!et komt nooit meer goed oor mensen na een oorlog I lick Walda spreekt maandag in Leusden over oorlog en vrede in de literatuur Aktiviteiten Vredesweek HlitiMlilM OIT IN VERLEDEN HUILBUI VAN JAREN OOSTLAND NIET WILLEN PRA TEN BALANCEREN GEFASCINEERD DOOR HET VERLE DEN Kwaliteithaaljebij VdDONK&ROMEYN vdDONK&ROMEYN DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1983 interview EUSDEN - De openbare otheek in Leusden, Ha- ^veldseweg 77, heeft aanstaande maandag september, aanvang uur) de Amsterdamse |jjver Dick Walda uitgeno om te komen spreken oorlog en vrede in de ktuur. Dick Walda zal niet jn praten over dit onder- hij zal ook een film pnen, die met het onder- i te maken heeft. Op het |ient, dat ik met hem pk denkt hij aan een film jHet alledaags fascisme" Rom, maar daar moet hij achteraan, daar heeft ie I verder nog niet mee be- gehouden. 't Kan dus best een heel andere film wor- !t vertoog van Dick Wal- :al in de eerste plaats [rekkelijk zijn voor men- die geïnteresseerd zijn ratuur. Wie heeft er zoal oorlog en vrede ge- iven, en wat kunnen we [mee? Wat Walda vooral houdt is hoe het komt mensen na een periode „dat nooit meer" weer paam maar zeker voorbe- worden op een nieuwe PS- name wordt Walda gefasci- door de vraag hoe het komt, ooraanstaande schrijvers als ;h, Hermans, Armando, I es, Minco zich nog altijd met iede wereldoorlog bezig hou- Daar mee doorgaan. „Oor- zegt Dick Walda ergens tij ons gesprek, „is vooral men- n, en heeft voor altijd het lot en mens bepaald. Ik kan me ingrijpenders in een mensen- voorstellen." Het feit, dat pp als Armando in 1983 naar i gaat, en in een krachtig en woordgebruik de oorlog heel tij de mens van nu haalt, ent dat oorlog nog altijd in ndo leeft. Anno 1983 is im- n Berlijn van de vijand van eertig jaar geleden niet veel terug te vindenl Die gevoe- noeten volgens Dick Walda iltijd in de mens, die een l heeft meegemaakt, leven, e tweede plaats zullen dege- die zich de laatste jaren uit trusting over de niet te stuiten fiwedloop zijn gaan bezig in met de problematiek rond ntstaan van oorlog, in Dick a's uiteenzetting op maandag plember diverse waardevolle lopingspunten vinden. De ge lenis herhaalt zich. De angst insen voor het uitbreken van lorlog is opnieuw aanwezig, lunnen mensen voorkomen, weer in een oorlog betrokken in? Dick Walda haalt daarbij erhaal aan van een jonge «er, getiteld „Vlucht naar de en" Het is de geschiedenis ld vanuit de antiheld. Stichting Schrijvers, School amenleving raadde bibliothe- ise Liesbeth Ram aan om Dick i te vragen over vrede en in de literatuur te komen en. Geen wonder. Dick Wal- eft zelf verscheidene publika- ip dit gebeid op zijn naam Hij noemt het reproduktief en geen literatuur. Hij stelt dit werk nooit in de verleden tijd. m de tegenwoordige tijd De len lopen door naar vandaag. Ijn nooit alleen maar ervarin- 'en beelden van toen. Dat louwt hij als de tragiek van de Ie wereldoorlog. Het is geen id verleden tijd. Het is onvol- verleden tijd. De mensen de herinneringen kwijt. Psy- rs hebben er geen tijd of voor, en Dick Walda heeft de ilen en dromen in kaart ge- I. kwamen boeken van Walda 'erug in de tijd" (1975), „Een li van jaren", „Trompettist in lwitz" (1980) en „Kind van de ing (1977), tot stand, emand komt hiertoe om die leringen te boek te stellen", hij, „omdat de familieleden ce „Hou nou es op, vader, om fie rotoorlog te zeuren!" Som mensen spraken ook voor de He keer met mi| van a tot z over Cr met ze gebeurd was. En na lazen ze dat, en dan waren ferg blij, want dan hadden ze et eerst met mij de tweehon- ituk|es van die legpuzzel, die ■Ikaar lagen, in elkaar gezet, van Weren, die heel extreme inden heeft meegemaakt, P hij muzikant was in het !,igingskamp Auschwitz, voelde zijn verhaal aan mi| als een opluchting, een bevrijding, omdat hij ook last had van schuldgevoe lens. Het dubbele van het gebeu ren kon hij niet kwijt raken Dat idee van dat hij vrolijk bij die galg stond te toeteren. Ja, ik zei net als jij reageert: „Ik moet er niet aan denken!" Maar hij zei ook: „Dat went na een week, Dick. Dat went bij jou ook. Er waren twee mogelijk heden: of je ging dood, of je bleef leven. Als je wilde blijven leven, moest je een funktie hebben, zodat ze dachten: die Van Weren, die kunnen we niet missen. De tragiek in Auschwitz was, dat er zo enorm veel pianisten en violisten waren, en die konden ze niet gebruiken. Omdat er marsen gespeeld moes ten worden, moesten ze toeteraars hebben, en Van Weren was uit die heel grote groep van muzikanten de enige trompettist." „Een huilbui van jaren" is door Dick Walda geschreven naar het verhaal, dat het Joodse atelier meisje Rita Boas aan hem vertelde. Ook zij kwam in de Duitse mallemo len terecht, maar door een bizar toeval beschikte zij over een cu rieus papier. Haar broertje had namelijk een vooraanstaand N.S B.-jongetje uit de Amstel ge red, en de moeder van dat jongetje had gezegd: „Als ik iets voor je kan doen, moet je het maar zeggen." Zo wist dat broertje een papier los te krijgen, dat hij en zijn familie niet op transport hoefden. Dat papier hebben ze als maar gebruikt, totdat Aus der Fünten zei, dat het afgelo pen was. De hele familie ging op transport, en aan het eind van de oorlog dacht Rita, dat zij de enige overlevende van de familie was, maar in Zweden vond ze haar broertje terug. Dick Walda be schrijft hun verdere zwerftocht door het naoorlogse Nederlandse leven. Het leven voor hen is nooit meer goed gekomen. Dat is het thema, dat Dick Walda onder de aandacht wil brengen. Het komt nooit meer goed voor mensen na een oorlog. Voor al die mensen, met wie hij heeft gespro ken, is wat ze hebben meegemaakt zo'n diepe ingreep geweest, dat het voor altijd het lot van die mensen heeft bepaald. Als ze wat geld hebben gespaard en gaan reizen, is hun tragiek dat ze teruggaan naar de plekken waar het is ge beurd, omdat ze de gebeurtenis sen willen reconstrueren. Van Weren, lees ik in „Trompet tist in Auschwitz", vraagt zich af waarom hij honderden kilometers ver zijn gruwelijke verleden tege- moetreist. Ik citeer deze passage in zijn geheel, omdat ik denk, dat deze essentieel is voor de steeds weer nieuwe mogelijkheid om een bevolking te laten deel nemen aan een nieuwe oorlog. (Typerend daarbij is, dat Van Weren tenslotte verzucht Ik begrijp het nog steeds niet, en ik denk dat het er nooit van zal komen.) Van Weren vraagt zich af hoe het mogelijk is geweest, dat van oorsprong gewone mannen tot zo iets afgrijselijks in staat zijn geweest: „De mannetjes, die een uniform aantrokken, figuren naar wie je te luisteren had en die door hun machtspositie langzaamaan hun normbesef kwijtraakten. Ze hebben eerst geleefd als gewone mensen, wij allemaal. Ik dacht voortdurend, overal waar ik in Po len keek, hier had er ook eentje de leiding. Macht corrumpeert. Dat is iets dat me wel duidelijk is gewor den. Die mannetjes, al die kleine en grote machthebbers, kwamen uit alle lagen van de Duitse bevolking. Ze kwamen overal vandaan. Ze waren fietsenmakers, politieagen ten, kleine middenstanders, han delsreizigers en mislukkelingen, maar ook artsen, architekten, kort om intellektuelen. Ze conformeer den zich in de kortst mogelijke tijd met het fascisme. Ik denk dat door groepsbinding aan de ene kant en de mogelijkheid tot ontplooiing van machtsstreven aan de andere kant het fascisme zo'n aantrekkings kracht had op zovelen. En nog heeft." Voor de radio heeft Dick Walda zo juist een serie van drie afleverin gen voltooid „Op weg naar het Oostland" Over een jongen van achttien die in een Duitse gevange nis terecht komt, en van daaruit naar het oosten wordt gestuurd om een boerenkolonie op te zetten. Hij moet zelf maar uitvinden hoe (en de oorlog was overal in het Russi sche land). Die jongen woonde maanden in een trein, want soms ging die trein niet verder. Dan bleef de trein op het station staan, of werd gebombardeerd, of de rails werd weggeslagen „Voor zijn gevoel", zegt Dick Walda, „is die jongen nog steeds onderweg Hij droomt ervan, en die dingen zitten 's morgens nog altijd in zijn hoofd. Dan kun je zeggen, dan moet je zo enorm veel valium vreten, dan ben je bewusteloos als je naar bed gaat. Maar ik denk, dat het bevrijdender is, wanneer zo'n jongen die dingen aan iemand ver telt, en een ander (die het dan ook nog opschrijft) in zijn ellende be trekt. Die ander is deelgenoot. Ik zal je een ander verhaal vertel len. Ik heb in Moskou iemand ont moet die vertelde mij een droom waar hij nog nooit met anderen over had gesproken Hij is in de oorlog - en dat is dus zijn echte belevenis - ergens in de bossen, is afgesneden van zijn troep. Heeft wapen bij zich. Wordt achterna gezeten door de Duitsers. Nu be gint zijn droom. Hij heeft het ge weer. Komt oog in oog te staan met de Duitsers. Twee of drie. Soms is het een heel groepje. Hij vuurt, en zijn wapen weigert, en op dat mo ment wordt ie wakker, badend van het zweet Ik vraag. „Hoe zien ze eruit". „Altijd hetzelfde", zegt hij. „Het zijn die Moffen die ik in werkelijkheid ontmoet heb." „Hoe is het in werkelijkheid gebeurd", vraag ik. „In werkelijkheid is het zo, dat ik er twee heb doodgeschoten. Twee Volgens mij waren het er niet meer." Hoe komt het nou dat op dat moment het wapen van die man steeds ketst, weigert of dat ie geen patroon heeft, en dat ie badend in het zweet wakker wordt. Hij drinkt, het helpt niet. Hij heeft medicijnen genomen, het helpt niet. Die droom is zo indnngend en onontkoom baar, en hij komt er niet uit. Hij droomt als maar hetzelfde. We hebben er uitvoerig over gesproken. Hij sprak goed Duits. Hij heeft me later nog een brief geschreven Ik ben er heel lang op doorgegaan, ik heb er erg veel tijd voor genomen. Dat is het punt: je kunt niet tegen die mensen zeg gen: „Ik heb een uurtje voor je, en dan moet ik weer weg." Ik heb die scène tot in de details met hem besproken. „Wat was het. Was het herfst?" „Het was winter. Heel kaal alles. Weinig dekking." Hij heeft het eigenlijk verleid als een schilderij. Het was een film voor mij gewor den. Ik zag het helemaal voor me. En nu droomt hij niet meer. Ik heb niet de arrogantie dat het door mij komt, maar die droom is eindelijk voorbij!" Het houdt Dick Walda bezig waarom de mensen die oorlogsver schrikkingen hebben meegemaakt er niet over willen spreken. Hij neemt het boekje in de hand „Kind van de rekening" (Jeugdbelevenis- sen uit de tweede wereldoorlog verteld aan Dick Walda). Leest: „Judith de B 1929, Amsterdam: „Er zat een vrouw tegenover me die vroeg: „Wordt u niet goed?" Ik zei: „Ik ben al een hele tijd niet goed." Die Judith, wier verhaal Dick Walda wilde noteren, hield een hele tijd de boot af. Voortdu rend zei ze: „Kom 's morgens, dan ben ik het beste. Dan kunnen we koffie drinken, en dan heb ik nog alles goed op een rijtje." Ik ben 's morgens gekomen: „Nee. het moet 's middags komen. Dan drinken we thee." Ik ben 's middags gekomen; „Nee, weetje wat. Laten we samen een hapje gaan eten." Het heeft echt weken geduurd, en zij dacht: hij geeft het wel op. Willen en niet willen Smoezen bedenken om er onder uit te komen Tenslotte kreeg Dick haar zo ver, en het was de eerste keer dat ze er over kon praten. Wat is de drijfveer voor hem om die mensen aan het praten te kijr- gen? Ik vraag hem of hij er zelf niet ontzettend mee belast wordt. „Voor mij is het niet uit medelijden, maar uit een vorm van nieuwsgie righeid", zegt hij, „omdat ik hoop dat ik er achter kom. Kijk, het is namelijk nooit de hele waarheid. De waarheid staat er niet in, omdat alles wat in het verleden is ge beurd. bij jou, bij mij, dat is verte kend Maar sommige dingen zijn zo scherp ingekerfd, je bent daar zo door vernederd, of aangetast, of verminkt, dat het vanzelf spreekt dat er bepaalde Verschuivingen zijn. Bijvoorbeeld Lex van Weren ver telde over een kerstfeest, waar ie met een lekkend cornet „Stille nacht heilige nacht" moest spelen, en dat heel mooi deed. Daar stond die man op de appèl-plaats Die Moffen zijn sentimenteel en die verwachtten een prachtig lied. Dat is voor hem zo'n scherp beeld: hij in zijn eentje op die appelplaats, en dan denk ik Misschien heeft ie helemaal niet gespeeld, of maar een klein stukje Het meeste van zijn werk be steedt Dick Walda aan radio en televisie. Voor de NOS televisie heeft hij „Esther" gemaakt, dat op 4 mei 1974 en 1977 werd uitgezon den, en dat werd gespeeld door Josée Ruiter en Henk van Ulsen. Het is het verhaal van een ver pleegster in „Het Apeldoornse Bos", een psychiatrische inrichting voor Joodse mensen. De man in het drama werd daar heen ge bracht: er waren daar veel mensen ondergedoken. Het was een prach tig alibi. Maar Aus der Fünten liet in 1943 die hele inrichting leeg halen. De patiënten werden op transport gesteld. Een deel van de verpleeg sters en artsen is vrijwillig met de patiënten meegegaan. De verpleegster in Walda's ver haal gaat ook mee. maar die man, haar minnaar, zegt: „Nee, dat is veel te gevaarlijk, we moeten on derduiken." Tenslotte zegt hij dat hij ook mee zal gaan, maar op het beslissende moment is hij haar ontrouw, en hij gaat weg. Hij blijft leven, maar weet nooit wat er met die vrouw is gebeurd. Voor 100% zou je kunnen zeggen, dat die vrouw is omgekomen in Auschwitz. Maar dan krijg je de tegenwoordige tijd, en dat hebben we allemaal, dat je iemand ontmoet, van wie je denkt: die ken ik. Hij ontmoet een toeriste uit Amerika, die lijkt op zijn vroegere vriendin. Als hij op haar zou toe gaan, en het zou vragen zou hij het zeker weten Maar dat is juist het spannende en het heel griezelige dat hij dat niet durft, want dan is hij zijn illusie kwijt, en hij zit ook met het feit dat hij zich vanaf die tijd enorm schuldig heeft ge voeld. Walda wordt er door geïntri geerd, dat dit proces een voortdu rend balanceren op het verleden is. Verleden en heden lopen door el kaar heen. Voor de IKON televisie maakte hij „De mens Jan Postma", dat voor een deel in de tegenwoor dige tijd speelt. Jan Postma was een communist, die in het verzet zat. Hij is in Vught doodgeschoten Het is ook het verhaal van mensen, die verder hebben geleefd. Dick Walda heeft met de vrouw van Jan Postma gesproken, en met men sen die hem goed hebben gekend. Ze leven verder, maar ze zijn steeds bezig met die reconstructie. Ze hebben namelijk een paar keer geprobeerd hem te laten ontsnap pen uit Vught, maar dat is telkens mislukt. De mensen die daar bij betrokken zijn geweest voelen zich schuldig, want „Stel dat..." Die mensen hebben voortdurend het idee, net als bijvoorbeeld bij een auto-ongeluk, als ik vijf minuten later was vertrokken, of vijf minuten eerder, was dat niet gebeurd, enzo voorts. „Voor sommige mensen", aldus Dick Walda, „is dat zo'n obsessie, dat ze zich schuldig blijven voelen. Ik vind, dat is een straf, en dat mag je eigenlijk niet van mensen verlan gen, dat ze veertig jaar daarna nog zo daarmee bezig zijn. Dat heeft allemaal te maken met het feit dat in die oorlog alle normen in een klap zijn veranderd. (Kijk, de vol gende oorlog, daar hoef je niet meer te spreken over normen, want er bestaat niets meer.) Het aangrij pende is dat in dat provincieachtige toestandje in Nederland met allerlei vaste normen die Duitsers dat van de ene op de andere dag omver wierpen. Dat heeft die mensen die er bij betrokken waren voor goed veranderd. Die mensen zijn er niet bewust elke dag mee bezig, maar het is bepalend geweest voor wat ze verder deden." Dick Walda heeft niet alleen de mensen, die met de tweede we reldoorlog geconfronteerd zijn, op gezocht. Hij is ook naar mensen, die deel hebben genomen aan andere oorlogen toe gegaan. Hij heeft gesproken met mensen, die tijdens de burgeroorlog naar Span je zijn gegaan, en die in de interna tionale brigade tegen het fascisme hebben gevochten. Die Spanjestrij- ders hebben de hele oorlog mee gemaakt, en die hebben die oorlog verloren. Het fascisme heeft ge wonnen, en dat geeft een afschu welijk gevoel Dat begon dus voor die mensen toen al in 1936-1937. Drie jaar later was er geen keuze meer mogelijk. Dat heeft die men sen voor goed in een bepaald hokje gezet, en veranderd. Ze waren heel lang statenloos, en ook dat tekent iemand. Hij moet regelmatig naar de Vreemdelingendienst, en hij kan als statenloze nooit in overheids dienst werk vinden. Al dit soort verschijnselen geldt ook voor de mensen die de politio- nale akties in Indië hebben meege maakt. Ook zij zijn voor goed ver anderd, en hun leven wordt be paald door wat ze hebben meege maakt. Dick Walda zal zich in zijn lezing op 19 september bezig houden met wat schrijvers vandaag de dag beweegt om door te gaan met het zich bezig houden met de tweede wereldoorlog. Armando heeft als jongetje rond het Amersfoortse concentratiekamp bepaalde din gen gezien, die zo'n diepe indruk op hem hebben gemaakt, dat hij spreekt van „schuldig landschap" De bomen en alles wat daar staat hebben dat meegemaakt Hij is zo gefascineerd door het verleden dat hij naar Berlijn is gereisd naar de vijand zoals hij dat noemt. Die mensen zijn oud, maar het punt is dat Armando voortdurend terug komt op de gesprekken die hij heeft. En daar wil Walda het over hebben. Mulisch, Charles, Marga Minco Hoe komt het dat Marga Minco na „Het bittere kruid" daar geen streep onder heeft gezet. Voor die mensen is het blijkbaar zo'n fasci nerende negatieve invloed ge weest, dat ze er nooit meer los van raken. Het is een bevrijding voor Minco en Charles om dat vast te leggen, en daar heel mooie litera tuur van te maken Ze hebben het zelf meegemaakt, en de herinne ringen staan scherp in hun geheu gen gegrift. Walda die in 1940 is geboren, en het dus eigenlijk zelf niet beleefd heeft, voelt zich er eveneens toe aangetrokken, niet alleen door het werk, maar ook door de mensen die er mee bezig zijn Oorlog is zo'n ingrijpend iets, dat ook hij er niet los van komt „Die vrede", zegt hij zijn waarne mingen samenvattend, „is een voortdurende overgangstijd naar de volgende oorlog. Na 1945 wer den er overal klubjes gevormd: nu is het echt voorbij. Toen kwam de koude oorlog Korea Toen zouden de Russen komen En toen werd iedereen langzaam klaar ge stoomd en geprepareerd van: op naar de volgende oorlog En omdat de technologie zo snel ging werd iedereen ermee vertrouwd het wordt een atoomoorlog, en dan blijft er niets meer over. Het proces heeft jaren geduurd. Je had eerst de B B. oefeningen. Je had elke maand op maandag om twaalf uur de sirene. Stapje voor stapje word je rijp gemaakt voor het onontkoombare: die volgende oor log. En dan is er geen sprake meer van normverschuivingen, van boe ken schrijven. Wie heeft er op een gegeven ogenblik belang bij om die span ning als maar op te voeren. Is de bewapeningsindustrie zo machtig en tegelijkertijd zo naief dat ze maar doorgaan met vliegtuigen en kernwapens maken waarmee ze ook zichzelf zullen hebben, want na zo'n oorlog blijft er ook van die hele wapenindustrie niets over. Spelen ze dan letterlijk en figuurlijk met vuur, zolang de spanning er maar in blijft, wdnt er is zo'n dosis overkill aanwezig!" Dick Walda en ik spreken ten slotte over het abstrakt spelen met vuur, het abstrakt schermen en dreigen met kernwapens. Wat hij zelf doet het zichtbaar maken van mensenpijn, het de oorlog dichtbij de mensen brengen, dat alleen, mits verbreid onder alle volkeren, kan de ogen van de mensen ope nen. en hen ertoe bewegen niet meer bereid Ie zijn aan een oorlog deel te nemen, welk mechanisme hen ook wenst te manipuleren daartoe. Oorlog voeren heeft voor velen nog altijd iets van de wereld ligt aan onze voeten De Duitsers, die een perfekt lager hadden opge bouwd. hadden tot Stalingrad het idee dat ze oppermachtig waren Voor hen gold de zekerheid bij de groep te horen, het met elkaar eens te zijn. bevelen op te volgen omdat dat het grote geheel van de oorlog diende. Dick Walda is ermee bezig om dat alles te ontmaskeren. Oorlog en vrede in de literatuur. Tolstoj, Bertha von Suttner, Ro- main Rolland, Henri Barbusse, Re marque, Ernest Hemingway. Geor ge Orwell, Andreas Latzko, Jef Last, Irwin Shaw, Norman Mailer, llja Ehrenburg, Anne Frank. Hoe lang nog? LEUSDEN - Vrijdagavond 16 September van 19-20 uur: Stille wacht in het winkelcentrum „De Hamershof", georganiseerd door de I.K.V.-kern Leusden. Vredesdiensten: St. Jozefkerk: zaterdagavond 17 september om 19.00 uur en zondagmorgen 18 september om 9 en 11 uur. Mar- kuskerk en Dorpskerk: zondag morgen 18 september, 9.00 uur. Zaterdag 17 september: fiets tocht door Leusden samen met de IKV-kern uit Hoogland. Ver- Plavuizen en vloertegels worden dikwijls zeer intensief gebruikt. Daarom is een goed advies over slijtvastheid en specifieke toepassingen in uw voordeel. De deskundigen van v.d. Donk Romeyn weten er alles van. Havenweg 5, 3812 PR Amersfoort Telefoon 033-16946 trek 11.10 uur vanaf de Markus- kerk. Op de fietsen: oproepen voor de landelijke demonstratie op 29 oktober in Den Haag. De „Denk'Werkgroep Vredes vraagstukken" die optreedt onder verantwoordelijkheid van de geza- melijke kerken organiseert drie ge- spreksavonden uitgaande van de vraag: „Behoren A-B-C wapens tot de middelen waarmee een christen zich mag verdedigen?" 20 septem ber in „De Kom", aanvang 20 uur, 21 september in „De Markuskerk aanvang 20 uur, 22 september in „Het Trefpunt Leusden Zuid", aan vang 20 uur Omdat veel Leusdenaren regel matig naar de omroepparochie in Amersfoort gaan, het volgende be richt: Zondag 18 september: Omroep parochie 't Zand 33, Amersfoort: viering t g.v. het afscheid van Jan ter Laak als omroeppastor Cele brant: Mgr. Ernst, bisschop van Breda Aanvang 11.00 uur. 's Avonds om 20.00 uur zelfde loka- tie Politiek Avondgebed Maandag 19 september, 20 00 uur: Openba re Bibliotheek, lezing van Dick Wal da over oorlog en vrede in de literatuur. Op zaterdag 24 september staat het I K.V. met een kraam in de Hamershof Komt u even langs om de Vredeskrant 1983 af te halen? Ook verkrijgbaar bij Fa. van Akke ren, Bohemen fam. Wesseling, Korenschoof 16 en farn. Hoelen. Stadhouderslaan 5. Leusden-Zuid. Tot zover de vredesweek die dit jaar in het teken zal staan van de grote landelijke demonstratie in Den Haag op zaterdag 29 oktober as. Dit klassieke bankstel is een rijk bezit. Geheel gestoffeerd a f. T Ju Tl J3B "■"rwrar y f* m L- Bijpassende eiken salontafel (140x68 cm) Hamersveldseweg 22. Leusden-C Tel 033-941331 Tussen Winkelcentrum ..Hamershof" en Winkelcentrum ..Biezenkamp"

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1983 | | pagina 5