mm wmm mm dl In Nieuw Milligen wordt luchtruim gecontroleerd en beschermd VRIJDAG 13 MEI 1983 reportage maal kunnen functioneren ft land verkeert wat dat betreft j gunstige positie. De Luchti kan beschikken over een stukl ruim boven de Noordzee. overlast en weinig klachtend Duitsland is dat anders en toet eens een „bijna-botsing" gebj werden de eisen meteen veelt ger. Er kon dus minder geo worden. De controller houdt kontakt met enkele vliegtuigen Die kisten kan hij op de radarbuis volgen. (Door Jan de Vries) GARDEREN - Naast het Luchtmachtkamp in Nieuw Milligen woont al sinds jaar en dag een boer. Als hij uit zijn raam kijkt bestrijkt zijn blik in één keer de meest vitale onderdelen van de Koninklijke Luchtmacht. Toch wist hij tot vorig jaar niet wat er in het kamp gebeurde. Dat was niet te wijten aan een gebrek aan opmerkings gave, maar aan het feit dat het zenuwcentrum van de luchtverdediging zich tien meter onder de grond be vindt. Vorig jaar is de agrariër voor het eerst in „de bunker" geweest. Buurman Luchtmacht had hem uitge nodigd, zoals het een goede buur betaamt. Wat voor de buurman van het kamp geldt, geldt voor velen De meeste mensen kennen alleen de enorme koepel en een kazerneach tig complex De mensen in de direk- te omgeving zien nog wel eens een bijzonder type vliegtuig oversche- ren En een enkeling heeft vaag eens iets gehoord over ondergron- de aktiviteiten Het antwoord op de vraag „wat gebeurt er in Nieuw Milligen?" kan op twee manieren beantwoord worden: beknopt en uitvoerig. Allereerst het beknopte antwoord. Kamp Nieuw Milligen bestaat uit twee afdelingen: het Control and Reporting Centre (CRC) en het Mi litary Air Traffic Control Centre (afgekort Mil/ATCC). Kort gezegd heeft het CRC (de militaire tak) de taak om het luchtruim boven Ne derland, een deel van de Noordzee en een deel van de Waddenzee te beschermen tegen aanvallers. Het Mil/ATCC heeft de taak om bur ger- en militaire vliegtuigen veilig door het Nederlandse luchtruim te loodsen. Het Mil/ATCC werkt nauw samen met de Rijks Lucht vaartdienst (RLD) in Amsterdam. Electronische paraplu Het CRC maakt deel uit van het zogenaamde Nato Air Defence Ground Environment-project (NADGE). Bij dit project moet men zich een enorme electronische pa raplu voorstellen, die de NAVO- landen van het noordelijkste puntje van Noorwegen tot Zuid-Turkije beschermt tegen een aanval uit het oosten. Elk deelnemend land con troleert een stukje van het lucht ruim Al die verschillende radarsta tions staan met elkaar in verbin ding. Voor de controle worden drie-dimensionale radars en snel werkende computers gebruikt. Op sporing, doelvolging, hoogteme ting, identificatie en onderschep ping vinden volledig geautomati seerd plaats. Terug met beide benen op de grond. Vanaf de oude Rijksweg Amersfoort-Apeldoorn, een weg waarover legeraanvoerder Napo leon zou zijn gegaan, voert een smallere weg naar het CRC/Mil- ATCC. Wie op weg is naar het ze nuwcentrum van de luchtverdedi ging verwacht achter elke boom een tot de tanden gewapende com mandostrijder. Niets is minder waar. De natuur ligt er vredig bij en koestert zich aan een lauw winter zonnetje. Alleen een paar borden duiden er op dat we militair terrein naderen. Bij de eerste de beste poort mel den we ons. Of we maar even een briefje willen tekenen. Het blijkt dat we aan het verkeerde adres zijn. We bevinden ons bij de admi nistratieve sector en we worden doorverwezen naar „het convooi". Gewoon rechtdoor, dan komen we er vanzelf Smoezelig We passeren bouwland en zo waar een boerderij Dan opeens rollen prikkeldraad aan weerszij den van de weg. De weg zelf is niet geblokkeerd We stoppen bij een barak-achtig gebouwtje. Het doet smoezelig aan. Binnen is een wachtruimte waarin zich enkele militairen bevinden. We zijn weer verkeerd, maar, toegegeven, we waren te vroeg. Dankzij de hulp van de man achter het loket berei ken we alsnog de plaats van ont moeting Eenmaal in gebouw 24 gaat alles vlot. De kapitein J Hieminga voegt zich bij ons. Hij is onze begeleider en brengt ons in kontakt met de luitenant-kolonel H W. Plazier, chef van het CRC De heer Plazier schetst in grote lijnen de structuur van het kamp Nieuw Milligen. „Wij controleren hier een stuk luchtruim," zegt hij. „Het CRC bekijkt en identificeert alle vliegende objecten boven Ne derland, een stuk van de Noordzee en een stuk van de Waddenzee. Als een bepaald toestel niet kan wor den geïdentificeerd en er bestaat een redelijk vermoeden dat het geen zuivere koffie is, dan sturen we er straaljagers op af. Die staan dag en nacht paraat op de vliegba- ses Soesterberg en Leeuwarden." Wie nu denkt dat voor elk wisse wasje gevechtsvliegtuigen het luchtruim in worden gedirigeerd, overschat de aktiviteiten van de vij and. Slechts (gemiddeld) éen maal per maand vindt er een zogenaam de scrambling plaats en zo één keer per kwartaal betreft het een kist van de tegenpartij. AI die andere keren zijn het vriendschappelijke vliegtuigen die niet de moeite na men zich te melden. Als het nodig is wordt de piloot gedwongen zijn toestel aan de grond te zetten. Dat gebeurt echter maar zelden. Aardig om te vermelden is dat het een enkele keer gebeurt dat het vliegtuigje van een nalatige zaken man wordt onderschept en dat die zakenman figuurlijk de rekening van de aktie gepresenteerd krijgt. Je vraagt je af wat een Rus bezielt om het NAVO-luchtruim binnen te dringen als hij weet dat hij meteen in de picture is. „Och", zegt de overste Plazier, „ze proberen het gewoon". Later op de dag verze kert iemand ons dat het een soort spelletje is. HAWK-raketten Behalve straaljagers beschikt de Luchtmacht ook over geleide pro jectielen, de zogenaamde HAWK- raketten. „Als er sprake is van een reèle oorlogsdreiging dan mag de commandant van dit kamp op dracht geven om die raketten af te vuren," zegt de heer Plazier niet zonder trots. Na enig aandringen onzerzijds geeft hij toe dat het niet zo eenvoudig gaat en dat er eerst een politieke beslissing genomen moet worden. „Maar als in Den Haag eenmaal besloten is dat er met HAWK-raketten verdedigd mag worden, dan heeft onze comman dant ruime bevoegdheden," zegt hij Mocht er desondanks een vijan delijk vliegtuig tot Nieuw Milligen doordringen, dan kan het rekenen op een flink portie vuurwerk uit een aantal zeer wendbare kanon nen. Dat de vijand alle pogingen in het werk zal stellen om het zenuw- Luchtgevechten Behalve het realistisch oe! kunnen er ook bepaalde oorlt tuaties op beeldschermen nagebootst. „We kunnen zo aantal vliegtuigen uit het Oost laten komen," zegt de rra Beemster gekscherend. In Nieuw Milligen kan nu eventueel in NAVO-verband- simuleren. Er kunnen conij luchtgevechten via de coroj worden gestreden. Ze zijn i realistischer dan echte oefenis En ze hebben nog een voorde^ kosten de Nederlandse staat i stuiver. Een echte oefening loo de papieren. Na de lucht vertrekken we „het gezicht" van kamp Nieuv ligen: de immense radarkoep schutkleuren. Deze radar word bruikt door het CRC. Ook groot onderhoud. Ligt hel CRC nu stil? „Nee hoor," zegt Hieminga. hebben nog wel andere mogeli den." In de koepel bevindt zich gantische radar die normaal va twintig uur per dag het lucht bespiedt. Nu staat hij echters dat geeft ons de mogelijkhes dit stuk techniek van nabij t« schouwen. Het blijkt dat de„c van de radar dwars door hel van de koepel priemen. Eens gelijke radar staat in het Wier. Deze richt zich specia het gebied boven de Waddei Bovendien kan de noordelijl dar het gebied boven Nieuw! gen in de peiling houden. Dei op de Veluwe kijkt daar nac onderdoor. De koepel blijkt goed beve terwijl die beveiliging in de komst nog uitgebreid wordt re mera's. Als het electronische zich achter ons gesloten heeft volgen we onze tocht ova Luchtmacht-terrein. Zend- ee vangststations bepalen het be Waakhonden Eenmaal op het kazernea complex aangekomen, nee? kapitein Hieminga ons meem hondenverblijven.Ik zal ué ve diertjes die ons terrein be? eens laten zien," zegt hij. Een die het midden houdt tussec Rottweiler en een Duitse k springt agressief tegen het Eerbiedig doen we een stapje: Twee andere honden gunne geen blik waardig. Ze word zeer in beslag genomen doo: etensbakken. In een grote loods naast <fe dehokken staat het luchtafwt schut opgesteld waarmee de zich in laatste instantie kanv digen. De verrijdbare kai>: zijn verbonden met een wage compleet miniatuur radars! waarin zich electronische af tuur bevindt. En daarmee k: geschut razendsnel worden ra draaid. (r De afronding van een „Nieuw Milligen" vindt plu het kantoor van onze begek Tussen een vrolijk fluitende' en duidelijk anti-Russische aS wordt ons uit de doeken p hoe in de toekomst het luck ook gecontroleerd zal gaao den. Namelijk door middelt langzamerhand bekende AW vliegende radarposten, dit grensgebied tussen oost ens de peiling kunnen houden. H* ga vertelt dat Luchtmacht-e uit Nederland nu al worden leid voor het werk in de vlie radarposten. „En het blijkt" hij, „dat de Nederlandse gen leiders beregoed zijn." Een blik op de radar vanaf de grond. In het midden de gondel van de onderhoudsploeg deze samenwerking tussen militai ren en burgers uniek in de wereld Laten we eens een vliegtuig vol gen. De piloot gaat vliegen volgens de instrumentale regels, in tegen stelling tot de visuele regels. (In het eerste geval wordt hij vanaf de grond geloodst, in het tweede geval vliegt hij op z'n eigen waarnemin gen.) Hij geeft dan per telex een zogenaamd vliegplan door aan Nieuw Milligen. Dat vliegplan be vat gegevens over starttijd, de rou te, de snelheid waarmee en de hoogte waarop gevlogen zal wor den, type vliegtuig, enzovoort. Het gaat vervolgens in de computer Zodra de computer-uitdraai gereed is, controleert de planner of de vlucht geen verkeerstechnische problemen oplevert Als de planner geen bezwaar heeft, gaat er een bel letje naar het vliegveld vanwaar de piloot wil opstijgen. Zodra de vliegverklaring is afge geven wordt het toestel aan een controller toevertrouwd. Die man of vrouw begeleidt het, zolang het boven Nederlands grondgebied is. De controller heeft de beschikking over een zogenaamde radarbuis Een rond beeldscherm waarop hij de bewegingen van alle vliegtuigen heeft vóór zich bovendien een weerkaart, die wordt bijgewerkt zodra dat nodig is. In de wereld van de luchtvaart wordt onderscheid gemaakt tussen hoge en lage luchtdelen Elk van die delen wordt door een aparte unit gecontroleerd Zo'n eenheid be staat uit één planner en een aantal controllers Het is natuurlijk van groot belang om te weten welk vliegtuig zich waar bevindt. Daarom geeft het Mil/ATCC elke kist een code-num mer dat door de piloot in een be paald kastje in zijn vliegtuig moet worden ingeprogrammeerd. Zodra de verbinding tussen controller en piloot tot stand is gekomen tekent het code-nummer zich af op de ra darbuis en weet de controller pre cies wie waar is. Groot onderhoud Van het Mil/ATCC naar het CRC is het slechts enkele meters lopen Beide onderdelen bevinden zich naast elkaar in dezelfde bunker We treffen het niet. Er wordt groot onderhoud gepleegd. Er valt niets Veiligheid Geen nood. Er is altijd nog de officiersmess. Per auto begeven we ons naar de administratieve sector. Onderweg vallen weer de rollen prikkeldraad op. We beginnen een gesprek over de beveiliging van het terrein. Onze inbreng bestaat uit de opmerking dat het ons is opgeval len dat een zo vitaal onderdeel van de Luchtmacht ogenschijnlijk nau welijks bewaakt wordt. We ston den immers in een mum van tijd in de toegang tot „de bunker". Hie minga wil niet te veel kwijt over de beveiliging. „Ik denk dat het alle maal nog meevalt. Er wordt beter gewaakt dan zo op het eerste ge zicht lijkt. Niemand kan zomaar in de bunker zelf komen. En als er enige dreiging van buitenaf is, heb ben we het hele kamp in een mum van tijd hermetisch afgesloten," zegt hij. In de officiersmess is wel iemand om ons van een natje en een droog je te voorzien. Er zijn meer bezoe kers, die door de kapitein Hieminga geraadpleegd worden als hij niet zelf een vraag kan beantwoorden centrum van de luchtverdediging uit te schakelen staat voor de kapi tein Hieminga als een paal boven water. Tijd voor de rondleiding De ka pitein Hieminga neemt ons mee naar hetzelfde smoezelige gebouw tje waar we even tevoren waren. En wat blijkt? Het is de toegangspoort tot het „hart" Niets vermoedend hadden we dus een halfuurtje geleden met onze lompe voeten bovenop een zeer geavanceerd luchtverdedi gingssysteem gestaan Handig die camouflage, grappen we. Welke Rus zoekt het zenuwcentrum onder zo'n keet. Het blijkt evenwel geen camouflage te zijn. Hieminga schaamt zich een beetje voor de en tree. Bijna verontschuldigend zegt hij „Het is inderdaad niet zo'n fraai gebouwtje. Het is ook maar voor nood. Het officiële is afgebrand. Zodra er geld is wordt het her bouwd In schril contrast met het boven grondse staat het ondergrondse. Doet de entree denken aan oude oorlogsfilms, „de bunker" zelf doet futuristisch aan. In de schaars ver lichte ruimte van het Mil/ATCC worden we ontvangen door de ge leider verkeersleiding P. H Kerk- hoff, een burger We kunnen kie zen uit een gedetailleerde uitleg, dan wel een weergave van de hoofdlijnen Met een blik op de ap paratuur kiezen we zekerheidshal ve voor het laatste. Zoals geschreven heeft het Mil/ ATCC de taak om al het luchtver keer m goede banen te leiden Bur gertoestellen hebben vaste routes Een lijnvliegtuig dat van noord- naar zuid-Nederland wil is ver plicht een aantal vaste punten aan te doen. Daar tussendoor moeten de militaire kisten geloodst wor den. Het is de taak van de verkeers leiders om te voorkomen dat twee vliegtuigen, die elkaar moeten krui sen, botsen Verkeersveiligheid De radar waarmee het CRC het Nederlandse luchtruim control te beleven Of het zou de Lucht macht-man moeten zijn die met veel enthousiasme zelfs het snoer van een telefoon schoonmaakt. „Groot onderhoud gebeurt niet zo vaak, dus als we het doen, doen we het goed," zegt de kapitein Hiemin ga Hij neemt ons vervolgens mee naar de computerruimte en een ruimte die veel weg heeft van de machinekamer van een vracht schip „We hebben in de bunker eigen voorzieningen Als boven de stroom uitvalt kunnen we hier be neden gewoon doorwerken. We hebben ook een eigen watervoor ziening," zegt onze begeleider Onder de indruk van de techneu tentaai verlaten we de bunker om onze dorst te laven in een gloed nieuwe ontspanningsruimte, waar de kapitein Hieminga duidelijk trots op is. „De verkeers-, gevecht leiders en overig personeel kunnen zich daar ontspannen, nadat zij en kele uren intensief op de radarbuis hebben zitten turen. Dat is bepaald geen werk wat je erg lang achter elkaar kunt doen," zegt hij. Het ontspanningsgebouw mag er inderdaad wezen Er is onder meer een bar waar van alles te koop is: van een slaatje tot een rol drop. Militairen biljarten. Of we koffie willen7 Terwijl we een stekkie zoe ken gaat onze begeleider op zoek naar de barkeeper. Die blijkt tussen de middag een hapje te eten. Ook nu weer valt de bereidwillig heid om te informeren op. Tijdens de rijkslunch voegt de majoor N. A Beemster zich bij ons. Hij is hoofd bureau operatiën. „De mensen," zegt hij, „worden in ei gen huis opgeleid, omdat nergens anders de apparatuur staat waar mee wij werken." We veronder stellen dat alleen het beste wat de Luchtmacht te bieden heeft in aan merking komt voor een opleiding tot gevechtsleider. Die veronder stelling wordt ons ingegeven door het feit dat het zulk verantwoorde lijk werk is en gelet op de ingewik kelde apparatuur, 't Blijkt mee te vallen. Majoor Beemster: „Natuur lijk is het een zware opleiding, maar iedereen met een gezond verstand kan het theoretische gedeelte aan. Verder is het gewoon een kwestie van feeling. Je hebt 't of je hebt 't niet. Iemand die vier of vijf kisten aan een touw heeft mag niet in pa niek raken. De mensen die wij voor dit werk op het oog hebben moeten een normale dosis stress kunnen verwerken. We zoeken geen ijze ren kerels met stalen zenuwen. Het mogen ook weer geen kouwe kik kers zijn. Wat eveneens belangrijk is, is dat ze moeten kunnen mee denken met de vlieger. Ze moeten als het ware drie-dimensionaal kun nen denken." Voor de gevechtsleiders is het van groot belang dat ze veel oefe nen, zodat ze in oorlogstijd opti- Militairen waken voor de veiligheid in het Nederlandse luchtruim. We opperen dat het toch bijna onmogelijk is dat twee vliegtuigen met elkaar in botsing komen. Er is immers zoveel ruimte boven ons hoofd. „Als er theoretisch gespro ken iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis," zegt de heer Kerkhoff. „Het is aan ons om te voorkomen dat het mis gaat." Later op de dag zou iemand het zo ver woorden: „We tillen zwaar aan de verkeersveiligheid." Het Mil/ATCC maakt eebruik van een radar die is opgesteld in Leerdam De verkeersleiders van de Rijks Luchtvaartdienst (de bur gers dus) bedienen zich van dezelf de radar. Amsterdam geeft ook alle vluchtgegevens die zij heeft door aan Nieuw Millieen. Overigens is kan volgen Zodra er gevaar dreigt (er zijn per uur gemiddeld honderd vliegtuigen boven ons land in de lucht) kan de controller aan een pi loot opdracht geven van de koers af te wijken De verschillende control lers staan met elkaar in verbinding, zodat ze razendsnel (vliegtuigen gaan hard) met elkaar kunnen over leggen als een bepaalde situatie wordt gewijzigd. Elke controller

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1983 | | pagina 12