De handboekbinder: een uitstervend beroep HANDBOEKBINDER A. H. M. VAN DUNDEN: „Met dit werk laat je iets achter, waar je trots op bent 14 INTERVIEW UITEINDELIJK DECEMBER 1980 Als u een boek leest, of het nu de Bijbel is of een deel van de verzamelde werken van Karl Marx, staat u er dan bij stil hoe dat boek tot stand is gekomen? Waarschijnlijk niet en waarom zou u ook. Toch is het een lange cyclus voordat het manuscript van de schrijver als kant en klaar boek, gebonden of als paperback in de boekhandels ligt. Eigenlijk zou een boek-zoals vroeger-onbetaalbaar zijn, maar dankzij de massapro- duktie is het boek naar uw keuze voor een redelijke prijs te koop. Toch - en dat is weer een heel ander verhaal - is de kwaliteit van het boek er niet op vooruit gegaan. Wat eeuwen achtereen kundige handen liefdevol tot ware kunstwerken wrochten, is nu een kille, machinale handeling geworden. Machines naaien de katernen, lijmen het tot boekblok, snijden en stampen er dan als het ware een al dan niet stevige band omheenDat moet ook wel. Want sinds de monniken in de Middeleeuwen hun boekbindwerk tot kunst verhieven, is er wèl het één en ander veranderd. Het boek als elitair bezit is een snel massaprodukt geworden. „Easy come, easy go". Bi/na met de snelheid van een krant of tijdschrift verdwijnen pas gelezen boeken uit ons gezichtsveld. Ze worden soms per meter in de boekenkast gezet en dienen dan verder als een niet onaardig, maar vooral intellectueel decorum. Of ze worden in een plastic zak meegegeven aan het Rode Kruis. Het is wellicht zoals de Amersfoortse handboekbinder A. H. M. van Dungen het zegt: „De Nederlanders hebben geen gevoel voor boeken. We hebben betrekkelijk weinig over voor een boek.Misschien mede door die onverschilligheid voor het boek sterft langzaam maar zeker het oeroude ambacht van het handboekbinden uit. Overgele verd van vader op zoon heeft dit ambacht het eeuwen volgehouden en heeft Nederland ware kunstenaars opgeleverd, zoals de befaamde Amsterdamse boekbinder Albert Magnus, die tijdens de Gouden Eeuw prachtige kunstwerken maakte, die nu steeds meer geld waard zijn. Schitterende museum-stukken, staaltjes van puur vakmanschap en artistiek talent. Vaak heel precies en uiterst geduldig met dezelfde gloed van het ambacht gerestaureerd door de handboekbinder van vandaag, die met liefde voor het vak het kunstenaarsschap van hun illustere voorgangers in ere houden en zo mogelijk doorgeven aan het nageslacht, dat opgroeit tussen de elektronika van snelle com puters. Boeken als kunstwerken met het persoonlijke stempel van de grafische am bachtsman. Boeken die het verleden laten herleven, die zelf een beetje gaan leven door vorm en inhoud. Boeken met schitterende banden in perkament, leer of linnen. Met onverwoestbaar aangebrachte gouden letters. Met zilveren of gouden sloten met evenveel kunstenaarsschap vervaardigd door de gespecialiseerde edelsmid. Nog steeds is de echte handboekbinder van vandaag in staat om zoiets te maken. Vrijwel nog geheel volgens de technieken die in vroegere eeuwen werdenuitgevondenen geperfektioneerd door de monniken in de kloosters. Wat machines nog steeds niet kunnen, wordt met hetzelfde monnikengeduld tot stand gebracht door de handen van de ambachtsman. Wie een rasecht boekbinder als de heer Van Dungen bezig ziet met het restaureren van een oude familiebijbel of een twee eeuwen oud geschiedenisboek, beseft opeens met pijn, dat ook deze oeroude grafische tak aan de laatste eeuw toe is. Zoals het ambachtelijk handzetten is overgenomen door de snelle vingers der telety- pistes via geavanceerde elektronische apparatuur, zo zal straks het boek volledig elektronisch tot stand komen. En dén is het de vraag of onze rijke erfenis aan oude boeken in stand kan worden gehouden bij gebrek aan mensen, die in staat zijn om deze kunstwerken te repareren, te restaureren. Hoewel er vooral de laatste jaren steeds meer belangstelling komt voor het hand boekbinden, is het de vraag of dit pure ambachtswerk, overgeleverd van vader op zoon, de technologie van de twintigste eeuw zal overleven. Maar misschien wordt de roep naar dit oude ambacht groter, naar mate de kilte van de nuchtere elektronische maatschappij bezit van ons tracht te nemen. En misschien slaat de nostalgische hobby-beoefenmg van vandaag om in een nieuwe periode, waarin naast de televisie, video en andere audio-visionele technieken plaats is voor één van de oudste grafische ambachten: het handboekbinden. Want ook al is het misschien mogelijk, dat er straks geen boeken meer worden gemaakt, de erfenis van eeuwen zal steeds het bewaren waard blijken te zijn. Niet als curiositeit, maar uit bittere noodzaak. Tenzij een wereldomvattende diktatuur, net als in het verleden, met een definitieve boekverbran ding al het werk overbodig zal maken. V. ACHTERVELD/AMERS FOORT - Hij heeft een klein ate lier aan de Hessenweg in Ach terveld. Een bordje aan de gevel vertelt, dat hier boekbinder Van Dungen zijn werk heeft. Onop vallend allemaal. Het is er klein zonder echt rommelig te zijn. Geen helder verlicht vertrek met alr-conditioning en zoemende DOOR BERT VOS machines. Stoelen of krukken staan er niet „Ik heb m'n hele leven lang mijn werk staande gedaan. Waarom zou ik er dan nu bij gaan zitten?" Het heeft aanvankelijk wat moeite gekost om hem te overreden toe te staan in een gesprek. „Ik ben geen prater. Ik timmer niet aan de weg. Ik heb mijn werk. En ik hoef niet meer werk te hebben." Als we hem ervan overtuigd hebben, dat het niet de bedoe ling is om een bedrijfsreportage te schrijven maar om iets méér te vertellen over een uitstervend ambacht, ontdooit hij wat. „Maar ik wil niet op de foto," waarschuwt hij. We houden ons aan die afspraak. Hij komt bijna elke dag met de bus uit Amersfoort, waar hij een groot deel van zijn leven heeft ge woond. Aan de Westerstraat „Ja, maar mijn werk had ik in Am sterdam,'' vertelt hij, „bij het bedrijf van mijn vader. Die had een goedlopend linieerbedrijf." En hij laat ons zien, wat voor werk daar werd gemaakt. Het drukken van gelinieerd papier in allerlei vor men. dat tot boeken werd gebon den. Voor de boekhouders en al die anderen die met cijfers werkten en nog geen weet hadden van de computer, die veel van het li- nieerwerk overbodig zou maken. „We hadden een prima bedrijf, maar nadat eerst mijn vader was gestorven en ook mijn broer over leed, besloot ik om daarmee te stoppen." Sindsdien besteedt hij een groot deel van zijn tijd aan zijn ware liefde: het handboekbinden. Het is duidelijk, dat het geen werk is, dat hij pas de laatste jaren is gaan doen. Meer dan veertig jaar ervaring ligt ten grondslag aan wat de kundige handen daar doen in het Achterveldse atelier. „Een kop koffie?" Hij schenkt ons in. Op de ouderwetse manier Een klein beetje sterke koffie, aan gevuld met gloeiendhete melk. Een lepeltje heeft hij niet bij de hand, zegt hij, ook al zoekt hij even. We roeren onze koffie met een vouwbeen, alsof we dat dage lijks doen. Hij wel in ieder geval, dat is duidelijk „Nederland heeft niet zoveel boeken meer over," zegt hij om het gesprek te beginnen en in zijn stem ligt een klank van spijt „Ach weet u," hij pakt een oude Staten bijbel en koestert het boek als een kostbaar juweel, „wij Neder landers houden niet zoveel van boeken. Wij hebben geen gevoel voor boeken, zijn er wellicht te nuchter voor Boeken per meter in de boekenkast, maar verder7 Je hebt natuurlijk de echte liefheb bers. Mensen die weten wat een boek waard is en er alle zorg aan besteden. Maar ik kan u staaltjes vertellen!" Hij zwijgt even peinzend. „Ik weet nog goed hoe ik een paar jaar na de Waters noodramp, was dat niet in 19537 bezoek kreeg van een man. die die ramp had meegemaakt en er in geslaagd was wat spulletjes van de volledige ondergang te redden. Hij had een paar oude boeken uit het familiebezit bij zich Mooie banden, dat zag je zo. Vakwerk. „Kunt u die voor me maken, Van Dungen?" vroeg hij. Door het wa ter waren de bladzijden op gaan bollen. Logisch, niet? Ik bekeek het en ik zei hem, dat door de wa terschade de band te klein was geworden om het boek goed te kunnen restaureren en terug te brengen in de oude staat. Weet u wat ie zei? Dat geeft toch niet, dan haalt u er maar wat bladzijden uit Hij schudt zijn hoofd bij die ge dachte. „Geen gevoel voor het boek." zegt hij en het klinkt verwij tend, „ik heb hem gezegd, dat ik dat beslist niet wilde doen. Hij be greep er niets van KADASTER De heer Van Dungen weet wat vervolg op pagina 15

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1980 | | pagina 28