Nog steeds aktief met
het verlenen van hulp
Vakantie voor lichamelijk
gehandicapte jongeren
STICHTING „HET BURGERWEESHUIS"
WIE WIL ER MEE?
mr
JiirjÉ
samenleving
DINSDAG 9 DECEMBER 1980
I
■eusder
St. Agathastraat Nog herinnert de
straatnaam Achter het oude
Weeshuis ter plekke aan dat
eerste weeshuis in Amersfoort.
Genoegelijk mag worden aan
genomen. dat - zoals overal in het
land - de opvang en verzorging
van de wezen door familie uit de
hand was gelopen, dat de wezen
als goedkope werkkrachten wer
den geëxploiteerd, dat daarom het
initiatief wordt genomen om wat
aan hun situatie te doen.
Daarbij zal ongetwijfeld geko
men zijn - ook in Amersfoort - de
toeneming van het aantal wezen,
waaraan de regel van Vondel bo
ven de poort van het Amsterdamse
Burgerweeshuis - „Wij groeien
vast in tal en last" - herinnert.
VAN STOFFELIJKE NOOD
NAAR WELZIJN
,,Wij groeien vast in tal en last".
Daarvan kan op dit moment beslist
niet meer gesproken worden. Er
zijn nauwelijks meer „volle" we
zen. zoals men dat noemt, en dat is
in feite het probleem, waarmee het
huidige bestuur van de stichting
Het Burgerweeshuis worstelt Er
wordt maar weinig meer een be
roep op de stichting gedaan. Als
we daar in de regentenkamer over
praten met de bestuursleden
mevr. A. C Callenbach-van Dijk,
mevr. Ruiter en ir. G. Pothoven
komt het doel van de stichting,
vastgelegd in artikel 3 van de sta
tuten aan de orde
„het verlenen van hulp in elke
vorm aan Amersfoortse of uit
Amersfoort afkomstige wezen, ter
bevordering van hun lichamelijk,
geestelijk, cultureel en/of maat
schappelijk welzijn."
Een omschrijving die ruimte
biedt om behalve aan de „stoffelij
ke" nood ook aan het.welzijn" van
wezen bij te dragen. En dat ge
beurt ook. want de goede sociale
voorzieningen voor wezen zijn
vaak toch weer niet zo hoog. dat
daarvan bijv lessen aan de mu
ziekschool. vakantietrips en der
gelijke kunnen worden betaald. De
stichting Het Burgerweeshuis
zorgt ervoor, dat die kinderen toch
die lessen kunnen volgen, toch
met vakantie kunnen, wordt lang
zamerhand echter in de positie
gedrongen, dat men meer col
lectief dan individueel steun zou
gaan verlenen.
Want de opbrengsten van de
beleggingen, de huizen en de lan
derijen zijn jaarlijks 60
70.000.- terwijl ongeveer een
25 a 30.000-aan die individuele
steun wordt uitgekeerd. „Het is
niet de bedoeling", zeggen de be
stuursleden. „dat we het over
schot maar weer gaan beleggen".
Vandaar dat de stichting in de af
gelopen jaren al donaties heeft
gedaan aan bijv. de speel-o-theek
voor geestelijk gehandicapten,
aan de openbare bibliotheek -
voor de aanschaf van kinderboe
ken - aan de scholen op ..de Vos-
heuvel". aan huize „de Eik", aan
het Jeugdvakantiefeest
Maar daarbij wordt er terecht
van uitgegaan, dat die donaties
alleen dan kunnen worden gege
ven. als niet op andere wijze vol
doende subsidie kan worden ver
kregen.
OOK KINDEREN VAN ON
VOLLEDIGE GEZINNEN
Toch heeft men de indruk, dat de
stichting Het Burgerweeshuis te
weinig benaderd wordt in die ge
vallen. waarin wezen of halfwezen
- en men denkt daarbij ook uit
drukkelijk aan onvolledige gezin
nen - om financiële redenen niet
de mogelijkheden hebben, die -
voor andere kinderen - wel zijn
weggelegd. Er is - al lijkt dat in
onze maatschappij vaak niet meer
zo - nog „stille armoe, waarvan de
kinderen de dupe worden", waarin
de stichting Het Burgerweeshuis
wil voorzien als men het maar weet
en naast de reeds genoemde bij
dragen in cursusgelden, in vakan
tiekosten e.d denkt men aan kle-
dinggeld, aan een extraatje voor
de verjaardag, enz. maar ook aan
een maandelijkse suppletie als
een gezin, door het ontbreken van
één van de ouders, voor de kin
deren niet de gewenste financiële
armslag heeft.
OM HET KIND
Het is natuurlijk nu ook weer niet
zo - en dat komt tijdens het ge
sprek duidelijk naar voren - dat
men kost wat kost het geld kwijt wil
„Waar financiële steun nodig is.
omdat er geen andere mogelijkhe
den zijn. willen we - binnen het
kader van onze statuten - bij
springen". Periodiek of inciden
teel. want het gaat om het kind. het
kind. dat niet het slachtoffer mag
worden van het feit. dat het wees of
halfwees is geworden, dat vader of
moeder het gezin in de steek heeft
gelaten, dat ook recht heeft op
goede kleding, dat net zo goed op
een vereniging moet kunnen.
De bestuursleden van Het Bur
gerweeshuis - de naam regenten
en regentessen is gelukkig afge
schaft - staan er borg voor. dat dat
„bijspringen" strikt discreet ge
beurt. zonder aanzien des per-
soons", maar ook gerechtvaar
digd. Vinden dat ze dat verplicht
zijn aan de eeuwenoude traditie
„de armen in de nood wilt hulp en
liefde toonen".
De geschiedenis van het
Amersfoortse weeshuis gaat terug
tot de jaren 1551/52. als enige
aanzienlijke burgers en geestelij
ken „ter eeren Goids Almagtig,
Marie die gebenedide Moeder ons
Heeren Jesu Christi. den Heyligen
Bisschop Sancte Nicolaas ende
alle Goods Heyligen" een Arm
Weeskynderhuys funderen, dat
AMERSFOORT - In de regen
tenkamer van het Burgerwees
huis In het oude Mariënhof-
complex, waar de naamborden
van de regenten en regentessen
hangen, waar oude schilderijen
en kasten - met de in perkament
gebonden jaarrekeningen, die
ten dele al uit de tweede helft
van de zestiende eeuw dateren -
herinneren aan een lange his
torie, kan men zich eeuwen te-
rugwanen. Als het ware de
stadskinderen van toen er bin
nen zien komen.
gevestigd wordt in het voormalige
Begijnhof op de hoek van de St
Aagtensingel - later 't Zand - en de
AMERSFOORT - „Tal van ge
zinnen gaan gebukt onder de
zorg voor een gehandicapt kind.
Vaak wordt die zorg opgewekt
gedragen. Maar hoe nodig is
het, dat zo n kind er eens uit
komt, dat het zich een week lang
onder gelijken bevindt, met wie
het kan spelen en genieten van
de buitenlucht. Hoe nodig is het,
dat die ouders, al is het maar
voor één week, eens van die
zorg worden ontlast.''
Zo staat het in de folder van de
stichting Ofinka die de heren
Hans Hoek en Jos van der Veer
ons aan het begin van een ge
sprek over hun werk laten zien.
Dat is er voor zorgen, dat daar
voor in aanmerking komende kin
deren van 8 tot 16 jaar - en dan
gaat het om lichamelijk, maar ook
dubbelgehandikapte kinderen - en
jongeren van 16 tot 25 jaar. die
lichamelijk gehandicapt zijn. deel
kunnen nemen aan kinderkampen
of bootreizen Want de stichting
Ofinka. die uitgaat van de Odd
Fellows - waarover straks meer -
wil één van de idealen van die or
de: „de liefde, die men de ander
geeft", op deze manier tot uiting
brengen.
WIE WIL ER MEE?
„Maar het wordt", vertelt Hans
Hoek, „steeds moeilijker gezinnen
te vinden, waarin een lichamelijk
gehandicapte jongere van 16 tot
25 jaar nog thuis verzorgd wordt
En zo komt het, dat met de
bootreizen langs de Rijn öf jonge
ren uit inrichtingen meegaan óf elk
jaar weer dezelfde jongeren. En
hoe graag men het die ook gunt,
het is de bedoeling niet: „Zijn er
nog gehandicapte jongeren, die
thuis verzorgd worden?"
De regionale „afdeling" van
Ofinka - een landelijke stichting -
wil graag met hen en hun ouders in
kontakt komen, nodigt hen uit
kontakt op te nemen met mevr. M.
J. de Jongh-Steur, Gentiaanstraat
30. Bussum, tel. 02159-19116.
„Wij zorgen voor een reis van een
week langs de Rijn, van huis tot
huis. zodat de jongere er eens uit
is. de ouders ook eens een week
„vakantie" hebben Er gaat op el
ke 2 jongeren steeds één bege
leider of begeleidster mee. die zich
daar vrijwillig voor opgeven, terwijl
ook een arts de reis meemaakt."
Tweemaal per jaar laat Ofinka
zo 110 jongeren van een heerlijke
vakantieweek genieten, maar -
zoals reeds gezegd - men vraagt
zich af of men het doel niet voorbij
schiet of men niet op de verkeerde
weg is, de aktiviteiten beter op an
dere groepen kan richten. Vandaar
deze „peiling"
De stichting Ofinka gaat uit van
de Odd Fellows - voluit gezegd de
„Independent Order of Odd Fel
lows" -, een broederschap van
mensen, die naar vriendschap,
liefde en waarheid streven, zonder
dat op religieuse of politieke ach
tergrond wordt gelet. Hoe strikt dat
wordt doorgevoerd blijkt uit het feit,
dat Hans Hoek en Jos van der
Veer tot ons gesprek niet wisten
wat eikaars levensovertuiging
was.
ODD FELLOWS
De historie van de Odd Fellows
zou terug gaan tot de Middeleeu
wen. toen in Engeland rond
trekkende gezellen een soort gilde
oprichtten met de naam Odd Fel
lows. wat vrij vertaald vrije gezel
len betekent. Een genootschap om
economische redenen dus. een
soort vakvereniging met voorzie
ningen bij overlijden van het lid.
met uitkeringen aan zijn gezin.
Geleidelijk kreeg het laatste de
meeste betekenis en het is type
rend. dat nu nog steeds een ver
zekeringsmaatschappij aan die
vroege historie herinnert.
Vanuit de Verenigde Staten
komt na 1826 als daar de „Inde-
pendant Order of Odd Fellows"
wordt opgericht, de nieuwe Odd
Fellow-beweging terug naar de
oude wereld. En men vindt nu dan
ook Odd Fellowloges in alle landen
van West - en Noorc - Europa. In
die loges komen mensen bij elkaar,
die in een vertrouwelijke sfeer -
vandaar dat de zittingen, die we
kelijks. meestal op een avond, ge
houden worden, besloten zijn -
zich met elkaar bezinnen op het
mens-zijn.
„Het is een avond van hard wer
ken aan jezelf" zegt Jos van der
Veer en Hans Hoek noemt de lo-
ge-zitting het „opladen van de ac
cu", vertelt dat er in heel Neder
land een 45 loges zijn met samen
zo een 4000 Odd Fellows, dat men
daarnaast ook loges kent voor
vrouwen - Rebecca s - en voor
jongeren van 20 tot 30 jaar - de
Jof's.
Op het ogenblik komen de Odd
Fellows uit de regio's Hilversum en
Amersfoort samen in „de Rank" in
Soest, maar een splitsing in twee
loges lijkt in de nabije toekomst
niet onwaarschijnlijk
PRAKTISCHE NAASTEN
LIEFDE
Men kan zeggen, dat de Odd
Fellows door hun persoonlijke en
gezamenlijke bezinning op de
waarden van het mens-zijn - op de
drie schakels vriendschap, liefde
en waarheid - de wezenlijke
„ontmoeting" van mensen trach
ten te bevorderen. „Er is een sterk
karakter voor nodig", staat in de
brochure, „om als enkeling een
edel mens te worden en te blijven.
In een Odd Fellowloge, waar
vriendschap en verdraagzaam
heid, zowel in goede als slechte
tijden beoefend wordt, vindt de
zoekende mens steeds weer steun
en bevestiging van idealen Hier
kan hij zijn bijdrage leveren aan
gezamenlijk maatschappelijk werk
en praktische naastenliefde
Die praktische naastenliefde uit
zich in het aanpakken van bepaal
de projekten. zoals in Gambia, in
steun aan de Nierstichting of via de
stichting Ofinka. in het organiseren
van en de deelneming mogelijk
maken aan de vakantiekampen
voor lichamelijk en geestelijk ge
handicapte kinderen, aan de boot
reizen voor lichamelijk gehan
dicapte jongeren.
Naar die vakantiekampen gaan
jaarlijks zo een 1000 kinderen van
8 tot 16 jaar, terwijl aan de bootrei
zen langs de Rijn ieder jaar ruim
110 jongeren deelnemen.
Komend jaar vinden de twee
Rijnreizen plaats van 6 tot 13 en
van 21 tot 29 april. Beide reizen
hebben Rüdesheim als verste
punt, vinden plaats met het 78
m. langé luxe hotelschip Tre-
mella II. De kosten bedragen
675,- per deelnemer, maar
hoewel een eigen bijdrage op
prijs wordt gesteld is het zo, dat
financiële problemen en mee
gaan niet in de weg mogen
staan. Dan is er Ofinka, één van
de manieren, waarop de Odd
Fellows hun naastenliefde in de
praktijk brengen!