„Ik woon hier misschien nog niet zo lang,
maar ik voel me hier beslist geen vreemde"
M
1
i
I
I
I
Mevrouw De Vries staat nog iedere zaterdag op de Utrechtse markt:
AA
ik wou dat ik vijftig jaar jonger was, dan kon ik
og naar dat ruimtestation, waar Ockels is geweest
/Cfc
O
3
0
het belangrijkste is interesse
voor een sportrokje
was geen geld, er was
nauwelijks geld
voor gewone kleren
ik neem voor de jeugd
van vandaag de dag mijn
petje af, hoor.
als er nu op de markt
geroepen wordt, zegt de
marktmeester:
het is hier geen
standwerkersconcours
mijn kinderen zeggen
wel eens: moeder, je bent
berucht in Leusden
als er wat gepresteerd
wordt, krijgt oma van de
trainer ook een vaantje.
er was
geen
tijdvoor
zeuren,
je moest
aanpakken
m
j§
1
11 DINSDAG 24 DECEMBER 1985
interview
19
43
SS
sS
p\J
}«i
;:<i
LEUSDEN - In Leusden, en speciaal bij de
jeugd staat ze bekend als „oma". Komt ze op
straat, dan duurt het geen vijf minuten, of een
voorbij fietsende jeugdige Leusdenaar roep het
wel: „Hoi, oma."
Een tevreden ingezetene van de gemeente
Leusden is ze ook. Als ze, na buiten Leusden te
hebben vertoefd, het naambord van de ge
meente weer in het oog krijgt, denkt ze altijd bij
zichzelf: „Ha, daar hebben we Leusden weer te
pakken."
Erg gemakkelijk is ze niet. Om te beginnen
niet voor zichzelf, maar zo hier en daar in de
Leusdense gemeenschap zijn er mensen, die
hebben ondervonden, dat ze niet over zich laat
lopen. „Soms denk ik wel eens bij mezelf, dat
dat niet goed is. Maar als je bij tijden helemaal
niets zegt, dan gebeuren er nu eenmaal dingen,
die je beslist niet wilt," zo schetst ze haar
dilemma.
Energiek is ze zeker. Haast vijfenzeventig
jaar oud, staat ze nog iedere zaterdag op de
markt in Utrecht, met haar eigen handel. En er is
geen sportief evenement in Leusden, of ze is
als toeschouwer aanwezig. Als het nodig is,
wordt het werk voor de hele week zodanig
verdeeld, dat ze op zaterdag haar kleinkinderen
kan zien sporten.
Want dat is haar grote liefde: sport. We
stellen u voor aan een bewonderenswaardige
vrouw: Hendrina de Vries-Achterberg.
>r
V>A a
cl i in
Om tot een gesprek te komen, is
gemakkelijk. Mevrouw De Vries
eft namelijk een druk bezette
>ek. Als we dan ook - telefonisch
voorstellen om op dinsdagmid-
g af te spreken is het antwoord
>erend: ,,Ja, dat is best Maar wel
drie uur, want voor die tijd moet
nog achter handel aan."
Drie uur dus. En we vrezen het
gste. Jk ben niet zo'n kransjes-
>ns, ik ben niet zo'n prater." zegt
En ze wil weten hoe we aan
r naam en adres gekomen zijn.
Un foto's wil ze eerst helemaal
its weten. ,,Kan dit hele gesprek
it anoniem, eigenlijk?" vraagt ze
arna
Maar gelukkig valt het mee.
ant mevrouw De Vries praat wel.
praat zelfs niet alleen, ze heeft
iel wat te zeggen, zodat we een
U Ie boeiende middag beleven
e.
ujjr
M iie
'ORTEN
,lk sta vanaf m'n drieënvijftigste
de markt. Mijn man mocht dat
en niet meer, dus heb ik dat
ergenomen Daar sta je eigenlijk
k niet bij stil. Dat zijn van die
igen, die moeten gewoon gebeu-
En zo ben ik ook opgevoed. Ik
oest op m'n twaalfde gaan
irken. dat was heel normaal in
dagen. Dat betekende het eind
in je schoolopleiding. Het bete-
nde ook, dat het niet mogelijk
is, dat je zelf wat aan sport deed
aar was geen geld voor, een rokje
or de sport. Er was nauwelijks
ild voor gewone kleren. Dus daar
fd geen woord over vuil ge-
aakt."
,lk heb het altijd wel gewild. Ik
et nog goed, dat ik bij de brug bij
Munt in Utrecht leeftijdgenootjes
izig zag met korfballen. Ik dacht
en: ,,Als ik ooit trouw, dan laat ik
in kinderen alle sporten doen, die
maar willen." En dat is later ook
ibeurd. Dat werd dus korfballen,
nt ik heb twee dochters, en
•iets als dames-voetbal, dat had
toen nog niet. ,,Dat heeft er toe
leid, dat één van de twee nog in
t nationale jeugdteam heeft ge-
leeld. Tegen België en zo."
Utrecht en Leusden, want één van
m'n dochters woont hier. Die zei op
een gegeven ogenblik: al dat ge
reis. Ik laat je hier inschrijven als
woningzoekende. En binnen twee
jaar kon ik hier een huis krijgen.
,,Die woning hier is echt een
soort eldorado voor me. Je moet
nooit vergeten, waar ik vandaan
kom. Een winkeltje van vier bij vijf
meter, waar vijftien man op elkaar
geperst stond te wachten, een al
koof erachter, dat was de huiska
mer, en een slaapkamer boven,
waar je tussen de pannen door de
sterren kon zien. Dus dan begrijp je
wel: dit is voor mij een geweldig
huis."
HANDEL
„Toch heb ik wel wat geleerd, de
laatste jaren. Met m'n handel, bij
voorbeeld. Ik sta nog elke zaterdag
op de markt in Utrecht Op de
lappenmarkt, met een garnituren-
handel. Niks ruim gesorteerd, want
ik laat me niet meer op hol jagen
hoor. Pas was ik wat later, en zei
iemand daar iets over. „Werk ik
soms voor jouw centen?" zeg ik
dan. Waar ik het op dat moment
vandaan haal weet ik ook niet,
maar het vliegt er zo uit, hè."
naar. Daar was dat heel anders.
Alles aangepast en afgemeten, dat
was bij ons niet zo. Niet zeuren,
maar alles aanpakken, zo was het
en niet anders
„We hebben ons in het verleden
wel eens wat moeten ontzeggen,
hoor Veel eigenlijk. Maar daar heb
ik nooit een moment spijt van ge
had Dat kwam natuurlijk ook wel,
door wat je gewend was Toen we
verhuisden van IJsselstein naar
Zeist, in m'n jeugd, was dat een tijd,
dat kun je niet meer vergelijken met
nu. M'n zus en ik werden uitgeno
digd door iemand. Die zei: „Ik heb
een radio, moet je nou toch eens
komen luisteren." Zo was dat toen.
niet kunnen gebruiken. Ik heb de
kans vroeger niet gehad Maar als
ik iedere dag zie hoe dat gaat. Want
het is toch een vorm van beknotting
van die kinderen, dan vraag ik me
wel eens af, of ik dat gekund zou
hebben, ook al had ik de kans
ervoor gehad."
ANDERS
„Gelukkig gaat het met andere
dingen ook anders Als ik aan m'n
eigen jeugd terugdenk, had ik
schatten van ouders. Maar wel
streng Ik had één grootvader, die
had dat helemaal. Je kreeg toen de
tijd, dat meisjesjurken droegen met
schoolfeesten en het tienjarig be
staan en zo. dan was ik er."
En wie denk je, stond er bij de
brand om tien voor vijf 's morgens9
Oma.
„Om tien voor vijf 's morgens, op
twaalf augustus stond oma bij de
brand van de Hobbit te huilen, zo
Het enige dat wij thuis hadden, was
een soort grammofoon, met zo n
enorme hoorn erop. die je op
moest winden."
„Het is m'n man later overko
men. Die kwam thuis, helemaal
verbaasd, dat ze hem hadden op
genomen met een bandrecorder.
RGANISATIE
Dat vergde wel een hele organi
se. M'n man was altijd naar de
:htendmarkten, en ik had een
garenwinkel. Als hij 's middags
uiskwam. kon hij op de winkel
tten, zo kon ik met de kinderen
9g naar korfbal. Dat waren trou-
ens helemaal al andere tijden. Ik
6b nog meegemaakt, dat 's mor-
tns om kwart over zes de winkel
>en ging, en 's avonds om elf uur
cht Zo was dat toen."
„Tijd voor nadenken, dat had je
et. Je stond voor een beslissing,
die nam je. Want er moest geld
orden verdiend. Het was toen niet
zoals je dat vandaag wel eens
of hoort. Er was geen tijd voor
iuren, je moest aanpakken."
Ik heb het wel altijd in m'n
Sterhoofd gehouden, met die
>ort. Nu nog. Als m'n kleinkinde-
n moeten tennissen, voetballen
badmintonnen, dan ben ik er. Ze
6llen me ook op hè. „Oma, zater-
ig speel ik in De Korf, je bent er
ch?" Natuurlijk ben ik er. Kijk,"
ijst ze achter zich. „Twee vaan-
is van Roda. Als er wat gepres-
erd wordt, knjgt oma van de
ainer ook een vaantje."
ERHUISD
Acht jaar geleden ben ik in Leus-
ïn komen wonen. Mijn man is in
375 overleden. En ik reisde ont-
ïttend veel heen en weer tussen
„Maar het is m'n eigen handel.
Dat vind ik leuk Ik heb voor mezelf
ook een beetje het idee, dat als ik
ermee op zou houden, dat er dan
iets wegvalt, ik weet het niet, hoor.
En dan, mijn man is in 1916 op de
markt begonnen. Op zestien maart
volgend jaar dan staan we zeventig
jaar op de markt onder de naam
van De Vries. Dat is dan toch een
stuk van je leven
„Er is wel wat veranderd, hoor.
Vroeger werd er geroepen, bijvoor
beeld. Mijn man, iedereen kende
hem Kees de Vries, dat was een
soort Buziau-figuur."
„Ik weet nog heel goed, dat ik
naar m'n eerste markt ging, omdat
m'n man ziek was. De markt in
Amersfoort. En ik dacht bij mezelf:
ik roep niet. Dat vond ik maar niks
Maar ik stond er nauwelijks, of ik
stond net zo hard te roepen, als de
concurrentie, hoor. Dat gebeurt
nou niet meer. Als er nu nog geroe
pen wordt, dan zijn er andere
marktkooplieden die zich daaraan
storen Het is zelfs al gebeurd, dat
ze de marktmeester erbij haalden
Die zei dan zoiets van het is hier
geen standwerkersconcours. Dus
roepen, dat is afgelopen
JALOERS
„Wil je wel geloven nu ik dit zo zit
te verteljen, dat ik vroeger al eens
jaloers ben geweest op die schrijf
ster. Ik weet niet meer hoe ze
heette, maar het boek heette „Boe
rin in Frankrijk". Ik heb wel eens
gedacht, ik wilde, dat ik schrijven
kon. Want dan kan ik wel een boek
vol schrijven, van wat wij niet alle
maal hebben meegemaakt."
„Dat zat natuurlijk ook in de aard
van ons werk. Ik heb een schoon
zoon, daar waren ze thuis ambte-
Hij zat wat te vertellen, en een half
uur later lieten ze hem z'n eigen
verhaal weer horen. Dat had je nog
nooit meegemaakt, dat kende je
niet."
ONTWIKKELING
„Maar het is natuurlijk goed, dat
het gebeurt. Dat alles doorgaat, dat
er een ontwikkeling in de dingen
gaande blijft. Voor de jeugd, vooral
Als je ziet wat we sinds de tijd, waar
ik net over vertelde, niet allemaal
hebben gekregen. Telefoon, televi
sie, en nu zitten de mensen thuis
aan de video, of aan de computer.
„Wat wel over de jeugd wordt
verteld, dat vind ik allemaal onzin,
hoor. Ik ga veel kijken bij Antilopen
korte mouwen, dus op een gege
ven moment had ik ook zo'n jurk. Ik
zie die man nog staan, met uitge
strekte arm, wijzend naar de deur:
„eruit, ga jij je eerst maar eens
fatsoenlijk aankleden." En dan was
je toch al zo'n jaar of vijftien, zes
tien. Maar zo ging dat, en je accep
teerde dat En dat aspekt, dat laten
we het maar „katten" noemen, dat
is gelukkig van generatie op gene
ratie toch anders geworden."
RUIMTESTATION
„Wat dat betreft betreft snap ik
ook mijn eigen leeftijdgenoten niet
hoor Ik zei pas nog tegen mijn
kleinzoon: ik wou dat ik vijftig jaar
jonger was. Dan kon ik nog naar dat
ruimtestation, op die hoogtes waar
meneer Ockels is geweest Maar
misschien, dat jij daar nog eens
komt. Jules Verne heeft het niet ver
mis gehad, hoor
„Soms ben ik dan ook wel eens
boos op mezelf, geestelijk gezien
Ik zou nu nog duizend-en-één din
gen willen doen En dan vraag ik
me af: „Waarom doe je dit of dat
niet? Dat zou je toch ook doen als je
achttien was geweest9".
GELATEN
En dan krijg je van je leeftijdge
noten te horen, dat je je maar
vermoeit, als je een eind gaat
fietsen. „Waarom die je dat toch,
dat begrijp ik niet, hoor?" Pas had
ik dat nog Het antwoord schoot me
zo te binnen. Ik zei:Reagan is ook
vierenzeventig, en die regeert heel
Amerika. En misschien wel een
stuk van ons land erbij Wat zal ik
erg vond ik het. Het brandde op vier
hoeken, gewoon verschrikkelijk.
Als ik er aan denk, dan kan ik er nog
wel om huilen. Dat is in zeven jaar
gegroeid, dat je jezelf er zo bij
betrokken voelt."
„Maar dat gaat met alles zo
Gaat de telefoon, en zeggen ze, dat
m'n schoonzoon meedoet aan de
Don Bosco-loop, dan ga ik. De
Treekloop. oma is er Hij loopt
marathons. Geweldig vind ik dat.
Z'n snelste tijd is drie uur en zes
seconden. Dat weet ik, dat soort
dingen.
daarvoor hadden we hier ook aan
sluiting op het kabelnet gekregen
Toen werd m'n TV daarop afge
steld. dat kostte vijfentwintig gul
den. goed, ik zet die televisie aan,
maar mooi niks geen BRT Ik heb
daar geen verstand van, dus ik
denk, morgenavond nog maar
eens proberen. Weer niks."
„Dus ik zoeken, want ze hadden
wel ergens zo'n papier afgegeven,
dat je kon bellen bij storing. Nou,
toen ik dat vond heb ik opgebeld
Binnen een uur stond er een man
op de stoep. En die zegt: „Als het
aan uw toestel ligt. moet u de
rekening betalen Nou. das lo
gisch. Maar na een tijdje komt die
man erachter, dat het aan die
toestand in de kelder van het ge
meentehuis lag Dus daar kon ik
niks aan doen Daar hoefde ik niet
voor op te draaien."
„Maar wat denk je? Een paar
weken later krijg ik een rekening
van dik in de zestig gulden Goed.
ik bel daarover op. dat dat niet aan
mijn toestel had gelegen, zegt die
man aan aan de andere kant van
de lijn dat ik toch moet betalen Ik
zeg: „Ik betaal niks". Zegt die man
GELUK
Dat is zo'n leuke vereniging. En als
je dan ziet wat die mensen er
allemaal voor over hebben Hoe
hard daar wordt gewerkt om resul
taten te halen. Dat is enorm. Waar
nog bij komt, dat die jeugd van
vandaag toch al een enorme pres
tatie levert, vind ik. Want ik neem
voor die jongens en meisjes wel
mijn petje af, hoor Ze moeten elke
dag naar school Ze worden opge
zadeld met een heleboel algemene
kennis, waar ze in de praktijk niks
aan hebben, later, die ze eigenlijk
dan met mijn handeltje, met m'n
wandeltje, met de sport die ik graag
zie? Dat stelt toch helemaal niets
voor? En dan zieje ze denken, „die
is gek". En ik denk. „mensen laat
me toch."
BETROKKEN
„Hoe dat komt weet ik niet, maar
ik voel me bij al die dingen gewoon
betrokken In de tijd, dat m'n klein
kinderen hier op de Hobbit zaten,
was ik daar ook erg aktief Met
„Echt gelovig ben ik niet, nee.
Maar dat er misschien iets is. Ik
weet het niet. Op de een of andere
manier heb ik altijd wel veel geluk
gehad. Ik heb voor hete vuren
gestaan, hoor, in m'n leven. Maar ik
heb het altijd aangekund Dat is
niks om trots op te zijn, dat is ook
een kwestie van geluk Ik bedoel
maar, van m'n hele leven heb ik
twee dagen in een ziekenhuis gele
gen. Voor m'n amandelen. Dat is
natuurlijk niet iedereen gegeven
En wilskracht, dat moet je hebben
En dat ik dat heb. dat is me eigenlijk
altijd een raadsel gebleven."
„Maar het belangrijkste is denk
ik, interesse Belangstelling, hè
Als ik dat bij sommige van de
mensen van mijn leeftijd zie. Dan
heb je het over prijzen, en dat
weten ze niet Of gebeurtenissen,
dat hebben ze dan niet bijgehou
den. „Daar weet ik niks van" zeg
gen ze dan. Die mensen zijn voor
mij ergens toch levend dood, hoor
„Dat zullen we wel eens zien Zeg
ik weer: „Al moet ik de burgemees
ter erbij halen, betalen doe ik
nooit."
BURGEMEESTER
„Het was kwart voor één, dus ik
denk, dan kan ik nog net op het
gemeentehuis terecht. Ik had geen
tijd om me te verkleden, en m'n
haar zat ook niet zo netjes, want ik
was net met een was bezig. Maar ik
op de fiets, zo naar het gemeente
huis, met die rekening in m'n hand.
Want ik dacht, daar op die televisie
afdeling, daar kunnen ze me vast
wel verder helpen, niet."
„Mevrouw, wat is er toch met u aan
de hand9" Dus ik dat uitgelegd,
neemt 'ie me bij de arm. en heeft hij
me helemaal naar die afdeling ge
bracht waar ik moest zijn. Ja, ver
der heeft hij zich daar natuurlijk niet
mee bemoeid. Maar ik hoefde niet
te betalen.
„BESPAREN"
„Dat hadden we hier met die
bejaardenhuizen ook. Kwamen ze
hier van de stichting, dat we van
wege de dak-isolatie zesendertig
gulden per maand meer moesten
gaan betalen. En of er nog iemand
wat te vragen had „Ik wel," zeg ik.
..Meneer," vroeg ik toen, „als je dat
bedrag met twaalf vermenigvuldigt,
dan zit je ruim boven de vierhon
derd gulden in het jaar aan huur
verhoging. Wegens de dak-isola
tie Ik verstook zo n zevenenzestig
gulden per maand. Kunt u mij
uitleggen, hoe ik met vierhonderd
gulden meer huur per jaar kan
besparen op een uitgaven van dik
zestig gulden in de maand?" Dat
werd dus zes gulden per maand.
Maar niemand anders zegt dan
wat Dus dan moet je wel
BOOMHUTTEN
„Een ander geval, dat was met
boomhutten in de bomen net voor
onze huizen. Dat vond iedereen
hier maar niks. En bovendien, wat
heeft de jeugd eraan, om die bo
men voor een deel te vernielen?
Daar heb ik dus over gebeld, naar
de hoogste baas bij de gemeente,
die over de plantsoenen gaat. Me
neer Van de Kamp. Toen kwam de
politie, ook met zo'n vrouwelijke
agent erbij En die zegt tegen die
jongens, dat ze uit die boom moe
ten gaan, die net voor m'n huis
staa „Dan neem je die andere
boom maar," zei ze tegen die
jongens."
„Maar dat was de bedoeling
natuurlijk niet. Zouden ze die ande
re boom gaan vernielen Dus ik
BERUCHT
„Mijn kinderen zeggen wel eens:
„Moeder, je bent berucht in Leus
den."
Dat komt dan door die verhalen,
hè Zoals ooit 's tegen de kerst Ik
wilde op de televisie naar tennis
kijken Op de BRT. Niet zo lang
„Kom ik bij dat gemeentehuis,
was ik te laat. Tien voor één, en
't gaat om half een dicht Maar in de
hal stond een meneer met z'n rug
naar me toe, dus ik druk op de bel.
Was 't de burgemeester zelf. Ik zal
er wel een beetje ontdaan hebben
uitgezien, want die vraagt meteen
zeg: „Luister eens, dat kan hele
maal niet, wat u daar zegt. Dat zal ik
maar eens aan meneer Van de
Kamp zeggen, dat de politie tegen
de jeugd zegt, dat ze dan die
andere boom maar moeten ne
men." „Ja, ja." zegt die agent, en
die begint meteen tegen die jonge-
door Hans Mosterd
lui, dat ze ook niet in die andere
boom mogen."
„Later kwam ik meneer Van de
Kamp nog eens tegen op het ge
meentehuis. En die wist meteen
wie ik was. „O, bent u mevrouw De
Vries," zei hij. En ik meteen: „Ja,
heb ik zo'n indruk op u gemaakt,
dat u dat nog weet?"
PROBLEEM
„Kijk. dat vind ik dan ook niet
goed van mezelf, hè. Dat be
schouw ik eigenlijk zelf als een
soort afwijking. Eerlijk waar. Maar
ik kan er niks aan doen, dat is het
probleem Ik ben altijd zo geweest.
Vroeger op de lagere school had
den ze al moeite met me. Dan nam
ik, bij afwezigheid van de meester,
die even weg was, stiekum de hele
klas mee naar buiten Stonden we
om de hoek van de kerk te kijken,
als de meester terug kwam in een
leeg lokaal
„En later ook natuurlijk. Je moest
toch veel zelf regelen In de zaak,
op de markt. Dat deed een ander
toch niet voor je? Maar soms heb ik
dat wel eens. hoor. Dat ik dan echt
van mezelf denk. „waar haal je het
toch vandaan."
BAND
„In de jaren dat ik hier woon, heb
ik voor mezelf echt een band met
Leusden gekregen. Ik heb het in
Leusden buitengewoon naar m'n
zin Dat is buiten kijf Met de sporl
ook. dat is zo leuk. Een nieuwjaars
wens9 Antilopen kampioen. Zon
der meer De inzet is er, dat weet ik.
Dat is zo'n fijne club, dat kan ik niet
omschrijven, zo leuk Dat groeit
echt hè, zo'n band. Nee. ik woon
hier misschien nog niet zo lang,
maar ik voel me hier beslist geen
vreemde."