„Geheimen van bomen": over de relatie tussen mensen en bomen Boeken/gidsen voor op reis Goed kijken naar het spel van jonge kinderei I Gerrit de Graaff en Jan Pit kwamen ook vaak in het Leusdense kijken "V.VV> XT ...en ik bende conduct© ,,En ik ben de conducteur" van Leusdense Marianne de Valck x" DINSDAG 29 MEI 1984 Tussen februari 1980 en april 1982 verzorgden onze collega's Gerrit de Graaff (chef van de elektronische zetterij van de BDU) en Jan Pit (fotograaf bij de BDU- Krantenkombinatie) een se rie artikeltjes over bomen in de Barneveldse Krant. Ie dere week verscheen er een aflevering van 'Geheimen van bomen', waarin De Graaff en Pit een rijk geïllu streerd verhaaltje vertelden over een bijzondere boom in het landschap in de omge ving van Barneveld. Het was Jan Pit. die de aanzet tot de serie gaf. Nadat De Graaff zijn eerdere serie 'Natuurgeheimen' - te vergelijken met de 'Mininatuurt- jes' in de Leusder Krant - had beëindigd, liet Jan Pit hem een aantal fraaie foto's van bomen zien. Of De Graaff daar niet eens wat over zou kunnen schrijven Want. zo vermoedde Pit, aan ie dere boom zou wel een een ver haaltje vast zitten Het vermoeden van de fotograaf bleek juist. Allerlei markante bo men in de wijde omgeving bleken inderdaad een verhaal te vertellen te hebben. Dat die bomen dat niet zelf konden doen was geen be zwaar, want altijd was er wel weer iemand, die het verhaal van die boom kon vertellen. En zo ont stond een bijna honderd afleverin gen lange serie over mensen en bomen en over de relatie tussen mensen en bomen. Het werk van De Graaff en Pit ont moette veel waardering. Aller eerst bij de lezers van de Barne veldse Krant, voor wie de in altijd begrijpelijke taal geschreven stuk jes ook in de eerste plaats be doeld waren. Maar ook meer spe cifiek geïnteresseerde lezers toonden hun waardering voor 'Geheimen van bomen'. In 1982 mochten de schrijver en de foto graaf uit handen van de voorzitter van de Bomenstichting de 'Bo- menpersprijs 1982' in ontvangst nemen. Hoe uniek het werk van De Graaff en Pit is, moge blijken uit het feit, dat zij de enige zijn, die ooit die persprijs in ontvangst hebben mogen nemen. Volgens de voorzitter van de Bomenstich ting is men er tot op heden niet in geslaagd om nog een journalis tiek werk van dergelijk nivo over bomen te vinden. De niet meer bestaande boom van ,,De Boom". Het is dan ook niet verwonderlijk, dat de afleveringen van 'Gehei men van bomen' nu in boekvorm gebundeld zijn. Wel dat het zo lang heeft moeten duren voordat de BDU het boek op de markt brengt. Maar nu is het dan als nummer 15 in de zogeheten Schaffelaarreeks verschenen. Een fraai uitgevoerd, 160 pagi na's dik boekwerk, waarvan het eerste exemplaar vorige week werd aangeboden aan de com missaris der Koningin in de pro vincie Gelderland. Het boek is voor al diegenen, die de serie in de Barneveldse Krant niet hebben kunnen volgen een unieke gelegenheid om alsnog van het werk van Jan Pit en Gerrit de Graaff kennis te nemen Vooral voor mensen uit deze buurt is dat erg leuk, want altijd wordt be schreven, hoe je een bepaalde boom kunt gaan bekijken. En zo wordt je door De Graaff en Pit dus voortdurend uitgenodigd om zelf de natuur in te trekken en met name op de bodem te letten 'ENGELSE WERK' Tijdens hun tochten over de Ve- luwe en door de Gelderse Vallei hebben Jan Pit en Gerrit de Graaff zich ook menigmaal op Leusdens grondgebied begeven. Het begint al met de fraaie omslag van 'Geheimen van bomen', waarvoor de foto werd gemaakt op het erf van boer Hardeman aan de Postweg Daar fotografeerde Jan Pit de dikke eiken bij boerderij 'Droffelaar'. Ook op de titelpagina van het boek bevinden we ons in Leus den. Deze foto toont het zogehe ten 'Engelse werk', de vijver aan de Stoutenburgerlaan. Bij die vij ver staat een schitterende bruine beuk, die Pit graag voor 'Gehei men van bomen' wilde vereeuwi gen. Om het op de goede manier te doen, heeft de fotograaf wel het een en ander uit moeten halen. Hij begaf zich met een kano naar het middelpunt van de vijver, om dat dat het beste standpunt bleek Voor de toen nog te saaie achter-, grond werd de hulp ingeroepen van de heer H. Brons, die naast de vijver woont. Samen joegen Gerrit de Graaff en de heer Brons een half uurtje achter koeien aan om voor de juiste achtergrond bij de bruine beuk te zorgen. Het re sultaat mag er zijn. Nog meer Leusdenaren en Leus dense bomen in 'Geheimen van bomen'; op pagina 48 staan foto's van oud-pastoor J. W. Jansen van de Sint-Joseph-parochie in Ach terveld en van de tuin van de pas torie Daar stond een gleditsia - ofte wel valse Christusdoorn -, die omstreeks het midden van de vo rige eeuw werd geplant. Het is goed dat Pit en De Graaff er in oktober 1980 aandacht aan beste den, want inmiddels is de boom niet meer Bij een storm in januari 1983 ging de boom tegen de we reld. 'Gelukkig', zo voegt De Graaff er aan toe, wordt de gle ditsia tegenwoordig veel aange plant als laanboom" Op 13 januari 1981 publiceerden De Graaff en Pit een verhaaltje over de haagbeuken van Stouten- burg. Die staan op het landgoed 'Stoutenburg' vlak naast de boer derij, waar in 1899 de heer J. van Doorn werd geboren. Hij was het die de informatie verschafte over de haagbeuken. Wie ze eens wil bekijken, vindt in 'Geheimen van bomen' een keurige routebe schrijving. U komt dan tevens langs 'Adam en Eva', de twee be roemde eiken. Nog steeds aan de oostkant van de gemeente zijn we in maart 1981, toen in 'Geheimen van bo men' over een zogeheten ooie vaarsboom werd geschreven. Die dikke eik met daarop een wagen wiel, waarop het nest wordt ge legd, staat bij het huis van de Ach- tervelder H. Torsius aan de Eeme- laarsweg 6. Volgens de heer Tor sius is de boom vooral een gewild object bij puzzelntten. maar mocht uw belangstelling ook daarbuiten gewekt zijn, dan staat ook naar de ooievaarsboom een keurige routebeschrijving in 'Ge heimen van bomen'. 'DE BOOM' Uiteraard ontbreekt in 'Gehei men van bomen' niet een ver haal over het landgoed 'De Boom'. Er staan zelfs twee bij dragen over dit landgoed, dat dan ook een schat van bomen herbergt. Hier was het de admi nistrateur van het landgoed, de heer G. Wanner, die Gerrit de Graaff en Jan Pit van dienst was. Hij vertelde hen over de bouw van het landgoed aan de Arnhemseweg, waartoe in 1879 opdracht werd gegeven door mr. A. J. de Beaufort, oud-bur gemeester van Leusden. Deze liet ook door de tuinarchitect Copijn het park om het huis aan leggen. In 1948 riep de dochter van mr. De Beaufort, de in 1975 overleden juffrouw De Beaufort, de stichting 'De Boom' in het leven In een poging het beheer van het uitgestrekte landgoed veilig te stellen. En, vroeg Gerrit de Graaff aan de heer Wanner, hoe kwamen ze nu eigenlijk aan die naam 'De Boom'? Wanner: ,,Het landgoed is genoemd naar een enorm dikke boom, die vroeger bij de toegangshekken naar het huis stond. Sinds men- Kortgeleden verscheen bij Else vier in Amsterdam een (gebonden) reis- en rekreatiegids, waarmee je in eigen land prima uit de voeten kunt „Uit langs het water" is de titel en het werd geschreven (sa mengesteld) door Rommert Boon stra en Kees Scherer Deze laatste zorgde voor de fotografie. ..Uit langs het water'' geeft een goed beeld van de talrijke rekreatie-mogelijkheden rond en op het watef van Nederland Afge zien nog van de prachtige fotogra fie van Scherer en anderen, biedt het boek erg veel informatie voor hen die op het water willen vertoe ven, langs het water willen wande len. fietsen of anderszins willen rekreëren. De tekst is onderverdeeld in blokken, zoals „Tussen de Noord zee en het IJsselmeer„De Kop van Overijssell', „de Friese Me ren", etc. Zo'n blok bestaat dan uit een algemene tekst, een hoofdstuk over een auto-tocht, een fietstocht en een wandeltocht binnen het behandelde gebied, kompleet met route-beschrijving en kaartje Elk blok geeft daarnaast aparte infor matie over enkele opvallende excursie-punten of boeiende dor pen en steden. „Uit langs het water" is erg kompleet, want het geeft ook in zicht in flora en fauna van de behandelde gebieden, geeft surfin- strukties en -mogelijkheden, geeft de nodige informatie over hengelen en fotograferende recreanten kun nen wellicht iets doen met de talrijk tips die worden gegeven Er is misschien één bezwaar: het boek is te zwaar om mee op reis te nemen, tenzij je per auto de streken verkent die worden beschreven. Voor het overige is „Uit langs het water" een komplete „reisgids" voor recreërend Nederland Naast de samenstellers werkten verschil lende „specialisten" aan het boek mee Tom Kooij vertelde over de flora en de fauna, Ruud Kok deed de speciale onderwerpen, Nico de Boer gooide de hengel uit, Lars Polder verzorgde de foto-tips, Wim Kroesen de wetenswaardigheden voor surfers en voor recreatieve bezigheden was Wim Kros de aan gewezen man. De overzichts- en routekarten werden getekend door Hans Britsemmer („Uit langs het water uitgave Elsevier, gebonden, 288 blz.) Van de hand van prof dr. J J M. Timmers verscheen kortgeleden de vijfde, herziene druk van de „Elseviers Gids voor Rome en omstreken." Prof. Timmers is kunst-histoncus en Romekenner en dat betekent, dat zij, die deze gids aanschaffen voor een wat be ter onderbouwde verkenning van de Eeuwige Stad, waar voor hen geld krijgen Hoewel het Heilige Jaar inmid dels is afgesloten, zullen er toch veel Nederlanders zijn, die beslui ten een bezoek aan Rome te bren gen, al was het maar als een onderdeel van een langere vakan tie. Zo'n bezoek aan Rome krijgt pas relief als men van tevorenen ook tijdens het bezoek over vol doende historische en toeristische informatie beschikt. Prof. Timmers' gids is daarvoor uitermate ge schikt, omdat het - ondanks de veelheid aan gegevens - toch be knopt genoeg is om je niet te verliezen in teveel historische de tails. De gids geeft een overzicht van de geschiedenis van de stad Ro me, vertelt over de tempels, kerken en paleizen en geeft de nodige toeristische wenken, alvorens het begint aan de achttien wandelin gen en tochten in en rond Rome Die tochten worden duidelijk in de gids beschreven, kompleet met routekaartje. Enkele hoofdstukken behandelen de bezienwaardighei- den buiten Rome's muren en in de omgeving van de stad. Gelukkig is de gids compleet met een uitgebreid register. De toeristische wenken - en dat is een algemeen euvel van dit soort reisgidsen - zijn wat summier uitgevallen. Met name ten aan zien van het openbaar vervoer zou een duidelijk kaartje niet hebben misstaan. Zeker in zo'n grote stad als Rome ben je voor een niet onbelangrijk deel aan gewezen op lopen en het open baar vervoer (als je tenminste iets wilt zien). Maar dit detail doet natuurlijk niets af aan de grote bruikbaarheid van deze rijk- geïllustreerde gids voor Rome en omstreken. Aanbevolen. (Elseviers Gids voor Rome en omstreken, door prof. dr. J. J. M. Timmers, gebonden, 256 blz.) „Weet wat je eet" is het motto van een nieuwe serie kleine zak boekjes van Elsevier in het handza me formaat van de in deze rubriek al eerder beschreven mini- reisgidsen serie s van deze uitge ver. De „Weet wat je eet"-reeks komt naar mijn gevoel aan een grote behoefte tegemoet Want één van de moeilijkste aspekten van een reis naar het buitenland is het eten. Vooral als je in een restaurant de plaatseliike culinaire gerechten wilt proeven maar steeds moet gokken naar de „ver taling" van ieder gerecht, is zo'n handzaam gidsje een ware uit komst. In „Weet wat je eet in "kom je een aardig eind De voornaamste spijzen en dranken wordt alfabe tisch verklaard van de betreffende taal in het Nederlands. Verder be vat elk boekje een woordenlijst voor het doen van bestellingen en inkopen, er wordt aandacht ge schonken en de belangrijkste alge mene uitdrukkingen en het tellen wordt voor alle zekerheid nog eens op een rijtje gezet. Kortom: tamelijk volledig voor zo'n toch beperkt boekwerkje De meeste eet- blunders kunnen daarmee ruim schoots voorkomen worden. In de reeks verschenen tot nu toe: Weet watje eet inFrankrijk", ..Italië" en „Spanje" Met anderewoorden: de drie belangrijkste vakantielan den voor de Nederlanders kwamen het eerst aan bod Smakelijk eten! (Weet wat je eet-reeks Uitgave. Elsevier, Amsterdam). Jan Pit en Gerrit de Graaff laten zich vertellen dat deze boom zijn carrière als heiningpaaltje is begonnen Het zogeheten Engelse water" aan de Stoutenburgerlaan senheugenis plakte men allerlei bekendmakingen en aankondi gingen op die boom. De heer De Beaufort kon geen betere naam voor het landgoed bedenken dan 'De Boom', want die was bij de bevolking een begrip gewor den." „Dé boom van 'De Boom' is er niet meer. Hij werd omstreeks 1936 omgezaagd, omdat hij te ge vaarlijk werd. Maar er resteren nog een heleboel andere, inte ressante bomen op 'De Boom'. Die staan beschreven op blad zijde 104 en 105 van het boek, aan de hand van een rondwande ling, die De Graaff en Pit met de heer Wanner over het landgoed gemaakt hebben. De geïnteres seerde lezer heeft daar meteen een prima routebeschrijving aan door een wandeling over 'De Boom'. Terug aan de Achterveldse Eeme- laarseweg zijn we op bladzijde 106 en 107 van 'Geheimen van bomen'. Daar vinden we een ver haal over de gebroeders Gerrit en Jan van de Tweel, die bij hun boerderij op nummer 6 een bijzon dere cypres in de tuin hebben staan. Dat verhaaltje is nu een ty pisch voorbeeld van de schrijfstijl van De Graaff Veel informatie over de boom, ook wat inlichtin gen over de gebroeders Van Tweel en over de boerderij Met als laatste zinnen: „Met enige weemoed vertrekken we weer van de prachtige boerderij 'Oud Ee- melaar' Een boerderij met histo rie en die heren Van de Tweel, daar raak je nooit mee uitge praat..." TREEKER EIK Op de laatste bladzijde komen we tenslotte bij een heel beroemde boom in het Leusdense Die boom. de Treeker eik, was niet in de artikelenserie van de Barne veldse Krant opgenomen oi De Graaff en Pit in de veror stelling verkeerden dat de b buiten hun 'werkgebied' s! Maar hij blijkt toch in de Geld Vallei te staan en daarom is laatste bladzijde van het bo* toch nog enige plaats voor ruimd. De Graaff: „De dikki op de hoek van het huis, vw een hotel is gevestigd, vall een op. De boom stond er al mr. W H de Beaufort in 180 landgoed kocht. Bij een stor 1856 is de eik, die toen onge 100 jaar oud was, bijna waaid. De grond aan de v;mc van de boom was al los scheurd. Direkt hebben tuinli zakken zand en brokken puin op de voet van de ei- stapeld. Ook hebben ze me eigen gewicht de boom een lang tegengehouden. De sto gaan liggen en de boom is duur weer vast komen te sta; Het zal u duidelijk zijn, dal heimen van bomen' een boeiend boek is. Behalve men in Leusden komen oo zondere exemplaren in veld, Woudenberg, Si penzeel, Hoevelaken en vei omgeving aan de beurt, iets heel bijzonders gaa Graaff zelfs een keer de over. En alles beschrijft zijn eigen, gewone, boei verteltrant, die veel mens» middels ook van zijn dia den zullen kennen. De maken het tot een schitte geheel. Marnix Kreyns 'Geheimen van bomen', eenoi ting met mensen en 'hun' bo! Midden-Nederland, door G# Graaff en Jan Pit, 160 pagina vele zwart-wit illustraties; u BDU. Barneveld, 1984, IS0 70150 18 2; prijs 40,-. Een nieuw boek over spel en speelgoed en het belang daar van in de ontwikkeling van het kind lijkt haast overbodig door het groot aantal publikaties dat hierover reeds verschenen is. In 'En ik ben de conducteur' van Rimmert van der Kooij en de Leusdense Marianne de Valck is achterin een handig overzicht van al die publikaties opgeno men. Maar 'En ik ben de con ducteur' biedt meer dan alleen een handige inventaris van wat er reeds was. De wijze waarop de auteurs zich bezinnen op de spelopvoeding van het jonge kind is bepaald geen overbo dige toevoeging aan deze reeks. r Eén van de illustraties van Otto Dicke in "En ik ben de conducteur". Voor ouders en andere geïnteres seerden die zich willen verdiepen in de spelontplooiing van het jonge kind (tot 10 jaar) en geen concrete aanwijzingen of morali serende standpunten behoeven is dit een uitermate geschikt, lees baar en toch wetenschappelijk verantwoord werkje. De Valck en Van der Kooij houden zich na drukkelijk verre van het poneren van stellingen en het geven van voorschriften, omdat dit volgens hen de dood voor het spel bete kent. Spel is een ongrijpbare aktiviteit, die in ons leven verankerd is, een natuurlijke behoefte als eten en drinken. Elke poging spel in een definitie te vangen is tot nog toe op niets uitgelopen, wel kunnen vele aspecten ervan onderzocht en beschreven worden. Zoals ie der leven anders is, ieder op ei gen wijze creatief is en fantaseert, zo bepaalt ook ieder kind groten deels zelf waar en hoe het gaat spelen. Hoe hierop attent te zijn in de begeleiding van het kinder spel, geven de auteurs duidelijk weer Wanneer een kind zoet zit te spelen, neemt de ouder al gauw de kans waar even met iets anders bezig te gaan. Maar hier mist juist die ouder de kans zich een beeld te vormen van de wijze waarop het kind de wereld om zich heen ziet. beleeft en ver beeldt. Hoewel dit boekje geen voor schriften geeft is het toch van praktische waarde door de sug gestieve voorbeelden en de con clusies en adviezen aan het eind van ieder hoofdstuk. Hoeveel ou ders vragen zich niet af of de box. die door oma zo werd aangepre zen wel voldoende speelruimte biedt; of de computerspelletjes, die zo razend populair zijn. wel goed voor de ontwikkeling van hun kind zijn; enzovoorts. Zonder een duidelijk 'ja' of 'nee' te laten horen geven de auteurs over deze en andere thema's mogelijkheden ter overdenking mee. Rimmert van der Kooy (weten schappelijk medewerker orthope dagogiek aan de Rijksuniversiteit te Groningen) en Marianne de Valck (kleuterleidster, journaliste, en oprichtster van één der eerste speel-o-theken in Nederland) vra gen ouders en andere opvoeders te kijken naar het spel van het kind en hier wordt spel in de ruim ste zin van het woord bedoeld. Zij hebben af en toe goed gekeken. Naar de peuterhandjes, die zo lekker door de chocoladevla heen glijden, naar de kleuter die onder de tafel zijn eigen huis van oude lappen en kleedjes bouwt; en naar het kind dat de stoelen rang schikt. de kamer op z'n kop zet en roept: "En ik was de conduc teur". Vaders en moeders en ook weten schappers maken, wanneer ze meedoen met het spel van kinde ren, wel eens de fout in de tegen- RIMMÉRT VAN DERK00U EfJ over de spelontplooiing van het j woordige tijd te praten Ms deren weten dat het niet hel echt is en gebruiken juist die tegenwoordige tijd niet Renée ten Holder 'En ik ben de conducteur' Rimmert van der Kooy e rianne de Valk; 111 pagina tekeningen van Otto Dicke; ve Intro, Nijkerk, 1984, 902661781; prijs 17,50.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1984 | | pagina 6