I
„Ik had in mijn kooi gezelschap van een
rat, die gek was op mijn groene zeep"
we werkten vaak met oude
Nederlandse kaarten van 1910,1920.."
.je werd overal met
gejuich ontvangen
.de Indonesiërs zijn
ontzettend behulpzaam
Leusdenaar Pieter Vroon ging mee met Snellius-expeditie:
interview
DONDERDAG 28 MAART 1985
het vulkanisme misschien ve
zaak wordt.
Australië bestaat uit contine
korst, dus geen oceanischel
en dat levert een heel and»
vulkanisme op dan je er zo,
wachten. Naar mijn weten
alleen door een man overd
bied gepubliceerd. Een Amei
is er tot 1975 mee bezig ge*
Rond 1910 en 1930 hebbs
Nederlanders rondgevaren,
eilanden beschreven he!
maar daarvan zijn vrij weining
sters in Nederland aanwezig
merkend is bijvoorbeeld ooki
geen goede kaarten zijn v«
eilanden. We werkten vaai
oude Nederlandse kaarten
1910, 1920'"
Verzamelen
daarna in Bandung allerlei kaarten
en luchtfoto's bekeken en kon men
met de Indonesische collega's ken
nis maken. Het reisdoel was Am-
bon. waar het team met Pieter aan
land werd gezet. Meestal werden
hij en zijn maten in groepjes van
een man of vier gesplitst. Een
groepje ging gassen monsteren,
een ander water en stenen, en
weer een ander alleen maar ste
nen. De moderne vulkanologie
drijft voor een groot gedeelte op
geochemische waarnemingen. Het
bestuderen van allerlei processen
in de vulkanen wordt gedaan aan
de hand van chemische analyses.
Gebroken
,,De getallen die er uit komen
kunnen je iets vertellen over wat er
onder je gebeurt, waar het
materiaal vandaan komt en wat er
onderweg mee is gebeurd Ik heb
aan alle bemonsteringen mee ge
daan, want gas monsteren kun je
geen week lang achter elkaar
doen Het is een rotwerk en je bent
helemaal gebroken.
Als je in zo'n krater of veld met
fumaronen (gasbronnen) aankomt
begin je overal de temperatuur te
meten. De plek met de hoogste
temperatuur bemonster je Je duwt
een titanenpijp de blubber in. Daar
op komt een glazen verbindings
systeem, dat als een thermosfles
werkt en het hele zaakje warm
houdt Daaraan bevestig je een
flesje waarmee je het gas aanzuigt
en opslaat Dat flesje is je monster,
en dat wordt in Utrecht geanaly
seerd
Pieter leerde het bemonsterings
vak van een terzake deskundige
Nederlander uit Amerika Hij noemt
het heel simpel werk, dat echter
zeer nauwkeurig moet worden ge
daan Het grootste probleem is. dat
er geen lucht mag worden aange
zogen, want dan verandert gelijk de
samenstelling van het gas De
LEUSDEN - Aan het kleine
landprogramma dat onder
deel is van het wetenschap
pelijk onderzoek van de Snel-
lius 11-expeditie in Indonesië
werkte van 15 juli tot eind
september 1984 de Leusden-
se nu derdejaars student
geochemie Pieter Vroon mee.
Snellius II betekende voor
hem hetzelfde tropische
avontuur dat Snellius I in de
jaren 1929 en 1930 voor de
toen deelnemende geoloog
Dr. Ph. Kuenen moet zijn ge
weest. Alleen was Pieter per
vliegtuig eerder ter plekke
dan Kuenen, die aan boord
van Hr. Ms. Willebrord Snel
lius na een zeetocht van drie
dig gebruikt men voor zeeon-
derzoek als behuizing voor
laboratoria: Containers. Alle
voor het Snellius ll-onder-
zoek benodigde laboratoria
compleet met instrumenta
rium en verdere machinerie,
wat tijdens deze expeditie gaat
gebeuren.
Pieter Vroon werkte alleen op het
land. Hij is dertien vulkanen in vijf
weken tijd af geweest. Er wordt als
het ware genoteerd waar deze
vulkanen mee bezig zijn. Er zijn
watermonsters, vulkanische gas-
handhaving van de juiste tempera
tuur behoort ook tot de problema-
tieken, terwijl je het staan in de hete
stank toch ook maar moet kunnen
opbrengen. Na tien dagen veld
werk op Ambon verplaatste het
team zich naar de reeks vulkani
sche Bandaeilandjes Dat ging per
Pieter Vroon.
ontzettend behulpzame mensen.
Op het achterdek, als er stenen
ingepakt moesten worden, kwa
men we nooit handen te kort. Ze
waren overal behulpzaam bij. We
behielpen ons met een woorden
boek bahassa Indonesia. De offi
cieren spraken meestal Engels."
Lunchpakketten waren er niet bij.
maar dat was in het veld geen enkel
probleem. Pieteren zijn teamgeno
ten deden zich te goed aan bana
nen en cocosnoten, die ze overal
onderweg kregen aangereikt Op
Ambon vroeg hij om een cocosnoot
en haalden de dorpelingen de hal
ve palm leeg! ,,Aan een heb je ruim
voldoende Je sloeg ze kapot op
een boom. Die handigheidjes
neem je zo van de Indonesiërs
over Ook hakten de Indonesiërs ze
wel voor ons in tweeën met een
kapmes
We zijn meerdere vulkanen op
gegaan, waarbij we op een zeker
moment een hele stoet mensen
achter ons aan hadden met mand
jes enzovoort, hetgeen werd gere
geld door de Indonesische geolo
gen die mee waren Bij een vulkaan
moesten we een heel eind lopen,
en om onze spullen weer naar
beneden te krijgen hadden ze ge
zorgd dat een stuk of zes jongens
met rieten mandjes mee omhoog
waren gekomen om alle stenen
weer mee naar beneden te nemen.
Ook de rugzak waar de gasmon-
sters in zaten werd meestal gedra
gen door iemand die gehuurd werd.
Sommige van de Indonesiërs zijn
zo ijdel dat ze niet eens willen datje
ze geld aanbiedt. Dat komt ook nog
voor!"
Gejuich
Ik vraag Pieter of hij iets heeft
gemerkt van minachting voor of
discriminatie van de blanken
door de Indonesiërs. Hij vraagt
hoe ik dat bedoel. Als ik zeg dat
drie eeuwen Nederlandse kolo
nisatie best eens voor omge
keerde discriminatie zouden
kunnen zorgen zegt hij: ,,Nee
hoor. Je wordt overal met groot
gejuich binnengehaald. Je bent
de bijzonderheid van de dag. Je
hebt altijd een grote karavan
kinderen achter je aan lopen.
Wat wel eens problemen ople-
waar van onderzoekteam
werd gewisseld met zijn ei
gen hijsgerei de containers
omwisselen. Een fluitje van
een cent in vergelijking tot de
omslachtige methoden die
aan het begin van deze eeuw
werden toegepast!
Indonesisch marineschip de Jala-
nidi, van oorsprong een Japanse
mijnenlegger uit WO II, die in 1963
aan Indonesië was geschonken en
omgebouwd werd tot onderzoe
kingsschip.
Aan boord
Hoe was het leven aan boord?
De kapitein vertelde Pieter dat de
boot twintig man kon herbergen. Er
zaten er vijfenzeventig op, dus er
was wel sprake van enige overbe
volking! Een groot gedeelte van de
mensen lag op het achterdek, sliep
in de buitenlucht onder een tentzeil
In het aan boord zijnde laborato
rium sliepen vier mensen, die er uit
moesten als de onderzoekers met
hun uitrusting aan de gang moes
ten Later moesten ze naar bene
den verkassen omdat het toch te
lastig was. Pieter zelf sliep in een
luxe officierenhut, wat best was uit
te houden. De onderzoekers moch
ten gebruik maken van de tekenka
mer, en werkten daar 's avonds hun
gegevens uit. Ze aten met de offi
cieren mee op het bovendek vlak
bij de brug
,,Het is leuk om de Indonesiërs
aan boord bezig te zien, en kennis
te nemen van de standaardgebrui-
ken aan boord Om half zes wordt
iedereen zijn bed uit gefloten De
Indonesiërs wassen zich minstens
twee keer per dag, dus dat was een
enorm geplons 's ochtends Verder
zag je niet zo veel van ze. Het zijn
andere dorp had je de nieuwe
stoet al weer achter je aan. Als de
Jalanidi voor een eiland anker
de, en het was bewoond, ver
scheen er in de kortst mogelijke
tijd een grote hoeveelheid prau
wen om het schip heen. Soms uit
pure nieuwsgierigheid, ook wel
eens omdat ze iets te koop aan
boden."
Welke indruk maakte ,,de gordel
van smaragd' op Pieter?
„Het land ziet er wel mooit uit. Ik
ben niet bij de toeristische attrac
ties geweest. Oost-lndonesie is be
slist niet het meest toegankelijke
gebied. Ten eerste kun je er zonder
toestemming al niet in komen. De
Molukken zijn redelijk gespannen
gebied. Ook de bereikbaarheid is
slecht Op Ambon kun je met het
vliegtuig komen, maar de kleinere
eilandjes zijn alleen maar per boot
bereikbaar, en boten zijn ook niet
zo veel voorkomend in dat gebied,
terwijl de afstand tussen Ambon en
het zuidelijkste eiland toch zo'n
kilometer of zevenhonderd is. Al
het transport vindt er in die kleine
holle boomstammen of prauwen
plaats."
De Molukkers
Herkende Pieter het Molukse en
Ambonnese mensentype?
„Volkomen. Je kwam ook ont
zettend veel mensen tegen, die
sen woonden! Zulke dingen kwa
men vrij veel voor. De connec
ties met Nederland zijn nog
steeds sterk."
„Het is een prachtig land. Groen,
bruin, zwart en geel Blauwe zee,
groene eilanden De vulkanen, als
ze klein zijn, bestaan uit flinke
rotsblokken in zee. Ze zijn erg steil
om te beklimmen Met vaak een vrij
vlakke top. Dat geldt voor de Ban
dazee De lava vloeit niet uit en blijft
als een prop boven op de vulkaan
liggen, die misschien van binnen uit
steeds opnieuw word aangevuld.
Afhankelijk van wat je die dag deed
startte je op het strand, dan ging je
naar boven, en dan zag je tot vlak
voor de top meestal geen bal meer.
want je zat midden in het oerwoud.
Als je met stenen monsteren bezig
was. gold dat je maar op een plaats
stenen kunt monsteren. Dat is
langs de kust, omdat daar geen
begroeiing is. Daar heb je nu klif
fen In het oerwoud kun je nog wel
eens ontsluitingen hebben, maar
die zijn zo verweerd dat je er niets
aan hebt. De geoloog die stenen
verzamelt moet het dus van de kust
hebben.
Geologisch gezien is de Banda-
zee een zeer interessant gebied.
De aardkorst bestaat uit grote
plaatschollen, die min of meer on
afhankelijk van elkaar bewegen
Kenmerkend voor de Bandazee is
dat daar drie grote platen met
elkaar in botsing komen, waardoor
mochten we niet verder voord
eerst gegeten hadden. Gebal
gekookte en normale banane
gobrood, thee, kanarienote*
was overal gast. Meerdere rfl
hebben we wel drie keer pers
gegeten, omdat we steeds urtj
digd werden
Op Ambon, bij de laatster
die we aan het bemonster#
ren, stond er een groep
twintig kinderen toe te kijkef
we dat deden. Ze zagen mi
stel stenen inladen, en ik
weer naar de rivier terugga
om nog meer stenen te hale
dachten: die jongen staat
stenen in te laden, die mol
jeep blijkbaar vol hebbenk
zullen hem een handje help®
de tussentijd dat ik weglj
hebben ze de jeep volgegl
met allerlei keien. Ik moesti
half uur zoeken om de go«#
weer tussenuit te halenDe#
sen zijn ontzettend behulp*
Aan de andere kant blijvefc
ook weer overal af. Als je
fototoestel ergens laat s
blijft dat er gewoon staan.'
uit. Er wordt ook niet aanj
ten. Behalve als je verder
lopen: dan komen ze er
achter je aan. Je hoeft ecM
bang te zijn dat er ook ma#
van je gestolen wordt. Op
zul je dat niet meer aantr^
Alleen nog in die afgelegd
bieden, denk ik."
Wat dat betreft dus een hoop
gemak. Maar het werk was waar
schijnlijk even zwaar. Pieter staat
erop dat ik de term werken in dit
artikel benadruk. Snellius II was
geen toeristisch tripje in Indonesië
voor hem. 's Morgens om half
zeven de rubberboot in en werken
tot 's middags vijf, zes uur. Hard
werken en vaak onder moeilijke
omstandigheden Gasmonsters uit
vulkanen bottelen, wat Pieter onder
andere deed, lijkt misschien span
nend en leuk, maar is in de praktijk
een vermoeiend, niet ongevaarlijk
en vaak eentonig karwei. Waar hij
een thermometer de grond in jaste
zat hij al gauw op 100° Gasmas
ker op, titanenpijp de grond in. Je
ziet de zwaveldamp al dik en gelig
de bemonsteraar omfluiten!
De Snellius ll-expeditie houdt
zich tot juli van dit jaar vanaf sche
pen met oceanografisch onder
zoek bezig in het oostelijk zeege
bied van Indonesië, de Bandazee.
Nederland en Indonesië hebben er
dezelfde doelstelling mee als inder
tijd: meer bekendheid krijgen over
de omgeving aldaar. Het is belang
rijk om te weten wat daar allemaal
gebeurt, hoe de waterprocessen
zijn, hoe de visstand er voor staat,
hoever de milieuvervuiling is voort
geschreven en hoe groot de af
braak is van de koraalriffen. Riffen
zijn onbestaanbaar zonder levend
koraal. Is dat dood. dan erodeert
het rif snel weg onder invloed van
wind en stroming. Voor een effek-
tief beheer moet men een grondige
kennis van het rif en het ecosys
teem opbouwen, en dat is precies
maanden in Indonesië arri
veerde, en pas na vijf maan
den aan de eigenlijke expedi
tie kon beginnen omdat het
marineschip eerst in Soera-
baja een grondige revisie
moest ondergaan.
Bovendien zijn de weten
schappelijke hulpmiddelen
sindsdien zeg maar volwas-
sener geworden. Tegenwoor-
zoals de diepzeelieren met
daarop kilometers kabel, zijn
op Texel ingericht en in Den
Helder aan boord van het
expeditieschip Tyro gehe
sen. Was een onderzoek
tocht afgesloten en waren
voor het nieuwe onderdeel
andere containers nodig, dan
kon het schip in de haven
sen en stenen verzameld. Behalve
op Ambon waren alle vulkanen
springlevend met laatste uitbarstin
gen variërend van 1857 tot 1970.
In Djakarta begon Pieter heel
prozaïsch met het ophalen van
geld en de benodigde werkvergun
ningen, hetgeen geregeld werd
door het LIPI, de Indonesische
Akademie van Wetenschappen.
Gedurende een dag of vijf werden
Een van de onderzochte vulkanen: de Bah-Tana in de Bandazee.
verde bij het verzamelen van
stenen! We hadden op Ambon,
als we een dorp door kwamen
minstens een meute van twintig
kinderen achter ons aan. Halver
wege naar het volgende dorp
was je ze kwijt, maar voor het
familie in Nederland hebben wo
nen, op de meest kleine en afge
legen eilandjes. Op Nila, een
eilandje van vier kilometer door
snede, hadden we een jongen
mee als gids, die ons vertelde
dat zijn vader en moeder in As-
Waarom is Pieter Vroong
gie gaan studeren? Hij blijk
zeer lange interesse in st
verzamelen te hebben. Ali
de lagere school wilde li
principe geologie gaan si
ren. Het was geen onverws
keuze voor zijn ouders, l
vakanties bekeek hij alle
ken, die hij enigszins belai
vond in Duitsland en Scan
vië. Daarmee is ook de aan?
het vulkanisme begonnen
„Behalve dat je vulkanena
bovenkant, de kegel, kunt he
nen, zit er onder ook nog wa
gedeelte dat er onder zit, de
makamers, komt na verloopv
ook boven, wanneer de zaaki
rodeert. Die kun je ook bek|
Scandinavië, Engeland. Died
interesseerden mij van jon
aan. Op de middelbare schcc
ik er mee door."
Tot slot wil ik nog wal
voorvallen van hem horen. S
pen natuurlijk organisatoristf
wel eens dingen mis, krane
gerden, technische zaken h
beter anders aangepakt te
worden. Dat weten hij en de
ren dan voor de volgende
„Als ik de patrijspoort van m
niet goed had dichtgedaan
het hard waaide sliep ik ee
bed! Ik had in mijn kooi geze;
van een rat, die gek was of
groene zeep en die mijn hele
raad heeft opgegeten. Waar
zeep ook verstopte, hij wis'
altijd te vinden. Het was ee-
strijd. Ook was hij verzot ops)
gaasjes, die hij ook allemaal
opgegeten. Daar had ik er b
een week ook geen een mee
Elke dag nam hij er weer eert
kon ze verstoppen waar ik n
maar hij wist ze altijd te vincte
wist overal bij te komen!
Als je een dorp op Nian i
binnenwandelen werd er pi
een tafel uit een huis gesjoir*
door Anco Mali
Nederland en Indonesië zijn sinds vorig jaar bezig met
oceanografisch onderzoek in het oostelijk zeegebied
van Indonesië. Tot en met juli van dit jaar is de
zogenaamde Snellius 2-expeditie hiermee nog aktief.
Het uitgebreide en maar gedeeltelijk onderzochte zee
gebied bevat nog vele natuurwetenschappelijke raad
sels. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten wat
daar gebeurt, hoe de visstand er voor staat, hoever de
milieuvervuiling is voortgeschreden en hoe groot de
afbraak is van koraalriffen.
In 1929 vertrok het Nederlandse marineschip Wille
brord Snellius voor een wetenschappelijke tocht naar
het oostelijk zeegebied van „de gordel van Smargad".
De resultaten van die expeditie zijn nog steeds de
moeite waard, aldus wetenschappers. Onderzoek van
de verschillen en de overeenkomsten tussen de resulta
ten van toen en nu is op zichzelf al van groot weten
schappelijk belang. Vandaar dat Indonesië voorstelde
de expeditie nog eens over te doen.
Vorig jaar maakte Leusdenaar Pieter Vroon, derde
jaars student geochemie, een paar maanden deel uit van
de „Snellius 2". Medewerkster Anco Mali zocht haar
jonge plaatsgenoot op en praatte met hem. Over zijn
werk, over het leven aan boord, over Indonisië en over
vulkanen.