„Je mag onderzoek best laten sturen door maatschappelijke behoefte, waarin je uitstekend wetenschappelijk bezig kunt zijn" Amnesty International aktief rond dag van Rechten van de Mens Leusdenaar mr. F. Boersma één der initiatiefnemers mformatica-universiteit: er is behoefte aan nog zo'n 1700 opgeleiden in informatica. .we leveren de meeste Nobelprijswinnaars, maar zien geen kans die kennis te vertalen naar produkten en diensten ons initiatief is gericht op een grotere integratie van informatica in andere vakgebieden 40ste kerstliedavond voor het eerst geleid door Henk Waardenburg DONDERDAG 5 DECEMBER 1985 interview LEUSDEN - Bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam wordt in samenwerking met de Graduate School of Management van de Amerikaanse University of Rochester vanaf januari 1986 een opleiding geboden in financiële vakken en informatica bestemd voor moderne managers. Meer universiteiten in Nederland zijn hier mee bezig. De Leusdenaar mr. F. Boersma is één van de twee initiatiefnemers die een Nederlandse Informatica Universiteit willen stichten. Toen de heer Boersma, die bij de Groep Informatiesystemen van het accountantskantoor Dijker en Doornbos werkt, voor de Nederlandse Middenstandsbank een automatiseringsproject realiseerde, kwam hij automatisch in contact met drs. A. A. Soetekouw, lid van de Raad van Bestuur van die bank, die onder andere de automatisering van genoemde bank in zijn portefeuille heeft. De beide heren bekritiseerden het slechte rendement van automatiseringsprojecten in Nederland en stelden vast dat de kennis die daarvoor in Nederland aanwezig is hieraan mede debet was, zowel wat betrof de inhoudelijke kennis als misschien meer nog het management van dit soort projecten. Een en ander achtten zij bewezen door het feit dat men in Nederland voor heel grote projecten veelvuldig gebruik maakt van Amerikaanse en Engelse informatici. De heer Soetekouw arrangeerde een gesprek met de heer Wang van Wang Laboratories, die in Amerika een eigen universiteit heeft: het Wang Institute of Informaties. Toen het informaticastimuleringsplan van de overheid niets bleek aan te geven over de stimulering van het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van het informatica-onderwijs en de aan de minister uitgebrachte nota Beyaart aanbeval om het twee fasen-onderwijs af te schaffen concludeerden de heren Soetekouw en Boersma dat het informatica-onderwijs in Nederland niet ver genoeg ging. Ze schreven het rapport „Eerste aanzet tot oprichting van een Informatica Universiteit", waarmee ze naar het Ministerie van Economische Zaken stapten. Daaruit kwam een gesprek voort met Economische Zaken en Onderwijs en Wetenschap pen, waarop de beide heren van overheid en bedrijfsleven tezamen een bedrag van 700.000,- gefourneerd kregen. ken: die bedrijven die dat voor hun eigen business belangrijk vinden laten incidenteel een informaticus uit Amerika of Japan overkomen. „Wij denken dat er in kwantitatie ve zin zeker behoefte is aan zo'n opleiding. Er is in Nederland be hoefte aan 2900 wetenschappelijk opgeleiden in de informatica. Het wetenschappelijk bestel in Neder land levert 1200 mensen af. Dus zit daar een gat tussen van zo'n 1700 mensen. In de tweede plaats is het zo dat de informatici in Nederland als specialisten worden opgeleid.s Uit ons onderzoek isgeblekendat er vooral behoefte is aan mensen die Toen hebben wij het onderzoek opgesplitst in een aantal sectoren. Voor elke sectorhebben we een commissie benoemd. De eerste hield zich bezig met de bepaling van het behoefte aan zo'n opleiding in Nederland, het nagaan van de op leidingen in het buitenland op dit gebied en dit niveau en het vervaar digen van een concept curriculum. De tweede commissie dacht na over de organisatie en de bestuurs structuren. De derde commissie onderwijs onvoldoende geld is om dat in zijn geheel te realiseren. De universiteiten worden gestimuleerd om steeds meer dienstbaar te zijn aan het bedrijfsleven en daarmee ook gelden te kunnen claimen van het bedrijfsleven." Maar: invloeden vanuit het be drijfsleven mogen het wetenschap pelijk onderwijs toch niet een be paalde kant uit sturen? „Ik weet niet of dat niet de bedoelings is. Je praat over de integriteit van het wetenschappelijk onderwijs. Als het bedrijfsleven de uitkomsten van het wetenschappe lijk onderwijs zou bepalen of beïn- zodat docenten die aangetrokken zijn om les te geven niet onnodig belast worden met bestuurstaken TWEETAL ELEMENTEN „We gaan de zaak opsplitsen in een tweetal elementen. De ene kant is een school voor de boundary- planners. De andere kant is een instituut. Die twee vormen samen de informatica universiteit Het insti tuut heeft tot taak om consultancy opdrachten uit te voeren en daar over adviezen uit te brengen. Ook om research te plegen op die gebie- in de andere komt. Zoals er vroeger een sterke beïnvloeding is geweest van de industriële maatschappij op de landbouwmaatschappijzo zal er nu een sterke beïnvloeding komen van de informatiemaatschappij op de industriële èn de landbouwmaat schappij. „Of de maatschappij snel zo ver kan komen hagt er ook mee samen watde individuele mens ermee kan. „Electronic banking neemt toe. Mensen kunnen ergens met een pasje geld opnemen en ook electro- nisch betalen. Met doet het nu via een Eurocheque of een credit cart, maarje kunt je ook voorstellen datje dingen koopt die je met een betaal- pasje betaalt. Daar tegenover staat toch een zekere behoefte aan men selijk contact." In hoeverre creëer je een tweede ling in ons maatschappelijk bestel: een elite die er mee om kan gaan en anderen die absoluut geen toegang hebben? NEGATIEF EFFECT „Ik denk dat dat een negatief effect is dat wij de eerste jaren voor lief moeten nemen Waar ons initia tief op gencht is, is om te komen tot een grotere integratie. De mensen die wij afleveren zie ik op andere velden gaan werken. Zoals vroeger misschien een wiskundige een een zame en bevoorrechte positie in nam en de informaticus dat nu doet: de wiskunde is geïntegreerd in andere vakgebieden, en iedereen Mr. F. Boersma. Japan is dat wij op het gebied van de basiswetenschappen voor de infor matica de meeste Nobelprijswin-' naars voortbrengen, maar geen kans zien om die basiskennis te vertalen naar produkten en dien sten. Dat betekent heel concreet dat de afstand tussen onderwijs en toepassing in het bedrijfsleven te groot is. vloeden zou dat een heel slechte zaak zijn, en zou je onwetenschap pelijk bezig zijn. Maar ik denk dat je de integriteit van het wetenschap pelijk onderwijs niet moet doortrek ken naar de objekten van onder zoek, maar dat je je daarin best mag laten sturen door maatschappelijke behoeften en daarin kun je uitste kend wetenschappelijk bezig zijn VLIEGTUIGFABRIKANTEN „Om een voerbeeld te noemen. Ik denk dat de vliegtuigfabrikanten behoefte hebben aan een bepaald type onderzoek en het is geen schande voor de hogescholen om dat onderzoek dat nodig is uit te voeren. „Het lijkt noodzakelijk om de gebieden waarop dit zou kunnen plaatsvinden exact af te bakenen om misbruik door het bedrijfsleven te voorkomen. Ook zou het nuttig effekt van een onderzoek niet tot één bedrijf beperkt moeten blijven. „Wat wij nastreven is dat het bedrijfsleven en de onderwijswe reld eenzelfde invloed hebben op de samenstelling van het onderwij spakket. Een school waar l'art pour l'art bedreven wordt: daarop is ons initiatief niet gericht. „Wij hebben een drietal doelstel lingen met deze school. In de eerste plaats willen we een zéér hoge kwaliteit vertegenwoordigen. We willen daarbij aansluiting zoeken en creëren met de top in de wereld op dit gebied. Dat betekent dat wij docenten willen kunnen aantrekken die wij nodig hebben. Daarbij willen wij niet gebonden zijn aan de hono raria zoals die bestaan in het weten den die gevraagd worden Daar door willen wij een goede invloed op het curriculum van de school verkrij gen dus heel duidelijkeen continue aftasten wat de behoefte in de markt is, welke problemen zich daar voor doen. Daarnaast heeft het instituut nog tot taak om short period courses te geven en ook om mensen die informatica hebben gestudeerd en specialist willen worden op het instituut een plaats te geven." Maar informatica is alleen een methode om je werk in bedrijf of onderwijs wat effectiever te kunnen aanpakken „Ja. Je kunt zeggen het is een hulpmiddel. Zo kijken we er in het algemeen nu nog tegenaan. We zeggen ook dat we op weg zijn van de industriële maatschappij naar de informatiemaatschappijHoe die in formatiemaatschappij eruit zal zien weten we nog niet, en daar hebben we nog niet gestructureerd over nagedacht. De verwachtingen zijn, dat tot 1990 de verdere doordrin ging van de informatietechnologie met een factor 3 zal toenemen. Dat betekent dat, als we in de bocht zitten van de industriële maat schappij naar de informatiemaat schappij, we nog maar aan het begin van die bocht staan, en dat we nog niet kunnen z<et wat zich om de hoek bevindt." PRODUKTMOGELIJKHEDEN „Wat we ir» elk geval wel zeggen is, dat het niet alleen een hulpmiddel is maar dat er heel nieuwe produkt- mogelijkheden door de informatie technologie gaan ontstaan, en dat de grens tussen produkt en dienst krijgt, op welk niveau hij ook stu deert met wiskunde te maken. Zo willen wij toe naar de integratie van informatica op al die vakgebieden, waardoor de aparte status van de informaticus wordt opgehevn." Maar wiskunde is ook vertaald naar allerlei categorieën toe. Dat zou je voor informatica ook moeten doen. „Dat is ook zo. Het commentaar vooral van de kant van het weten schappelijk onderwijs is: je redt het niet door een dunne schil van hoogwaardige kwaliteit bovenop de andere te leggen. Je moet met de integratie al in de eerste fase begin nen of eigenlijk daarvoor al Het probleem is dat er te weinig onder wijsgevenden zijn die hebben leren omgaan met deze integratie Wij proberen boundaryspanners af te leveren die onder andere geschikt zijn voor het hoger beroepsonder wijs en het wetenschappelijk onder wijs om daar die integratie door te voeren. „We zetten informatie-deskundi gen en materiedeskundigen tegelij kertijd in commissies om gemeen schappelijk een systeem van de grond te brengen. Alleen in de informatie is het nog zo dat datgene wat de materiedeskundige oplepelt vastgelegd moet worden, en dat zijn dan de specificaties waaraan een systeem moet voldoen. Het hele bouwen van informatiesystemen is opgesplitst in een aantal fasen. In elke fase heb je een andere wijze van vastleggen. We hebben daarbij heel vaak gezien dat het eindresul taat ver verwijderd is van wat de materiedeskundigen bedoelen. Dat is één van de redenen ook dat er enorme maatschappelijke verlie- heeft gekeken naar de kosten, de dekkingsmogelijkheden en de fis cale aspecten van zo'n instituut. De vierde commissie onderhield con tact met het wetenschappelijk on derwijs in Nederland." De beide initiatiefnemers vorm den een voorbereidingscommissie, de curriculumcommissie liet zich bijstaan door McKinsey Compa ny, de tweede commissie heeft zich laten bijstaan door Van der Toren en Buningh, de andere commissies deden het werk zelfstandig. Er werd een eindrapport geschreven, dat op 28 september werd aangeboden aan de ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Economi sche Zaken Op 30 september gaf de voorbereidingscommissie een persconferentie tijdens welke de leden vertelden welke conclusies ze verbonden aan het eindrapport. BEHOEFTE Is er behoefte aan zo h opleiding in Nederland? Je zou kunnen den naast de specialisten meer dan één vakgebied kunnen overzien. Men sen die de resultaten van de infor matietechnologie op andere vakge bieden kunnen toepassen, medicij nen, accountancy, rechten, natuur kunde en noemt u maar op. Ook heel duidelijk op het gebied van organisatie en management, wat we noemen de business-sciences. „De helft van de 2900 mensen zou moeten worden opgeleid als boundary spanners, mensen die een grens kunnen overbruggenom de informatietechnologie met hun eigen vak te kunnen integreren. „We hebben zeer bemoedigen de signalen gekregen van hoogle raren zowel uit het binnen- als het buitenland. Wij zien drie bronnen voor hoogleraren In de eerste plaats het wetenschappelijk onder wijs ook in Nederland, in de tweede plaats het bedrijfsleven: mensen die vroeger van de universiteiten wegtrokken zijn het bedrijfsleven in, en in de derde plaats het intellectue le potentieel dat in het buitenland zit. „Dan is het natuurlijk belangrijk om te weten of je studenten kunt krijgen De interesse van het be drijfsleven is erg groot. Wij denken dat we 60 tot 70% studenten uit het bedrijfsleven krijgen, mensen die al een aantal jaren in bedrijven zitten en die in opdracht en op kosten van hun bedrijf deze opleiding gaan volgen. Het resterend percentage zal kunnen komen, óf rechtstreeks van de universiteit, óf van mensen die hun studie een aantal jaren achter de rug hebben en die op nieuw een opleiding willen volgen. „Financieel lijkt ons de zaak ook haalbaar, dus hebben wij geconclu deerd dat we ermee moeten door gaan Wij denken aan een zelfstan dig instituut waarbij we het wel op prijs stellen dat er een bepaalde relatie tot het wetenschappelijk on derwijsbestel in Nederland is. We willen niet een geïsoleerde positie innemen, wel een eigen positie. Wij proberen daarom ook om dit insti tuut in te passen in het wetenschap pelijk onderwijsbestel, maar dat betekent niet dat het een afdeling van een universiteit of hogeschool zal worden, maar een instituut dat gedragen wordt door het bedrijfsle ven en dooréén of meerdere univer siteiten." Grote bedrijven en overheid sa men in zo'n instituut: levert de overheid zich dan niet aan het bedrijfsleven uit, en is er dan nog wel sprake van een onafhankelijke wetenschapsoverdracht „Als er een slechte relatie is tussen bedrijfsleven en weten schappelijk onderwijs is het gevaar groot, dat het wetenschappelijk on derwijs opleidingen gaat verzorgen en onderzoeken gaat verrichten waar geen mens op zit te wachten. Dat kan uit wetenschappelijk oog punt wel bijzonder interessant zijn en zijn vruchten afwerpen in een verre toekomst misschien, maar het verwijt dat Nederland en Europa treft ten opzichte van Amerika en „De handelsbalans in Europa op het gebied van informatie-techniek gaat met rasse schreden achteruit. In 1975 hadden we als Europa nog een positieve handelsbalans van 2 miljard dollar. Voor 1990 wordt er alleen voor dit vakgebied een nega tieve handelsbalans verwacht van meer dan 10 miljard dollar Dat betekent dat wij op dat gebied in steeds grotere mate afhankelijk zijn van de import. Dat is niet nodig, want de kennis hebben we in huis. „In de tweede plaats is het zo dat het wetenscahppelijk onderwijs ontzettend veel geld kost. U weet dat de begroting van het ministerie van Onderwijs en de omvangrijkste is van alle ministeries. Dat betekent ook dat er voor het tweefasen schappelijk onderwijs. Een tweede gevolg van de kwaliteit is dat de docenten niet voor hun leven be noemd worden, maar voor een korte periode. Als wij vinden dat het vakgebied verandert, waardoor een bepaalde docent niet meer nodig is of onvoldoende is bijgebleven, moeten wij afscheid van hem ne men. We denken dan ook aan kort lopende kontrakten met deze men sen „In de tweede plaats willen wij een beïnvloeding door de markt. De markt zien wij als het bedrijfsleven, de overheid en het onderwijssys teem. „In de derde plaats willen wij een scheiding van het management van het instituut en de onderwijsfunktie, gaat vervagen. Het hele diensten pakket gaat een ander karakter krijgen. Dan is het niet alleen hulp middel meer, dan wordt het ook een produktiemiddel. Wat het staal is voor de industriële maatschappij is de informatie voor de informatie maatschappij. Bovendien denken wij dat het leidt tot heel andere vormen van management „Informatie is natuurlijk niet de hele toekomst, maar zal de toe komst wel erg beïnvloeden. Infor matie is een modewoord en je moet er voor oppassen dat je de beteke nis ervan niet gaat overtrekken. Ik geloof ook niet dat een informatie maatschappij de industriële maat schappij zal verdringen, zodat je op een absolute wijze van de ene vorm zen bestaan op het gebied van de informatisenng," „Ik heb eens een lezing gehouden waarin ik mensen de voorbeelden gaf van syste men gebouwd voor veertig-, vijftig-, zestig miljoen, waarbij het geld gewoon bleek weg gegooid te zijn. Ik heb geen namen genoemd. „Na de lezing kwamen men sen naar me toe en zeiden: U bedoelt dit, u bedoelt dat. ledereen kende andere voor beelden. Allemaal andere ge vallen dan die ik op het oog had. Dat is jammer en daar moeten we een eind aan ma ken!" ipjeSi s t een José AMERSFOORT - „Een sfeer van idealisme, gemeenschapszin, naar elkaar luisteren en van oprecht ge nieten van het samen musiceren en zingen" zo schreef Anco Mali eerder dit Jaar over de zanggroep Het Neder landse lied. Dat de zanggroep het genot van het samen musiceren al- lijd met anderen heeft willen delen, weten we door de jaarlijkse Kerst liedavond, 14 december a.s. voor de veertigste maal zal worden gehou den. Velen zullen met een zekere wee moed terugdenken aan de tijd dat de Markthal tijdens de Kerstliedavonden uitbundig met dennegroen was ver sierd. Uit het hele land kwamen mensen van alle leeftijden, uit alle lagen van de samenleving en van alle gezindten sa men zingen en spelen onder de inspire rende leiding van Renske Nieweg. Na het gereedkomen van De Flint werd de traditie in de Stadshal voortgezet, eerst nog onder Renske Nieweg, later op eigen wijze door Kees Velthuis, die Renske Nieweg als dirigent van Het Nederlandse Lied was opgevolgd Dit jaar zal de nieuwe dirigent van Het Nederlandse Lied, Henk Waardenburg, voor het eerste de Kerstliedavond lei den Hij heeft al lang ervaring in het musiceren met grote groepen, o.a. met de samenspeeldagen die de NOS eer tijds organiseerde Hoe hij de kerstlied- avonden zal gaan leiden, weten we nog niet, maar ongetwijfeld zal hij evenals zijn voorgangers ernaar streven het reuzenkoor en -orkest op een intieme manier te laten musiceren. We zijn benieuwd! Zaterdag 14 december in De Flint, aanvang 19.30 uur Voor wie de muziek van te voren wil bekijken kan die vooraf bekomen bij de ACR, De Flint of de Muziekschool De instrumentalisten moeten zelf een lessenaar meenemen LEUSDEN - Onlangs voerde de Amnesty- groep Leusden een actie voor jongeren in de hele wereld, die slachtoffer waren geworden van schendingen van men senrechten, onder het motto „Toekomst achter Tralies". Dankzij de medewer king van vele Leusdena- ren is deze actie een suc ces geworden. Ruim 250 kaarten werden ingevuld en verstuurd. Eén van de gevangenen waarvoor geschreven kon worden, die uit Cyprus, is inmid dels vrijgekomen. De Amnesty-groep Leusden blijft uw aandacht vragen voor schendingen van mensen rechten. Rond 10 december, de dag van de Rechten van de Mens, zullen enige activiteiten in Leusden plaatsvinden. Deze activiteiten zullen o.a. in het teken staan van de afsluiting van de Campagne tegen Mar telen, een campagne die bijna twee jaar heeft geduurd. Ook hieraan hebben heel wat Leus- denaren meegewerkt. Op zaterdag 7 december staat Amnesty met een stand in de Hamershof U kunt daar kaarten met daarop een kerst en/of nieuwjaarsgroet schrij ven naar gewetensgevange nen waarvoor door Amnesty- groepen in Nederland wordt gewerkt Uiteraard kunt u aller lei informatie krijgen over men senrechten zoals bijvoorbeeld het onlangs verschenen jaar boek 1984. Dit document geeft van 123 landen de situa tie van oe rechten van de mens weer en biedt een overzicht van de activiteiten die Amnesty International in 1984 heeft on dernomen Dit boek is overi gens ook verkrijgbaar bij boek handel Hamershof. Maandag 9 december vindt dan weer de maandelijkse schrijfavond plaats in de school De Brink, Lijsterbes laan 54, Leusden-Centrum. Dit keer wordt geschreven naar autoriteiten van landen, waaruit nog steeds aanhou dende berichten komen van marteling. U bent van harte welkom tussen 19 30 en 21.30

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1985 | | pagina 7