!et komt nooit meer goed
oor mensen na een oorlog
I
lick Walda spreekt maandag in Leusden
over oorlog en vrede in de literatuur
Aktiviteiten
Vredesweek
HlitiMlilM
OIT IN VERLEDEN
HUILBUI VAN JAREN
OOSTLAND
NIET WILLEN PRA
TEN
BALANCEREN
GEFASCINEERD
DOOR HET VERLE
DEN
Kwaliteithaaljebij
VdDONK&ROMEYN
vdDONK&ROMEYN
DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1983
interview
EUSDEN - De openbare
otheek in Leusden, Ha-
^veldseweg 77, heeft
aanstaande maandag
september, aanvang
uur) de Amsterdamse
|jjver Dick Walda uitgeno
om te komen spreken
oorlog en vrede in de
ktuur. Dick Walda zal niet
jn praten over dit onder-
hij zal ook een film
pnen, die met het onder-
i te maken heeft. Op het
|ient, dat ik met hem
pk denkt hij aan een film
jHet alledaags fascisme"
Rom, maar daar moet hij
achteraan, daar heeft ie
I verder nog niet mee be-
gehouden. 't Kan dus best
een heel andere film wor-
!t vertoog van Dick Wal-
:al in de eerste plaats
[rekkelijk zijn voor men-
die geïnteresseerd zijn
ratuur. Wie heeft er zoal
oorlog en vrede ge-
iven, en wat kunnen we
[mee? Wat Walda vooral
houdt is hoe het komt
mensen na een periode
„dat nooit meer" weer
paam maar zeker voorbe-
worden op een nieuwe
PS-
name wordt Walda gefasci-
door de vraag hoe het komt,
ooraanstaande schrijvers als
;h, Hermans, Armando,
I es, Minco zich nog altijd met
iede wereldoorlog bezig hou-
Daar mee doorgaan. „Oor-
zegt Dick Walda ergens tij
ons gesprek, „is vooral men-
n, en heeft voor altijd het lot
en mens bepaald. Ik kan me
ingrijpenders in een mensen-
voorstellen." Het feit, dat
pp als Armando in 1983 naar
i gaat, en in een krachtig en
woordgebruik de oorlog heel
tij de mens van nu haalt,
ent dat oorlog nog altijd in
ndo leeft. Anno 1983 is im-
n Berlijn van de vijand van
eertig jaar geleden niet veel
terug te vindenl Die gevoe-
noeten volgens Dick Walda
iltijd in de mens, die een
l heeft meegemaakt, leven,
e tweede plaats zullen dege-
die zich de laatste jaren uit
trusting over de niet te stuiten
fiwedloop zijn gaan bezig
in met de problematiek rond
ntstaan van oorlog, in Dick
a's uiteenzetting op maandag
plember diverse waardevolle
lopingspunten vinden. De ge
lenis herhaalt zich. De angst
insen voor het uitbreken van
lorlog is opnieuw aanwezig,
lunnen mensen voorkomen,
weer in een oorlog betrokken
in? Dick Walda haalt daarbij
erhaal aan van een jonge
«er, getiteld „Vlucht naar de
en" Het is de geschiedenis
ld vanuit de antiheld.
Stichting Schrijvers, School
amenleving raadde bibliothe-
ise Liesbeth Ram aan om Dick
i te vragen over vrede en
in de literatuur te komen
en. Geen wonder. Dick Wal-
eft zelf verscheidene publika-
ip dit gebeid op zijn naam
Hij noemt het reproduktief
en geen literatuur. Hij stelt dit
werk nooit in de verleden tijd.
m de tegenwoordige tijd De
len lopen door naar vandaag.
Ijn nooit alleen maar ervarin-
'en beelden van toen. Dat
louwt hij als de tragiek van de
Ie wereldoorlog. Het is geen
id verleden tijd. Het is onvol-
verleden tijd. De mensen
de herinneringen kwijt. Psy-
rs hebben er geen tijd of
voor, en Dick Walda heeft de
ilen en dromen in kaart ge-
I.
kwamen boeken van Walda
'erug in de tijd" (1975), „Een
li van jaren", „Trompettist in
lwitz" (1980) en „Kind van de
ing (1977), tot stand,
emand komt hiertoe om die
leringen te boek te stellen",
hij, „omdat de familieleden
ce „Hou nou es op, vader, om
fie rotoorlog te zeuren!" Som
mensen spraken ook voor de
He keer met mi| van a tot z over
Cr met ze gebeurd was. En na
lazen ze dat, en dan waren
ferg blij, want dan hadden ze
et eerst met mij de tweehon-
ituk|es van die legpuzzel, die
■Ikaar lagen, in elkaar gezet,
van Weren, die heel extreme
inden heeft meegemaakt,
P hij muzikant was in het
!,igingskamp Auschwitz,
voelde zijn verhaal aan mi| als een
opluchting, een bevrijding, omdat
hij ook last had van schuldgevoe
lens. Het dubbele van het gebeu
ren kon hij niet kwijt raken Dat idee
van dat hij vrolijk bij die galg stond
te toeteren. Ja, ik zei net als jij
reageert: „Ik moet er niet aan
denken!" Maar hij zei ook: „Dat
went na een week, Dick. Dat went
bij jou ook. Er waren twee mogelijk
heden: of je ging dood, of je bleef
leven. Als je wilde blijven leven,
moest je een funktie hebben, zodat
ze dachten: die Van Weren, die
kunnen we niet missen. De tragiek
in Auschwitz was, dat er zo enorm
veel pianisten en violisten waren,
en die konden ze niet gebruiken.
Omdat er marsen gespeeld moes
ten worden, moesten ze toeteraars
hebben, en Van Weren was uit die
heel grote groep van muzikanten
de enige trompettist."
„Een huilbui van jaren" is door
Dick Walda geschreven naar het
verhaal, dat het Joodse atelier
meisje Rita Boas aan hem vertelde.
Ook zij kwam in de Duitse mallemo
len terecht, maar door een bizar
toeval beschikte zij over een cu
rieus papier. Haar broertje had
namelijk een vooraanstaand
N.S B.-jongetje uit de Amstel ge
red, en de moeder van dat jongetje
had gezegd: „Als ik iets voor je kan
doen, moet je het maar zeggen."
Zo wist dat broertje een papier los
te krijgen, dat hij en zijn familie niet
op transport hoefden. Dat papier
hebben ze als maar gebruikt, totdat
Aus der Fünten zei, dat het afgelo
pen was. De hele familie ging op
transport, en aan het eind van de
oorlog dacht Rita, dat zij de enige
overlevende van de familie was,
maar in Zweden vond ze haar
broertje terug. Dick Walda be
schrijft hun verdere zwerftocht door
het naoorlogse Nederlandse leven.
Het leven voor hen is nooit meer
goed gekomen.
Dat is het thema, dat Dick Walda
onder de aandacht wil brengen.
Het komt nooit meer goed voor
mensen na een oorlog. Voor al die
mensen, met wie hij heeft gespro
ken, is wat ze hebben meegemaakt
zo'n diepe ingreep geweest, dat het
voor altijd het lot van die mensen
heeft bepaald. Als ze wat geld
hebben gespaard en gaan reizen,
is hun tragiek dat ze teruggaan
naar de plekken waar het is ge
beurd, omdat ze de gebeurtenis
sen willen reconstrueren.
Van Weren, lees ik in „Trompet
tist in Auschwitz", vraagt zich af
waarom hij honderden kilometers
ver zijn gruwelijke verleden tege-
moetreist. Ik citeer deze passage in
zijn geheel, omdat ik denk, dat
deze essentieel is voor de steeds
weer nieuwe mogelijkheid om een
bevolking te laten deel nemen aan
een nieuwe oorlog. (Typerend
daarbij is, dat Van Weren tenslotte
verzucht Ik begrijp het nog steeds
niet, en ik denk dat het er nooit van
zal komen.) Van Weren vraagt zich
af hoe het mogelijk is geweest, dat
van oorsprong gewone mannen tot
zo iets afgrijselijks in staat zijn
geweest: „De mannetjes, die een
uniform aantrokken, figuren naar
wie je te luisteren had en die door
hun machtspositie langzaamaan
hun normbesef kwijtraakten. Ze
hebben eerst geleefd als gewone
mensen, wij allemaal. Ik dacht
voortdurend, overal waar ik in Po
len keek, hier had er ook eentje de
leiding. Macht corrumpeert. Dat is
iets dat me wel duidelijk is gewor
den.
Die mannetjes, al die kleine en
grote machthebbers, kwamen uit
alle lagen van de Duitse bevolking.
Ze kwamen overal vandaan. Ze
waren fietsenmakers, politieagen
ten, kleine middenstanders, han
delsreizigers en mislukkelingen,
maar ook artsen, architekten, kort
om intellektuelen. Ze conformeer
den zich in de kortst mogelijke tijd
met het fascisme. Ik denk dat door
groepsbinding aan de ene kant en
de mogelijkheid tot ontplooiing van
machtsstreven aan de andere kant
het fascisme zo'n aantrekkings
kracht had op zovelen. En nog
heeft."
Voor de radio heeft Dick Walda
zo juist een serie van drie afleverin
gen voltooid „Op weg naar het
Oostland" Over een jongen van
achttien die in een Duitse gevange
nis terecht komt, en van daaruit
naar het oosten wordt gestuurd om
een boerenkolonie op te zetten. Hij
moet zelf maar uitvinden hoe (en
de oorlog was overal in het Russi
sche land). Die jongen woonde
maanden in een trein, want soms
ging die trein niet verder. Dan bleef
de trein op het station staan, of
werd gebombardeerd, of de rails
werd weggeslagen
„Voor zijn gevoel", zegt Dick
Walda, „is die jongen nog steeds
onderweg Hij droomt ervan, en die
dingen zitten 's morgens nog altijd
in zijn hoofd. Dan kun je zeggen,
dan moet je zo enorm veel valium
vreten, dan ben je bewusteloos als
je naar bed gaat. Maar ik denk, dat
het bevrijdender is, wanneer zo'n
jongen die dingen aan iemand ver
telt, en een ander (die het dan ook
nog opschrijft) in zijn ellende be
trekt. Die ander is deelgenoot.
Ik zal je een ander verhaal vertel
len. Ik heb in Moskou iemand ont
moet die vertelde mij een droom
waar hij nog nooit met anderen
over had gesproken Hij is in de
oorlog - en dat is dus zijn echte
belevenis - ergens in de bossen, is
afgesneden van zijn troep. Heeft
wapen bij zich. Wordt achterna
gezeten door de Duitsers. Nu be
gint zijn droom. Hij heeft het ge
weer. Komt oog in oog te staan met
de Duitsers. Twee of drie. Soms is
het een heel groepje. Hij vuurt, en
zijn wapen weigert, en op dat mo
ment wordt ie wakker, badend van
het zweet Ik vraag. „Hoe zien ze
eruit". „Altijd hetzelfde", zegt hij.
„Het zijn die Moffen die ik in
werkelijkheid ontmoet heb." „Hoe
is het in werkelijkheid gebeurd",
vraag ik. „In werkelijkheid is het zo,
dat ik er twee heb doodgeschoten.
Twee Volgens mij waren het er niet
meer." Hoe komt het nou dat op dat
moment het wapen van die man
steeds ketst, weigert of dat ie geen
patroon heeft, en dat ie badend in
het zweet wakker wordt. Hij drinkt,
het helpt niet. Hij heeft medicijnen
genomen, het helpt niet. Die droom
is zo indnngend en onontkoom
baar, en hij komt er niet uit. Hij
droomt als maar hetzelfde.
We hebben er uitvoerig over
gesproken. Hij sprak goed Duits.
Hij heeft me later nog een brief
geschreven Ik ben er heel lang op
doorgegaan, ik heb er erg veel tijd
voor genomen. Dat is het punt: je
kunt niet tegen die mensen zeg
gen: „Ik heb een uurtje voor je, en
dan moet ik weer weg." Ik heb die
scène tot in de details met hem
besproken. „Wat was het. Was het
herfst?" „Het was winter. Heel kaal
alles. Weinig dekking." Hij heeft het
eigenlijk verleid als een schilderij.
Het was een film voor mij gewor
den. Ik zag het helemaal voor me.
En nu droomt hij niet meer. Ik heb
niet de arrogantie dat het door mij
komt, maar die droom is eindelijk
voorbij!"
Het houdt Dick Walda bezig
waarom de mensen die oorlogsver
schrikkingen hebben meegemaakt
er niet over willen spreken. Hij
neemt het boekje in de hand „Kind
van de rekening" (Jeugdbelevenis-
sen uit de tweede wereldoorlog
verteld aan Dick Walda). Leest:
„Judith de B 1929, Amsterdam:
„Er zat een vrouw tegenover me
die vroeg: „Wordt u niet goed?" Ik
zei: „Ik ben al een hele tijd niet
goed." Die Judith, wier verhaal
Dick Walda wilde noteren, hield
een hele tijd de boot af. Voortdu
rend zei ze: „Kom 's morgens, dan
ben ik het beste. Dan kunnen we
koffie drinken, en dan heb ik nog
alles goed op een rijtje." Ik ben 's
morgens gekomen: „Nee. het moet
's middags komen. Dan drinken we
thee." Ik ben 's middags gekomen;
„Nee, weetje wat. Laten we samen
een hapje gaan eten." Het heeft
echt weken geduurd, en zij dacht:
hij geeft het wel op. Willen en niet
willen Smoezen bedenken om er
onder uit te komen Tenslotte kreeg
Dick haar zo ver, en het was de
eerste keer dat ze er over kon
praten.
Wat is de drijfveer voor hem om
die mensen aan het praten te kijr-
gen? Ik vraag hem of hij er zelf niet
ontzettend mee belast wordt.
„Voor mij is het niet uit medelijden,
maar uit een vorm van nieuwsgie
righeid", zegt hij, „omdat ik hoop
dat ik er achter kom. Kijk, het is
namelijk nooit de hele waarheid.
De waarheid staat er niet in, omdat
alles wat in het verleden is ge
beurd. bij jou, bij mij, dat is verte
kend Maar sommige dingen zijn zo
scherp ingekerfd, je bent daar zo
door vernederd, of aangetast, of
verminkt, dat het vanzelf spreekt
dat er bepaalde Verschuivingen
zijn.
Bijvoorbeeld Lex van Weren ver
telde over een kerstfeest, waar ie
met een lekkend cornet „Stille
nacht heilige nacht" moest spelen,
en dat heel mooi deed. Daar stond
die man op de appèl-plaats Die
Moffen zijn sentimenteel en die
verwachtten een prachtig lied. Dat
is voor hem zo'n scherp beeld: hij in
zijn eentje op die appelplaats, en
dan denk ik Misschien heeft ie
helemaal niet gespeeld, of maar
een klein stukje
Het meeste van zijn werk be
steedt Dick Walda aan radio en
televisie. Voor de NOS televisie
heeft hij „Esther" gemaakt, dat op
4 mei 1974 en 1977 werd uitgezon
den, en dat werd gespeeld door
Josée Ruiter en Henk van Ulsen.
Het is het verhaal van een ver
pleegster in „Het Apeldoornse
Bos", een psychiatrische inrichting
voor Joodse mensen. De man in
het drama werd daar heen ge
bracht: er waren daar veel mensen
ondergedoken. Het was een prach
tig alibi. Maar Aus der Fünten liet in
1943 die hele inrichting leeg halen.
De patiënten werden op transport
gesteld. Een deel van de verpleeg
sters en artsen is vrijwillig met de
patiënten meegegaan.
De verpleegster in Walda's ver
haal gaat ook mee. maar die man,
haar minnaar, zegt: „Nee, dat is
veel te gevaarlijk, we moeten on
derduiken." Tenslotte zegt hij dat
hij ook mee zal gaan, maar op het
beslissende moment is hij haar
ontrouw, en hij gaat weg. Hij blijft
leven, maar weet nooit wat er met
die vrouw is gebeurd. Voor 100%
zou je kunnen zeggen, dat die
vrouw is omgekomen in Auschwitz.
Maar dan krijg je de tegenwoordige
tijd, en dat hebben we allemaal, dat
je iemand ontmoet, van wie je
denkt: die ken ik. Hij ontmoet een
toeriste uit Amerika, die lijkt op zijn
vroegere vriendin. Als hij op haar
zou toe gaan, en het zou vragen
zou hij het zeker weten Maar dat is
juist het spannende en het heel
griezelige dat hij dat niet durft, want
dan is hij zijn illusie kwijt, en hij zit
ook met het feit dat hij zich vanaf
die tijd enorm schuldig heeft ge
voeld.
Walda wordt er door geïntri
geerd, dat dit proces een voortdu
rend balanceren op het verleden is.
Verleden en heden lopen door el
kaar heen. Voor de IKON televisie
maakte hij „De mens Jan Postma",
dat voor een deel in de tegenwoor
dige tijd speelt. Jan Postma was
een communist, die in het verzet
zat. Hij is in Vught doodgeschoten
Het is ook het verhaal van mensen,
die verder hebben geleefd. Dick
Walda heeft met de vrouw van Jan
Postma gesproken, en met men
sen die hem goed hebben gekend.
Ze leven verder, maar ze zijn
steeds bezig met die reconstructie.
Ze hebben namelijk een paar keer
geprobeerd hem te laten ontsnap
pen uit Vught, maar dat is telkens
mislukt. De mensen die daar bij
betrokken zijn geweest voelen zich
schuldig, want „Stel dat..." Die
mensen hebben voortdurend het
idee, net als bijvoorbeeld bij een
auto-ongeluk, als ik vijf minuten
later was vertrokken, of vijf minuten
eerder, was dat niet gebeurd, enzo
voorts.
„Voor sommige mensen", aldus
Dick Walda, „is dat zo'n obsessie,
dat ze zich schuldig blijven voelen.
Ik vind, dat is een straf, en dat mag
je eigenlijk niet van mensen verlan
gen, dat ze veertig jaar daarna nog
zo daarmee bezig zijn. Dat heeft
allemaal te maken met het feit dat
in die oorlog alle normen in een
klap zijn veranderd. (Kijk, de vol
gende oorlog, daar hoef je niet
meer te spreken over normen, want
er bestaat niets meer.) Het aangrij
pende is dat in dat provincieachtige
toestandje in Nederland met allerlei
vaste normen die Duitsers dat van
de ene op de andere dag omver
wierpen. Dat heeft die mensen die
er bij betrokken waren voor goed
veranderd. Die mensen zijn er niet
bewust elke dag mee bezig, maar
het is bepalend geweest voor wat
ze verder deden."
Dick Walda heeft niet alleen de
mensen, die met de tweede we
reldoorlog geconfronteerd zijn, op
gezocht. Hij is ook naar mensen,
die deel hebben genomen aan
andere oorlogen toe gegaan. Hij
heeft gesproken met mensen, die
tijdens de burgeroorlog naar Span
je zijn gegaan, en die in de interna
tionale brigade tegen het fascisme
hebben gevochten. Die Spanjestrij-
ders hebben de hele oorlog mee
gemaakt, en die hebben die oorlog
verloren. Het fascisme heeft ge
wonnen, en dat geeft een afschu
welijk gevoel Dat begon dus voor
die mensen toen al in 1936-1937.
Drie jaar later was er geen keuze
meer mogelijk. Dat heeft die men
sen voor goed in een bepaald hokje
gezet, en veranderd. Ze waren heel
lang statenloos, en ook dat tekent
iemand. Hij moet regelmatig naar
de Vreemdelingendienst, en hij kan
als statenloze nooit in overheids
dienst werk vinden.
Al dit soort verschijnselen geldt
ook voor de mensen die de politio-
nale akties in Indië hebben meege
maakt. Ook zij zijn voor goed ver
anderd, en hun leven wordt be
paald door wat ze hebben meege
maakt.
Dick Walda zal zich in zijn lezing op
19 september bezig houden met
wat schrijvers vandaag de dag
beweegt om door te gaan met het
zich bezig houden met de tweede
wereldoorlog. Armando heeft als
jongetje rond het Amersfoortse
concentratiekamp bepaalde din
gen gezien, die zo'n diepe indruk
op hem hebben gemaakt, dat hij
spreekt van „schuldig landschap"
De bomen en alles wat daar staat
hebben dat meegemaakt Hij is zo
gefascineerd door het verleden dat
hij naar Berlijn is gereisd naar de
vijand zoals hij dat noemt. Die
mensen zijn oud, maar het punt is
dat Armando voortdurend terug
komt op de gesprekken die hij
heeft. En daar wil Walda het over
hebben. Mulisch, Charles, Marga
Minco
Hoe komt het dat Marga Minco
na „Het bittere kruid" daar geen
streep onder heeft gezet. Voor die
mensen is het blijkbaar zo'n fasci
nerende negatieve invloed ge
weest, dat ze er nooit meer los van
raken. Het is een bevrijding voor
Minco en Charles om dat vast te
leggen, en daar heel mooie litera
tuur van te maken Ze hebben het
zelf meegemaakt, en de herinne
ringen staan scherp in hun geheu
gen gegrift. Walda die in 1940 is
geboren, en het dus eigenlijk zelf
niet beleefd heeft, voelt zich er
eveneens toe aangetrokken, niet
alleen door het werk, maar ook
door de mensen die er mee bezig
zijn Oorlog is zo'n ingrijpend iets,
dat ook hij er niet los van komt
„Die vrede", zegt hij zijn waarne
mingen samenvattend, „is een
voortdurende overgangstijd naar
de volgende oorlog. Na 1945 wer
den er overal klubjes gevormd: nu
is het echt voorbij. Toen kwam de
koude oorlog Korea Toen zouden
de Russen komen En toen werd
iedereen langzaam klaar ge
stoomd en geprepareerd van: op
naar de volgende oorlog En omdat
de technologie zo snel ging werd
iedereen ermee vertrouwd het
wordt een atoomoorlog, en dan
blijft er niets meer over.
Het proces heeft jaren geduurd.
Je had eerst de B B. oefeningen. Je
had elke maand op maandag om
twaalf uur de sirene. Stapje voor
stapje word je rijp gemaakt voor het
onontkoombare: die volgende oor
log. En dan is er geen sprake meer
van normverschuivingen, van boe
ken schrijven.
Wie heeft er op een gegeven
ogenblik belang bij om die span
ning als maar op te voeren. Is de
bewapeningsindustrie zo machtig
en tegelijkertijd zo naief dat ze
maar doorgaan met vliegtuigen en
kernwapens maken waarmee ze
ook zichzelf zullen hebben, want na
zo'n oorlog blijft er ook van die hele
wapenindustrie niets over. Spelen
ze dan letterlijk en figuurlijk met
vuur, zolang de spanning er maar
in blijft, wdnt er is zo'n dosis overkill
aanwezig!"
Dick Walda en ik spreken ten
slotte over het abstrakt spelen met
vuur, het abstrakt schermen en
dreigen met kernwapens. Wat hij
zelf doet het zichtbaar maken van
mensenpijn, het de oorlog dichtbij
de mensen brengen, dat alleen,
mits verbreid onder alle volkeren,
kan de ogen van de mensen ope
nen. en hen ertoe bewegen niet
meer bereid Ie zijn aan een oorlog
deel te nemen, welk mechanisme
hen ook wenst te manipuleren
daartoe. Oorlog voeren heeft voor
velen nog altijd iets van de wereld
ligt aan onze voeten De Duitsers,
die een perfekt lager hadden opge
bouwd. hadden tot Stalingrad het
idee dat ze oppermachtig waren
Voor hen gold de zekerheid bij de
groep te horen, het met elkaar eens
te zijn. bevelen op te volgen omdat
dat het grote geheel van de oorlog
diende. Dick Walda is ermee bezig
om dat alles te ontmaskeren.
Oorlog en vrede in de literatuur.
Tolstoj, Bertha von Suttner, Ro-
main Rolland, Henri Barbusse, Re
marque, Ernest Hemingway. Geor
ge Orwell, Andreas Latzko, Jef
Last, Irwin Shaw, Norman Mailer,
llja Ehrenburg, Anne Frank. Hoe
lang nog?
LEUSDEN - Vrijdagavond 16
September van 19-20 uur: Stille
wacht in het winkelcentrum „De
Hamershof", georganiseerd
door de I.K.V.-kern Leusden.
Vredesdiensten: St. Jozefkerk:
zaterdagavond 17 september om
19.00 uur en zondagmorgen 18
september om 9 en 11 uur. Mar-
kuskerk en Dorpskerk: zondag
morgen 18 september, 9.00 uur.
Zaterdag 17 september: fiets
tocht door Leusden samen met
de IKV-kern uit Hoogland. Ver-
Plavuizen en vloertegels worden
dikwijls zeer intensief gebruikt.
Daarom is een goed advies over
slijtvastheid en specifieke
toepassingen in uw voordeel. De
deskundigen van v.d. Donk
Romeyn weten er alles van.
Havenweg 5, 3812 PR Amersfoort
Telefoon 033-16946
trek 11.10 uur vanaf de Markus-
kerk. Op de fietsen: oproepen
voor de landelijke demonstratie
op 29 oktober in Den Haag.
De „Denk'Werkgroep Vredes
vraagstukken" die optreedt onder
verantwoordelijkheid van de geza-
melijke kerken organiseert drie ge-
spreksavonden uitgaande van de
vraag: „Behoren A-B-C wapens tot
de middelen waarmee een christen
zich mag verdedigen?" 20 septem
ber in „De Kom", aanvang 20 uur,
21 september in „De Markuskerk
aanvang 20 uur, 22 september in
„Het Trefpunt Leusden Zuid", aan
vang 20 uur
Omdat veel Leusdenaren regel
matig naar de omroepparochie in
Amersfoort gaan, het volgende be
richt:
Zondag 18 september: Omroep
parochie 't Zand 33, Amersfoort:
viering t g.v. het afscheid van Jan
ter Laak als omroeppastor Cele
brant: Mgr. Ernst, bisschop van
Breda Aanvang 11.00 uur. 's
Avonds om 20.00 uur zelfde loka-
tie Politiek Avondgebed Maandag
19 september, 20 00 uur: Openba
re Bibliotheek, lezing van Dick Wal
da over oorlog en vrede in de
literatuur.
Op zaterdag 24 september staat
het I K.V. met een kraam in de
Hamershof Komt u even langs om
de Vredeskrant 1983 af te halen?
Ook verkrijgbaar bij Fa. van Akke
ren, Bohemen fam. Wesseling,
Korenschoof 16 en farn. Hoelen.
Stadhouderslaan 5. Leusden-Zuid.
Tot zover de vredesweek die dit
jaar in het teken zal staan van de
grote landelijke demonstratie in
Den Haag op zaterdag 29 oktober
as.
Dit klassieke bankstel
is een rijk bezit.
Geheel gestoffeerd
a
f. T
Ju Tl
J3B
"■"rwrar
y f* m L-
Bijpassende eiken
salontafel
(140x68 cm)
Hamersveldseweg 22. Leusden-C Tel 033-941331
Tussen Winkelcentrum ..Hamershof"
en Winkelcentrum ..Biezenkamp"