Per 1 augustus invoering Wet op het Basisonderwijs
Leren is meer dan alleen maar
rijtjes jaartallen opdreunen.
Ie—s«len krant
Wat merkt de ouder van de invoering?
Basisschool bestemd voor kinderen van 4 t/m 12 jaar
Kanttekeningen bij
i nieuwe basisschool
onderwijs
DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1985
(DOOR AFKE KLOMP)
LEUSDEN - In augustus van dit jaar vindt de meest omvangrij
ke vernieuwingsoperatie plaats in de geschiedenis van het
Nederlandse onderwijs.
Er gaan na de zomervakantie van 1985 geen kinderen meer
naar de „grote" of lagere school en ook de kleuterschool bestaat
niet meer. Al deze 4- tot 12-jarige kinderen gaan samen naar de
basisschool.
Dat dit een zeer omvangrijke operatie is, blijkt wel uit enkele
cijfers: er zijn ruim 1,5 miljoen kinderen, ruim 70.000 onderwijs
krachten, 8.700 kleuterscholen en 8.000 lagere scholen bij
betrokken! En dan hebben we het nog niet eens over al die
gemeentebesturen, schoolbesturen, ouderraden en ouders die
hiermee ook te maken krijgen.
GIGANTISCH
De invoering van de Wet op het basisonderwijs (WBO) werd in
het voorjaar van 1981 door de Tweede en Eerste Kamer
behandeld.
Op 1 augustus 1985 werd die nieuwe wet van kracht.
Het parlement en de regering spraken bij de behandeling ervan
over:,, Een gigantische operatie, die waarschijnlijk in het
Nederlands onderwijs haar weerga niet kent."
Met ingang van het schooljaar 1985-1986 gaan het kleuteron
derwijs en het lager onderwijs samen op in het basisonderwijs.
Duizenden kleuterscholen en lagere scholen in het land
hielden op te bestaan en er kwam een school voor in de plaats
voor onderwijs aan kinderen van vier tot twaalf jaar: de nieuwe
basisschool.
Miljoenen leerlingen en ouders, tienduizenden onderwijs
krachten, duizenden schoolbesturen, gemeentebesturen en
ambtenaren zijn ieder op hun eigen manier bij die grootscheep
se hervorming betrokken.
INHOUDELIJKE
VERANDERINGEN
Vijftien jaar heeft de voorbereiding geduurd van de vernieu
wing van de eerste onderwijsvorm, waarmee kinderen In
Nederland te maken krijgen. Vijftien jaar waarin naast het
voorbereiden van een nieuwe wet op honderden scholen is
gewerkt aan de inhoudelijke veranderingen van het kleuteron
derwijs en het lager onderwijs.
Wezenlijk voor dat nieuwe onderwijs is immers niet, dat twee
soorten scholen tot één worden samengevoegd. Dat is het
uiterlijke kenmerk van een zeer ingrijpende inhoudelijke veran
dering.
Het nieuwe onderwijs wordt, aldus de wet, „zodanig ingericht,
dat de leerlingen een onafgebroken ontwikkelingsproces kun
nen doorlopen" en het „wordt afgestemd op de voortgang in de
ontwikkeling van de kinderen."
Dit betekent dat kinderen en ouders te maken kunnen krijgen
met een school, waarin niet meer gewerkt wordt met jaarklassen.
Onderwijskrachten kunnen te maken krijgen met een school
waarin zij soms aan groepen leerlingen van uiteenlopende
leeftijd les geven. Waarin zij hun aandacht moeten richten op de
persoonlijke mogelijkheden van de leerlingen en daaraan hun
werkwijze zullen moeten aanpassen.
Bevoegde gezagsorganen (gemeenten en schoolbesturen)
zullen zich samen met ouders, onderwijskrachten en deskundi
gen gaan buigen over de opzet en de inhoud van het onderwijs.
Ambtenaren en ondersteuners werken mee aan een vernieu
wingsproces, waarin soms zaken nog niet vaststaan en dat door
het hele land op verschillende plaatsen, maar ook bij verschil
lende scholen, op telkens verschillende manieren zal worden
aangepakt.
Kenmerkend voor de nieuwe wet is namelijk, dat het een soort
raamwerk is, waarbij iedere school de mogelijkheid heeft dit op
haar eigen wijze in te vullen.
SCHOOLWERKPLAN
In de voorgaande jaren hebben op alle kleuterscholen en
lagere scholen vernieuwingen plaatsgevonden. Na de invoering
van de W.B.O. zal men In grote lijnen doorgaan op de ingeslagen
weg, maar het accent blijft vooral liggen op de eigen ontwikke
ling van de school. Juist de vrijheid van onderwijs gebiedt, dat de
school onder eigen verantwoordelijkheid aan het onderwijs
vorm geeft. Hier ligt een taak voor bevoegd gezag, onderwijsge
venden en ouders.
De ontwikkeling van een schoolwerkplan is daarbij van het
grootste belang. Daarin legt de schoolgemeenschap neer op
welke wijze het nieuwe onderwijs inhoud en vorm krijgt,
voortbouwend op de algemene uitgangspunten die het klimaat
van de basisschool aanduiden.
Met de ontwikkeling van een schoolwerkplan en het uitprobe
ren van nieuwe mogelijkheden verdiept de school zich in de
onderwijsvernieuwing.
LEUSDEN - Op papier ziet
I de nieuwe basisschool er
goed uit, daar fs vrijwel ieder-
een 't mee eens. Maar wat
komt
er in de praktijk van terecht?
B Door de krappe beurs van de
laatste jaren zal de hele ope-
I ratie „budgettair neutraal"
moeten worden uitgevoerd.
I Dat zijn mooie woorden,
maar het betekent niets
meer en niets minder dan dat
de invoering van de basis-
I school geen geld mag gaan
kosten.
In de praktijk betekent dat,
I dat de groepsgrootte wordt
verhoogd naar 32 leerlingen.
Wil trien meer individuele be-
I geleiding geven, dan is het
juist belangrijk de grootte van
I een groep zo klein mogelijk te
houden. Voor oudere (boven-
bouw) lijkt een groep van 32
kinderen niet onoverkomelijk,
omdat men mag verwachten
I dat deze kinderen al vrij zelf-
standig kunnen werken. An-
ders wordt dit met een groep
I 4-5-jarigen. Besluiten de leer-
krachten op een basisschool
deze groepen te verkleinen,
dan betekent dat onmiddellijk
een vergroting van de groepen
in de bovenbouw naar meer
dan 32 leerlingen. Een kwalijke
zaak, vinden veel onderwijs
mensen, die de kwaliteit van
het onderwijs aantast
KLASSIKAAL GERICHTE
METHODES
Diverse vernieuwingen die
de invoering van de basis
school zouden moeten verge
zellen, kunnen om financiële
redenen vaak niet worden uit
gevoerd. Nu zijn de leermidde
len gericht op klassikaal onder
wijs, terwijl van de basisschool
verwacht wordt dat hij meer
individueel gericht zal zijn. Op
veel scholen is er geen geld
om de nieuwe methodes aan
te schaffen. Ook door bezuini
gingen zijn sinds 1978 de ont
wikkelingsmogelijkheden voor
de opleidingen en de school
begeleidingsdiensten terugge
schroefd. Dit betekent minder
begeleiding voorde scholen bij
allerlei vernieuwingsproble-
matiek en de mogelijkheden
voor nascholing werden sterk
ingekrompen.
CIRCULAIRES.
Dan heerst er nu nog steeds
op veel scholen volstrekte on
duidelijkheid over het aantal
arbeidsplaatsen die er op de
school zullen zijn. Zo kunnen
er (en dat geldt vooral op scho
len voor voortgezet onderwijs)
geen uren verdeeld worden en
geen roosters gemaakt. Er
wordt in dit verband veel op
,,Den Haag" gemopperd: cir
culaires vallen bij bosjes door
de brievenbus; circulaires ko
men op een te laat tijdstip aan,
circulaires zijn te vaag gesteld,
na een curculaire komt door
gaans een rectificatie daarop.
Hierdoor raken veel onderwijs
mensen gedemotiveerd.
PROBLEMEN
Steeds vaker hoort men be
richten dat schoolhoofden be
danken voor de eer om de
leiding van de basisschool op
zich te nemen. Zodoende we
ten veel scholen formeel nu
nog niet wie de nieuwe direc
teur van de basisschool wordt.
Dit betreft vooral scholen, waar
zich (persoonlijke) problemen
hebben voorgedaan bij ophef
fing en fusie. Het zijn ook
veelal deze scholen, waar de
eerste stap naar de integratie
(samengaan van het kleuter
onderwijs met het lager onder
wijs) nog moet worden ge
daan. Berekeningen hebben
uitgewezen dat het hier gaat
om één derde deel van alle
scholen in Nederland.
In augustus zal in de praktijk
niet zoveel veranderen Men
gaat door met de onderwijsver
nieuwingen die reeds enige
jaren geleden zijn ingezet De
onderwijzer en onderwijzeres
worden leraar en lerares, het
schoolhoofd wordt directeur.
Pas over een jaar of tien zal
men kunnen zien wat het resul
taat is van deze onderneming,
waar de onderwijswereld zeer
verdeeld op reageert.
opleiding is aangepast aan de
jongste eisen. De leerkracht wordt
een „breed inzetbare leerkracht",
speciaal opgeleid voor de nieuwe
basisschool
DOORGAANDE LIJN
IN ONTWIKKELING
Kinderen krijgen in de basisschool
de kans zich naar eigen aanleg en
tempo te ontwikkelen. Er wordt wel
degelijk „veel geleerd", alleen, het
gebeurt nu op een andere manier.
Zo is afgestapt van het idee dat alle
kindern in één jaar precies
hetzelfde moeten weten en
kunnen. Elk kind is nu eenmaal
anders en leren is meer dan alleen
maar rijtjes jaartallen kunnen
opdreunen Het gaat er dus niet
alleen om wat de kinderen leren,
maar ook hóe ze het leren.
Bij rekenen bijvoorbeeld wordt
niet alleen gekeken of de uitkomst
van de som goed is, maar ook of ze
begrijpen wat ze aan het doen zijn|
De kinderen leren meer zelfstand
te werken, na te denken en zelf
problemen op te lossen.
Een van de opdrachten van de
basisschool is ervoor te zorgen ds
kinderen van vier tot twaalf jaar n? B
in hun ontwikkeling worden
belemmerd. Dat er, met andere
woorden, een doorgaande lijn in
hun ontwikkeling zit.
Dat betekent dat kleuters al
spelend bezig zijn hun
mogelijkheden en hun omgeving!
ontdekken, terwijl oudere kindere'
door de onderwijzer worden
geïnstrueerd en vervolgens zelf
opdrachten moeten maken Pas
als een kind eraan toe is, zal het
spelen soepel overgaan in leren
Het is niet voor niets dat er van al
kanten op wordt aangedrongen
toch vooral de werkwijze van de
kleuterschool in de basisschool in
ere te houden.
Het kan niet anders of een goed
basisschool zal met de
mogelijkheden van ieder kind
rekening houden
Dit artikel schetst een zeer
algemeen beeld van de
aanstaande basisschool. Niet
aangegeven kon worden hoe de
basisschool van uw kind het
onderwijs verzorgt.
Iedere school is immers vrij dito
haar eigen wijze in te vullen. Alsu
zich een oordeel wilt vormen, kurt
u het beste zelf naar de school
toegaan waar uw kind straks naa'
toegaat, of waar het inmiddels aio
zit.
Bron: „De basisschool van mijn
kind"
Info 2. een publicatie van het
ministerie van O. en W. (jan. 1985
vijfjarige kleuter ten hoogste vijf uur
per week thuis mag blijven, als de
ouders dat maar tijdig doorgeven
aan de schoolleiding. Zodra uw
kind zes jaar is, houdt deze
regeling op.
Als uw kind twaalf jaar is
geworden, zal het over het
algemeen de school verlaten, Uw
zoon of dochter heeft er dan acht
jaar basisschool op zitten Snelle
kinderen kunnen er wat korter over
doen. Kinderen die wat meer tijd
nodig hebben, mogen langer op de
basisschool blijven Echter niet
meer dan twee jaar extra
NIEUWE VAKKEN
ANDERS
Als u in een basisschool
binnenkomt, zal het er wel even
anders toegaan dan in uw
schooltijd. Toen zaten immers alle
kinderen nog „keurig netjes" in
bankjes, stonden de bankjes in
rijen en maakten alle kindern op
hetzelfde moment hetzelfde lesje
Nu is dat anders. Als je als
basisschool aan de mogelijkheden
van de kinderen tegemoet wilt
komen, kun je niet meer met een
hele klas hetzelfde rekenlesje
tegelijkertijd maken. Dat moet in
kleine groepjes gebeuren Als
onderwijzer moet je de
mogelijkheid hebben een kind met
een of ander lastig probleem
persoonlijk te helpen.
Op de meeste scholen begint de
dag met een kringgesprek, waarbij
de kinderen over hun belevenissen
mogen vertellen. Ze doen op die
manier ervaring op iets goed onder
woorden te brengen en naar
anderen te luisteren.
ZORGVERBREDING
Als een kind om de een of andere
reden niet kan meekomen op
school, werd het al snel
overgeplaatst naar het
„buitengewoon" onderwijs. De
klas moest er immers zo weinig
mogelijk „last" van hebben. De
basisschool van nu heeft tot taak
kinderen met leerprobemen niet
aan hun lot over te laten, maar ze
met extra zorg te omringen. Die
extra hulp heet zorgverbreding
Bij zorgverbreding komt de
nadruk de komende jaren te liggen
op verbetering van het
leesonderwijs, wat men ziet als de
basis van alle andere vakken Komt
een leerkracht er niet alleen uit, dan
kan hij zich laten adviseren door
bijvoorbeeld een
onderwijsbegeleidingsdienst
(OBD).
Blijkt dat een kind het ondanks
alle extra hulp toch niet op de
basisschool kan bolwerken, dan is
het voor het kind het beste dat het
in het speciaal (vroeger
buitengewoon) onderwijs wordt
opgevangen.
Een school zal vóór een
dergelijke beslissing eerst met de
ouders moeten praten
SCHOOLWERKPLAN
De WBO verlangt dat elke school
een schoolwerkplan maakt en er
uiteraard ook naar werkt. Wat is
dat? Een schoolwerkplan is het
draaiboek van de basisschool.
Daarin staat beschreven wat en
hoe het onderwijs op de school
georganiseerd is. Zo precies
mogelijk moet worden aangegeven
wat er allemaal op school gebeurt,
hoe het gebeurt en vooral waaróm
het zo wordt aangepakt
Aangezien ouders bij het
meedenken en meepraten over het
onderwijs een belangrijke rol
spelen, moet ook in het
schoolwerkplan worden
aangegeven hoe die inspraak is
geregeld.
Meebeslissen en meedenken op
de basisschool is de laatste jaren
een heel gewone zaak geworden.
Enkele jaren geleden is dit zelfs
wettelijk geregeld bij de Wet
Medezeggenschap Onderwijs.
Die wet zegt dat op elke school
een medezeggenschapsraad
moet zijn. In deze raad zitten de
directeur (vroeger: hoofd) van de
basisschool, gekozen
vertegenwoordigers van
leerkrachten en gekozen
vertegenwoordigers van de
ouders.
Is de oudercommissie dan
opgeheven? Nee, maar deze
commissie wordt nu ouderraad
genoemd. Deze ouderraad vervult
een belangrijke functie binnen de
school Zij adviseert niet alleen de
vertegenwoordigers van de ouders
in de medezeggenschapsraad,
maar onderneemt ook allerlei
initiatieven. Zij coördineert de
ouderactiviteiten.
SCHOOLTIJDENREGELING
Een belangrijke zaak voor de
ouders is wellicht de
schooltijdenregeling. Een
basisschool is namelijk verplicht de
schooldag voor zowel de jongere
als de oudere kinderen gelijk te
laten beginnen en eindigen. Nu
doet zich het probleem voor dat de
jongere kinderen minder uren op
school hoeven te verblijven dan
oudere kinderen Hoe los je dat
probleem op? Wel, de ene school
zal tussendoor meer pauzes voor
de kleinsten inlassen, terwijl de
andere school misschien de
middagpauze voor de jongsten zal
verlengen Bij dat laatste kom je als
ouder misschien weer in de
problemen, omdat er dan weer
sprake is van extra halen en
brengen. Tenzij u het kind laat
overblijven
De basisschool is wettelijk
verplicht te zorgen voor een
overblijfvoorziening als de ouders
daarom vragen De kosten voor het
overblijven is overigens voor
rekening van de ouders.
VERLAGING LEERPLICHTIGE
LEEFTIJD
Als uw kind vier jaar is, mag het
naar de basisschool. Verplicht is
het dan nog niet. Dat komt pas een
jaar later: als uw kind vijf jaar is
geworden móet het naar school
Op de eerste schooldag van de
maand die volgt op de maand
waarin het kind vijfjaar is
geworden, is het namelijk
leerplichtig
Nu kan het gebeuren dat een
schoolweek van zo'n 22 uur voor
een vijfjarige nog wat te
vermoeiend is. Er kan dan gebruik
gemaakt worden van een speciale
regeling. Die houdt in dat een
In de basisschool zal uw kind
naast een aantal vertrouwde
vakken als lezen, rekenen en
schrijven, kennis maken met een
nieuw vak: Engels.
In de meest gevallen zal deze
taal in de laatste twee klassen van
de basisschool aan bod komen.
Aangezien ze na de basisschool
nog minimaal vier jaar voortgezet
onderwijs volgen, hebben de
kinderen dan totaal zes jaar Engels
gehad.
Het verplicht stellen van Engels
gebeurt pas rond 1986/1987, als de
leerkrachten voldoende op dit
gebied zijn bijgeschoold.
Nu is het wel veel gevraagd van
■een leerkracht om goed les te
geven in alle vakken van de
basisschool. Daarom moet de
basisschool een goed team
vormen. In dat team moeten
leerkrachten (straks: leraren)
samenwerken om het onderwijs
aan hun eigen klas zo goed
mogelijk te laten verfopen
Eventueel zullen de leerkrachten
onderling ook wel eens van klas
wisselen. Door goed overleg met
i elkaarworden problemen
voorkomen of opgelost
Kan een leerkracht zomaar gym-
of Engelse les geven aan uw kind,
ze hebben toch geen speciale
opleiding?
Dat klopt, daarom kunnen de
leerkrachten die nu voor de klas
staan verschillende
nascholingscursussen volgen,
zodat zij in staat zijn ook in die
vakken les te geven. De
toekomstige leerkrachten krijgen
een opleiding aan de
pedagogische academie
basisonderwijs (pabo). Die nieuwe
SPELEND LEREN
Langzamerhand is men ervan
overtuigd geraakt, dat zo'n abrupte
overgang eigenlijk niet kan
Kinderen zijn immers niet allemaal
op hetzelfde moment toe aan
lezen, schrijven of rekenen.
Daarom is na veel nadenken en
praten uiteindelijk besloten het
onderwijs te veranderen en aan te
passen aan de eisen van de tijd. De
basisschool kwam er, bestemd
voor kinderen van vier tot twaalf
jaar
De nadruk zal de eerste jaren
liggen op het spelen en het spelend
leren Als het kind er aan toe is, zal
het spelen geleidelijk overgaan in
leren.
Kinderen van zes jaar, die nog
niet zover zijn om met getalletjes
om te gaan, moeten daarmee nog
I maar wachten. Aan de andere kant
moeten kinderen van vijf die al
belangstelling hebben voor „taal"
daarvoor de ruimte krijgen.
Om het eens anders te zeggen:
de basisschool moet tijdens het
ontwikkelingsproces in dienst van
het kind staan, en niet als vroeger,
I toen het kind zich moest
aanpassen aan de klas
I (door Afke Klomp)
LEUSDEN - De kleuterschool
en de lagere school hebben na
I de „grote vakantie"
plaatsgemaakt voor de
basisschool. Wat betekent dat?
Vroeger mocht een kleuter een
tijdlang onbezorgd spelen, maar
als hij zes jaar geworden was,
dan was het uit met de pret: hij
ging naar de lagere school en er
I moest van de ene dag op de
andere geleérd worden. Dat
gebeurde bij die beruchte
overstap van de kleuter- naar de
lagere school.