„Ik ben niet jaloers. Ik gun
het de atleten van nu van harte"
:ry de Keyser deed zestig jaar geleden mee aan Olympische Spelen
rr____
^JERDAG
16 AUGUSTUS 1984
interview
polsstok. De Keyser „Om te
trainen moest ik zo'n driekwartier
lopen naar een veldje Daar
oefende ik ongeveer een uur, drie
dagen in de week" Later sloot hij
zich aan bij een atletiekclub in
Zwolle waar hij steeds op zijn fiets
naar toeging. De eerste roem
oogstte de jonge atleet op z^jn
achttiende toen hij in Zeist het
record polsstokhoogspringen, dat
toen op 3.35 m stond, wist te
breken. Harry de Keyser kwam
3.40 m hoog met behulp van zijn
bamboe-stok
Anderhalfjaar voor het begin van
de Olympische Spelen in Parijs
kwam de sportende officier in
aanraking met de Zweedse
atletiektrainer Ernie Hjertberg, die
door de Koninklijke Nederlandse
Atletiek Unie naar ons land was
gehaald. Onder leiding van
Hfertberg werd De Keyser beter en
beter. In de zomer van 1924 reisde
de 20-koppige atletiekploeg met de
Zweed en een masseur plus wat
officials af naar Parijs.
De beste
door Caspar van Loo
Olympische Spelen liggen net achter ons. Een
el dat miljarden mensen over de hele wereld de
^en weken in zijn greep hield. Een sportgebeuren
televisie, radio en kranten werd verslagen en
n werd door enorm veel showelementen,
iche Spelen die miljoenen guldens kostten,
k miljoenen guldens opbrachten, en waarin de
snsen soms magnifieke prestaties neerzetten,
ts dat laatste is van toepassing op de
iche Spelen die zestig jaar geleden - toen voor
de keer-werden gehouden in de Franse
ad Parijs. De wereldburgers toonden destijds
G nteresse in de sportieve krachtmetingen,
m de kranten er toch wel enkele kolommen aan
i De Spelen stonden in 1924 nog echt voor
ntrisme; enorme budgetten waren er dus niet.
jstaties van formaat werden wel geleverd. Eén
leelnemers in Parijs was Harry de Keyser (83),
ïven jaar in Leusden woont. Eerst in een huis
ioudplevier en sinds twee maanden in een
woning van bejaardentehuis 't Hamersveld. De
vertegenwoordigde in 1924 Nederland op de
p en op het onderdeel polsstokhoogspringen,
amboe-polsstok kwam De Keyser de
den niet door, maar op de tienkamp was hij
=succesvol door op een tiende plaats te eindigen,
fö&wintig tienkampers liet hij achter zich. De
3*>leef jarenlang op eenzame noogte staan inde
odse atletiekwereld.
iggever Caspar van Loo en fotograaf Janus
IZezochten twee dagen na de sluiting van de
che Spelen 1984 Harry de Keyser. „Ik vind het
1 tlat de Spelen weer voorbij zijn. Ik heb er echt
I-Het driejarig
S ondje Carlos, dat
lis naar de Spaanse
ndatdeheeren
1 De Keyser
jaar lang in Spanje
hebben
acht, springt
ist heen en weer bij
ten van de woning,
er hangt aan de
ingelijste oorkonde
taat dat Harry de
telaas verkeerd
(heeft meegedaan
/mpische Spelen in
trijs. „Dit document
i vrouw in het
imp gelukkig
n kunnen houden,
en plakboek met
lipsels over mij",
eyser die op bevel
panners nog heeft
irkt aan de aanleg
ruchte Birma-
ig2f
er ziet er voor zijn leeftijd
l8.3Een grote man, die
zijn haar en gebit heeft
.751 sveren, rnaar nog goed
ter been is en korte, duidelijke
antwoorden op de vragen geeft.
Zijn relatief goede fysieke
gezondheid heeft ongetwijfeld te
maken met zijn aktieve
sportcarrière die hij pas op zijn
39ste jaar beëindigde Daarna
deed hij hoofdzakelijk aan tennis,
waar De Keyser zo veel plezier in
had dat hij tot zijn 75ste jaar een
balletje sloeg.Ik deed het gewoon
graag en daarom ben ik zo lang
doorgegaan met tennissen",
verklaart de Leusdenaar Hij voegt
er aan toe, dat hij altijd rustig
geleefd heeft, met weinig
rookartikelen en alcoholhoudende
drank..Gerookt heb ik inderdaad,
nè mijn atletiekperiode. Twintig jaar
geleden heb ik het roken eraan
gegeven".
Harry de Keyser werd geboren in
het Noordbrabantse Roosendaal
waar hij tot zijn 15e levensjaar
woonde. Na zijn HBS meldde hij
zich bij de kazerne in Kampen om
te worden opgeleid tot officier
(militaire administratie). Het was
als officier-in-opleiding dat De
Keyser in contact kwam met de
sport Voor die tijd had hij zich nooit
zo geïnteresseerd in de vele takken
van sport. De leerling-officiersloeg
aan het trainen, in eerste instéhtie
met een discus, een kogel en een
naar de tuin achter zijn bejaardenwoning
Hoe ging destijds de kwalificatie
voor de Spelen in zijn werk.
Tegenwoordig moeten de
sportmensen voldoen aan door de
Olympische comités opgelegde
eisen. De Keyser:.Vroeger was
dat natuurlijk niet zo geregeld
Omdat ik de beste was voorde
tienkampen het
polsstokhoogspringen werd ik naar
Parijs gestuurd" Harry de Keyser
voldeed aan de verwachtingen
,,De Telegraaf" van dinsdag 15 juli
meldde via eenen specialen
verslaggever:Het pleit voorden
grooten aanleg van Keyser en het
pleit voor het werk van Hjertberg,
die in zoo korten tijd Keyser tot die
hoogte heeft weten op te voeren in
Harry de Keyser hii werd zestig jaar geleden tiende op de tienkamp tijdens de Olympische Spelen in Parijs. Achtentwintig medestanders liet hij zijn hielen zien
Harry de Keyser in 1932 zwevend bij het polsstokhoogspringen: ,,Dat is een sensatie''
een strijd, waaraan feitelijk alleen
met succes menschen kunnen
deelnemen die zich in al die jaren
hebben voorbereid Harry de
Keyser boekte destijds als
tienkamper de volgende
resultaten de 100 m liep hij in 11,4
sekonden, de 400 m in 54,6 en de
110 m horden in 19 seconden. Met
verspringen kwam hij precies 6 m
ver en met hoogspringen 1 60 m
hoog Met de polsstok reikte De
Keyser tot 3,50 m en de speer
wierp hij 11,65 m ver. De discus
plofte na 38,41 m in het gras en de
zware kogel na 11,31 m. Ter
vergelijking de resultaten van de
Zwitser Rüfennacht die dit jaar
tiende werd op de Olympische
tienkamp 100 m in 10,72
sekonden, 400 m in 48,63
seconden, 110 m horden in 14,57
seconden, verspringen 6,96 m,
hoogspringen 2.00 m,
polsstokhoog 4.30 m, speerwerpen
55.10 m, discuswerpen 45.30 m en
kogelstoten 13 86 m. Overigens
was er één tienkamper, de
Oostenrijker Werthner, die de 100
meter sprint ook in 11,4 seconden
liep, dezelfde tijd dus die De Keyser
zestig jaar geleden in Parijs liet
noteren.
Uiteraard zijn over het algemeen
de prestaties in de atletiek steeds
beter geworden en tijden scherper
gesteld. Een vaststaand gevolg
van de veel gunstiger
trainingsmogelijkheden van de
hedendaagse atleten, een betere
begeleiding en meer ontwikkelde
hulpattributen, denk maar aan de
♦egenwoordige kunststof
polsstokken die de hoogspringers
gebruiken.
De Keyser weet:.In mijn tijd
gebruikten we stokken van
bamboe die redelijk buigzaam
waren, maar zeker niet in de mate
van de stokken die ze nu
gebruiken Vóór mijn tijd had men
alleen de beschikking over lange
houten stokken Die wilden nog wel
eens breken tijdens een
sprongpoging Kon erg pijnlijk zijn
wanneer de atleet in de splinters
viel". Een ander groot verschil
tussen het posstokhoogspringen
van nu en vroeger was de
afwezigheid destijds van de grote
dikke matras waarin de atleten na
een gelukte sprong terechtkomen
,,ln mijn tijd moest je zorgen met
beide benen weer op de grond te
landen. De grond was wat zachter
gemaakt, maar als je op de rug
neerkwam was dat toch even
pijnlijk", aldus de Keyser
Moulin Rouge
Er bestonden destijds niet alleen
verschillen in de uitoefening van de
diverse takken van sport, uiteraard
was de entourage van de
Olympische Spelen in 1924
volstrekt anders dan die van de
jongste Spelen. De Keyser
herinnert zich dat de openings- en
slotceremonie veel en veel
soberder waren:.Bij de opening
van de Spelen werd er door de
deelnemers niet een ronde door
het stadion gelopen met de
vaderlandse vlag voorop. Wij
liepen het stadion binnen en
moesten ons meteen in het midden
opstellen en voorstellen aan het
publiek, dat destijds nooit zo talrijk
opkwam als nu. Ik voelde me toen
heel wat, trouwens, toen ik daar zo
stond". De Keyser vertelt verder
van de huisvesting in het Franse
Olympische dorp ..We zaten met
de ploeg in een houten optrekje
vertier was er niet. Geld kreeg je
niet want we mochten blij zijn dat
we aan de Olympische Spelen
meededen, werd ons
voorgehouden. Contact met
deelnemers uit andere landen was
er niet. dus de meeste tijd zat je je
te vervelen als er niet gesport werd
Eén keer hebben we een uitstapje
gemaakt. We kregen een bezoekje
aangeboden aan de.Moulio
Rouge" in Parijs met die half
ontklede vrouwen. Dat herinner ik
me nog goed", en De Keyser
glundert. Toentertijd, weet hij en
dat vindt hij opvallend, namen er
geen donkere atleten deel aan de
Spelen..Voor zover ik me kan
herinneren was er toen geen
enkele donkere sporter bij, terwijl
ze nu zo overheersend zijn", aldus
de Leusdenaar
Wat vindt hij van het feit dat
tegenwoordig de atleten veel
langer en onder goede
begeleiding kunnen trainen dan
in zijn tijd? De Keyser: „Ach, het
is natuurlijk jammer dat het
vroeger allemaal wat minder
was. Maar ik kan niet jaloers zijn
op de atleten van nu. Ik gun het
ze van harte dat ze het zoveel
beter hebben. Ik had vroeger
amper begeleiding. Het meeste
haalde ik uit boekjes. Nu heb je
een goede begeleiding nodig
anders kom je niet ver in de
sport. Maar aan de andere kant:
die loopster Elly van Hulst liet
haar eigen trainer naar Amerika
overkomen, maar ze werd toch
laatste".
Thompson
De Keyser vindt het jammer dat de
Olympische Spelen in Los Angeles
voorbij zijn. Hij was steeds onder
de indruk van de geleverde
prestaties. ,,lk vond het machtig.
Tot half elf 's avonds had ik de
televisie aan, daarna ging ik
slapen". Bewondering heeft hij
voor de tienkamper Daley
Thompson, de wonderbaarlijke
Engelsman die met groot gemak de
gouden medaille op dit onderdeel
opëiste.Goh, een groot sportman
die Thompson", zegt De Keyser die
zelf weet dat het geen sinecure is
om je als sportman op tien
atletiekonderdelen te bekwamen,
terwijl andere atleten dan
tienkampers zich hooguit in vier
onderdelen hoeven te
specialiseren
De tienkampers van zestig jaar
geleden zagen er niet zo gespierd
en bonkig uit als Thompson c.s.
Krachttraining moest toen nog
uitgevonden worden. „Nu heb je
speciale krachttraining nodig ander
kom je als tienkamper niet ver",
zegt De Keyser die het
polsstokhoogspringen altijd het
leukste heeft gevonden.Ik weet
niet precies waarom, maar
waarschijnlijk kwam het door de
sensatie die je krijgt tijdens een
sprong" Dat brengt hem, tussen
haakjes, op een anekdote overeen
wedstrijd in Enschede. De Keyser
deed daar mee aan het
polsstokhoogspringen, maar bij de
eerste poging brak zijn stok. Het
gevolg was een onbedoelde salto
in de lucht en een onzachte landing
op zijn achterste Hij sprong daarna
opnieuw, zonder enige vorm van
panne onderweg, en sleepte zijn
zoveelste prijs in de wacht. Bij de
uitreiking viel het hem echter op dat
mening toeschouwer een lach niet
kon onderdrukken. Na enige
onzekere minuten wees uiteindelijk
iemand hem op zijn gescheurde
sportbroek, die zijn billen niet meer
bedekte.
Na de Spelen in Parijs deed
Harry de Keyser niet meer mee aan
dit vierjaarlijkse sportieve
evenement. Hij verhuisde naar het
toenmalig Indië waar hij 25 jaar
woonde en werkte als militair. Hij
Uit het plakboek Harry de Keyser aan het begin van een discusworp.
bleef echter volop in training en
hoopte eigenlijk met een Indische
ploeg af te reizen naar de Spelen te
Amsterdam in 1928. Toen op een
keer door de autoriteiten een
wedstrijd werd georganiseerd om
te zien hoe de prestatie van de
Indische atleten waren, bleek dat
geen enkele sporter rijp was voor
een Olympische krachtmeting Ja,
er was één Hollander die zo kon
gaan; Harry de Keyser. ..Maar ze
vonden het niets om Nederlands-
Indië door één persoon te laten
vertegenwoordigen op de Spelen
Dus ging ik niet".
OS in 1992
Spelen mag organiseren.
Dan wordt er in ieder geval
veel aandacht geschonken
aan onze sporters. Dan
krijgen ze misschien meer
gelegenheid én geld om
Op de vraag wat hij ervan
denkt dat wellicht in 1992 de
Olympische Spelen in
Nederland worden
gehouden, antwoordt de ex-
tienkamper: „Het lijkt me
machtig om de Spelen hieraf
te werken maar ik betwijfel of
Nederland zo'n evenement
kan bekostigen. Ik hoorde dat
ze geen reclame willen, nou
dan kunnen ze het wel
vergeten. Ik zou het wel goed
vinden als Nederland de
goede sporters te worden
Want als de overheid geld
steekt in bijvoorbeeld de
atletiek, dan ontstaan er
topatleten. Anders niet".
'vy.