„We moeten dat iedere keer weer tegen elkaar zeggen: arbeid is heel zinvol" I Arie Groenevelt spreekt in Leusden op de Dag van de Arbeid" VRIJDAG 27 APRIL 1984 interview oor Marnix Kreyns Aanstaande dinsdag is het iien dan wordt ookin ®dende„Dag van de teld" gevierd. Op een door PvdA-afdeling jorganiseerde bijeenkomst lArie Groenevelt één van sprekers zijn. Voorafgaand aan zijn roek aan Leusden zocht irnix Kreyns de oud- orzittervande justriebond FNV op. Om ilhem te spreken over zijn scheid als voorzitter vorig sr.de kadervorming binnen Industriebond, het beleid het kabinet en de ilekenis van de „Dag van de beid". Ik wil het gewoon zo nvoudig mogelijk zeggen, «eet dat er mensep zijn, die «kloos zijn geworden en de hele dag zitten te haken larhet contact, dat zij oeger wel hadden en nu ilmeer". ,Als ik op een bedrijf kom ikzieeen leedschapsmaker aan het ■rk, dan is daar een nstenaar bezig. En die in, die legt daar zijn ziel en igheid in. Dat doet hij thuis ilin stofzuigen." ITRECHT - U bent nu een voorzitter af van de Indus- iond Toen ik uw voorlichter ie met het verzoek om dit new, zei hij: je weet toch dat Groenevelt geen voor- si meer is. Daardoor vroeg ik af: waar heeft u nou meer van, dat mensen nog ids denken dat u de voorzit- bent of van het feit, dal u «i voorzitter meer bent? Van dat laatste heb ik si last. Nee, nee, want ik leen aantal heel plezierige gen te doen. Maar van dat isle wel. Dat is heel merk- irdig; mensen die veron- stellen, dat ik nog steeds lunktie vervul en die mij in kwaliteit ook nog regel- ig bellen. En dan moet ik ere keer zeggen: hoho, p,wacht nou even.Een weken terug was ik op symposium en daar zat man, die in de staf zat van hele grote onderneming lederland - het heeft geen om namen te noemen, ui dat is voor die betrokke niet zo leuk - en die man Itegen me: ik hoor net bij introduktie dat u geen witter meer bent van de «striebond. Wanneer is gebeurd dan? Ja, dat ft dingen gebeuren me regelmatig. Dat mensen leggen: Arie, we zouden tg zien dat je als voorzit- nee, zeg ik dan, dan itje bij een ander zijn. Dat lijn klus niet meer. Dat is ij. Niet overdreven, maar wel lastig." bent u ontzettend tang voor- en de bond geweest en dat is ree oorzaak van dat verschijn- tfaar komt het wellicht ook bat uw opvolger zich nog wat >9 heeft geprofileerd als de <8 voorzitter? 'denk dal mensen op dat punt hrdig zijn. met het venverken isgevens Wat mij is gebeurd, h mgn voorgangers gebeurd: ngetwiifeld gebeuren als Wim straks opstapt. Je bent heel het gezicht geweest van de tn de mensen volgen dan wel "Wikkelingen. maar kennelijk m ze daar boven in dat com- lamertje de gegevens niet ende op een rijtje houden. En wdt ook een beetje in stand oden door de manier waarop r worden aangekondigd Ik «a tijdje terug naar „Haagse 'a kijken en daar trad dus mijn ^er, Dick Visser, in op. Die aangekondigd als de opvol- fan de legendarische Arie "welt. Dan denk ik ja, zo dan in feite iemand bij het nauwelijks een kans om "te profileren. ouwe ai niet moeilijk om. wanneer voorzitter bent geweest, "■"P terug te doen en tegelij kertijd toch nog volop bi/ de aktivi- teiten van de bond betrokken te blijven? „Nee, het zou moeilijk zijn ge weest als ik met ruzie mijn zetel had moeten opgeven of onder sterke aandrang van mensen, die zeiden hé ouwe. het wordt tijd dat je nu eens een keer opstapt. Maar bij mi| was het zo, dat ik zelf, toen ik nog maar een jaar ol vijf. zes voorzitter van de bond was. te kennen heb gegeven, dat dat natuurlijk niet tot in eeuwigheid der dagen door kon gaan, dat er ergens een einde is. Ook in je vermogen om telkens weer mensen te initiëren, nieuwe ideeën zeil op tatel te leggen, op een gegeven moment weer en thousiast aan een nieuwe klus te beginnen Dal eindigt een keer. Het is een accu die een keer leegraakt. En ik heb toen al tegen mijn colle ga's gezegd, dat ze daar maar rekening mee moesten houden, dat ik niet tot aan mijn pensioen voorzitter zou blijven Nou dat is nog twaalf en een half jaar gewor den. dus dat is nog een aardige ruk nadien. Maar wat ik wil zeggen ik was er dus al geruime tijd op voorbereid, dat het zou gebeuren, ik heb zelf het tijdstip kunnen bepa len, waarop het gebeurde; ik was er dus helemaal aan toe En ik kon beginnen aan een klus, die ik ook zelf al lange tijd te voren had aangeduid En dan is het niet moei lijk." Maarniet de neiging om aten toe nog eens wat te willen zeggen of in te willen grijpen? „Ooooh, maar ik mag ook nog regelmatig wat zeggen. Ja. hoor De mensen, die nu het bestuur vormen, daar heb ik zelf jarenlang mee samengewerkt En als die het nuttig vinden om me iets te vragen, dan komen ze echt wel bij me binnen stappen. Niet dagelijks, dat zou niet plezierig zijn, maar ais er zo eens een probleem is. waarbij ervaring nuttig is. En omgekeerd vang ik wel eens wat op en dan denk ik: zouden ze dat wel weten? En dan stap ik ook wel naar mijn collega's toe." De plezierige dingen", waar u zich nu bezighoudt betreffen voor- nameliik de kadervorming binnen de bond. Hoe heeft zich dat het afgelopen jaar ontwikkeld? „Ik ben nu in het stadium, dat ik kan zeggen, dat ik in september, oktober aanstaande een tussenno- titie zal uitbrengen, die dicht in de buurt zal liggen van een eindnotitie, waarin de eerste conclusies ge trokken worden vanuit een onder zoek, dat ik heb ingesteld Daar voor heb ik erg veel gesprekken gevoerd, met honderden mensen En die conclusies moeten dan lei den tot besluiten van bestuur en bondsraad, om een programma te staden. dat moet leiden tot verbre ding en verdieping van het kader Dat is in grote lijnen de stand van zaken." „Het afgelopen jaar heb ik zo'n 400,500 kaderleden benaderd met een aantal vragen, die verband hielden met hoe zij als kaderlid geworven zijn, wat hun motivatie is, wat voor opleiding ze hebben ge noten, wat ze vinden van het scho lingsaanbod, dat er is en wat ze eigenlijk zouden willen hebben. In juni rond ik die gesprekken af. Daarna ga ik nog een groot aantal afdelingsbesturen bezoeken. Ik ben van plan om er deze zomer zo'n vijftig, zestig te bezoeken. Ook weer met vragen, hoe functioneren jullie; hoe vinden jullie dat de bond dat zou kunnen verbeteren? Dat hoop ik in september te beeindigen en dan wordt de pen op papier gezet om uit al dat materiaal con clusies te trekken." Weinig bagage De gesprekken zijn nog niet af gerond, maar kunt u misschien al wel een voorzichtige gevolgtrek king maken uit het materiaal, dat u tot nog toe verzameld heeft? „Dat vind ik erg moeilijk, hoor Want alles wat ik nu zeg, daar word ik in september aan gehouden natuurlijk Ik wil me liever niet op glad ijs bewegen, want ik moet nog een hoop gesprekken voeren en daardoor kunnen dingen toch weer gaan schuiven. Maar wat ik nu op dit ogenblik als grote lijnen zie - en onder dat voorbehoud zeg ik het - wat ik nü als de grote lijnen zie, dat is dat een flink deel van ons kader op grond van meestal lager be roepsonderwijs in allerlei organen onze bond zit te vertegenwoordi gen. In ondernemingsraden, in ge meentelijke dienstcommissies, in weet ik wat voor instanties alle maal, waar erg veel van ze wordt gevraagd, wat ze ook met heel veel enthousiasme doen, maar waarbij ze zelf iedere keer tot de conclusie komen, dat ze toch wel erg weinig bagage bij zich hebben om die taken naar behoren te kunnen ver vullen. Nou, als je dat ziet, dan zal de aanbeveling dus gaan in de richting van zorg dat we een heel breed opgezet programma gaan ontwikkelen van sociale vaardighe den. kennis in de maatschappelijke instrumentaria, sociale wetgeving, arbeidsrecht, sociaal recht, privaat recht, kortom al die dingen die mensen moeten weten om hun plaats in die verschillende organen op een juiste manier in te kunnen nemen." „Een tweede zaak. Er worden nog steeds mensen kaderlid En bij het beantwoorden van de vraag, hoe worden ze kaderlid, heb ik met grote regelmaat te maken gekre gen met een soort toevalstreffers, waarvan ik denk dat we het ons als grote organisatie niet zouden moe ten permitteren om het zo te laten plaatsvinden Dan komt er een keer iemand naar iemand anders toe en die zegt: je bent nou twee keer op een ledenvergadering geweest, zou jij nou niet die funktie gaan vervullen9 Die weet dan van de betrokkene niet meer af dan dat hij twee keer op een vergadering is geweest en dat hij er redelijk helder uitziet Weet helemaal niet, welke funktie nou het beste bij die man of vrouw zou passen en dan wordt zo ie mand zo maar laten we zeggen voorzitter van een bedrijfsleden- groep En ontdekt dan pas dat het een afschuwelijk zware funktie is, waar hij helemaal niet toe uitgerust is. Nou. dan gaan zich al spoedig problemen ontwikkelen Of hij kan het niet goed aan en loopt dan gefrustreerd rond en ook de men sen, die een bepaald verwach tingspatroon van hem hadden zijn teleurgesteld. Of hij gaat in een razend tempo proberen het gebrek dat hij heeft aan kennis en informa tie op te vullen en struikelt daar dan weer over. Nou. daarmee wil ik duidelijk maken, dat we vooral ook moeten kijken naar de manier, waarop we kader werven. Dat je die zaken een stapje voor kan blijven Zoek op een moment, dat er nog helemaal geen funkties te verge ven zijn, naar mensen die bereid zijn scholing te gaan volgen Op dat, als ze geschoold zijn, je kunt zeggen nou hebben we eens een tijdje met elkaar gefunktioneerd, jij zou een uitstekende secretaris zijn Maar bij hem trekt die pen in zijn handen altijd krom, dat is de voor zitter. Op die manier „Een derde punt is dat we onder vertegenwoordigd zijn wat bepaal de categorieën van mensen betreft en dat is een gevolg van het feit. dat we weinig systematisch werven We hebben een kleine tien procent vrouwen in ons ledenbestand, maar ik tref verhoudingsgewijs niet zoveel kaderleden aan Ja, hoe komt dat? Omdat het merendeel van ons kader bestaat uit mannen En die werken op de werkplek ook hoofdzakelijk met mannen. En als er dan op kantoor een lid van ons zit, zijnde een vrouw, dan is óf die man daarmee onbekend en bena dert haar dus ook niet óf hij vindt dat hij als jongen uit de fabriek toch maar moeilijk naar het kantoor kan stappen om haar ook te vragen Dus dat betekent dat er i.i dat systeem van ons echte of ver meende drempels zitten en dat is niet goed." Moedeloosheid Toen u vorig jaar opstapte heeft u een groot aantal interviews gege ven Daarin legt u uit, waarom u er als voorzitter mee ophield en dan is er sprake van vermoeidheid. U had het eerder in dit gesprek ook al over een leegrakende accu. Maar als je al die interviews achter elkaar leest, dan lijkt er - in ieder geval op dat moment - bij u ook sprake van een zekere moedeloosheid U zegt bijvoorbeeld ergens Het is mis schien wel een vervelend moment om op te stappen, maar als ik moet blijven zitten tot de economie aan trekt. dan ben ik tachtig. En ergens anders zegt u: ik heb de mensen geen alternatief te bieden. Is dat. „Ja, maar dat moet je plaatsen in de lange duur. Sommigen hebben dat goed weergegeven in die inter views, anderen hebben er de es sentie niet helemaal van gepakt. Iedereen, ongeacht de vraag waar iemand functioneert, als je het erg lang doet, dan heb je niks meer te bieden. Dat geldt voor de direkteur van een onderneming, voor de eigenaar van 'n kleine kruideniers zaak, voor de voorzitter van een grote bond en voor de voorzitter van de geitenfokvereniging Niet omdat de club, waaraan je leiding geeft niets meer te bieden zou hebben, maar omdat je zelf uitge praat raakt, omdat je zelf niet meer in staat bent om je weer op te peppen naar weer iets nieuws Dat houdt op En je ziet het dan ook overal: of het nou in het bedrijfs- of het verenigingsleven is, waar ou deren te lang in de leiding blijven zitten, is het het einde van de club. In vakbondsland heb ik dat ook altijd verkondigd. Je moet een voorzitter niet verplichten om tot zijn pensioen voorzitter te blijven Dat is de dood in de pot voor de club Laat op een gegeven moment een jonge man of jonge vrouw dat met nieuw élan overnemen. En als die jonge man of jonge vrouw dan opnieuw het wiel gaat uit zitten vinden, dan geeft dat niks. Want terwijl hij dat doet, ontdekt hij ook weer dingen, die die vorige uitvin der niet gezien had Dat is namelijk het voordeel van alle uitvinders. Maar ik kan mezelf niet blijven verplichten alsmaar wielen uit te gaan zitten vinden. Dat heb ik al zo vaak gehad. En als je dan voor het probleem van de werkgelegenheid wordt geplaatst en ze zeggen dan „zie jij voor je zelf nog dat je het op zult lossen, dan zeg ik: nee, dat zie ik niet meer. Ik heb daar alles aan gedaan, wat ik kon doen En ik denk dat er nu een nieuwe genera tie op moet staan, die gewoon met frisse moed opnieuw dat probleem aanpakt En op het moment dat je het mij laat doen, dan ben ik in 88 nog bezig en dan ben ik in '99 nog bezig En steeds maar omdat ik niets meer weet te vinden, wat uitwegen zou kunnen bieden in dat hele verhaal." En nu denkt u dat een nieuwe, frisse generatie dat wel zou kun nen? „Dat denk ik, ja. Dat is toch altijd zo? De wereld draait toch iedere keer weer bij de gratie van nieuwe mensen, die elke keer weer de moed vinden om daar te beginnen, waar anderen gestopt zijn? Dat vind ik nou zo'n bezwaar van politi ci, die zo lang blijven zitten Die slaan het hele spul om zich heen dood Maken iedereen het leven zuur U heeft een bepaalde politicus op het oog? „Nee, iedere politicus Een Luns, en een Den Uyl en een Drees en iedereen, die vindt dat hij erg lang moet blijven zitten Dat worden allemaal oude mensen, die nog steeds denken dat de wereld van hen afhankelijk is. Die maken een kolossale fout. Ze hebben niks meer voor zich, ze hebben alles achter zich. Wat ze voor zich heb ben is nog maar zo'n klein beetje, (Foto Flonald Sweermg) dat ze daaraan niet het reent mo gen ontlenen om zo intensief bezig te zijn met de toekomst van jonge mensen. Dat moet je jonge mensen zelf laten doen Maar wat geeft u nu het idee, dat een nieuwe generatie de proble men wel zou kunnen oplossen? „Oh, als ik zie met welk een élan de mensen in onze club bijvoor beeld begonnen zijn met het ont wikkelen van een nieuwe industrie beleid; de talloze gesprekken die ze daar over voeren; de mate waarin ze zich daarop werpen; het enthousiasme, waarmee ze bezig zijn; dan denk ik: dat zou ik niet meer opgebracht hebben. En daar bij doen ze niet iets. dat ik niet zou hebben kurfnen doen Ik had dat probleem best voor mezelf op een rij Maar om daar gewoon weer aan te beginnen, van 's maandagsmor gens vroeg tot zondagsavonds laat, zeventig tachtig uur in de week Die energie had ik niet meer op kunnen brengen Maar u heeft niet bedoeld te zeggen de Industriebond heeft geen alternatief meer te bieden? „Zeker niet. Ik had het over mezelf. Daarom ben ik gestopt als voorzitter en houd ik me nu binnen de bond bezig met dingen, die ik binnen het kader van mijn leeftijden en mijn mogelijkheden nog wel kan doen. En toe nu toe is iedereen daar redelijk tevreden over, dacht ik." 32 uur Bij uw afscheidsinterview heeft u sterk de noodzaak van herverde ling van arbeid benadrukt. Hoe verloopt dat momenteel in uw sec tor? „Moeizaam, zoals onlangs weer bleek bij de onderhandelingen met Philips, bijvoorbeeld Maar er zijn ook goede ontwikkelingen. Ik ben momenteel bestuurslid van een fonds, waarin een deel van de door de metaalarbeiders ingeleverde prijscompensatie is onderge bracht Dat geld wordt gebruikt voor de financiering van de oplei ding van jonge mensen in de me taalsector. Dat zijn werkloze jonge ren, die niet alleen die opleiding aangeboden krijgen, maar tegen over wie de werkgever ook de intentie uitspreekt, dat hij bij goed gevolg van de opleiding ook in dienst van het bedrijf kan komen Dat gebeurt op basis van 32 uur per week. Tegelijkertijd is er de Stich ting Uittreding Metaal, die 't oude re werknemers financieel mogelijk maakt om zeg maar vervroegd met pensioen te gaan. Die banen wor den ook weer ingevuld door men sen, die minder dan veertig uur gaan werken, waardoor je dus meer en vooral jongere mensen aan het werk helpt." Nuttig werk. Maar bent u er gerust op, dat dat zou kunnen leiden tot een sterke afname van de werkloosheid? „Dat weet ik niet. Als je niks doet gebeurt er niks Maar hoe sterk zulke dingen effekt zullen hebben, is afhankelijk van de mate. waarin je er in slaagt concrete afspraken te maken over arbeidstijdverkorting, concrete afspraken maken over nieuwe industriële aktiviteiten en dat zijn zaken, waarbij je de over heid nodig hebt." En die overheid, althans dit kabi net, wekt nu juist niet de indruk, dat het in de eerste plaats om de terugdringing van de werkloosheid gaat „Tsja, maar daar moet je wel mee leven Ook met vice-premiers, die ver kondigen dat iedereen nog steeds welaan een baan kan komen, maar dat het alleen soms wat langer duurt? „Ach, ik heb hem nooit zo'n ster gevonden. Ik moetje zeggen, dat ik geen echte vriend ben van Lub bers, maar ik heb hem altijd wel gewaardeerd om zijn kennis. Ik weet dat hij politiek bepaald anders denkt dan ik, maar dat is ook niet zo interessant; het is een man. die weet waar hij het over heeft, een vakman. En dat hij zijn vakman schap soms toepast op een ma nier. die mij niet altijd past, dat is dan vers twee Van Aardenne heeft dat niet. Van Aardenne is iemand, die meer politicus is dan vakminis ter. En daarom zegt hij dingen, die meer politiek geladen zijn. wat in de kraam van zijn partij te pas komt Als een echte minister van econo mische zaken zou hij dat niet over zijn lippen krijgen En daarom neem ik ze ook vanuit zijn vak maar niet serieus." Maar maak het breder dan alleen Van Aardenne. Lubbers liet on langs weten, dat in ieder geval het miljoen werklozen niet gehaald zou worden. Dat is een heel ander verhaal dan werkloosheid terug dringen. „Voor dit kabinet is altijd het terugdringen van de bestedingen de hoofdzaak geweest. En men nam daarbij op de koop toe, dat de werkloosheid het kind van de reke ning zou worden. Het ging dit kabi net om het terugdringen van de uitgaven Daar hebben wij als be weging regelmatig tegen gewaar schuwd. want dat is het paard achter de wagen spannen Het betekent namelijk dat de werkloos heid alleen maar op zal lopen. Want er wordt bezuinigd op over heidsuitgaven, die in ieder geval werkgelegenheid voor mensen be tekenen En die komen dus bij de werklozenpot terecht En we heb ben dan ook tal van dingen af zien breken als gevolg waarvan werk loosheid toeneemt Maar ja. daar moeten we toch mee leven en het hoofd in de schoot leggen kan niet. Dus zijn we maar met de werkge vers in onze sector gesprekken begonnen om te bekijken, wat we op eigen kracht kunnen doen Hoe kunnen we dan het vraagstuk van binnenuit proberen aan te pakken. Maar het had leuker geweest als er een kabinet had gezeten, dat de bestrijding van de werkloosheid wel tot prioriteit nummer één had verklaard." Gevaarlijk, hoor Zo'n uitspraak van Lubbers, dat hij de miljoenste werkloze niet zal meemaken, wat vindt u daar van „Ja, ik vind dat altijd gevaarlijk, hoor. Ik heb te vaak meegemaakt dat mensen toch door de omstan digheden gedwongen worden om dingen te slikken, die ze helemaal niet willen. Ik bewonder dat ook nooit zo in mensen, als ze gaan zeggen: en als het zóver komt, dan dit of dat. Dan denk ik jöh, kijk nou in godsnaam uit. Of je wil kennelijk graag van je minister- presidentschap af en hebt daarom die kreet geslaakt. Of je overschat jezelf En ik denk dat het laatste het geval is En als hij niet uitkijkt en zijn vice-premier gaat door met zijn beleid, waarin hij duidelijk aan stuurt op sluiting van bedrijven in een aantal sectoren, dan krijgt Lub bers zijn miljoenste werkloze. Daar hoeft hij echt niet aan te twijfelen. Als je alleen al ziet wat er de komende jaren nog aan schoolver laters op de markt gaat komen, dan vraag je je af: waar haalt ie toch de euvele moed vandaan om zulke dingen te zeggen?" De laatste vraag moet u beant woorden in het kader van het ge heel waarover we het in dit gesprek hebben gehad. U bent uitgenodigd om te spreken in Leusden op 1 mei, de Dag van de Arbeid. Wat heeft die dag onder de huidige omstan digheden nog voor betekenis voor u? „Ik denk dat dat voor een groot deel gevoelsmatig is, hè. Eh, er is ooit eens een keer door mensen gezegd we moeten één keer per jaar een feestdag hebben, waarin we centraal stellen die dingen, die voor arbeiders van belang zijn. En men heeft daar. in grote delen van de wereld een - vind ik - goede traditie van gemaakt, om één keer per jaar uit het arbeidsritme te stappen en je met elkaar af te vragen waar staan we nou, wat is onze positie, wat zijn de doelstellin gen. hoe kunnen we dat bereiken? Een soort bezinningsdag, hier en daar met een leuk feestelijk tintje er bij. Ik vind dat goed. al doen de Belgen dat beter dan wij en de Oostenrijkers ook. Maar dat die traditie er is, dat doet me deugd. Omdat ik niet tot de mensen be hoor, die zeggen je moet er van uit durven gaan, dat een aantal men sen in de maatschappij een ar beidsloos inkomen zal hebben Daar bent u een verklaard tegen stander van. „Ja, ik verzet me daartegen. Uit een aantal overwegingen En niet in de eerste plaats uit economi sche, al zijn er ook rekensommen te maken, waaruit blijkt dat het volstrekt onbetaalbaar is Maar ik vind, dat werken aan iets ook met zich meebrengt, partij zijn bij iets Ook betekent: behoren tot iets, deel uitmaken van een sociale eenheid Maar betekent, vanuit de vakbeweging gezien, ook dat je vanuit je arbeid een vuist kunt maken Dat het heeft zowel een sociologisch, psychologisch tintje, als een vakbondstheoretisch tintje Mensen die geen werk hebben - dat blijkt in deze tijd wel - die kunnen zelfs hun pink nog niet buigen, die maken geen vuist. Wor den wel opgeroepen om akties te voeren, maar niemand heeft er last van Ja, het is wel eens vervelend als er ergens een kruispunt wordt bezet, maar het produktieproces gaat gewoon door En in de machtscentra worden ze er niet koud of warm van. En op grond van dergelijke overwegingen zie ik dat zo Mensen hebben het nodig om ergens bij te horen, dat heeft iets te maken met hun zijn, met hun exis teren. het heeft ook iets te maken met vakbondskracht Heeft het ook iets met ethiek te maken9 „Nou. ethiek, ik ben niet zo ethisch ingesteld. Dat weet ik niet. Daar kun je heel ingewikkelde en hoogdravende redeneringen over opzetten, maar neem dat in het eerste gedeelte van mijn verhaal maar een beetje mee Daar hangt het een beetje mee samen Maar ik ben geen dominee, dus ik weet niet hoe ik dat precies onder woorden moet brengen. Ik wil het gewoon zo eenvoudig mogelijk zeggen. Ik weet dat er mensen zijn, die werk loos zijn geworden en nu nog elke dag zitten te haken naar het contact dat zij vroeger wel hadden en nu niet meer. Die nu naar vier muren zitten te staren, terwijl ze vroeger in een werksituatie zaten Met colle ga's, die ze van haver tot gort kenden, die ze konden pesten als ze dat wilden, waar ze vriend schappelijk een partijtje mee kon den voetballen tussen de middag Kortom, ze waren iemand, ze hoor den ergens bij. En nu niet meer En we zien het ook in de bond Na verloop van tijd haken de men sen ook in de bond af. Want die mensen zijn met hun werk de zin van hun leven kwijtgeraakt. Dat was iets heel essentieels voor ze En ik vind dat wij als dat mensen afnemen - en dat gebeurt op grote schaal - dan maken we mensen ook echt onmondig. Dan maken we ze tot niemand in de maatschappij, naar hun gevoel tot nietsnutten en het wordt ook vaak tegen ze ge zegd, dat ze nietsnutten zijn. En dat is een jaeen in de maat schappij ingebouwd ontsporings mechanisme; als we dat niet onge daan weten te maken, dan gaan we er aan kapot. Ik vind daarom, dat je daar met mensen die eerste mei nog eens even over moet kunnen praten. Dat je moet kunnen zeggen: arbeid is er niet alleen maar om werkgevers dikker en vetter te laten worden, arbeid is ook niet alleen maar om bommen en granaten te maken, arbeid heeft ook iets te maken met het zich ontplooien van mensen Als ik op een bedrijf kom en ik zie een gereedschapsmaker aan het werk, dan is daar een kunstenaar bezig. En die man, die legt daar zijn ziel en zaligheid in. Dat doet hij thuis niet in stofzuigen. Ja, kunst en arbeid liggen niet voor niks zo dicht tegen elkaar aan. Zo kijk ik tegen die eerste mei aan Ik vind dat we dat iedere keer weer tegen elkaar moeten zeggen: arbeid is heel zin vol."

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1984 | | pagina 5