„Die gele kleur is goed. Die kan nog zeker wel vijftien jaar mee" Siep Wijsenbeek, designer bij de NS: ,Over die 1600-sene heb ik ne onmatig opgewonden" „De NS moest een mannelijk en krachtig vervoersbedrijf. met een mannelijk karakter worden" DONDERDAG 12 JANUARI 1984 interview e informatie NS-parkoerterrem inlichtingenbureau toen twintig machinisten met ons meegegaan naar de fabriek in Duitsland om het nieuwe dash board te testen Die hebben de hele dag treintje zitten spelen. Dat was prachtig. Als ontwerp vind ik de Sprinter geslaagd, maar het is wel minimum-vervoer." pictogrammen, dat zijn de bordjes die het publiek duidelijk moet maken waar alles is op het station, zijn voor de pers keer op keer aanleiding geweest om Wij senbeek of iemand anders te inter viewen Toen ze ingevoerd wer den, waren er bordjes die bijna niemand begreep. Voordat de pic togrammen werden ingevoerd, in '68, waren er stalen bordjes waar op in normaal Nederlands te lezen stond waar je heen moest. Die werden afgeschaft omdat ze om de vijf jaar vervangen moesten wor den vanwege het roesten Men is toen gaan denken aan pictogram men. Door de UIC - de club van samen werkende spoorwegmaatschappij en - was in die tijd net een boekje uitgekomen waarin de pictogram men stonden. ,,Die waren heel slecht getekend en in eerste instantie heb ik dat boekje dan ook kunnen wegmoffe len. Totdat iemand me erop wees dat het financieel heel voordelig was, als je maar goede plaatjes had. Op zo n vierkant bordje kun je namelijk alles zetten: een koffie kopje, een vork en mes, een bagage-kluis, enz Terwijl die sta len bordjes met tekst af en toe nogal groot uitvielen. Het was dus heel handig, zo'n standaardfor maat, als je maar goede en duidelij ke tekeningen erop zette. Dat heb ben we toen laten hertekenen in één goede serie." Rebussen „Toch hebben we in het begin nogal wat rebussen laten ophan gen. Het publiek begreep de pic togrammen niet. In 1972 hebben we voor het eerst onderzocht wat de mensen er nu werkelijk van begrepen. Dat was adembe nemend „Shoquant" zelfs. Het bordje WC begreep men uiter aard voor honderd procent. Lo gisch want dat staat er gewoon In letters. Maar er waren ook pictogrammen die door nog een tien procent van de ondervraag den begrepen werden, „naar de treinen'' was er zo één. Hier en daar gaan we dan ook wat meer tekst gebruiken. In Amsterdam zijn er al wat voorbeelden van te zien. Er is wat naïviteit voor nodig om ze te begrijpen. Mijn eigen kinderen bijvoorbeeld begrepen die dingen al voordat ze konden lezen. Het wordt beter, het pu bliek leert de pictogrammen te gebruiken.Maar er zijn nog steeds pictogrammen die niet begrepen worden. „Tot en met" (in de vorm van een streepje) is er zo één. Er staat bijvoorbeeld: „1-5" met een pijl naar links, mensen die naar perron vier wil len zijn zo gefixeerd op dat cijfer dat ze steevast naar de andere kant gaan. Dat hebben we on langs in Amsterdam kunnen tes- door Jan Dronkers geven alleen maar de perrons 1-5 aan. De wachtende automobilist zal evenmin als de dolende reiziger beseffen dat hij wordt geconfronteerd met werk van de Leusdenaar Siep Wijsenbeek. Hij is namelijk al sinds 1965 als designer in dienst van de Nederlandse Spoorwegen. In die functie mag hij gezichtsbepalend voor de NS worden genoemd. Zo zijn Wijsenbeek en zijn collega's verantwoordelijk voor de gele kleur, waarin nu bijna al het NS-materiaal is gespoten. Maar ook het interieur van de treinen en de bewegwijzering op de stations zijn grotendeels werk van Siep Wijsenbeek. Jan Dronkers van het Amersfoorts Journalisten Collectief sprak met Siep Wijsenbeek over de Sprinter, de 1600-serie, de pictogrammen, het verschil tussen een vliegtuig en een trein, en natuurlijk over vernielingen en vandalisme. „Als het interieur er goed verzorgd uitziet, dan is men niet geneigd te beginnen, maar owee, als er één kussen is opengesneden, is het hek van de dam." LEUSDEN - Siep Wijsen- seek is iemand die regelma tig in het nieuws komt. Is het liet met één van zijn eigen dan zorgt iemand er wel voor. Zo was een paar maan- geleden te zien op een van het ANP, waarop hij de restauratiewagen van trein een spel zat te spe- Zijn tegenspeler was de uitvinder van dit zogeheten „Intercityspel": een student van een kunstacademie, die het spel in het kader van zijn afstuderen had vervaardigd. Siep Wijsenbeek fungeerde bij het eindexamen van de student als gecommiteerde. Hij is nog enigzins verbaasd over de aandacht die het In tercityspel wist te trekken. ,,Er stonden wel vijf of zes jour- 'erp van Siep Wijsenbeek typische commissiekleur nalisten te verdringen. Hoe die longen dat voor elkaar heeft gekre gen snap ik nog steeds niet. Ergens heeft hij een gevoelige snaar weten te raken bij de pers, met een ganzenbord. Het was wel leuk hoor, maar echt een ganzenbord met iets andere regels. Het gebeurt wel meer dat ze mi| vragen, als een eindexamen werkstuk in de sfeer van de spoor wegen ligt Ze moeten tenslotte iemand hebben die er een beetje verstand van heeft. Ik vind het heel belangrijk dat er in zo'n opleiding een stukie praktijk zit, vandaar dat ik ook graag gastcolleges geef op de kunstacademies." Met een aantal ideeën onder de arm is Wijsenbeek gewoon bij NS binnen komen lopen. Volgens hem was dat in '65, de spoorwegen zeggen '66 De directie was niet onmiddellijk te porren voor zijn ideeën, maar door hulp van buiten af is het toch gelukt De kleur van de treinen werd geel, het lettertype van de NS veranderde NS moest een homogeen bedrijf worden, vriendelijk en tegelijk ook manne lijk. leerd en het embleem en de kleur laten ontwerpen Laten ontwerpen, omdat je zoiets buiten het bedrijf moet laten doen Dat was veel interessanter voor de directie, vooral omdat ik nog maar jong en onbeduidend was. De directie moet tenslotte ja of nee zeggen tegen een ontwerp Dat het een goede kleur is blijkt wel Toen we de kleur in '68 aan de directie presenteerden zeiden we dat deze het wel een jaar of tien zou uithouden Nu blijkt dat we dat veel te pessimistisch hebben geschetst voor de heren want de kleur is nog steeds modern en gaat nog wel een jaar of vijftien mee." „Voor het ontwerpen van het embleem hadden we het volgende bedacht: de letters N en S moesten erin zitten. Zo was de opdracht aan Gert Dumbar. Daar kwam hij met z'n medewerkers niet uit. Er was niets van die letters te maken dat echt goed was Het werden rare krulletrekkers waar niemand meer NS inzag. In navolging van de Britse Spoorwegen zijn we toen gaan zoeken naar een abstract embleem Er zit niets achter, met wat fantasie zou je er nog spoor rails en twee richtingen vervoer uit kunnen halen, maar dat dekt de lading niet helemaal. Nu is het het meest herkende abstracte em bleem van Nederland en dat had ik nooit voor mogelijk gehouden." 1600-serie Sinds '81 heeft de NS een vijftig tal nieuwe locs in dienst, de zoge naamde 1600-serie Locs, waar vooral de machinisten zich voor staan te verdringen. Voor hen is de 1600-serie het einde. Siep Wijsen beek denkt er als ontwerper anders over. ,,lk heb me over die 1600-serie onmatig opgewonden. Ik vind dat dat ding er vreselijk uitziet. Het is net een Franse stofzuiger. Ik mocht alleen de kleur en wat detaillering aanbrengen. Tevens is de neus iets voor ons aangepast, vanwege het aantal lichten dat we erop wilden hebben. Ik wilde echter een totaal andere neus bouwen, een meer gestroomlijnde. In de begro ting kwam dat jammer genoeg niet uit Men vond het allemaal wel erg mooi, maar er was gewoon geen geld om het uit te voeren. Er waren vaste prijzen afgesproken en de Franse fabriek deed daar erg moei lijk over. Toen we met de Sprinter bezig waren hebben we een klus moeten laten schieten Dat was die trein met de cabine bovenop, die is buiten de deur ontweorpen. Ik vind 'm trouwens hartstikke goed en hij rijdt ook goed. Sommige machinis ten zeggen van niet, maar dat zijn degenen die altijd overal tegen zijn. bezig met de dubbeldek- s een hele klus, al die en zo. Ook zijn we aan het aan de nieuwe Benelux- autoslaaptrem Technisch „Vroeger reden er in Nederland groene, blauwe en rode treinen rond. Dat was een ideetje van de ingenieurs want dan kon iedereen zien wat voor een soort trein het was. Groen was voor het elektrisch stroomlijn materieel, rood voor de diesels en blauw voor de getrokken treinen. Alsof tante Marie dat inte resseerde. Het was gewoon een technische specificatie, die maar een heel klein deel van ons publiek begreep en tegelijkertijd een ont zettend heterogeen beeld gaf van het bedrijf Zo was het eigenlijk met alles Er was een standaardletter maar die kon niet gedrukt worden. Dat betekende dat al het drukwerk van de NS. in een ander lettertype de deur uitging Wij wilden dat het bedrijf zich naar buiten toe meer zou gaan profile ren, met een gerichter en duidelij ker beeld. De NS: ,,een mannelijk en krachtig vervoersbedrijf met een vriendelijk karakter", stond onder meer in de lijst die we hadden samengesteld. Met die lijst in ons achterhoofd hebben we de opdracht geformu- gewoon een ganzenbordspel Ziekte „We zijn nog steeds bezig om de oude kleuren kwijt te raken. Die kleuren waren een soort ziekte Iedere keer hadden we er weer bezuinigingen tussendoor Dan zei de directie „Laat die kleur nog maar even zitten, daar rijdt de trein niet harder of zachter door Tja, daar zit natuurlijk wel iets in, maar het is wel jammer Doordat de verf die we gebruiken verbeterd is, gaat een coating nu wel zo'n jaar of vijftien mee. Zodat mijn opvolger - die natuurlijk weer wat anders wil doen - er nog veel langer over zal doen voordat alles in zijn kleur is gespoten. Het eerste idee was om het hele openbaar vervoer in een geel jasje te gieten. De bussen zijn voor een deel in die kleur gespoten en heel even zijn zelfs de taxi's in Utrecht geel geweest. Ik heb nooit de hoop gehad dat de stadsbussen in de grote steden ook deze metamorfose zouden onder gaan. Maar dat is nog steeds niet gebeurd. De keur die er nu op zit is een typische commissiekleur, de enige kleur waar toen waarschijn lijk iedereen het een beetje eens was." Naast de huisstijl houdt Siep Wijsenbeek zich ook bezig met het exterieur en interieur van treinen Vanaf de Sprinter is hij de gezichts- bepaler van het rollend materieel „De Spnnter was onze eerste klus Zoiets doe je nooit alleen, het zijn gigantische projecten. Over één ontwerp doen we zo'n vijf jaar Je begint met het schrijven van een programma van eisen: hoe moeten de banken eruit ziet, wat voor materialen gaan we gebruiken, enz Daarna worden er schetsen gemaakt. De kop van de trein wordt in het klein van piepschuim ge maakt en tenslotte wordt deze op een schaal van één op één van staal gebouwd. Bij de Sprinter hebben we het voor het eerst zo gedaan. Er zijn ten. We hebben nu besloten om helemaal uit te nummeren, dus 1 2, 3, 4, 5." „Toen we met pictogrammen begonnen, maakten we ze van perspex. In de loop der jaren zijn die dingen nogal vandalisme- gevoelig gebleken Ze zijn inde tien jaar dat ze nu hangen ook wat bleekjes geworden en het is geble ken dat dat uitnodigt tot vandalis me. Het feit dat ze vervangen moeten worden dat ze het doelwit vormen voor vandalisme vallen ei genlijk mooi samen. We hebben dus bekeken wat we eraan kunnen doen. Omdat kunststoffen duurder zijn geworden, hebben we gekozen voor aluminium Je kunt de veran dering niet zien, daarvoor zou je het bordje moeten doorzagen. Het is veel steviger, het breekt niet als je er op slaat, het buigt alleen maar Getergd .Ze kunnen de verf er wel afslaan." Drukken „Met vandalisme zijn we voor het eerst geconfronteerd op de Zoetermeer-lijn. Banken werden gewoon uit elkaar gedrukt Ik heb laten vertellen hoe ze dat doen Zo'n jongeman gaat dan met z'n rug tegen de muur zitten met de voeten tegen de leuning en drukt dan hè Het enige wat we daar aan kunnen doen is het interieur ver sterken.Maar op een gegeven mo ment houdt dat op Dan moet je er betonnen banken in gaan zetten en dat willen we niet. Ik vind namelijk dat je er geen gekkenhok van moet maken. Als het interieur er goed verzorgd uitziet, dan is men niet geneigd te beginnen, maar owee. als er één kussen is opengesneden dan is het hek van de dam. Aan dat snijden is niet veel te doen, je moet zorgen dat zo'n bank zo snel mogelijk vervangen kan worden Daarom zijn de banken zo gemaakt dat je snel onderdelen kunt vervangen. Dat is iets van de laatste jaren Vroeger zaten overal schroeven, die zitten er nog wel. Het zijn alleen blinde schroeven geworden. Als je ze niet weet te zitten kun je ze ook niet vinden Op een gegeven mo ment was ik als de dood dat ze de ramen eruit gingen schroeven. Met die blinde schroeven hebben we dat opgelost.' „Het zijn allemaal van die tijds verschijnselen Toen ik nog stu deerde had iedere student ook een bordje op z'n wc hangen, dat het toilet niet gebruikt mocht worden tijdens het oponthoud op het sta tion. Die dingen waren uit de trein gejat. Toen zijn we begonnen met stickers. Die kun je er nauwelijks goed afhalen, dus daar heeft nie mand wat aan Beperkingen „Als ontwerper moet je bij een ontwerp rekening houden met een hoop beperkingen. Vanda lisme is er gewoon eén van. Ik heb dat nooit als onprettig erva ren. Als je een vliegtuig bekijkt zitten daar de meest prachtige De pictogrammen, die voor sommigen in de categorie ..puzzels' bleken te vallen. dingen in. Het blijrt er goed uit zien omdat ieder jaar de boel grondig nagekeken wordt. Ook worden de stoelen dan opnieuw bekleed. In een vliegtuig zijn de mensen als de dood dat ze iets kapot maken, want dan denken ze dat het hele ding naar bene den gaat. De schuifjes die voor de ramen zitten bijvoorbeeld dat zijn hele deftige schuifjes, die In dunne railsjes lopen. Als je die in een trein op zou hangen, zouden ze binnen de kortste keren kapot zijn. In een vliegtuig kijken ze wel uit, want ze zijn bang dat het hele raampje eruit waait en dan gaan ze met z'n allen naar beneden. Het pu bliek dat in een vliegtuig zit is hetzelfde publiek als in de trein, want ook in een vliegtuig zit tegenwoordig van alles. Een locomotief uit de 1600-serie, waarover Siep Wijsenbeek zegt zich onmatig te hebben opgewonden. wat naïviteit nodig Meteen snelheid van londerdtwintig kilometer per jur raast een trein langs een >verweg. De wachtende lutomobilist ziet een flits jeel, waarop nog net het smbleem van de Nederlandse Spoorwegen te >ntdekken is. Opeen perron staat emand te mopperen. Hij is op toek naar perron vier, maar le borden boven zijn hoofd De trein en de bus die moeten het altijd ontgelden. Vooral de wachthuisjes en dat vind ik niet leuk. Daar is geen kruid tegen gewassen. In regio's waar veel werkeloosheid heerst wordt on gelooflijk veel kapot gemaakt. Probleemgebieden zijn bijvoor beeld Groningen en IJmuiden. Dat zijn wat stillere lijnen waar weinig sociale controle is. In Amsterdam is die controle bij voorbeeld wel redelijk en daar hebben we ook niet van die h kleine stations. Er wordt In Am sterdam natuurlijk wel veel ge- i kalkt en gespoten. Dat hoort I erbij en is soms zelfs mooi." I

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1984 | | pagina 7