Zeer overzichtelijk behandelt Stre-
locke de geschiedenis, kuituur en kunst
van Egypte. Van de prehistorie, de
vroeg-dynastieke tijd, het Oude. Mid
den en Nieuwe Rijk en de tussentijden,
de tijd van Alexander de Grote, de Pto-
lemaeën. de Romeinen, de Byzantijnen
en de Christenen tot en met de Islam.
Op gedegen wijze gaat hij in op de
sociale struktuur van het Oude Rijk met
zijn koningsteologie, zijn tempel- en
dodenkultus.
De helft van het boek is gewijd aan de
klassieke bezienswaardigheden van
Noord-, Midden- en Opper-Egypte. En
de schrijver gaat daar vrij uitvoerig op
in. Jammer is. dat er geen uitvoerig al
fabetisch register aan de gids is toege
voegd Zodat de lezer als hij op bladzij
de 180 de Toeloeniedenresidentie El
Katai wil lokaliseren, op eigen initiatief
moet gaan zoeken op bladzijde 81 waar
in het hoofdstuk 13 ..Egypte onder de
Islam", iets over de Toeloenieden-dy-
nastie wordt gezegd. Zelfs in het regis
ter van persoons- en godennamen
(bladzijden 356 tot en met 358) vindt de
lezer onder ,.lbn Toeloen" deze bladzij
de 81 - waarop enkele bizonderheden
over de stichter van de Toeloenieden-
dynastie worden gegeven - niet aan
geduid.
Een niet te onderschatten moeilijk
heid in Egypte is. dat de mastaba's,
pyramiden, rotsgraven, grafhuizen,
(doden) tempels en andere monumen
ten zijn leeggehaald door (graf) rovers,
of door verzamelaars voor museale of
partikuliere kollekties Dat ze boven
dien zwaar beschadigd en zelden of
nooit gerestaureerd of onderhouden
zijn.
De lezer-reiziger krijgt een wirwar
van objekten, beelden en graven voor
ogen zonder veel samenhang Het is
bizonder moeilijk om verbanden te leg
gen
In de graven (en tempels) zou ter
plekke door middel van duidelijk
illustratiemateriaal moeten worden
weergegeven welke voorwerpen en
beelden daar thuis horen. Wie daar in
welke sarkofagen, vaak bij elkaar in de
buurt, ter ruste lagen
In het Egyptisch Museum in Cairo
zouden diezelfde grote illustraties ge
plaatst moeten worden. Bij de daar
tentoongestelde onoverzichtelijke
hoeveelheid beelden, grafhuizen,
mummiekisten enzovoorts. Mét de
aanduiding bij welke (tempels en) gra
ven ze horen.
Dat is niet het geval. Als de lezer
reiziger hoopt daar een inzicht in te krij
gen door middel van de kunstgids, van
Hans Strelocke, dan wordt hij groten
deels teleurgesteld.
De gigantische hoeveelheid verbin
dingen van beelden, objekten, grafhui
zen (enzovoorts) in het Egyptisch Mu
seum met tempels, graven en overige
monumenten elders in Egypte, wordt
afgedaan met iets meer dan een halve
bladzijde (bladzijde 174). Dominicus in
..Portret van Egypte" (Uitgeverij J H
Gottmer, Haarlem) geeft zelfs nog méér
houvast.
Bij het kalkstenen beeld van Koning
Djoser, 3e dynastie, op bladzij 17, staat
evenmin vermeld dat het zich in het
Egyptisch Museum bevindt. Wel wordt
dit vermeld op bladzij 216 waar gespro
ken wordt over de levensgrote ka-figuur
van Koning Djoser, die zich in de nieuw
opgebouwde serdab bevindt (een kopie
althans). Maar daar kan men er moeilijk
achter komen dat de serdab zich naast
de ruïne van de graftempel bevindt.
Als men de term „serdab" (een hoger
dan de grafkamer in de mastaba gele
gen goed verborgen vertrek met beel
den of reserve-hoofden van de gestor
vene: als de mummie werd geroofd kon
de gestorvene hiermee blijven vóórtbe
staan) afzonderlijk wil opzoeken, schiet
de lijst „Termen en begrippen uit de
kuituur van het oude Egypte" (bladzij
348 tot en met bladzij 354) tekort.
Van kunst „beschouwing" is in dit
boek vrij weinig sprake. Waar er iets in
die richting wordt ondernomen is naar
mijn mening de terminologie vaak min
der gelukkig gekozen Op bladzijde 27
staat: „Een Egyptisch beeld was een
zakelijke weergave van het bestaande,
en maakt wellicht daarom op ons zo n
starre, stramme, bijna doodse indruk."
Ook voor enkele andere benaderingen
in deze trant zijn de gebruikte woorden
mijns inziens niet de juiste.
Desondanks een goed boek met veel
informatie over bouwwerken en over
voornamelijk hun historische achter
gronden.
ANCO MALI
..Egypte, geschiedenis kunst en kuituur In
hetNi|ldal door Hans Strelocke Cantedeer
Kunst-Reisgids
boeken, voor u besproken DOOR BERT VOS
Onze regelmatige boekenrubriek, waarin nieuwe uitgaven
voor u werden gelezen en beoordeeld. Eindredaktie: Ben
Vos.
VANDAAG AANDACHT VOOR:
Frans woordenboek voor de jeugd
Hocus Pocus, de magie van de goochelkunst
Over liefde
Een uitvoerige beschouwing over de Cantecleer's Kunstreisgids
Reisgidsen
De grote droogte in waterland
„Egypte".
Even aandacht voor ons milieu.
Dat is eigenlijk regelmatig nodig,
want we willen met z'n allen nog wel
eens vergeten, dat we er uiterst
zuinig op moeten zijn. Ee kopen wel
graag een boek over de natuur om
ons heen, waarin de mooiete plekjes
staan beschreven, maar we zijn met
z'n allen zonder enige moeite in staat
om diezelfde plekjes na ons bezoek
het uiterlijk te geven van een slecht
onderhouden picknick-plaats. Daar
om opnieuw aandacht voor ons mi
lieu, voor onze natuur, onze schitte
rende reservaten en het behoud er
van.
Uitgeverj Bruno Zn te Utrecht
bracht kortgeleden een schitterend
boek op de markt van schrijver Koos
van Zomeren en fotograaf William Rep-
pel. „De grote droogte in Waterland" is
de intrigerende titel van dit fraaie
boekwerk, waaraan een zwerftocht van
zes maanden en ongeveer 15.000 ki
lometer door Nederlands belangrijkste
natuurgebieden ten grondslag ligt.
„De grote droogte in waterland" is
gebaseerd op een serie van twaalf ar
tikelen, die in oorspronkelijke vorm ver
scheen in de „Nieuwe Revue". Koos
van Zomeren heeft een erg prettige stijl
van vertellen. Hij weet te boeien, waar
bij de werkelijk schitterende fotografie
van William Reppel het geheel op de
juiste wijze ondersteunt. Natuurlijk is dit
boek niet zo maar een kijk- en lees
boek. Het is niet alléén bedoeld om met
veel „aaah's" en „oooh's" door te bla
deren. Dit boek wil méér.
Van Zomeren - die naast een hart
stochtelijk natuurliefhebber óók veel
interesse voor de politiek heeft - legt
dat duidelijk uit. Hij wil de lezer er van
doordringen, dat de natuur die we nog
hebben meer dan de moeite waard is
om behouden te worden, ook al is het
landschap door de eeuwen zodanig
door de mens gemanipuleerd, dat het
zichzelf niet meer zonder hulp in stand
kan houden. De natuur in Nederland
moet gesubsidieerd worden, is de kon-
klusie die dit boek trekt. En wel heel
snel. Er zal iets gedaan moeten worden
aan de algemene achteruitgang, die
ook de reservaten binnensluipt. Maar,
zegt van Zomeren, dan moet je wel
rechtstreeks van de natuur de verga
derzaal van de Tweede Kamer bin-fcc
nenlopen. Want het is een politiek pro
bleem. De vraag is: wat is de levende
natuur ons werkelijk waard?
„De grote droogte in Waterland"
geeft de situatie anno 1980 weer. Hoe
zal een dergelijk boek er over tien
jaar uit zien? Geven de dan ook wel
licht schitterende foto's een goed^
beeld van de verpauperende land-
schappen of
KI
Reizen zit in de mens. Schrijven
over reizen ook. Vandaar, dat we in
onze boekenrubriek regelmatig
aandacht kunnen besteden aan
nieuw verschenen reisgidsen,
reisverhalen, reistips en wat al niet
meer.
BRUNA WINTERSPORTGIDS
Erik Couwenhoven schreef de
„Bruna Wintersportgids" speciaal
bestemd voor hen, die dit jaar of be
gin volgend jaar van plan zijn om hun
wintersportvakantie in de oostelijke
alpen door te brengen. En dat is de
grootste hap, ook al zijn er ook
steeds meer wintersportende Ne
derlanders die kiezen voor andere
oorden, zoals het dichtbij liggende
Ardennengebied, of Frankrijk (al
pen).
Maar goed. de oostelijke alpen dus
met de daarbij behorende uitlopers. In
deze gids bekijkt Couwenhoven 225
wintersportplaatsen in Zuid-Duitsland,
Oostenrijk en Noord Italië vrij kritisch.
Bovendien gaat hij ook dieper in op de
kenmerken van sneeuw, de mogelijk
heden van lawines en het weer in het
algemeen. Hij behandelt in grote trek
ken de verschillende gebieden in Euro
pa waar wintersport mogelijk is, met de
voor en nadelen, vertelt over het mee
nemen van de kinderen en waar je dan
rekening mee moet houden, terwijl ui
teraard het materiaal nader wordt be
keken. zoals de ski's, de schoenen en
met name ook de belangrijke bindin
gen.
De spelregels voor de skipistes wor
den doorgenomen, het Langlauf als al
ternatief voor het skiën, het kamperen
in de sneeuw (wat de laatste jaren een
steeds grotere vlucht neemt), met de
auto op reis (en ook dat vereist speciale
voorbereidingen), de verzekeringen
etc.
Als u dan nog steeds van plan bent
om te gaan skiën, komen de 225 win
tersportplaatsen aan de beurt, die kri
tisch worden beschouwd, één en ander
afgerond met een lijstje nuttige adres
sen De gids geeft een goede indruk
van de wintersport in het algemeen en
de mogelijkheden in het oostelijke al
pengebied, maar we betreuren wél, dat
het kaarten-materiaal wat minimaal is.
Het is duidelijk, dat je - als je op reis
gaat - zonder meer goede kaarten bij je
dient te hebben, maar in zo'n gids hoort
toch wel echt wel wat meer materiaal
van de wintersportgebieden zelf. Mis
schien voor de volgende druk.
NEEM NOU ANTWERPEN
„Neem nou Antwerpen" is de titel van
een kostelijke gids voor deze Vlaamse
stad in een reeks, waarin we al eerder
verschenen „Neem nou Londen van
Peter Brusse en „Neem nou Parijs" van
Jacqueline Wesselius en Henny
Riemens. „Neem nou Antwerpen"
werd geschreven door Antwerpen-
kenners bij uitstek George van
Cauwenbergh en Eddy van Hee Een
ideale kombinatie, want Van Cauwen
bergh kent de stad en haar geschiede
nis op haar duimpje, terwijl Eddy van
Hee zich heeft verdiept in de Antwerpse
bevolking en het uiterst boeiende
stadsleven met haar tal van randver
schijnselen.
Wie een bezoek wil brengen aan de
ze Vlaamse stad, kan natuurlijk niet
zonder een goede gids, waarin „alles"
staat. Het is niet teveel gezegd, als ik
vaststel, dat „Neem nou Antwerpen"
zo'n gids is. Je kunt het bijna zo gek niet
noemen of het staat er in en het is buiten
kijf, dat je met die gids in de hand in
Antwerpen heel ver komt Niet alleen
alle (talrijke) bezienswaardigheden
worden keurig netjes met een korte ge
schiedenis op een rijtje gezet, maar de
gids gaat veel verder, zoals dat ook het
geval was bij de andere twee uit deze
reeks. Andere bezienswaardigheden,
curiositeiten, restaurants en restauran
tjes (met bijvoorbeeld drie tafeltjes), alle
mogelijke kroegen in de meest exoti
sche variëteiten (Antwerpen is natuur
lijk niet voor niets een havenstad), het
openbaar vervoer, bioscopen, niet te
vergeten de grote en kleine hotels en
pensions mét een beoordeling die wat
mij betreft erg betrouwbaar aandoet.
Antwerpen, een stad vol cultuur, een
bijzonder rijke geschiedenis, een
enorm scala van uitgaansmogelijkhe
den, kortom: een stad om zo maar eens
een paar dagen (of langer) naar toe te
gaan Maar neem deze gids dan wel
mee!
GOEDE REIS NAAR MOSKOU
Inderdaad! Een beetje aan de late
kant, dit boek. maar dat ligt ook deels
aan mij, omdat ik. nadat ik het boek ter
bespreking ontving (niet aan de vroege
kant) van mening was. dat de Olympi
sche Spelen in Moskou niet zoveel Ne
derlandse bezoekers zou trekken toen
de boycot bekend werd.
Dat neemt niet weg. dat „Goede reis
naar Moskou" niet een verloren boek is,
dat nu maar in de prullebak kan worden
gegooid, want ook de vakantietrek naar
Rusland groeit elk jaar. Voor hen. die
beslist een andere vakantie willen dan
gebruikelijk, zit met een vakantie naar
Rusland's hoofdstad met dit, boek na
tuurlijk goed. De schrijver ervan. Wolf
gang Kuballa, schreef een uitvoerig
boek over de Russische hoofdstad,
vergat daarbij de geschiedenis niet. be
steedt veel aandacht aan de beziens
waardigheden, hotels, restaurants en
andere uitgaansmogelijkheden, de
kunst, musea, de bevolking zelf, het
openbaar vervoer, kortom alles wat de
moeite waard is om te weten. En dat
allemaal onder het motto: Niet bang zijn
voor de Russen, want dat is nergens
voor nodig En wat de reis betreft: per
vliegtuig duurt het van Schiphol naar
Moskou niet langer dan vier uur.
Deze reisgids - hoewel anders van
uitvoering - lijkt veel op de bekende
Cantecleer Kunst-Reisgidsen, alleen
dan zonder dat het accent alleen op
de kunst wordt gelegd. En wie de in
het algemeen uitstekende kwaliteit
van deze reisgidsen kent, weet, waar
ik het over heb.
Bert Vos
nlt
Eigenlijk hoor ik het u al zeggen:
wat nou, alwéér zo'n boek? U bent
misschien van mening, dat iedereen
en zeker de jongeren zo langzamer
hand wel weten waar Abraham de
mosterd haalt. De praktijk ligt toch
wel een tikkeltje anders. Vandaar dat
ieder goed boek over sexuele voor
lichting nooit weggegooid geld is.
Kortgeleden verscheen bij Uitgeverij
Rostrum te Haarlem wat dat betreft
een erg goed boek: „Over liefde,
voorlichting en sex voor jongeren",
geschreven door Alex en Jane
Comfort, twee deskundigen bij uit
stek, terwijl de vertaling in handen
was van drs. Mariëtte C. T. Moors-
Mommers.
De sexuoloog en psychiater dr Alex
Comfort schreef veel boeken (o.m.
Speelse liefde) en zijn vrouw Jane, een
sociologe, deed veel praktische erva
ring op met een projekt over de relatie
„Ouder-Kind". Zij benaderen de sek
sualiteit op moderne wijze, waardoor er
afgerekend wordt met ouderwetse op
vattingen en zij nemen de vrees weg.
die meestal is gebaseerd op onwetend
heid. Er wordt veel aandacht besteed
aan de relatie, seksueel gedrag als een
goed van positieve waarde, dat plezie
rig kan zijn als het verantwoord gehan
teerd wordt.
Als u dat leest denkt u natuurlijk: weer
twee van die deskundologen, die den
ken dat ze méér weten. Toch is het be
slist geen boek. waarin weer moeilijk
wordt gedaan, waarin allerlei moeilijke
termen worden gebruikt of waarin de
sexbeoefenaren psychologisch worden
uitgekleed. „Over liefde" is een rustig
geschreven boek. zonder het befaam
de waarschuwende vingertje al te hoog
opgestoken. Een boek, waarin vooral
de zaak wordt benaderd vanuit het
oogpunt, de gevoelens en de bele
vingswereld van de jongeren Het is dan
ook een boek vóór die jongeren, niet
voor de ouders. Aan de andere kant
wordt niet ingegaan op de morele
waarden, die bijvoorbeeld de ouders
hanteren, maar is het wel zo. dat het
accent gelegd wordt op het voorkomen
van problemen.
Het aantrekkelijke van dit boek is- en
die tendens is de laatste tijd steeds
meer waarneembaar - dat het niet vol
gestouwd is met allerlei foto's van jon
gens en meisjes in allerlei houdingen,
het is dan ook geen handleiding in dat
opzicht Er is gebruik gemaakt van erg
plezierige tekeningen, die ongedwon
gen overkomen De wetenschappelijke
„poespas" is zoveel mogelijk verme
den, en voor zover er moeilijke woorden
worden gebruikt is er tevens een ver
klaring bij met alle mogelijke benamin
gen, zoals die worden gebruikt in de
normale omgangstaal. Ook al hoor je
een jongen nog niet zo snel zeggen, dat
„zijn penis een erectie heeft", het is
toch makkelijk om in dat soort gevallen
een handige vertaling bij de hand te
hebben
Een aardig en vooral nuttig Sin
terklaasgeschenk voor jongeren van elf
jaar en ouder, maar de minimumleeftijd
is naar mijn gevoel wel afhankelijk van
het kind. De één is er wat vlugger aan
toe dan de ander. Aanbevolen
V.
Nog niet zo lang geleden werd in
Nederland een nogal verbeten dis-
kussle gevoerd rond het al dan niet
lesgeven in de Franse taal binnen het
voortgezet onderwijs. De leraren
Frans hebben zich nogal sterk ge
maakt tegen afschaffing van het
Frans op school en het resultaat is,
dat op dit moment er weinig of niets
meer van de departementale plan
nen wordt vernomen. En dat is maar
goed ook, want het zou een onzalig
idee zijn om het Frans af te schaffen
als schoolvak. Voor ouders, die van
mening zijn dat het Frans moet blij
ven, verscheen kortgeleden bij de
Centrale Uitgeverij te Harderwijk in
samenwerking met de Zuid-Neder
landse Uitgeverij te Aarteselaar
(België) een uitstekend boek om het
Frans in uw eigen gezin op een ple
zierige wijze te introduceren. Mocht
u jaarlijks uw vakantie in Frankrijk
doorbrengen, dan is dit boek natuur
lijk helemaal een welkome aanvul
ling. We hebben het hier over „Mijn
groot Frans woordenboek" (Mon
grand dictionnaire Neérlandais) be
stemd voor kinderen van 6 tot twaalf
jaar.
Met dit woordenboek - rijkelijk geïllu
streerd - kunnen de kinderen spelen
derwijs de Franse taal leren spreken.
En Franse en Frans sprekende Belgi
sche kinderen kunnen met hetzelfde
boek prima Nederlands leren, dat
spreekt!
De opbouw van dit woordenboek is
niet alleen simpel maar ook doeltref
fend Samenstellers E Walpole en
Aimé Gabillon en de Nederlandse be
werker Wim K. Goderis hebben geko
zen voor de meest voorkomende woor
den, gevolgd door praktische zinnen,
waarin dit woord voor komt. Voorbeeld
de letter A. „La première lettre de I'
alphabet". ,,è"-naar Dan volgt de zin:
„Piet komt terug naar huis", „Pierre
rentre a la maison" Ook de andere be
tekenissen van hetzelfde woord worden
in zinnen verduidelijkt. Elke letter heeft
een kleur, zodat je de woorden snel opfe
kleur op kunt zoeken.
Voorin een pagina vol met getekende Jfer
spelletjes, die keurig in het Frans
Nederlands worden aangegeven, zo
een Nederlands kind met dit boek
basis, vlug een Frans kind kan vertel- c
len, wélk spelletje het graag wil spelen
en omgekeerd. Het boek heeft uiteraarc
een index achterin en dat is iets wa<
ook kinderen erg veel plezier van heb
ben.
„Mijn groot Frans woordenboek"
erg geschikt voor gebruik thuis, mas
misschien ook op de lagere school vi
zover daarvoor enige ruimte is en
schoolplan daar in voorziet. Enige
voorbereiding van de vreemde talen
de basisschool kan overigens to
geen kwaad. Maar ook dat schijnt eei
strijdpunt te zijn. Hoe het ook zij, „Mij
groot Frans woordenboek" kan ik aan
bevelen.
II
-ngi
„Het vermogen van de magie
om het menselijke voorstel
lingsvermogen te boeien is bijna
even oud als de mensheid zelf.
Zelfs nog in onze tijd, waarin de
wetenschap voor alle natuurver
schijnselen rationele en over
tuigende verklaringen kan bie
den, blijft de waarneembaar ge
maakte magie even sterk als in
het verleden aan de menselijke
fantasie appelleren waarbij het
van ondergeschikt belang is of
we denken aan occulte ver
schijnselen dan wel aan toneel
matige illusies. We zouden magie
kunnen definiëren als een even
raadselachtige als schijnbaar
overklaarbare en bijzondere
kracht, die gebeurtenissen kan
beïnvloeden of wonderlijke ef-
fekten kan oproepen. Een derge
lijke definitie zou toepasbaar zijn
op de eeuwenoude stammen, op
de esoterische rituelen van de
moderne hogepriester van het
accultisme of op het bedrieglijk
amusante spel van de meester-
goochelaar op het toneel. De om
schrijving is echter niet toe
reikend wanneer wij de betekenis
van deze oeroude menselijke
vinding in zijn volle diepte willen
peilen aldus begint het boek
„Hocus Pocus", het grote boek
van de goochelkunst, uitgegeven
door uitgeverij Icob c.v. te Alphen
a.d. Rijn.
Het boek behandelt dan ook niet
alleen de goocheltrucs en de soms
wonderbaarlijke capriolen der kam
pioen-goochelaars. maar gaat in de
eerste helft uitputtend in op de ge
schiedenis van de zwarte en witte
magie en de eerste magiërs, waarbij
de grote meesters van de goochel
kunst uiteraard de revue passeren,
zoals Jean Eugène Robert-Houdin.
de gebroeders Herrmann. John Ne-
vil Maskelyne. Howard Thurston,
Harry Houdini en Harry Blackstone.
De tweede helft van dit magische
boek is voor de inventieve doe-het-
zelvers onder de amateur-gooche
laars of van hen, die in de vak verder
willen en de huidige kampioenen
straks naar de goochelaars-kroon
willen steken. Vijftig goocheltoeren
om zelf te doen, is de titel van dit
gedeelte, waarin op duidelijke wijze
wordt uitgelegd hoe de verschillen
de trucs, waarmee meester-gooc-
helaars vermaard werden, in wer
kelijkheid werken. Je moet daar na
tuurlijk ook echt interesse voor heb
ben, want elke goocheltoer vereist
natuurlijk de nodige voorbereidin
gen en om het goed onder de knie te
krijgen zul je eindeloos moeten
oefenen „tussen de schuifdeuren
dat spreekt
Voor het overige is „Hocus Po
cus", geschreven door Wendy Ry-
dell en George Gilbert, een fas
cinerend boek, ook zonder de
trucs
fltn
V<
ingj
ang
1US
letit
H(
U
;eyl<
erzi
and
Itrijd
Wil