«interview 0[ clonderaagr „Het is heerlijk om met die acryl aan de gang te gaan: die verf is zo lekker koel aan je vingers! Net of je zalf op je vingers hebt" .Ik knijp een paar tubes leeg en worstel er met doeken en vingers in Kunstenaar Bart van Oijen exposeert m 't Claeverenblad Als het mij beter uitkomt, zet ik rustig een chimpansee-oor aan de kop van een gorilla Zonder titel vind ik één van de beste titels. ïïKFïï]t interview door Anco Mali „Het werk beneden is vrij nieuw. Daar ben ik een dik jaar mee bezig. Van dat werk vind ik het leuke dat ik meer durf en losser gekomen ben. Een jaar of twee geleden bepaalde ik nog keurig van tevoren wat er op mijn papier of doek moest komen. Nu begin ik, ik knijp een paar tubes leeg en worstel er met doeken en vingers in. Vroeger zette ik bij wijze van spreken nog even een paar lijntjes en vulde daar tussen in, maar nu is de voorzichtig heid volkomen weg." Je werkwijze is veranderd: waarom acht je deze verandering een ver betering ten aanzien van het verle den? „Ik vind het resultaat gewoon een stuk beter. Ik ben er zelf enthousiast over, vind het heerlijk om te doen. Vroeger was het nog wel eens een verplichting voor me: over een maand is de tentoonstel ling en ik moet nog wat maken, ik heb nog net geen werk genoeg. Nu is het zo dat ik zeven dagen per week blijf doorwerken en ik een ruime keuze kan maken. Ik ben echt fanatiek bezig. Jaren geleden had ik dat niet, toen werkte ik zo nu en dan." „Ik vind het ook leuk om fellere kleuren, ga niet zitten mengen en afzwakken, de verf gaat recht streeks uit de tube op het papier of hardboard en wordt met de hand of met een doek uitgewreven. Het personeel wordt helemaal met meer gebruikt. Nou ja, alleen om mijn handtekening er onder te zet ten." Hoe is de overgang in je werk tot stand gekomen? kan ik er makkelijk bij fantaseren. Als het mij beter uit komt, zet ik rustig een chimpansee-oor aan de kop van een gorilla. Die vrijheid geef ik me zelf wèl. Ik kruis het ene dier met het andere. Op de exposi tie hangt een zwarte kat die blauwe ogen heeft. Die heef hij in werkelijk heid absoluut niet. Een kattenlief hebber zal zeggen dat dat niet kan." „Ik werk in tegenstelling tot de meeste van mijn collega's, die rechtop werken, altijd plat met mijn werk. Ook het grote werk zal ik het liefst plat op de grond hebben. Als ik die grote acryldingen tegen een ezel zet, en ik heb die ezel midden in de kamer staan, dan duw ik hem weg en ik eindig aan het andere eind van de kamer!" „De apen hebben iets vertede- rends. Ik heb er één die er droevig bij zit. Hij zit mij te opgesloten, zit echt gevangen. Dat is mijn kleine vorm van protest. Eigenlijk horen die dieren toch in de natuur. De andere dieren lopen allemaal vrij. Toen onze kat een muisje mee had gebracht heb ik daar een schetsje van gemaakt, en daar heb ik toen een aantal tekeningen van ge maakt." „Ik vind de uitdrukking van de meeste dieren erg boeiend. Toch zijn het niet eens mijn favoriete dieren. Ik ben eigenlijk een reptie lenliefhebber, maar met slangen kan ik met uit de weg. Die dieren hebben altijd dezelfde blik. Een slang kan zijn ogen met dicht doen, kan zijn bek niet veranderen en je kunt van de slang maar twee vor men weergeven: opgekronkeld of languit. Daarom gebruik ik ze ei genlijk nooit. Bij de andere dieren vind ik de ogen erg belangrijk, en ik vind het leuke van het Hardmuth- knjt dat je er zo heerlijk die stofuit drukking van de haren mee kunt doen. Ik blijf de hele dierenwereld spannend vinden en zal de dieren ook altijd blijven weergeven." Een gezelschap muizen, vastgelegd door Bart van Oijen en te zien op de expositie in 't Claeverenblad. DONDERDAG 17 APRIL 1986 iCT"BWli5 „Ik was op een gegeven moment uitgekeken op die sprookjesachti ge figuren, die griezels en monster, die ik tekende. Ik deed er gekke dingen mee, schreef er verhalen m, maar dit periode is voorbij. Ik keek rond naar andere materiaal. Olieverf is om een materiaal dat mij met ligt. Het heeft de veel tijd nodig om te drogen. Ik wil doorgaan en ik wil meteen zien. Dus ben ik overge gaan op puur acryl, dat ik niet verdun." kleuren te gebruiken. In het begin was mijn werk vooral in gnjzen en bruinen, een beetje monotoon. Ik ben overgeschakeld op andere materialen. Het vetkrijt heb ik er uit gegooid. Dat gebruik ik helemaal niet meer. Ik koop heel bewust felle „Met de diertekeningen blijf ik overigens doorgaan, hoor Ik zal van de dieren zeker niet los komen. Ik ben een tijd geleden met de apen begonnen. Ik had één schets van een chimpansee, had met een fine- lmer in de dierentuin wat contouren getekend. Vanuit die ene schets heb ik toen een hele serie tekenin gen gemaakt, die totaal verschil lend zijn. Ik doe het met Hardmuthkrijt, een vrij harde contésoort, die ik met het krijtje plat aanbreng en uitveeg met een lap met terpentine. Ik wrijf er erg veel met mijn vmgers in. met gevolg dat er een stukje van mijn middelvinger afgesleten is. De kor reltjes van het krijt werken als schuurpapier. Dan is het heerlijk om met die acryl aan de gang te gaan: die verf is zo lekker koel aan je vingers! Net of je zalf op je vmgers hebt!" „Ik ga soms naar een dierentuin, en maak dan krabbels of foto's. Foto's voornamelijk van details als ik wil weten hoe een hand of een neus precies in elkaar zit. De rest GEËRFD VAN GROOTVADER „Het tekenen en schilderen heb ik geerfd van mijn opa, de vader van mijn moeder. Wouter IJdo was destijds een vrij bekende schilder in Hoorn. Hij was altijd met mensen aan het werk, zat aan de haven te schilderen. Vanaf mijn zesde ging ik met hem op stap en bracht hij mij de grondbeginselen van tekenen en schilderen bij. „Jongen," zei hij, „als je een oog wilt tekenen, denk erom dat er een lichtvlekje in zit." Dat weet ik nu nog dat hij dat gezegd heeft. Mijn oma was tegen abstract werk, dat vond ze smerig, en mijn opa zei altijd: „Vrouw, ik wou dat ik het kon!" Ik geloof dat ik van hem nog meer geleerd heb dan in mijn hele academieperiode. Ik weet zeker dat als hij mijn werk gezien zou hebben, hij het schitte rend zou hebben gevonden." „Toen ik vorig jaar in het Ploegh- huis exposeerde, was ik met vrij vage landschappen bezig. Van daaruit ben ik op de nog vagere sene gekomen, die boven bij de Afgelopen vrijdagavond werd in Boerden) 't Claeverenblad aan De Brink in Leusden-Centruffl tentoonstelling geopend van de m Amersfoort woonachtige kunstenaar Bart van Oijen (foto). De expositie loep 4 mei. Belangstellenden kunnen elk weekeinde van 14.00 uur tot 17.00 uur en op andere dagen alleen vo% afspraak de kunstwerken bekijken. Twee abstracte kunstwerken van Bart van Oijen uit 1985 en 1986. LEUSDEN - Het Amersfoortse Ploeghlid Bart van Oijen exposeert tot 4 mei acrylschilderijen en krijttekeningen in Cees Vials boerderij 't Claeverenblad aan De Brink 16. Beneden hangt het abstracte schilderwerk in vaak felle kleuren. Daar zijn enkele landschappelijk georiënteerde schilderijen bij, die de aandacht trekken door hun geïnspireerde vlakindeling en gevoelige kleuraangifte. Twee ervan hebben een intens blauwe lucht en het land is warm zuidelijk. Boven hangen de diertekeningen, realistisch en voorname lijk in bruinen, alsmede een serie in donkere tinten en vlekken vaag gehouden landschapimpressies, die de overgang vormen naar het werk beneden. Een werkstuk van Bart van Oijen uit 1985. Twee vogeltjes, een werkstuk uit 1986. trap m 't Claeverenblad hangt. Ik 1-7 "i i 1 1 1 heb ze vager gemaakt, maar het zelf met meer mooi vmd. Aan de zo ver gaat, moet je je werk con- stant gaan verklaren, zó ver wil ik ABSTRACTIE OF ABSTRAHEREN Ga je altijd uit van een abstract neem je ook wel eens een then onderwerp dat je abstraheert? „Ik ga meestal uit van een stractie. Ik ben ook vnj woest u begin aan de gang. Ik kan bij van spreken met de ogen dicht tube pakken en uitknijpen, i veeg erover geven en kijken het ding gaat doen. Dan draai 4 eens een kwart, een halve oft hele slag, en op een gegeven i ment ga je in de vorm iets ontd ken, dat je gaat uitbouwen." „Soms zie je ook heel duide iets concreets erin, en dan denk ik kan het concrete gebruiken kan het ook niet doen. Dan mod kiezen. Ik maak die keuze en vanaf dat moment verder In begin heb ik er ook nog wel am materialen door heen verwerk: dacht ontzettend origineel te door er een lap doordrenkt i acryl in te leggen, maar er b!| veel mensen te zijn, die dat doe: gaat gewoon experimenteren het materiaal: wat kan, wat ka: hebben, en wat kun je er niet m „Het werk in 't Claeverenbls allemaal m dezelfde penode maakt. Ik schakel van de eneü niek op de andere over. Dat is g enkel probleem. Ik kan 's mor? op heftige wijze dik mol werken en 's middags oversein len op knjt en heel zacht weil De ene keer echt uitbundig, andere keer ingetogen. Ik vind lekker dat ik twee kanten opk niet gaan. Dat heeft mij altijd teg gestaan. Ik heb de titels van i abstracte dingen ook vaag geh den, zou ze liefst nummer 1, re mer 2 en nummer 3 noemen. I der titel vind ik één van de be titels!"

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1986 | | pagina 6