„Als ik niet in het vak zat, was
ik weeramateur geworden"
Ouderwetse James Bond in „Never say never again"
Over fouten in weersverwachtingen
kan ik een heel college geven"
Ik ben verbaasd over de
onverzadigbare vraag naar
informatie over het weer!'
John Bernard, presentator weerbericht in Journaal
DONDERDAG 28 MAART IN PROGRAMMA CINEMACLUB
door Caspar van Loo
Klant
Zweefvliegen
Onverzadigbaar!
Amusemënt
interview
DINSDAG 26 MAART 1985
'n
i
i
I
LEUSDEN - „Het is moeilijker en spannender om col
lege te geven aan vierhonderd studenten, dan om een
weerpraatje voor de tv-camera af te steken." John Ber
nard (47) stapt luchtig over de vraag heen hoe het is
om ineens op de nationale beeldbuis te figureren. Ook
de vaststelling dat hij nu een meer of minder bekende
Nederlander aan het worden is, laat hem ogenschijnlijk
onberoerd. „Ik heb tot nog toe geen last of voordeel
van mijn bekendheid via het Journaal. Ik vind het fijn
om 't zo te laten."
Leusdenaar John Bernard is
sinds eind februari van dit jaar
met een zekere regelmaat te
zien in het NOS-Journaal van
half elf 's avonds. Hij vertelt de
kijkers welk weer zij de vol
gende dag kunnen verwachten,
en geeft een korte, schemati
sche voorspelling voor de da
gen daarna. Het verzorgen van
het weerpraatje op tv doet Ber
nard In afwisseling met twee
collega's, die voorheen alleen
op vrijdagavond in het Journaal
van half elf te zien waren.
Hoe is Bernard zo plotseling, met
de weersverwachting, voor de tv-
camera beland? Het antwoord is
een heel verhaal: Jn september
vorig jaar werd ik bij de directie
van het KNMI ontboden. De vraag
was of ik samen met de NOS een
weerdienst in Hilversum wilde op
zetten. Prima, daar zijn we inmid
dels mee begonnen Naast de re
dactieruimte van het Journaal
wordt een complete weerdienst
ingericht, die niet alleen de NOS
maar ook de andere zendge
machtigden van weersinformatie
gaat voorzien We zijn momenteel
actief met het uittesten van een
proefopstelling. In de zomer moet
de Hilversumse weerdienst opera
tioneel worden. Maar goed, be
halve een weerdienst wilde het
Journaal ook weermannen op de
buis. Ik werd daar ook voor ge
vraagd, en na enige terughou
dendheid heb ik met dat verzoek
ingestemd. Waarom? Om prakti
sche redenen, met het oog op het
functioneren van de omroep-
weerdienst Daarnaast moet je als
hoofd van die dienst ook tv-erva-
ring opdoen
Waarom een weerdienst in Hilver
sum?
John Bernard: ,,Als KNMI moet je
dicht bij de 'klant' zitten Boven
dien willen de media het KNMI
naast de deur hebben, omdat
zo'n situatie veel makkelijker
praat. Tot nog toe komt alle infor
matie uit De Bilt, maar in de prak
tijk blijkt een en ander - door de
afstand naar Hilversum - niet altijd
even optimaal te verlopen."
Zo'n omroep-weerdienst, bete
kent die concurrentie voor de he
ren Pelleboer en De Jong?
Gehaast. ,,Nee hoor. Die weer
dienst wordt niet uit concurrentie-
oogpunt geïnstalleerd. Ik gun Pel
leboer en De Jong hun brood met
de weersvoorspellingen die zij
voor de omroepen verzorgen."
John Bernard, geboren in Rotter-
noeming tot hoofd van de meteo-
dienst daar. Vervolgens sloegen
fysieke problemen toe (hernia) en
moest Bernard het even rustig
aan doen. Samen mef professor
Schmidt van het KNMI kreeg hij
de tijd om onderzoek te doen naar
'het transport van luchtverontrei
niging'. De kwaliteiten van Ber
nard vielen dermate in de smaak
bij prof Schmidt, die directeur we
tenschappelijk onderzoek bij het
KNMI was, dat hij een baan bij het
meteorologisch instituut in De Bilt
kreeg aangeboden. Bernard
werkte tot 1978 op de afdeling re
search van het KNMI. ,,We werk
ten met computermodellen die de
atmosfeer nabootsten." In '78
startte hij met het begeleiden van
doctoraalstudenten in de weer-
John Bernard als weerman in hel Journaal van hall elf.
in
dam en sinds twaalf jaar woon
achtig in één van de Leusdense
Eurowoningen, wilde als jongen
verkeersvlieger worden. Een me
dische keuring wees uit dat zijn
ogen niet best waren, waardoor
zijn verlangen om piloot te worden
in rook opging De jonge Bernard
had één troost: hij mocht en kon
zich uitleven in de zweefvlieg-
sport Het was tijdens deze zweef-
vliegperiode dat hij kennis maakte
met KLM-gezagvoerder Otto Koch
die Bernard interesseerde voor
'het weer', waarvan je overigens
bij het zweefvliegen enig 'ver
stand' moet hebben. In 1956 lukte
het Bernard om via de luchtmacht
een opleiding in de meteorologie
te volgen Hij werd uiteindelijk
meteo-officier en bleef bijna zes
jaar bij de luchtmacht, gelegerd in
Soesterberg. In 1961 maakte Ber
nard de overstap naar het Konink
lijk Nederlands Meteorologisch In
stituut, en werd gestationeerd op
de weerdienst van vliegveld Zes
tienhoven. In 1970 volgde zijn be-
kunde van de Landbouwhoge
school in Wageningen. Het KNMI
was destijds een samenwerkings
verband met deze hogeschool
aangegaan. Behalve het begelei
den van aankomende meteorolo
gen, zette Bernard een weer
dienst op, speciaal voor het on
derwijs. Vorige week nam de
Leusdenaar afscheid van de
school en zijn werk daar.
Nu is hij terug bij het KNMI in De
Bilt. Van de zomer zal dan de pen
del starten tussen Leusden en de
weerdienst in omroepland. Op de
dag van dit interview heeft John
Bernard televisiedienst Dat wil
zeggen dat hij om half twee 's
middags in De Bilt moet beginnen
met het samenstellen en schrijven
van de weersverwachtingen voor
de Journaals van half zes, kwart
voor zeven (Jeugdjournaal), ze
ven uur, acht uur en half elf. In dat
laatste Journaal zal hij de weers
verwachtingen voor de tv-camera
moeten uitspreken. ,,Dat bete
kent", zegt hij, ,,dat ik 's avonds
naar Hilversum reis, overleg voer
met de eindredacteur van het
NOS-Journaal en me verder voor
bereid op de uitzending." Ber
nard meldt, dat de huidige pre
sentatie en vormgeving van de
weersverwachting waarschijnlijk
één a twee jaar zo zal blijven.
Daarna is de kans aanwezig dat
we overgaan op bewegende satel
liet- en radarbeelden. Dat is heel
aardig. Zo'n radarbeeld bijvoor
beeld laat duidelijk zien in welke
plaatsen neerslag is gevallen of
nog valt", aldus de KMMI'er.
Oplettende Journaal-kijkers heb
ben kunnen vaststellen, dat de in
blauw uitgevoerde weergrafiek,
aan het eind van de weersver
wachting in de uitzendingen om
acht uur en half elf, is verdwenen.
John Bernard zegt over het waar
om: ,,Die grafiek pretendeerde
een nauwkeurigheid die niet ge
geven kon worden. Als bijvoor
beeld voor woensdag een maxi
mumtemperatuur van 6 graden
werd voorspeld en cijfermatig in
beeld gebracht, dan moest je dat
lezen als: woensdag Is de maxi
mumtemperatuur tussen de drie
en negen graden. Ik weet dat,
maar de kijkers zijn daar onbe
kend mee. Afgezien van de on
nauwkeurigheid van de weergra
fiek, was het ook ondoenlijk om
haar in twintig seconden - de tijd
dat de grafiek in beeld was - goed
af te lezen. Vandaar is ze gesneu
veld in de Journaals nieuwe stijl."
Komen we onvermijdelijk op de
betrouwbaarheid van de weers
verwachting. John Bernard
slaakt géén diepe zucht, zoals
ik verwacht had, bij het aanroe
ren van dit heikel punt voor ie
dere, zich respecterende, weer
man. Hij zegt: „Over de fouten
in weersverwachtingen kan ik
een heel college geven. Dat zal
ik je besparen. Wat belangrijk
is, dat de oorzaak van de fouten
achterhaald moet worden. Dat
de onzekerheid, die in elke
weersvoorspelling zit, beetje bij
beetje minder wordt. Kijk, het
weer van de volgende dag en de
dag erna kan tegenwoordig re
delijk nauwkeurig voorspeld
worden. Of er moeten fouten
gemaakt worden in de waarne
mingen van het KNMI, en dan
bedoel ik fouten in de interpre
tatie van de waarnemingen. Het
weer voorspellen op langere
termijn is natte-vinger-werk. Je
moet het zo zien: de atmosfeer
weet eigenlijk nog niet wat ze
over tien veertien dagen gaat
doen. Daarom is het onmogelijk
om nu te zeggen of we een
mooie lente er. zomer krijgen."
„Wat niet vergeten moet worden
is, dat we eigenlijk nog niet alles
van het weer weten. In het waar
nemingsnet van meteorolt
ten enorme grote gati
openbaren zich met name
Noordzee en de oceanen,
slechts enkele weerschepe
iswaar op strategische f
waarnemingen doen, Die
willen vergelijken met spe)
ken. Gelukkig hebben we
woordig inderdaad de b$
king over satellieten, maarc
len maar een klein deel vj
'informatiegat' op."
„Ik vind dat het publiek li
mag zijn op de voorgesch
weersverwachtingen. Mi
vakmensen, zoals ik, diei
ker zo kritisch te zijn op hun|
voorspellingen, omdat dèn
zekerheid erin langzaam
ker wordt teruggedrongen
In de loop van het gesprek
we samen vast dat er de i
jaren een duidelijke trend
baar is, die voorziet in weerb
ten op alle fronten: op de
(zowel landelijk, regionaal
kaal), op televisie (denk aan
boer), in de kranten en ze
Leusden, op de kabel wat
gemeente met medewerkt
weeramateur Jan Verstee
lokaal weerbericht uitzendt
Bernard zegt: „Ik sta ve
over de onverzadigbare
naar weersinformatie. Niet
van recreanten, maar ookv;
keer en industrie. Een vert
voor die niet te stillen vra
denk dat het weer heel dicht
mensen staat. Het weer is bi
rijk voor het welslagen vam
ontwikkelingen en activiteit®
Gekoppeld aan de toenam
de vraag naar - en dus oo
aanbod van - veel weersin!
tie, is de gestadige groei v,
korps weeramateurs in
land. Zonder direct aantal!
de mouw te schudden, wee
nard dat de Vereniging van
amateurs floreert. „Voor
mensen is het erg leuk om
voudige apparatuur voor wa
tingen te hebben, en verv:
een en ander in een schn
vermelden. Het is een hard
leuke hobby Als ik niet mh
zat, was ik weeramateur g
den", beweert de Leusderi
chend.
Tot slot, voelt John Beman
voor een wat meer amusant
pak van het verzorgen w
weerbericht in het Journal
Belgische collega Armand
daar een meester in.
„Armand Pien doet he
stekend. Hij maakt er
een personalityshow vi
denk niet dat het de t»
ling van het Journaal i
dergelijke formule ovi
nemen, ofschoon eeng
op zijn tijd moet kui
Trouwens, in de Verei
Staten is de benaderinj
het weerbericht op som
tv-zenders volkomen
schillend van hier.
commerciële kanalen v
het weer de headline li
nieuws. Verkoopt lekker
grootste aanvalswapen waar
over Groot-Brittanniè momen
teel beschikt, alle kruisraketten
en Pershings ten spijt. Maar af
gezien van ongetwijfeld
boeiende bezigheden van John
Gardner, hebben we nu te ma
ken met een nieuw fenomeen:
de remake van een Bond-film
met de enige, echte James
Bond, alias Sean Connery in de
hoofdrol. Mensen met loyali-
teitsgevoelens ten opzichte van
007 Roger Moore zullen het bij
het zien van Never say never
again' eventjes moeilijk krijgen,
want deze remake van 'Thun-
derball' is een feest der herken
ning en kan beschouwd worden
als een geslaagde reünie van
oudgedienden.
Toen Sean Connery in 1973 na
'Diamonds are forever' definitief
besloot een streep te zetten ach
ter zijn glanzende carrière als ge
heim agent in de spektakels van
Albert Broccoli en Harry Saltz-
man, had hij niet kunnen vermoe
den, dat je 'nooit nooit moet zeg
gen' en dat hij, anno 1983 op
nieuw in een James Bond-film zou
verschijnen, ook al schijnt dat vol
gens berichten de aller-allerlaat-
ste keer te zijn. Maar toch die al-
ler-allerlaatste keer is deson
danks de moeite van het bekijken
alleszins waard Zoals gezegd
hebben we te maken met een
feest der herkenning, waarbij su
perschurken als Blofeld (ditmaal
gespeeld door Max von Sydow)
en een schurken-organisatie als
Spectre weer ten tonele worden
gevoerd De James Bond van het
elektronische superspektakel is
door regisseur Kershner (The em
pire strikes back) samen met sce
narioschrijver Lorenzo Semple Jr
(Papillon. Three days of the Con
dor en King Kong) weer terugge
bracht tot de wat overzichtelijker
Scène jit 'Never say never again
Scène uit 'Never say never again
(door Bert Vos)
'Never say never again'. GB. 1983
Regie. Irvin Kershner Produktie: Jack
Schwartzman; scenario Lorenzo
Semple Jrcamera Doublas Slocom-
be; speciale effecten David Dryer en
Ian Wingrove, animatie-modellen Ca
role de Jong, montage Bob Lawren
ce; met Sean Connery. Klaus Maria
Brandauer, Max von Sydow. Barbara
Carrera; Kim Basinger, Bernie Casey,
en Edward Fox Keuring - Te zien in
de voorstelling van de Cinemaclub De
Korf op donderdag 28 maart 1985
Aanvang 20 uur (zaal open 19.30 uur)
De verrassingen zijn de wereld
nog niet uit, te beginnen bij Ja
mes Bond. Ian Flemings fa
meuze schepping lijkt zo lang
zamerhand het eeuwige leven
te hebben. Het ziet er in ieder
geval naar uit, dat we nog wel
de nodige Bond-films kunnen
verwachten, nu de Britse schrij
ver John Gardner de licensie
van lan Fleming heeft overge
nomen en verder is gegaan met
het beschrijven van de span
nende, kleurrijke en ook humo
ristische avonturen van 007, het
tionale misdadigersbende Spec
tre. In 'Never say never again' is
de situatie geactualiserd en krijgt
Bond te maken met de kaping (op
vernuftige wijze) van twee kruisra
ketten, eveneens voorzien van
atoomkoppen. Voor het overige
zijn de grote lijnen van het verhaal
aangehouden. Wie 'Thunderball'
heeft gezien, zal met mij kunnen
concluderen, dat 'Never say ne
ver again' veel beter uit de verf is
gekomen Dat komt onder meer
ook, omdat 'Thunderball' niet tot
de beste James Bond-films gere
kend kan worden. Regisseur Te
rence Young kreeg na de opna
men nogal wat problemen met de
kontinuiteit, waardoor verschil
lende essentiële opnamen moes
ten vervallen, maar de oplettende
toeschouwer zal dat zeker heb-
ueii gemerkt 'Never say never
again' heeft dat euvel niet en
loopt als een trein. Ook al ligt de
nadruk minder op het spektaku-
laire, het elektronische vernuft
van de laatste Bond-films, dat be
tekent allerminst, dat 'Never say
never again' géén spectaculaire
scènes zou hebben Bond ge
bruikt naast de fiets ook een su
persnelle, van verschillende han
dige snufjes voorziene, motor,
waarmee hij als een gevaarlijke
snelheidsmaniak door de nauwe
straatjes van Nice en omgeving
suist en met name de ontsnap
ping uit het middeleeuwse kasteel
behoort tot de hoogtepunten van
de film, die wordt afgesloten met
een al even spektakulair onderwa
ter-gevecht en de strijd in een on
dergrondse tempelgrot.
gezegd alle ingrediënten
'Never say never again' aï
zig zijn om van deze In
unieke Bond-film als eenfl
aanbieding een even groot
ces te maken, zo niet g'
dan concurrent 'Octopussj
recette-cijfers in de Vere
Staten hebben dat reeds t
zen. Blijft over dat loyalitei
voel ten opzichte van I
Moore. Kiezen tussen Co»
en Moore is niet gemald
maar gelukkig heeft Conm
vastgesteld, dat hij niet wéi
Bond op zal treden, zodtf
echte keus ons welllcM
spaard zal blijven in d<
komst...
Sean Connery als James Bond 007 in 'Never say never again van
regisseur Irvin Kershner.
proporties van een nardwerkende
spion, die voor allerlei hete vuren
komt te staan zonder in het bezit
van een brandblusser te zijn Kort
om de enige, echte James Bond
is terug van weggeweest De Ja
mes Bond van 'Dr No' en 'From
Russia with love' En ik moet zeg
gen- dat bevalt uitstekend, alle su-
peïspektakelstunts van Roger
Moore in 'Octopussy' ten spijt..
'Never say never again' is - zoals
gezegd - een remake van de in
1965 gemaakte Bond-film (mèt
Connery): 'Thunderball' De
Bond-aanhangers zullen zich nog
wel herinneren, dat in deze film
sprake was van de kaping van
een Vulcan Vindicator met twee
atoombommen, dbor de interna-
Sean Connery is wel wat ouder
geworden, maar voor de rest is
het net, alsof hij nooit wegge
weest is. Met zichtbaar gemak
opereert Connery opnieuw als de
flegmatieke James Bond, char
mant ten opzichte van de ook nu
weer verschillende, aanwezige
schoonheden (Barbara Carrera,
Kim Basinger), onwrikbaar tegen
over zijn misdadige opponenten
(Max von Sydow. Klaus Maria
Brandauer)
Scenarioschrijver Lorenzo Sem
ple Jr. heeft de sfeer van Fle
mings romans uitstekend aan
gevoeld en heeft de dialogen
zoals gebruikelijk weer gekruid
met aanstekelijke humor en un
derstatements, zodat in het kort
Scene uit Never say never againeen geslaagde remake van
der ba II' met Sean Connery, Barbara Carrera en Kim Basinger in de
hoofdrollen