SOL-studente
onderzocht
woonsatisfactie
Autochtonen zijn 't meest tevreden
over het wonen in Leusden-centrum
Wetering, Alandsbeek, Rozendaal, Rozenboom, Rossenberg en Groenhoute
DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1982
(Van een onzer verslaggevers)
LEUSDEN - Slechts een te verwaarlozen percentage
van de inwoners van Leusden zou naar een andere
woonplaats willen verhuizen, omdat men het in Leusden
niet naar zijn zin heeft. De bewoners van de wijken De
Wetering, Alandsbeek, Rozendaal, Rozenboom, Ros
senberg en Groenhouten zijn over het algemeen best
tevreden met hun huis, hun woonomgeving en hun
woonplaats. Goed, de huizen in Groenhouten zijn hier
en daar aan de gehorige kant. En al die verkeersdrem
pels in De Wetering, dat is toch ook niet best voor de
ontwikkeling van het verkeersgedrag van de kinderen.
En trouwens, de winkels zijn nog steeds wel een eind
weg als je in Alandsbeek-Oost woont.
Maar toch zijn de bewoners van de Eerste Fase (de
genoemde wijken, die werden gebouwd tussen 1969 en
1978) redelijk tevreden over hun woonsituatie. Zij berei
ken, met andere woorden, een redelijk hoge mate van
woonsatisfactie.
Tot die conclusie is Karin Abrahamse gekomen. Zij is
een 23-jarige Leusdense, die zich verdiepte in de woon
satisfactie van een deel van haar dorpsgenoten in het
kader van haar studie. Tot voor kort studeerde Karin
geografie aan de Stichting Opleiding Leraren in Utrecht.
Tot de vereisten voor het behalen van de tweedegraads
bevoegdheid behoorde de vervaardiging van een scrip
tie. Karin koos voor het onderwerp „Is er woonsatisfac
tie in Leusden-centrum" en verrichtte onder meer een
enquête onder een deel van de bewoners van genoemde
wijken.
In haar scriptie gaat Karin Abrahamse uit van twee
probleemstellingen. Vervolgens presenteert zij een aan
tal hypothesen, die zij toetst aan de uitkomsten van de
enquête. Ook heeft zij in haar scriptie aandacht besteed
aan de historie van Leusden, waarbij zij met name aan
dacht besteedde aan de plannen, die sedert het eind van
de jaren zestig aan de orde zijn geweest.
Karin Abrahamse werd geboren in Amersfoort en
woont nu elf jaar in Leusden in één van de wijken, waar
over haar scriptie handelt. Afgelopen maandag begon
zij als lerares aardrijkskunde aan een mavo-school in
Nieuwegein.
(van een onzer verslagge
vers)
LEUSDEN - „Een ding kun
nen we in ieder geval zeggen:
er is woonsatisfactie in Leus
den-Centrum, gelukkig wel!"
Tot die tamelijk vrolijke
conclusie - namelijk dat veel
Leusdenaren naar hun zin
wonen in deze gemeente - is
de Leusdense Karin Abra
hamse gekomen in een eer
der verschenen scriptie.
Voor die scriptie, die zij
schreef in het kader van haar
studie geografie aan de
Stichting Opleiding Leraren
(S.O.L.) in Utrecht, verrichtte
zij een onderzoek naar de
verhuismotieven en woonsa
tisfactie van de bewoners
van de tussen 1969 en 1978 in
Leusden-Centrum verrezen
woonwijken. Waarom kwa
men die mensen in die wijken
wonen? En wat vinden ze nu
van hun huis, hun woonom
geving en hun woonplaats?
Kortom: „Is er woonsatisfac
tie in Leusden-Centrum", zo
als Karin haar scriptie als titel
meegaf. Een vraag, waarop
zij na haar onderzoek uitein
delijk dus een positief ant
woord blijkt te kunnen geven.
Bij haar onderzoek ging Karin
Abrahamse uit van een tweetal pro
bleemstellingen, die zij vervolgens
onderzocht aan de hand van een
aantal hypothesen. De probleem
stellingen luiden:
- In hoeverre heeft het streven
naar woonsatisfactie een rol ge
speeld in de vestiging van allochto
nen, in de wijken van de eerste fase
in Leusden-Centrum, gedurende
de periode 1969-19789
- En in hoeverre is deze woonsa
tisfactie, voor diegenen waarbij het
de belangrijkste factor voor vesti
ging in Leusden-centrum was. be
reikt?
Die probleemstellingen werden
onderzocht aan de hand van een
aantal hypothesen, waarin Karin
Abrahamse onder meer stelde, dat
er een relatie bestaat tussen de af
stand waarover iemand verhuist en
de motieven waarom hij dat doet.
Voor wie over een korte afstand
verhuist zal over het algemeen het
streven naar verbetering van de
woonsituatie het motief zijn. Ook
het beschikbaar zijn van een be
paald type woning zal voor een
aantal nieuwkomers het motief zijn
geweest, wanneer zij over een be
trekkelijk korte afstand verhuisden
Bij verhuizingen over langere af
stand zou het vooral gaan om eco
nomische motieven. Bovendien
stelde Karin Abrahamse, dat voor
een deel van de allochtonen die
over een relatief lange afstand ver
huisden, de overloop uit de Rand
stad de belangrijkste factor zal zijn
geweest
Haar onderzoek zou haar eigen
lijk alleen maar op het laatste punt
niet in het gelijk stellen. De onder
zoeksresultaten konden de stel
ling, dat er sprake zou zijn van
overloop uit de Randstad, niet on
derbouwen. Maar als het gaat om
verhuismotieven, dan wees het on
derzoek van Karin Abrahamse in
derdaad uit, dat mensen die over
langere afstand verkassen dat
meestal doen omdat ze van werk
kring veranderen, omdat ze in hun
nieuwe woonplaats een baan kun
nen krijgen of omdat het verhuizen
hun carrièremogelijkheden ver
groot. Niet minder dan 91 van de
mensen, die Karin haar vragen
voorlegde, voldeden aan alle eisen
van deze hypothese. Bij de migran
ten over korte afstand bleek het in
derdaad te gaan om vergroting van
de woonsatisfactie en - in mindere
mate - omdat men in Leusden het
gewenste type huis vond
ENQUête
Karin Abrahamse verzamelde
haar gegevens met behulp van een
enquête In de betreffende wijken
(De Wetering, Alandsbeek Oost en
West. Rozendaal, Rozenboom.
Rossenberg en Groenhouten)
staan 2806 woningen, waarin on
geveer 9000 mensen wonen. De
Eerste Fase beslaat niet minder
dan 65% van het totaal aantal hui
zen in deze gemeente, waar onge
veer 62% van de inwoners is ge
huisvest. Karin besloot tot een
steekproef, waarbij 10% van de
woningen en dus 10% van de huis
houdens zou worden betrokken.
Om de negen huizen leverde Karin
een enquêteformulier af. Waren de
mensen van de betrokken woning
niet thuis of weigerden ze mede
werking, dan werd het formulier bij
de achtste of elfde woning afgege
ven. Zo kwamen 99 van de 100
enquêteformulieren onder de pan
nen In totaal verspreidde Karin
Abrahamse 311 enquêteformulie
ren, waarvan er 270 terugkwamen.
Dat betekent een achtenswaardige
respons van 87%.
Uit de antwoorden op de door
haar gestelde vragen haalde Karin
Abrahamse niet alleen de boven
genoemde verbanden tussen af
stand waarover en motieven waar
om er verhuisd wordt, zij kon ook
achterhalen, om welke punten het
gaat, wanneer mensen hun woon
satisfactie willen verhogen. De
meeste mensen, die hun woonsa
tisfactie willen verhogen - en dus
hun bestaande woonsituatie als
minder prettig ervaren - blijken
vooral ontevreden te zijn met de
woning zelf (32,3 De meeste
ondercraagden beviel het type wo
ning niet, terwijl er ook vaak wordt
gemeld dat de woning te klein was.
Een tweede belangrijke factor voor
verhuizen blijkt de woonomgeving
te zijn (26,6 terwijl het voor 24,3
een combinatie van onvrede
over de woning en onvrede over de
woonomgeving is Verder ge
vraagd naar de aard van hun on
vrede over de woonomgeving, ko
men veel respondenten met klach
ten over het ontbreken van speel-
mogelijkheden voor kinderen, een
gebrek aan groenvoorzieningen en
te grote verkeersdrukte.
JUIST LEUSDEN
Bij de groep wijkbewoners, die
hadden gemeld omwille van verho
ging van de woonsatisfactie te zijn
verhuisd, informeerde Karin Abra
hamse ook, waarom ze zich nu juist
in Leusden-centrum hadden ge
vestigd. ,,Er zullen", zo veronder
stelde Karin, ,,toch nog wel meer
dorpen te vinden zijn, waar deze
verbetering van de woonsituatie
bereikt had kunnen worden Van
deze groep allochtonen meldde
85%, dat zij, alvorens zich in Leus
den-centrum te vestigen, ook ver
schillende andere plaatsen beke
ken hadden. Dat waren meestal
plaatsen in een straal van 15 a 20
kilometer rond Leusden-centrum.
De punten waarop daarbij gelet
werd: de woning, de woonomge
ving. de afstand tot het werk. de
woonplaats zelf en de scholen.
„Dat de uiteindelijke keuze op
Leusden-centrum viel, werd door
afweging van diezelfde factoren
bepaald Ook werd er tijdens die
afweging van alternatieve woon
plaatsen ten opzichte van elkaar
nog gelet op de betaalbaarheid van
de woning, de centrale ligging van
het dorp in Nederland en de voor
waarden die aan vestiging waren
verbonden."
De lange-afstands-verhuizers
ging het, zoals Karin veronderstel
de en ook kon vaststellen, niet zo
zeer om de verhoging van hun
woonsatisfactie. Bij de uitwerking
van de enquête bleek dat 113 van
de in totaal 232 in het onderzoek
betrokken allochtonen over een re
latief lange afstand waren ver
huisd. Voor deze mensen - die te
voren meer dan 25 kilometer van
Leusden-centrum af woonden -
was de reden om te verhuizen gele
gen in het feit, dat ze een nieuwe
baan in Leusden of omgeving kre
gen. Van 56% van de lange-af-
stands-verhuizers kreeg het ge
zinshoofd een nieuwe baan, voor
17,3% werd de bestaande afstand
tussen woonplaats en werk be
zwaarlijk, in een kwart van de ge
vallen werd het gezinshoofd over
geplaatst. en in 1.2% van de geval
len verhuisde men, omdat het werk
van de vrouw dit vereiste. Bijna
driekwart van de allochtonen, die
om sociaal-economische redenen
verhuisden, bekeek meerdere
plaatsen alvorens Leusden als
woonplaats uit te kiezen. Voor deze
groep verhuizers wijken de criteria
eigenlijk niet zoveel af van de bo
vengenoemde groep men let op de
beschikbare woningen, de aantrek
kelijkheid van de woonomgeving
en de woonplaats en de afstand tot
het werk.
WOONSATISFACTIE BE
REIKT?
Karin Abrahamse wilde in haar
scriptie de vraag, of de woonsa
tisfactie is bereikt niet alleen beper
ken tot de groep verhuizers, die om
verhoging van de woonsatisfactie
naar Leusden zei te zijn gekomen
Karin vond het namelijk „een es
sentieel en interessant onderdeel
van het onderzoek" om ook de
woonsatisfactie te bekijken van an
dere groepen allochtonen en van
de autochtonen, die aan het onder
zoek medewerking hadden ver
leend. „Deze categorieën allochto
nen en autochtonen kwamen hier
om andere redenen wonen of
woonden hier al, maar betekent dat
dan ook dat ze anders over de
woonplaats, woning of woonomge
ving denken? Zijn ze misschien
meer of minder tevreden?"
Karin komt daarbij tot de volgen
de conclusies mensen die niet om
wille van de woonsatisfactie in de
eerste plaats verhuisden, zijn over
het algemeen iets minder tevreden
met bepaalde onderdelen van de
woonplaats dan de categorie al
lochtonen, die wel om verhoging
van de woonsatisfactie verhuisden.
De autochtonen zijn over het alge
meen erg tevreden. „Is dit", zo
vraagt Karin zich af, „chauvinisme
of zijn het de ontwikkelingen die
Leusden-centrum sedert 1970
heeft ondergaan; meer winkels,
scholen, recreatiemogelijkheden,
sportmogelijkheden en dergelijke,
die ze zo tevreden maakt?" Ze kan
dat, helaas, op basis van de be
schikbare gegevens niet nagaan.
Waar is men tevreden over,
waarover ontevreden? Bij de al
lochtonen scoren laag op de tevre-
denheidsschaal de scholen, win
kels en de verkeerssituatie. Ook
voor autochtonen zijn dat wel pun
ten van ontevredenheid, maar in
veel mindere mate Argumenten
die worden aangevoerd, zo meldt
Karin Abrahamse, zijn: de winkels
zijn te ver weg en er zijn toch nog te
weinig winkels. Vooral de mensen
in de wijken de Wetering en
Alandsbeek hebben deze bezwa
ren
Een bezwaar met betrekking tot
de scholen is dat er geen voortge
zet onderwijs in Leusden-Centrum
is en de kinderen dus allemaal naar
Amersfoort moeten. Duidelijk het
grootste punt van ontevredenheid
is de verkeerssituatie. Algemene
klacht: te veel verkeerslichten en te
weinig uitvalswegen naar de snel
wegen
Maar, zo stelt Karin Abrahamse
vast, het is uiteraard onmogelijk om
het iedereen geheel naar de zin te
maken en er zullen altijd wel men
sen ontevreden blijven over be
paalde punten in hun woonplaats.
„Over het algemeen mag toch ge
steld worden dat er zeker een mate
van woonsatisfactie met de woon
plaats is bereikt bij de allochtonen
Ook de autochtonen zijn over het
algemeen erg tevreden met hun
dorp."
Allochtonen en autochtonen zijn
allemaal over het algemeen zeer
tevreden met hun woning. Ge
vraagd naar hun tevredenheid over
grootte, type. comfort en privacy
van de woning, komt eigenlijk al
leen „privacy" niet boven een te
vredenheidsscore van meer dan
90% uit. Met name bewoners van
de wijken Groenhouten en Rossen
berg klaagden over te grote geho
righeid van de woningen. Niettemin
kon Karin Abrahamse vaststellen
dat de meeste mensen ten aanzien
van hun woning in hoge mate
woonsatisfactie hebben bereikt
OMGEVING
Is dat ook met de woonomgeving
het geval? De verschillende cate
gorieën van ondervraagden werd
hun tevredenheid gepeild over de
groenvoorzieningen, de speel
plaatsen voor de kinderen, de par-
keermogelijkheden, de verkeerssi
tuatie in de wijk, de rust en het so
ciaal contact.
Wat betreft de parkeermogelijk-
heden haalde het resultaa
wijk Groenhouten het tola
taat naar beneden. Van d-
tonen is 30% niet tevreden
parkeermogelijkheden
tochtonen 21% Groe
heeft duidelijk te weinig
ruimte, waar overigens da
tijd wat aan verbeterd wore
de wijk Rozendaal, het is
kampt men op sommige
met parkeerproblemen
Het probleem ten aanzie
verkeerssituatie (allochtor
ontevreden, autochtonen
tevreden) zit hem vooral i:
keersdrempels Vooral ine
Groenhouten en De Wete
den de bewoners dat er te
keersdrempels zijn, waar:
deren niet goed leren me:
om te gaan. Als het gaat
vredenheid over het soo
tact (respectievelijk 17%
spreekt men zich vooral
weinig contacten en te wi
persoonlijke contacten
een punt dat in alle wijken
even grote mate als bi
wordt ervaren. Niettemin is|
ke van een hoge mate van
tisfactie, waarbij de autcj
over het algemeen nog
dener zijn dan de nieu<
Karin Abrahamse ki
uiteindelijk ook tot de c<
dat haar tweede probli
ling - „In hoeverre is de
tisfactie, voor diegenen]
het de belangrijkste fai
vestiging in Leusden
was, bereikt?" - als a*
krijgt: in hoge mate. En|
dien, dat dat niet alleen
groep allochtonen gel
ook voor mensen die oi
factoren hier kwamen
hier al woonden.
Dat mag ook blijken ui
gen, die Karin Abraham!
ze van samenvatting
woonsatisfactiegevoeli
respondenten voorlegi
Blijft u hier nog heel
nen? „Ja" zegt 37,7%
lochtonen en 65% van|
tochtonen.
Ik wil de eerstkomei
vast nog niet weg. „Ni
28,3% van de allochti
21% van de autochtoni
Ik woon hier goed, m:
ook wel ergens andei
wonen. „Inderdaad" zi
van de allochtonen en
de autochtonen.
Er zijn maar acht rei
ten die te kennen gevi
niet snel te willen gaar]
zen of al daadwerkelijk
verhuizen. Onder hen I
zich geen autochtonen
Abrahamse tekent ven
twee van die acht mens
ten vanwege hun wen
zen, één wil binnen LeuS
huizen, er zijn dus van
pondenten er maar
Leusden uit willen, om
niet prettig wonen.