„We moeten dat iedere keer weer
tegen elkaar zeggen: arbeid is heel zinvol"
I
Arie Groenevelt spreekt in Leusden op de Dag van de Arbeid"
VRIJDAG 27 APRIL 1984
interview
oor Marnix Kreyns
Aanstaande dinsdag is het
iien dan wordt ookin
®dende„Dag van de
teld" gevierd. Op een door
PvdA-afdeling
jorganiseerde bijeenkomst
lArie Groenevelt één van
sprekers zijn.
Voorafgaand aan zijn
roek aan Leusden zocht
irnix Kreyns de oud-
orzittervande
justriebond FNV op. Om
ilhem te spreken over zijn
scheid als voorzitter vorig
sr.de kadervorming binnen
Industriebond, het beleid
het kabinet en de
ilekenis van de „Dag van de
beid".
Ik wil het gewoon zo
nvoudig mogelijk zeggen,
«eet dat er mensep zijn, die
«kloos zijn geworden en
de hele dag zitten te haken
larhet contact, dat zij
oeger wel hadden en nu
ilmeer".
,Als ik op een bedrijf kom
ikzieeen
leedschapsmaker aan het
■rk, dan is daar een
nstenaar bezig. En die
in, die legt daar zijn ziel en
igheid in. Dat doet hij thuis
ilin stofzuigen."
ITRECHT - U bent nu een
voorzitter af van de Indus-
iond Toen ik uw voorlichter
ie met het verzoek om dit
new, zei hij: je weet toch
dat Groenevelt geen voor-
si meer is. Daardoor vroeg ik
af: waar heeft u nou meer
van, dat mensen nog
ids denken dat u de voorzit-
bent of van het feit, dal u
«i voorzitter meer bent?
Van dat laatste heb ik
si last. Nee, nee, want ik
leen aantal heel plezierige
gen te doen. Maar van dat
isle wel. Dat is heel merk-
irdig; mensen die veron-
stellen, dat ik nog steeds
lunktie vervul en die mij in
kwaliteit ook nog regel-
ig bellen. En dan moet ik
ere keer zeggen: hoho,
p,wacht nou even.Een
weken terug was ik op
symposium en daar zat
man, die in de staf zat van
hele grote onderneming
lederland - het heeft geen
om namen te noemen,
ui dat is voor die betrokke
niet zo leuk - en die man
Itegen me: ik hoor net bij
introduktie dat u geen
witter meer bent van de
«striebond. Wanneer is
gebeurd dan? Ja, dat
ft dingen gebeuren me
regelmatig. Dat mensen
leggen: Arie, we zouden
tg zien dat je als voorzit-
nee, zeg ik dan, dan
itje bij een ander zijn. Dat
lijn klus niet meer. Dat is
ij. Niet overdreven, maar
wel lastig."
bent u ontzettend tang voor-
en de bond geweest en dat is
ree oorzaak van dat verschijn-
tfaar komt het wellicht ook
bat uw opvolger zich nog wat
>9 heeft geprofileerd als de
<8 voorzitter?
'denk dal mensen op dat punt
hrdig zijn. met het venverken
isgevens Wat mij is gebeurd,
h mgn voorgangers gebeurd:
ngetwiifeld gebeuren als Wim
straks opstapt. Je bent heel
het gezicht geweest van de
tn de mensen volgen dan wel
"Wikkelingen. maar kennelijk
m ze daar boven in dat com-
lamertje de gegevens niet
ende op een rijtje houden. En
wdt ook een beetje in stand
oden door de manier waarop
r worden aangekondigd Ik
«a tijdje terug naar „Haagse
'a kijken en daar trad dus mijn
^er, Dick Visser, in op. Die
aangekondigd als de opvol-
fan de legendarische Arie
"welt. Dan denk ik ja, zo
dan in feite iemand bij het
nauwelijks een kans om
"te profileren.
ouwe
ai niet moeilijk om. wanneer
voorzitter bent geweest,
"■"P terug te doen en tegelij
kertijd toch nog volop bi/ de aktivi-
teiten van de bond betrokken te
blijven?
„Nee, het zou moeilijk zijn ge
weest als ik met ruzie mijn zetel had
moeten opgeven of onder sterke
aandrang van mensen, die zeiden
hé ouwe. het wordt tijd dat je nu
eens een keer opstapt. Maar bij mi|
was het zo, dat ik zelf, toen ik nog
maar een jaar ol vijf. zes voorzitter
van de bond was. te kennen heb
gegeven, dat dat natuurlijk niet tot
in eeuwigheid der dagen door kon
gaan, dat er ergens een einde is.
Ook in je vermogen om telkens
weer mensen te initiëren, nieuwe
ideeën zeil op tatel te leggen, op
een gegeven moment weer en
thousiast aan een nieuwe klus te
beginnen Dal eindigt een keer. Het
is een accu die een keer leegraakt.
En ik heb toen al tegen mijn colle
ga's gezegd, dat ze daar maar
rekening mee moesten houden,
dat ik niet tot aan mijn pensioen
voorzitter zou blijven Nou dat is
nog twaalf en een half jaar gewor
den. dus dat is nog een aardige ruk
nadien. Maar wat ik wil zeggen ik
was er dus al geruime tijd op
voorbereid, dat het zou gebeuren,
ik heb zelf het tijdstip kunnen bepa
len, waarop het gebeurde; ik was er
dus helemaal aan toe En ik kon
beginnen aan een klus, die ik ook
zelf al lange tijd te voren had
aangeduid En dan is het niet moei
lijk."
Maarniet de neiging om aten toe
nog eens wat te willen zeggen of in
te willen grijpen?
„Ooooh, maar ik mag ook nog
regelmatig wat zeggen. Ja. hoor
De mensen, die nu het bestuur
vormen, daar heb ik zelf jarenlang
mee samengewerkt En als die het
nuttig vinden om me iets te vragen,
dan komen ze echt wel bij me
binnen stappen. Niet dagelijks, dat
zou niet plezierig zijn, maar ais er
zo eens een probleem is. waarbij
ervaring nuttig is. En omgekeerd
vang ik wel eens wat op en dan
denk ik: zouden ze dat wel weten?
En dan stap ik ook wel naar mijn
collega's toe."
De plezierige dingen", waar u
zich nu bezighoudt betreffen voor-
nameliik de kadervorming binnen
de bond. Hoe heeft zich dat het
afgelopen jaar ontwikkeld?
„Ik ben nu in het stadium, dat ik
kan zeggen, dat ik in september,
oktober aanstaande een tussenno-
titie zal uitbrengen, die dicht in de
buurt zal liggen van een eindnotitie,
waarin de eerste conclusies ge
trokken worden vanuit een onder
zoek, dat ik heb ingesteld Daar
voor heb ik erg veel gesprekken
gevoerd, met honderden mensen
En die conclusies moeten dan lei
den tot besluiten van bestuur en
bondsraad, om een programma te
staden. dat moet leiden tot verbre
ding en verdieping van het kader
Dat is in grote lijnen de stand van
zaken."
„Het afgelopen jaar heb ik zo'n
400,500 kaderleden benaderd met
een aantal vragen, die verband
hielden met hoe zij als kaderlid
geworven zijn, wat hun motivatie is,
wat voor opleiding ze hebben ge
noten, wat ze vinden van het scho
lingsaanbod, dat er is en wat ze
eigenlijk zouden willen hebben. In
juni rond ik die gesprekken af.
Daarna ga ik nog een groot aantal
afdelingsbesturen bezoeken. Ik
ben van plan om er deze zomer
zo'n vijftig, zestig te bezoeken. Ook
weer met vragen, hoe functioneren
jullie; hoe vinden jullie dat de bond
dat zou kunnen verbeteren? Dat
hoop ik in september te beeindigen
en dan wordt de pen op papier
gezet om uit al dat materiaal con
clusies te trekken."
Weinig bagage
De gesprekken zijn nog niet af
gerond, maar kunt u misschien al
wel een voorzichtige gevolgtrek
king maken uit het materiaal, dat u
tot nog toe verzameld heeft?
„Dat vind ik erg moeilijk, hoor
Want alles wat ik nu zeg, daar word
ik in september aan gehouden
natuurlijk Ik wil me liever niet op
glad ijs bewegen, want ik moet nog
een hoop gesprekken voeren en
daardoor kunnen dingen toch weer
gaan schuiven. Maar wat ik nu op
dit ogenblik als grote lijnen zie - en
onder dat voorbehoud zeg ik het -
wat ik nü als de grote lijnen zie, dat
is dat een flink deel van ons kader
op grond van meestal lager be
roepsonderwijs in allerlei organen
onze bond zit te vertegenwoordi
gen. In ondernemingsraden, in ge
meentelijke dienstcommissies, in
weet ik wat voor instanties alle
maal, waar erg veel van ze wordt
gevraagd, wat ze ook met heel veel
enthousiasme doen, maar waarbij
ze zelf iedere keer tot de conclusie
komen, dat ze toch wel erg weinig
bagage bij zich hebben om die
taken naar behoren te kunnen ver
vullen. Nou, als je dat ziet, dan zal
de aanbeveling dus gaan in de
richting van zorg dat we een heel
breed opgezet programma gaan
ontwikkelen van sociale vaardighe
den. kennis in de maatschappelijke
instrumentaria, sociale wetgeving,
arbeidsrecht, sociaal recht, privaat
recht, kortom al die dingen die
mensen moeten weten om hun
plaats in die verschillende organen
op een juiste manier in te kunnen
nemen."
„Een tweede zaak. Er worden
nog steeds mensen kaderlid En bij
het beantwoorden van de vraag,
hoe worden ze kaderlid, heb ik met
grote regelmaat te maken gekre
gen met een soort toevalstreffers,
waarvan ik denk dat we het ons als
grote organisatie niet zouden moe
ten permitteren om het zo te laten
plaatsvinden
Dan komt er een keer iemand
naar iemand anders toe en die
zegt: je bent nou twee keer op een
ledenvergadering geweest, zou jij
nou niet die funktie gaan vervullen9
Die weet dan van de betrokkene
niet meer af dan dat hij twee keer
op een vergadering is geweest en
dat hij er redelijk helder uitziet
Weet helemaal niet, welke funktie
nou het beste bij die man of vrouw
zou passen en dan wordt zo ie
mand zo maar laten we zeggen
voorzitter van een bedrijfsleden-
groep En ontdekt dan pas dat het
een afschuwelijk zware funktie is,
waar hij helemaal niet toe uitgerust
is. Nou. dan gaan zich al spoedig
problemen ontwikkelen Of hij kan
het niet goed aan en loopt dan
gefrustreerd rond en ook de men
sen, die een bepaald verwach
tingspatroon van hem hadden zijn
teleurgesteld. Of hij gaat in een
razend tempo proberen het gebrek
dat hij heeft aan kennis en informa
tie op te vullen en struikelt daar dan
weer over. Nou. daarmee wil ik
duidelijk maken, dat we vooral ook
moeten kijken naar de manier,
waarop we kader werven. Dat je die
zaken een stapje voor kan blijven
Zoek op een moment, dat er nog
helemaal geen funkties te verge
ven zijn, naar mensen die bereid
zijn scholing te gaan volgen Op
dat, als ze geschoold zijn, je kunt
zeggen nou hebben we eens een
tijdje met elkaar gefunktioneerd, jij
zou een uitstekende secretaris zijn
Maar bij hem trekt die pen in zijn
handen altijd krom, dat is de voor
zitter. Op die manier
„Een derde punt is dat we onder
vertegenwoordigd zijn wat bepaal
de categorieën van mensen betreft
en dat is een gevolg van het feit. dat
we weinig systematisch werven
We hebben een kleine tien procent
vrouwen in ons ledenbestand,
maar ik tref verhoudingsgewijs niet
zoveel kaderleden aan Ja, hoe
komt dat? Omdat het merendeel
van ons kader bestaat uit mannen
En die werken op de werkplek ook
hoofdzakelijk met mannen. En als
er dan op kantoor een lid van ons
zit, zijnde een vrouw, dan is óf die
man daarmee onbekend en bena
dert haar dus ook niet óf hij vindt dat
hij als jongen uit de fabriek toch
maar moeilijk naar het kantoor kan
stappen om haar ook te vragen
Dus dat betekent dat er i.i dat
systeem van ons echte of ver
meende drempels zitten en dat is
niet goed."
Moedeloosheid
Toen u vorig jaar opstapte heeft
u een groot aantal interviews gege
ven Daarin legt u uit, waarom u er
als voorzitter mee ophield en dan is
er sprake van vermoeidheid. U had
het eerder in dit gesprek ook al over
een leegrakende accu. Maar als je
al die interviews achter elkaar
leest, dan lijkt er - in ieder geval op
dat moment - bij u ook sprake van
een zekere moedeloosheid U zegt
bijvoorbeeld ergens Het is mis
schien wel een vervelend moment
om op te stappen, maar als ik moet
blijven zitten tot de economie aan
trekt. dan ben ik tachtig. En ergens
anders zegt u: ik heb de mensen
geen alternatief te bieden. Is
dat.
„Ja, maar dat moet je plaatsen in
de lange duur. Sommigen hebben
dat goed weergegeven in die inter
views, anderen hebben er de es
sentie niet helemaal van gepakt.
Iedereen, ongeacht de vraag waar
iemand functioneert, als je het erg
lang doet, dan heb je niks meer te
bieden. Dat geldt voor de direkteur
van een onderneming, voor de
eigenaar van 'n kleine kruideniers
zaak, voor de voorzitter van een
grote bond en voor de voorzitter
van de geitenfokvereniging Niet
omdat de club, waaraan je leiding
geeft niets meer te bieden zou
hebben, maar omdat je zelf uitge
praat raakt, omdat je zelf niet meer
in staat bent om je weer op te
peppen naar weer iets nieuws Dat
houdt op En je ziet het dan ook
overal: of het nou in het bedrijfs- of
het verenigingsleven is, waar ou
deren te lang in de leiding blijven
zitten, is het het einde van de club.
In vakbondsland heb ik dat ook
altijd verkondigd. Je moet een
voorzitter niet verplichten om tot
zijn pensioen voorzitter te blijven
Dat is de dood in de pot voor de
club Laat op een gegeven moment
een jonge man of jonge vrouw dat
met nieuw élan overnemen. En als
die jonge man of jonge vrouw dan
opnieuw het wiel gaat uit zitten
vinden, dan geeft dat niks. Want
terwijl hij dat doet, ontdekt hij ook
weer dingen, die die vorige uitvin
der niet gezien had Dat is namelijk
het voordeel van alle uitvinders.
Maar ik kan mezelf niet blijven
verplichten alsmaar wielen uit te
gaan zitten vinden. Dat heb ik al zo
vaak gehad. En als je dan voor het
probleem van de werkgelegenheid
wordt geplaatst en ze zeggen dan
„zie jij voor je zelf nog dat je het op
zult lossen, dan zeg ik: nee, dat zie
ik niet meer. Ik heb daar alles aan
gedaan, wat ik kon doen En ik
denk dat er nu een nieuwe genera
tie op moet staan, die gewoon met
frisse moed opnieuw dat probleem
aanpakt En op het moment dat je
het mij laat doen, dan ben ik in 88
nog bezig en dan ben ik in '99 nog
bezig En steeds maar omdat ik
niets meer weet te vinden, wat
uitwegen zou kunnen bieden in dat
hele verhaal."
En nu denkt u dat een nieuwe,
frisse generatie dat wel zou kun
nen?
„Dat denk ik, ja. Dat is toch altijd
zo? De wereld draait toch iedere
keer weer bij de gratie van nieuwe
mensen, die elke keer weer de
moed vinden om daar te beginnen,
waar anderen gestopt zijn? Dat
vind ik nou zo'n bezwaar van politi
ci, die zo lang blijven zitten Die
slaan het hele spul om zich heen
dood Maken iedereen het leven
zuur
U heeft een bepaalde politicus
op het oog?
„Nee, iedere politicus Een Luns,
en een Den Uyl en een Drees en
iedereen, die vindt dat hij erg lang
moet blijven zitten Dat worden
allemaal oude mensen, die nog
steeds denken dat de wereld van
hen afhankelijk is. Die maken een
kolossale fout. Ze hebben niks
meer voor zich, ze hebben alles
achter zich. Wat ze voor zich heb
ben is nog maar zo'n klein beetje,
(Foto Flonald Sweermg)
dat ze daaraan niet het reent mo
gen ontlenen om zo intensief bezig
te zijn met de toekomst van jonge
mensen. Dat moet je jonge mensen
zelf laten doen
Maar wat geeft u nu het idee, dat
een nieuwe generatie de proble
men wel zou kunnen oplossen?
„Oh, als ik zie met welk een élan
de mensen in onze club bijvoor
beeld begonnen zijn met het ont
wikkelen van een nieuwe industrie
beleid; de talloze gesprekken die
ze daar over voeren; de mate
waarin ze zich daarop werpen; het
enthousiasme, waarmee ze bezig
zijn; dan denk ik: dat zou ik niet
meer opgebracht hebben. En daar
bij doen ze niet iets. dat ik niet zou
hebben kurfnen doen Ik had dat
probleem best voor mezelf op een
rij Maar om daar gewoon weer aan
te beginnen, van 's maandagsmor
gens vroeg tot zondagsavonds
laat, zeventig tachtig uur in de
week Die energie had ik niet meer
op kunnen brengen
Maar u heeft niet bedoeld te
zeggen de Industriebond heeft
geen alternatief meer te bieden?
„Zeker niet. Ik had het over
mezelf. Daarom ben ik gestopt als
voorzitter en houd ik me nu binnen
de bond bezig met dingen, die ik
binnen het kader van mijn leeftijden
en mijn mogelijkheden nog wel kan
doen. En toe nu toe is iedereen
daar redelijk tevreden over, dacht
ik."
32 uur
Bij uw afscheidsinterview heeft u
sterk de noodzaak van herverde
ling van arbeid benadrukt. Hoe
verloopt dat momenteel in uw sec
tor?
„Moeizaam, zoals onlangs weer
bleek bij de onderhandelingen met
Philips, bijvoorbeeld Maar er zijn
ook goede ontwikkelingen. Ik ben
momenteel bestuurslid van een
fonds, waarin een deel van de door
de metaalarbeiders ingeleverde
prijscompensatie is onderge
bracht Dat geld wordt gebruikt
voor de financiering van de oplei
ding van jonge mensen in de me
taalsector. Dat zijn werkloze jonge
ren, die niet alleen die opleiding
aangeboden krijgen, maar tegen
over wie de werkgever ook de
intentie uitspreekt, dat hij bij goed
gevolg van de opleiding ook in
dienst van het bedrijf kan komen
Dat gebeurt op basis van 32 uur per
week. Tegelijkertijd is er de Stich
ting Uittreding Metaal, die 't oude
re werknemers financieel mogelijk
maakt om zeg maar vervroegd met
pensioen te gaan. Die banen wor
den ook weer ingevuld door men
sen, die minder dan veertig uur
gaan werken, waardoor je dus
meer en vooral jongere mensen
aan het werk helpt."
Nuttig werk. Maar bent u er
gerust op, dat dat zou kunnen
leiden tot een sterke afname van de
werkloosheid?
„Dat weet ik niet. Als je niks doet
gebeurt er niks Maar hoe sterk
zulke dingen effekt zullen hebben,
is afhankelijk van de mate. waarin
je er in slaagt concrete afspraken te
maken over arbeidstijdverkorting,
concrete afspraken maken over
nieuwe industriële aktiviteiten en
dat zijn zaken, waarbij je de over
heid nodig hebt."
En die overheid, althans dit kabi
net, wekt nu juist niet de indruk, dat
het in de eerste plaats om de
terugdringing van de werkloosheid
gaat
„Tsja, maar daar moet je wel
mee leven
Ook met vice-premiers, die ver
kondigen dat iedereen nog steeds
welaan een baan kan komen, maar
dat het alleen soms wat langer
duurt?
„Ach, ik heb hem nooit zo'n ster
gevonden. Ik moetje zeggen, dat ik
geen echte vriend ben van Lub
bers, maar ik heb hem altijd wel
gewaardeerd om zijn kennis. Ik
weet dat hij politiek bepaald anders
denkt dan ik, maar dat is ook niet zo
interessant; het is een man. die
weet waar hij het over heeft, een
vakman. En dat hij zijn vakman
schap soms toepast op een ma
nier. die mij niet altijd past, dat is
dan vers twee Van Aardenne heeft
dat niet. Van Aardenne is iemand,
die meer politicus is dan vakminis
ter. En daarom zegt hij dingen, die
meer politiek geladen zijn. wat in de
kraam van zijn partij te pas komt
Als een echte minister van econo
mische zaken zou hij dat niet over
zijn lippen krijgen En daarom
neem ik ze ook vanuit zijn vak maar
niet serieus."
Maar maak het breder dan alleen
Van Aardenne. Lubbers liet on
langs weten, dat in ieder geval het
miljoen werklozen niet gehaald zou
worden. Dat is een heel ander
verhaal dan werkloosheid terug
dringen.
„Voor dit kabinet is altijd het
terugdringen van de bestedingen
de hoofdzaak geweest. En men
nam daarbij op de koop toe, dat de
werkloosheid het kind van de reke
ning zou worden. Het ging dit kabi
net om het terugdringen van de
uitgaven Daar hebben wij als be
weging regelmatig tegen gewaar
schuwd. want dat is het paard
achter de wagen spannen Het
betekent namelijk dat de werkloos
heid alleen maar op zal lopen.
Want er wordt bezuinigd op over
heidsuitgaven, die in ieder geval
werkgelegenheid voor mensen be
tekenen En die komen dus bij de
werklozenpot terecht En we heb
ben dan ook tal van dingen af zien
breken als gevolg waarvan werk
loosheid toeneemt Maar ja. daar
moeten we toch mee leven en het
hoofd in de schoot leggen kan niet.
Dus zijn we maar met de werkge
vers in onze sector gesprekken
begonnen om te bekijken, wat we
op eigen kracht kunnen doen Hoe
kunnen we dan het vraagstuk van
binnenuit proberen aan te pakken.
Maar het had leuker geweest als er
een kabinet had gezeten, dat de
bestrijding van de werkloosheid
wel tot prioriteit nummer één had
verklaard."
Gevaarlijk, hoor
Zo'n uitspraak van Lubbers, dat
hij de miljoenste werkloze niet zal
meemaken, wat vindt u daar van
„Ja, ik vind dat altijd gevaarlijk,
hoor. Ik heb te vaak meegemaakt
dat mensen toch door de omstan
digheden gedwongen worden om
dingen te slikken, die ze helemaal
niet willen. Ik bewonder dat ook
nooit zo in mensen, als ze gaan
zeggen: en als het zóver komt, dan
dit of dat. Dan denk ik jöh, kijk nou
in godsnaam uit. Of je wil kennelijk
graag van je minister-
presidentschap af en hebt daarom
die kreet geslaakt. Of je overschat
jezelf En ik denk dat het laatste het
geval is En als hij niet uitkijkt en zijn
vice-premier gaat door met zijn
beleid, waarin hij duidelijk aan
stuurt op sluiting van bedrijven in
een aantal sectoren, dan krijgt Lub
bers zijn miljoenste werkloze. Daar
hoeft hij echt niet aan te twijfelen.
Als je alleen al ziet wat er de
komende jaren nog aan schoolver
laters op de markt gaat komen, dan
vraag je je af: waar haalt ie toch de
euvele moed vandaan om zulke
dingen te zeggen?"
De laatste vraag moet u beant
woorden in het kader van het ge
heel waarover we het in dit gesprek
hebben gehad. U bent uitgenodigd
om te spreken in Leusden op 1 mei,
de Dag van de Arbeid. Wat heeft
die dag onder de huidige omstan
digheden nog voor betekenis voor
u?
„Ik denk dat dat voor een groot
deel gevoelsmatig is, hè. Eh, er is
ooit eens een keer door mensen
gezegd we moeten één keer per
jaar een feestdag hebben, waarin
we centraal stellen die dingen, die
voor arbeiders van belang zijn. En
men heeft daar. in grote delen van
de wereld een - vind ik - goede
traditie van gemaakt, om één keer
per jaar uit het arbeidsritme te
stappen en je met elkaar af te
vragen waar staan we nou, wat is
onze positie, wat zijn de doelstellin
gen. hoe kunnen we dat bereiken?
Een soort bezinningsdag, hier en
daar met een leuk feestelijk tintje er
bij. Ik vind dat goed. al doen de
Belgen dat beter dan wij en de
Oostenrijkers ook. Maar dat die
traditie er is, dat doet me deugd.
Omdat ik niet tot de mensen be
hoor, die zeggen je moet er van uit
durven gaan, dat een aantal men
sen in de maatschappij een ar
beidsloos inkomen zal hebben
Daar bent u een verklaard tegen
stander van.
„Ja, ik verzet me daartegen. Uit
een aantal overwegingen En niet
in de eerste plaats uit economi
sche, al zijn er ook rekensommen
te maken, waaruit blijkt dat het
volstrekt onbetaalbaar is Maar ik
vind, dat werken aan iets ook met
zich meebrengt, partij zijn bij iets
Ook betekent: behoren tot iets,
deel uitmaken van een sociale
eenheid Maar betekent, vanuit de
vakbeweging gezien, ook dat je
vanuit je arbeid een vuist kunt
maken Dat het heeft zowel een
sociologisch, psychologisch tintje,
als een vakbondstheoretisch tintje
Mensen die geen werk hebben -
dat blijkt in deze tijd wel - die
kunnen zelfs hun pink nog niet
buigen, die maken geen vuist. Wor
den wel opgeroepen om akties te
voeren, maar niemand heeft er last
van Ja, het is wel eens vervelend
als er ergens een kruispunt wordt
bezet, maar het produktieproces
gaat gewoon door En in de
machtscentra worden ze er niet
koud of warm van. En op grond van
dergelijke overwegingen zie ik dat
zo Mensen hebben het nodig om
ergens bij te horen, dat heeft iets te
maken met hun zijn, met hun exis
teren. het heeft ook iets te maken
met vakbondskracht
Heeft het ook iets met ethiek te
maken9
„Nou. ethiek, ik ben niet zo
ethisch ingesteld. Dat weet ik niet.
Daar kun je heel ingewikkelde en
hoogdravende redeneringen over
opzetten, maar neem dat in het
eerste gedeelte van mijn verhaal
maar een beetje mee Daar hangt
het een beetje mee samen Maar ik
ben geen dominee, dus ik weet niet
hoe ik dat precies onder woorden
moet brengen. Ik wil het gewoon zo
eenvoudig mogelijk zeggen. Ik
weet dat er mensen zijn, die werk
loos zijn geworden en nu nog elke
dag zitten te haken naar het contact
dat zij vroeger wel hadden en nu
niet meer. Die nu naar vier muren
zitten te staren, terwijl ze vroeger in
een werksituatie zaten Met colle
ga's, die ze van haver tot gort
kenden, die ze konden pesten als
ze dat wilden, waar ze vriend
schappelijk een partijtje mee kon
den voetballen tussen de middag
Kortom, ze waren iemand, ze hoor
den ergens bij. En nu niet meer
En we zien het ook in de bond
Na verloop van tijd haken de men
sen ook in de bond af. Want die
mensen zijn met hun werk de zin
van hun leven kwijtgeraakt. Dat
was iets heel essentieels voor ze
En ik vind dat wij als dat mensen
afnemen - en dat gebeurt op grote
schaal - dan maken we mensen
ook echt onmondig. Dan maken we
ze tot niemand in de maatschappij,
naar hun gevoel tot nietsnutten en
het wordt ook vaak tegen ze ge
zegd, dat ze nietsnutten zijn. En dat
is een jaeen in de maat
schappij ingebouwd ontsporings
mechanisme; als we dat niet onge
daan weten te maken, dan gaan we
er aan kapot.
Ik vind daarom, dat je daar met
mensen die eerste mei nog eens
even over moet kunnen praten. Dat
je moet kunnen zeggen: arbeid is er
niet alleen maar om werkgevers
dikker en vetter te laten worden,
arbeid is ook niet alleen maar om
bommen en granaten te maken,
arbeid heeft ook iets te maken met
het zich ontplooien van mensen
Als ik op een bedrijf kom en ik zie
een gereedschapsmaker aan het
werk, dan is daar een kunstenaar
bezig. En die man, die legt daar zijn
ziel en zaligheid in. Dat doet hij
thuis niet in stofzuigen. Ja, kunst en
arbeid liggen niet voor niks zo dicht
tegen elkaar aan. Zo kijk ik tegen
die eerste mei aan Ik vind dat we
dat iedere keer weer tegen elkaar
moeten zeggen: arbeid is heel zin
vol."