„Kinderen leren niet
voldoende met
konflikten om te gaan
iüi
33
Geu Visser, onderwijs medewerker Stichting Vredesopbouw:
UITEINDELIJK
DECEMBER 1980
nenbom, daarvan kunnen ze nach
ten wakker liggen; laat ze in
plaats daarvan een strip tekenen
over ruzie. Natuurlijk moet je ge
sprekken over oorlogsgeweld niet
buiten de school houden, maar
direkt beginnen over kernwapens
is niet aan te bevelen. Dergelijke
immense problemen kunnen vol
wassenen al niet of nauwelijks
aan, wat kan een kind dan? Kennis
en inzicht kunnen er wel zijn, maar
de vaardigheden ontbreken nu
eenmaal. Voorkomen moet wor
den dat kinderen een apatisch ge
voel van onmacht blijven houden.
Vredesopvoeding is geen opvoe
ding tot angst en apathie."
UTRECHT - „Volwassenen zijn te veel geneigd be
staande problemen voor de kinderen te verdoezelen of uit
de weg te ruimen. Kinderen leren daardoor niet voldoende
met konflikten om te gaan; ze raken niet gewend tegen
stellingen op een vreedzame en rechtvaardige manier op
te lossen."
Het vredesonderwijs, dat steeds meer bekendheid krijgt
in het Nederlandse onderwijsveld, geeft het kind een kans.
Geu Visser, onderwijsmedewerker van de Stichting Vre
desopbouw in Utrecht, toont met een voorbeeld uit de
alledaagse praktijk aan wat zijn organisatie beoogt met
vredesopvoeding: „Een konflikt kan al ontstaan wanneer
het ene kind wil kijken naar een natuurfilm op het eerste
net en het andere naar een popprogramma op Nederland
2; zeker wanneer geen tweede televisie-toestel of een vi
deo-recorder voorhanden is en ook niet bij de buren geke
ken kan worden. Ouders komen meestal direkt tussenbei
de en ontnemen kinderen zodoende de gelegenheid zelf
wat te regelen. De kinderen moeten juist gaan ervaren dat
konflikten ook met praten zijn op te lossen, onderling en
zonder de hulp van vader of moeder. Je hoeft niet altijd op
de vuist te gaan."
DOOR JAN KAS
Vredesopvoeding is geen mo
deverschijnsel van de laatste ja
ren. Ene Herman Molkenboer riep
reeds in 1890 onderwijsgevenden
en in onderwijs geïnteresseerden
op, een bijdrage te leveren aan het
..toekomstig geluk der mensch-
heid" De gedachte dat verbete
ring van het onderwijs een maat
schappij van broederschap, liefde
en vrede zou creëren klonk in het
begin van de twintigste eeuw door
in de opvattingen van bekende on
derwijskundigen als Kees Boeke.
Jan Ligthart en Cor Bruyn. en in het
buitenland met name Maria Mon-
tessori Pas door toedoen van in
de jaren zestig opgerichte instan
ties als Vredesopbouw. het Inter
kerkelijk Vredesberaad en het Ne
derlands Instituut voor Vredes
vraagstukken kreeg het onderwijs
aandacht voor de vredesopvoe
ding.
BEPERKT
De commissie ..Vrede, Veilig
heid en Defensie" van de Algeme
ne Bond van Onderwijs Personeel
schrijft in haar onlangs verschenen
rapport ..Met het oog op onze
veiligheid" dat een zeer beperkt
aantal scholen en een minderheid
van docenten inzichten en strate
gieën hebben ontwikkeld om vre
desopvoeding in het onderwijs ge
stalte te geven. De ABOP-com-
missie: ..Er zijn vele docenten die
de noodzaak onderkennen van
meer aandacht voor de vredes-
problematiek op school en niet we
ten hoe ze dat moeten doen, maar
er zijn ook nog steeds mensen in
het onderwijs, die er vierkant tegen
zijn."
STICHTING
Eén van de instanties die zich
ervoor beijveren dat vredesop
voeding een erkende plaats krijgt
in het onderwijs is de Stichting
Vredesopbouw. een gedeeltelijk
door het ministerie van cultuur, re
creatie en maatschappelijk werk
gesubsidieerd centrum voor in
formatie en vorming op het gebied
van vredesvraagstukken. De
stichting verzet zich tegen de
meest algemene omschrijvingen
van het begrip ..vrede": ..een toe
samenleving met een negatieve
vrede Niet alleen tussen staten en
systemen, maar ook tussen indivi
duen en groepen kan een toestand
van negatieve vrede heersen. Wat
wij willen is een positieve vrede,
dat wil zeggen dat de samenleving
zodanig geordend is, dat de rech
ten van de mens gewaarborgd zijn
en worden uitgevoerd. Veiligheid,
gelijkwaardige ontwikkeling en so
ciale rechtvaardigheid staan cen
traal."
Wordt Vredesopbouw dan ge
vormd door idealisten? „Nee. een
wereld met een positieve vrede is
geen paradijselijke wereld. Inte
gendeel. er bestaan nog steeds
konflikten en strijd, want deze ho
ren bij het menseliik leven. Waar
het om gaat is. dat deze konflikten
op een andere manier opgelost
worden Wanneer partijen die bij
een konflikt betrokken zijn geraakt.
van belevingen in mikro-situaties
(de onmiddellijke omgeving zoals
straat, school en speelplaats) en
komen geleidelijk tot een ruimere
wereld-oriëntatie met als doel
maatschappelijke (demokrati-
sche) en mondiale vorming. We
hebben het vermoeden dat dit
laatste slechts in de hoogste klas
sen van de basisschool aan de or
de zal komen en dan nog slechts
summier."
Vredesopbouw ziet opvoeden
als kinderen voorbereiden op hun
volwassen bestaan, op het vol
waardig lid zijn van de samenle
ving. „Als ouderen mogen we niet
van de kinderen verwachten, dat
zij zich inzetten voor zaken waar
toe ze niet in staat zijn. De op
voeder moet dus de opdracht
„vrede" konkreet en praktisch ma
ken. We moeten zoeken naar we
gen en middelen waarmee kinde-
,,De opvoeder moet zoeken naar wegen en middelen, waarmee het kind zelf in zijn eigen wereld naar
vrede kan werken".
stand zonder oorlog". Uit het con
cept voor het didaktisch handboek,
dat de stichting begin volgend jaar
uitgeeft „Vrede is dan het tegen
overgestelde van oorlog. Zodra de
oorlog afgelopen is. is het vrede,
maar gedurende die oorlogspauze
schildert men elkaar nog regelma
tig af als vijand en daarbij is drei
gen met geweld nog de gewoonste
zaak van de wereld. Anderen ko
men tot omschrijvingen als „een
goede verstandhouding tussen
mensen" of „in harmonie leven"
en men heeft dan een soort aards
paradijs voor ogen
POSITIEF
Vrede is in de opvattingen van
Vredesopbouw noch het één noch
het ander. „Vrede is meer dan het
tegenovergestelde van oorlog
Vrede is een verhouding tussen
individuen, groepen, staten en
systemen, waarin konflikten of te
genstellingen zonder geweld op
gelost worden Een samenleving
waarin geen oorlogsgeweld aan
wezig is maar waarin geweld en
onderdrukking blijven bestaan en
waarin de rechten van de mens
niet geëerbiedigd worden, is een
het konflikt als een gemeen
schappelijk probleem zien. dat
door overleg en samenwerking
opgelost moet worden, dan is een
eerste stap op de weg naar een
positieve vrede gezet. Deze eerste
stap is erg belangrijk, is niet geba
seerd op dreiging, maar op over
reding; verzoening, het vermin
deren van de verschillen en het
verbeteren van begrip voor elkaar
worden als middelen gebruikt."
Voor Vredesopbouw is er geen
reden in pessimisme te vervallen.
.In de wereld zijn de verhoudingen
tussen de mensen vastgelegd in
strukturen Strukturen bestaan uit
mensen en hoewel ze meer dan
een optelsom van mensen en ei
gen wetten hebben, geloven we
dat ze ondanks alles veranderbaar
zijn. omdat ook mensen zichzelf
kunnen veranderen. Alleen in dit
voorzichtig optimistische per-
spektief zal vredesopvoeding een
plaats kunnen krijgen
VOORBEREIDEN
Het concept-didaktisch hand
boek hanteert voor het basison
derwijs als algemene regel voor
vredesopvoeding: „We gaan uit
HOUDING
In het vredesonderwijs gaat het
nooit om louter kennis van een be
paald thema. „Vooral kenmerkend
is de vorming van houdingen,
waarvoor kennis slechts éën van
de voorwaarden is. Het gaat meer
om wat er in het totaal van een les
gebeurt dan om een eindresultaat.
Het opwekken van de bereidheid
met konflikten en vooroordelen om
te gaan is uiterst belangrijk."
Het kind is de spil waarom het
vredesonderwijs draait. Geu Vis
ser: „In het verleden is de pro
blematiek van oorlog en geweld
door de ouderen te veel vertaald
naar de kinderen toe. Vredesop
voeding, dat kinderen voorbereidt
op de maatschappij, dient uit te
gaan van de gedachtenwereld van
die kinderen. Zij moeten op die
manier bewust gemaakt worden
dat een goede verhouding ten op
zichte van vredesvraagstukken
noodzakelijk is. Vrede, de posi
tieve vrede, is een proces waarin
we ons volop bevinden, een pro
ces ook waaraan we verder kun
nen bouwen."
LEERKRACHT
ren zelf in hun eigen wereld naar
vrede kunnen werken. Opvoeding
streeft ernaar om in de kleine kin
derwereld al oefenmomenten te
zien voor de latere grote-men-
senwereld. Een opvoeding die dit
aspect buiten beschouwing laat.
bereidt de mensen onvoldoende
voor op de taken waar ze als vol
wassenen tegenover komen te
staan."
HOOP
Onderwijsmedewerker Geu
Visser. „Het perspektief van de
hoop moet in de gehele opvoeding
een belangrijke plaats innemen
Het kind moet leren zien dat situa
ties veranderbaar zijn door er wat
aan te doen; in de eigen omgeving
moet dat worden aangegeven.
Thema's voor het vredesonderwijs
moeten worden gezocht in de be
levingswereld van het kind. binnen
het machtsbereik. Het vredeson
derwijs moet het kind geen gevoel
van onmacht geven in de zin van
„ik kan er toch niets aan doen"
Het kind moet niet de idee krijgen
dat het de schuld is van alles Kin
deren in een eerste klas moet je
niet lastig vallen met de neutro-
Vredesopbouw richt zich in de
eerste plaats op de leerkrachten
Visser: „Zij kennen de omgeving
en de problemen van het kind
Over de schouder van de
leerkracht kijken we naar het kind.
Leerkrachten moeten inzien hoe
vredesonderwijs kan doorwerken
in alle vakken en in de hele manier
van lesgeven. Zo'n proces moet
niet dwingend worden voorge
schreven; dat zou in strijd zijn met
de uitgangspunten. Vredeson
derwijs kan niet worden gegeven
volgens een vaste methode.
„Vandaag hebben we vredeson
derwijs, doe je boekje maar open.
bladzijde zoveel, nee. dat kan
niet."
De leerkrachten moeten zich
volgens Visser ook bezinnen op de
situatie binnen de school. „Zij
moeten zich onder meer afvragen
in hoeverre hun eigen houding te
genover het kind in strijd is met wat
het kind wordt geleerd, in hoeverre
de school vredesvijandig is. In een
sfeer van competitie en con
currentie kan moeilijk effektief een
discussie over een onderwerp als
jaloezie op gang worden gebracht.
De hele kwestie van becijfering
zou doorgelicht kunnen worden.
Lezen is niet alleen een schoolvak,
ook belangrijk is welke formatie
een leesboek verschaft. Vragen
kunnen er door vredesopvoeding
ook komen over rekensommen
over winst en verlies. Ook dat heeft
vervolg op pagina 7