Je moet met zo'n school niet alleen
de tijd blijven, je moet voorop lopen"
Kantongerecht
Amersfoort
eusdenaar Dirk Verbeek stapt na vijfentwintig jaar uit bestuur Pluimveevakschool in Barneveld:
VERGROTEN?
LEUSDER KRANT
l/RIJDAG 9 MEI 1986
interview
LEUSDEN - Na vijfentwintig jaar neem Leusdenaax Dirk
erbeek afscheid van het bestuur van de Bameveldse
j luimveevakschool. Verbeek is in Leusden geen onbeken-
Bij vervulde en vervult vele bestuurlijke functies in de
grarische wereld, of in daarmee verbonden instellingen,
jok had hij zitting in het CML, namens de agrarische
a evolking. Wie zijn bestuurlijke loopbaan volgens het
rincipe van de schrijver J. B. Charles „Volg het Spoor
lnj erug" volgt, komt terecht in de dertiger jaren. Toen begon
et allemaal, met de Landbouwcrisisorganisatie. Dirk
etbeek werd secretaris-penningmeester voor het dis-
ict.
Vanaf het punt van vertrek volgden bestuursfuncties in
i afdeling Leusden-Stoutenburg van het Utrechts Land-
ouwkundig Genootschap, in het hoofdbestuur, bij de
edrijfsfuncties heeft Dirk Verbeek inmiddels afgestoten,
laar dat wil niet zeggen, dat de 77-jarige agrarische
estuurder niet meer actief is. Dat is hij, integendeel,
idrukkelijk wel. Alleen spelen zijn bezigheden zich meer
individuele gevallen gericht af.
loor
lans Mosterd
is Verbeek behulpzaam als
ai liddelaar bij de verkoop van
op rderijen aan de gemeente Leus
hij wil zich ten behoeve van
boer die met helemaal meer
sJomt, nog wel eens met belas-
aï kwesties bemoeien, en daar-
voert hij nog altijd de admini-
ie van de bedrijfsverzorgings-
ivfst.
ei
DIN
»nge week werd hij, samen
twee anderen, m Barneveld
ïldigd vanwege zijn vijfentwin-
rig bestuurslidmaatschap van
Bameveldse Pluimveevak-
x>l. Vanaf het begin is Verbeek
le oprichting van die school
okken geweest. Dat was, zo
ïlt hij, dus nog voordat die
ol er stond.
die vijfentwintig jaar heeft de
ol een stormachtige ontwikke-
doorgemaakt, die in sterke
is bepaald door twee dingen,
eerste plaats was dat de snelle
jusche en economische ont-
:eling van de landbouw in ons
In de tweede plaats was dat
rote vlucht, die ontwikkelings-
enwerking in die penode heeft
>men.
it tweede facet is zeker niet
Ier belangrijk, dan het eerste.
Bameveldse Pluimveevak-
ol, zoals ze in ons land bekend
hield er internationaal, over
werelddelen verspreid, een
andere naam aan over: „Barne-
College".
it begin, dat mocht er wezen.
Verbeek: „Het ministerie van
bouw vroeg de landbouworga-
ies in de provincies Gelder
en Utrecht, om advies uit te
igen over een te stichten pluim-
rakschool in deze streek. Na-
het ULG kwam ik in die
missie, en zijn we aan het werk
lan. Dat was al m 1958. Er
len gesprekken gevoerd met
chülende gemeenten. Zo weet
g, dat de gemeente Scherpen-
zo happig was op die school,
ze ons er gratis grond voor
ood. Ze vonden dat daar ook in
>elang van hun gemeente, om-
e zelf ook een eiermarkt had-
Maar het werd Barneveld.
ïege de naambekendheid,
onden aan kip en ei. De grond
len we daar trouwens met gra-
aar wel voor dezelfde pnjs, als
[voor de gemeente ze had aan-
>cht."
1AAPSKOOI
et was een terrein van vijf, zes
ire. Maar daar stond natuurlijk
üets op. En we wilden wel aan
lesactiviteiten beginnen. Zo
in 1961 ingenieur Rietberg tot
leur benoemd, en begonnen
ssen. We begonnen met der-
cursisten, die theonelessen
en in het gebouw Rehoboth.
administratie werd onderge-
ht m de Veluwehal, en het
studie-object, de kippen, werd in
een gehuurde schaapskooi ge
stald."
„De school heeft daarna een
enorme vlucht genomen. Momen
teel zijn er 3500 cursisten per jaar,
en telt de school zo'n honderd
medewerkers."
ONTWIKKELING
„In 1968 verrichtte Prins Claus de
officiële opening van het nieuwe
schoolgebouw De school draaide
toen vijf jaar. In die zestiger jaren
begon ook een ontwikkeling, die
later tot grote uitbreiding leidde. Er
kwamen toen namelijk al buiten
landse studenten naar Barneveld.
Dat gebeurde m die tijd via een
soort sponsorschap: bedrijven uit
het buitenland stuurden eigen me
dewerkers naar de school. Later
werd dat beter georganiseerd.
Enerzijds via beurzen van ontwik
kelingssamenwerking, anderszijds
door betere selectie van de studen
ten."
„Tenslotte werden die mensen
geacht, hun verworven kennis m
eigen land over te dragen. En m die
tijd maakten we toch dingen mee,
waar je wel vraagtekens bij kon
plaatsen. Zo is het voorgekomen,
dat een pnnses uit Indonesië hier
een cursus volgde. Bij de uitreiking
van de diploma's kwamen daar
twee ministers met hun echtgeno
tes voor overvliegen uit Indonesië.
Kortom, je had in die tijd nog te veel
buitenlandse studenten, die in ons
land een cursus kwamen volgen,
maar dat feitelijk als een leuk reisje
naar het buitenland, als een soort
vakantie beschouwden. Dat was
uiteraard met de bedoeling." Bo
vendien, aan wie zou zo'n prinses in
eigen land haar hier verworven
keruus overdragen? Dat was toch
eigenlijk een wat twijfelachtige on
derneming."
BEURZEN
„Sinds de zeventiger jaren is dat
echter verbeterd. We kregen m dat
jaar de eerste dertig studiebeurzen
van het ministerie van ontwikke
lingssamenwerking. Er vond sinds
die tijd ook een betere selectie van
de studenten plaats. Daarmee werd
bewerkstelligd, dat de kennis, die
de mensen op „Barneveld College"
opdoen, ook daadwerkelijk in het
land van herkomst wordt benut.
Regelmatig gaan medewerkers van
de school naar ontwikkelingslan
den, om hun vroegere studenten op
te zoeken, en indien nodig met raad
en daad terzijde te staan."
„Het beleid ncht zich echter
steeds meer, op het overdragen
van kennis in het land zelf. Sinds
een aantal jaren zijn dependances
van de school opgericht in ontwik
kelingslanden. Je hebt in het land
zelf een veel grotere respons, er
komen gewoon meer mensen naar
die scholen. En je kunt toch beter
inspelen op de omstandigheden in
het land zelf."
„Men moet de inspanning, die
het opzetten van cursussen voor
buitenlanders vergt, trouwens met
onderschatten. Want je hebt niet
alleen te maken met taalproble
men, maar je moet in het cursusma
teriaal ook rekening houden met de
specifieke omstandigheden, waar
onder in andere landen gewerkt
moet worden. Varkens- en pluim
veehouderij wordt in ontwikke
lingslanden bedreven op manie
ren, die nogal af kunnen wijken van
de wijze, waarop dat in ons land
gebeurt. Ook daarop kun je natuur
lijk ter plaatse beter inspelen, dan
hier. Daarom is ook besloten, die
activiteiten deels naar het buiten
land te verplaatsen. Zo zijn er nu
dependances in oprichting en
werkzaam op de Filippijnen, in
Columbia en in Indonesië. En waar
mensen werkzaam zijn, die op onze
school cursussen hebben gevolgd,
daar proberen we een soort follow-
up te verzorgen in de vorm van
bezoeken, waarbij praktische pro
blemen nog eens kunnen worden
doorgenomen."
KASTEEL
Een andere tak van onderwijs,
waann een forse ontwikkeling
plaatsvond, betrof de intensieve
veehouderij. Begonnen als een
school, waar het pluimvee-vak
werd onderwezen, kan men tegen
woordig op de Bameveldse Pluim
veevakschool terecht voor iedere
tak van intensieve veehoudenj, op
visteelt na. Dat laatste staat dus ook
als prioriteit op het verlanglijstje
van de school.
„Sinds 1968 is het hard gegaan
met de school," vertelt Dirk Ver
beek. „De oorzaak daarvan moet je
zoeken m de praktijk. Vanuit die
praktijk, vanuit de moderne ont
wikkelingen m de landbouw, ont
stond bij de cursisten de vraag naar
meer. Naar cursussen in de var
kenshouderij, in de kalvermesterij,
m de rundveehouderij, en in dier
verzorging. Daar is langzamerhand
in voorzien, waarbij ik op wil mer
ken, dat we van het ministerie van
landbouw altijd goede medewer
king hebben ondervonden. Ik zou
zo geen project kunnen noemen,
dat we niet hebben kunnen realise
ren, omdat het ministerie er geen
medewerking aan gaf."
„Dat had, denk ik, ook wel te
maken met de aard van de school,
en de manier waarop het bestuur
functioneerde, en dat vandaag de
dag nog doet. Ieder jaar werd een
programma opgesteld, met een
kostenberekening, waarna we dat
bij het ministerie ter goedkeuring
indienden. Die plannen zijn altijd
gebaseerd geweest op de prakti
sche vraag. Op de kennis, die in de
praktijk gewenst en noodzakelijk
was. Dat is het mooie van die
school, die wisselwerking. De les
sen zijn, de naam van de school zegt
dat al, erg op de praktijk gencht.
Maar vanuit die praktijk komt er
ook een heel actuele vraag naar de
school om gerichte cursussen. Om
cursussen, waar de cursisten mee
uit de voeten zouden kunnen, waar
ze ook terecht zouden komen."
BOUWEN
de loop der jaren nogal wat ge
bouwd hebben. Begonnen we met
een slachtkuikenstal, op het terrein
aan de Wesselseweg, in Barneveld,
dat werd al snel te klein. In 1973
kochten we een terrein aan de
Valkseweg van elf hectare. Daar
staan inmiddels een fors aantal
stallen voor de opfok van varkens,
het mesten van varkens, een batte-
njstal voor leghennen en een open-
frontstal voor kippen, een mestkal-
verstal en een vermeerdenngsstal
voor fokzeugen. Op het terrein aan
de Wesselseweg staat dan nog een
meststal voor rundvee, zijn de klei
ne huisdieren deels gevestigd, en
hebben we een informatie-centrum
voor apparatuur en uitrusting."
„Dat is niet alleen voor de school,
maar ook voor niet-cursisten be
stemd. We moeten als school ten
slotte niet alleen bij de tijd blijven;
we moeten voorop lopen."
VERZORGING
plaatselijke en regionale bestuurders kennen de mensen
die pas de laatste jaren m opkomst
is, betreft de cursus dierverzorging.
Daar is veel vraag naar. We hebben
elk jaar zo'n zeshonderd aanmel
dingen, maar de minister wil niet
meer dan honderd nieuwe cursis
ten toelaten, met het oog op de te
verwachten arbeidsplaatsen in die
sector. Dat is trouwens een beroep
dat in veel instellingen voorkomt,
hoor. De dieren voor die cursus zijn
ondergebracht op een boerderij
naast kasteel „De Schaffelaar", die
we hebben gehuurd. Het gaat daar
bij om de opleiding m de dierver
zorgende en veterinair ondersteu
nende beroepen. Zoals dierenarts
assistente, beheerders en verzor
gers van kinderboerderijen, die
rentuinen, asiels, pensions en ken
nels, maneges en proefbedrijven,
en om mensen met funkties in
dierenwinkels."
„Daartoe hebben we daar ook
allerlei dieren. Zonder naar volle
digheid te willen streven, kan ik zo
een aantal dieren noemen. We heb
ben daar bijèn, volière-vogels, dui
ven, kippen, eenden, ganzen, kal
koenen, cavia's, muizen, ratten,
hamsters, woestijnratten, vissen,
terranumdieren, Chinese hang
buikvarkens, geiten, schapen, po
ny's, kalveren met zoogkoeien,
ezels, honden en katten. Als je dat
lijstje zo beziet, is het eigenlijk geen
wonder, dat die opleiding zo in trek
is," merkt Dirk Verbeek op.
PLAATSELIJK
VOER
„Dat heeft ertoe geleid, dat we in „Een nieuwe tak van onderwijs,
„Van het een komt onherroepe
lijk het ander. Geen succesvolle
veehouderij zonder goed veevoer.
Ook daarin voorziet de school sinds
een aantal jaren, met een all-round
maalderij opleiding „nieuwe stijl".
Er bestond al zoiets m Wageningen.
Sinds 1912, als ik het goed heb
Maar daar was nauwelijks meer
animo voor. Die opleiding hebben
we op de Praktijkschool m een
moderne jas gestoken. Dat is nu
een dag-cursus van zestien maan
den, waarbij met de modernste
apparatuur wordt gewerkt. Er is
ook een apart bestuur voor, met
mensen uit het vak."
Waarmee we weer bij het bestu
ren zijn aangeland: voor Dirk Ver
beek, gezien zijn bestuurlijke acti
viteiten in het verleden, geen hobby
meer te noemen, maar meer een
soort roeping.
In eerste instantie verbonden
met het Utrechts Landbouw Ge
nootschap, maar dat zat in de fami
lie. Op de schoorsteen hangt bij
Dirk Verbeek nog een fraai ingelijs
te oorkonde, op naam vanDirk
Verbeek. We hebben het dan wel
over zijn grootvader. Hengstenboer
van beroep, lezen we op de oor
konde, terwijl de twee Benner Sen-
nerhonden van Dirk Verbeek de
broekspijpen van uw verslaggever
uitvoeng besnuffelen, dat Dirks
grootvader in 1889, op 8 maart op
de hengstenkeuring een tweede
prijs wegsleepte. De oorkonde
werd uitgeschreven door „Het
Utrechts Genootschap Landbouw
en Kruidkunde", de organisatori
sche voorloper van het huidige
Landbouwgenootschap.
Dat soort organisaties vindt Dirk
Verbeek, dat zal duidelijk zijn, be
langrijk. Maar daarmee is nog niet
alles gezegd.
„Er lopen momenteel processen
tegen een aantal boeren, dat onte
recht aanspraak gemaakt heeft op
melkquota. Met zoiets zie je nu, hoe
belangrijk plaatselijke of regionale
besturen kunnen zijn. Bestuurders
uit de regio kennen de mensen. Ze
weten, waar een bepaalde opgave
van feiten juist is, of gewoon met
kloppen kan. Dat zie je bij de
instelling van die melk-quota, en de
uitvoering van zo'n besluit."
„Dan constateer je weer eens,
dat als je alles maar via het ministe
rie laat lopen, dat met zo goed
werk. Tenminste minder goed, dan
bij een bestuurlijke aanpak van
kleinschaliger niveau. Want dan
was nooit mogelijk geweest, wat er
nu in de praktijk gebeurd is. Name
lijk, dat er gerommeld is met die
melk-quota", zo besluit Dirk Ver
beek.
En wie zou hem hierin ongelijk
geven. Minister Braks soms? Dat
lijkt niet erg waarschijnlijk, want
die haalt zijn gelijk in deze kwestie
op het moment via de rechter
en transportonderneming
Zwartebroek had ver-
Rwerkzaamheden ver-
1 waarbij het Rijtijdenbe-
l was overtreden,
de strafzitting van 1 mei
probeerde de directeur te ver
klaren hoe één van zijn
vrachtwagenchauffeurs aan
een rijtijd van 17 uur was
gekomen, terwijl het toegesta
ne maximum 12 uur is. Natuur
lijk kan ziekte van een perso
neelslid een plausibele reden
zijn, maar het Rijtijdenbesluit
is toch niet voor niets inge
voerd.
„We willen op deze manier
voorkomen dat chauffeurs in
slaap vallen," aldus de offi
cier, die echter het ontbreken
van eerdere veroordelingen
op dit gebied wel een reden
vond om niet de hoogste boete
te eisen: 500,-.
Een vennootschap uit Kootwij
kerbroek was om dezelfde reden
gedagvaard. Ook hier was sprake
van een njtijd van 17 uur, maar
tijdens een ononderbroken dienst
tijd van 39 uur!
„Als de suikerbieten geoogst
worden, dan is het een razend
drukke tijd," legde de directeur uit.
„De fabnek moet dan dag en nacht
gevoorraad worden en als er ook
maar iets gebeurt wat het ritschema
in de war brengt, zoals destijds het
uitvallen van een auto, dan móet er
wel wat extra gereden worden."
Jawel, maar de officier kon toch
weinig waardering opbrengen
voor een diensttijd van 39 uur.
Behalve het aspect verkeersveilig
heid zit er ook nog het economi
sche aspect van de oneerlijke con
currentie aan vast. De concurrent
die zich wel aan de regels houdt,
wordt benadeeld. Bovendien had
dit bednjf al vier eerdere soortgelij
ke veroordelingen op zijn naam
staan. Boete: 850,-.
Een scholier had op 5 april verle
den jaar in Eemnes op een akker
land gelopen „gedurende 10 minu
ten, met gebogen hoofd en zigzag
gend", zo luidde het proces ver
baal. En dus - zo concludeerden de
controleurs van de Vogelwet - zou
verdachte wel kievitseieren ge
zocht hebben. Daarvoor heb je de
schriftelijke toestemming van de
eigenaar van de akker nodig en die
had hij niet en daarom stond hij nu
voor het beklaagdenbankje.
Verdachte protesteerde dat hij
naar de ganzen gekeken had, waar
voor hij een kijker bij zich had
gehad. „Maar die zitten met op de
grond, zoveel weet ik nog wel",
vond de officier, die het bewijs
geleverd achtte en 45,- boete
eiste. De jongen protesteerde dat
hij natuurlijk naar de grond moest
kijken op een pas omgeploegd
land.
De kantonrechter, mr. Nuboer,
dacht er inderdaad anders over.
„Er komt niet één ei in dit verhaal
voor. Zigzaggen vind ik met vol
doende bewijs." Vandaar vrij
spraak.
Een jongen uit Baarn had narcis
sen geplukt in het plantsoen. Hij gaf
dit feit ruiterlijk toe: „Vier, voor mijn
moeders veijaardag. Ik ben
werkeloos en moet van een uitke
ring leven. Dat gaat net, maar iets
extra's kan er met af en ik wilde niet
met lege handen komen."
Helaas was dat toch gebeurd,
want hij was betrapt en de narcis
sen waren m een vaas in de wacht
kamer van het politiebureau be
land.
„Het waren er twaalf," corrigeer
de de officier, „en de politie heeft
echt gelegenheid genoeg gehad
om ze goed te tellen." Hij eiste 45,-
boete, want als iedereen zo te werk
ging, dan werd het een rommeltje.
„U wist toch een jaar van tevoren
dat uw moeder jarig zou zijn," vond
de kantonrechter wel, maar maakte
er toch maar 25,- van.
VERKLEINEN?
Op A3- of A4formaat?
Hel Kan allemaal bij de
Dirk Verbeek met zijn twee honden, kortharige Benner Senners (Foto; Janus Visser.)