„Dat grut met bengelende benen speelt formidabel" „Speciaal onderwijs moet kleinschalig blijven" Qui van Woerdekom verlaat Muziekschool en A.J.O. Het was allemaal mogelijk dank zij de inzet van mijn vrouw Ank" Directeur Spies van de VSO-school Piet Mondriaan neemt afscheid Regio door Anco Mali DONDERDAG 19 JUNI 1986 Een figuur die niet weg te denken is uit het Amersfoort- se jeugdmuziekleven neemt afscheid. Aan het eind van het lopende seizoen gaat Qui van Woerdekom weg bij de Regionale Muziekschool Amersfoort en aan het eind van het volgend seizoen zegt hij ook het Amersfoorts Jeugd Orkest vaarwel. Met hem vertrekt ook zijn vrouw Ank, die regelde en organiseerde, waardoor maar weinig aan het toeval werd overgelaten. Als zij er niet was geweest zouden er niet drie van kwali tatief hoge orkesten in Amersfoort tot stand zijn ge komen. Een perfectionist ver trekt. Een man die de discipli naire wind had onder zijn or kestleden, die het zonder uit zondering ontzettend leuk vonden om onder hem te spe len: ze legden er wezenlijke muzikale eer mee in. In de muziek was niet vrijblijvend bij Qui. Wie zich inzette moest dat ook voor de "volle honderd procent doen. Per fectionist nummer twee, Ank van Woerdekom, zocht alle muziek bijeen, kopieerde die en legde ze voor iedereen op naam klaar, hield van 1976 af een nauwkeurig overzicht bij welke leerlingen welke stuk ken hadden gespeeld zodat geen kind ooit twee keer het zelfde hoefde te spelen, stond vanaf 16.00 uur met Qui in de zaal om de instrumenten van tachtig strijkers te stemmen die om kwart voor vijf met het Juniorenorkest van de Mu ziekschool repeteren. In de loop der jaren heeft Qui van Woerdekom met veel bekenden uit de muziekwereld gewerkt. Op deze foto uit 1981 repeteert hij met Theo Olof. standige organisatie is en dat de sollici tant iemand moet zijn die vakbekwaam is, die goed met jonge kinderen om moet kunnen gaan, maar die ook op het niveau van een AJO moet kunnen werken SNEL MUSICEREN „Kinderen die één jaar les hebben komen al in het A-orkest. Dat grut zit met bengelende benen op de stoel, kan niet bij de grond komen. Datzelfde grut speelt forminabel omdat je muziek kiest die ze kunnen spelen. Je bewerkt de partijtjes zo, dat een derde viool die nog niets kan, die hum twee drie vier, hum twee drie vier speelt, samen met de an deren in een groot orkest kan spelen. Zodra zon kind meer kan krijgt hij ook rneer te spelen. Daar tegenover staat het AJO dat de Symphonie Fastastique speelt!" „Door de grandioze inzet van Ank, al dat jeugdwerk is bijzonder arbeids intensief, was dit allemaal mogelijk. De tactiek was om niet een jaar op een stuk te zitten, maar om bij de junioren om de drie weken met nieuwe stuk ken muziek te komen. Allemaal eigen partijen voor honderd man, betékend van streken en vingerzettingen, afge zien van het steeds zoeken naar nieu we muziek, die een aanvulling moet zijn op hun lessen. Ze moeten snel kunnen musiceren. Dus dat betekent datje ze voortdurend nieuw materiaal in handen moet geven. Hoe jonger hoe sneller." Bij een AJO kun je wel vier maanden aan een stuk werken, omdat die mensen zelf kunnen studeren. Maar goed, voor die mensen moet er ook allemaal eigen muziek zijn, dat gekopieerd, geplakt en geniet moet worden. Ook betekent en van vingerzettingen voorzien. Ook bij het AJO geef ik alle vingerzettingen aan omdat men niet in staat is daar zelf goe de oplossingen voor te vinden. Daar ben ik dagen mee bezig, dat wordt heel secuur uitgeknobbeld. Daarom ook zijn onspeelbare werken speelbaar. Er kwam gisteren nog iemand naar me toe, een violist, die de Fantastique op zijn eindexamen moest spelen voor het or- kestspel. Heel veel mensen die het vak m zijn gegaan kwamen me vertellen: Ik moest op mijn proefspel „De Moldau" spelen, nou, die had ik in het AJO gespeeld. En ik moest Les Préludes van Liszt spelen, allemaal stukken die we in het AJO ge speeld hadden! Dat is best leuk." KRITIEK DOORSTAAN In de loop van de tijd heeft Qui het een en ander aan kntiek moeten doorstaan Glansrijk kwam hij daar doorheen, want als hij maar iets over de streep zou zijn gegaan, als hij als dirigent te veel con certen had willen geven of te moeilijke 1 stukken had willen spelen, waren de m orkestleden weggelopen Ze worden er niet voor betaald. Het is allemaal good I will. Zo gauw als hij iets fout zou hebben I gedaan zou dat zichzelf hebben gecorri- geerd, want de orkestleden hadden het fl doodgewoon met gepikt I Waarom stopt Qui in Amersfoort? I Verschillende zaken hebben het proces om er mee op te houden versneld. Voor- al zaken die op het organisatorisch vlak liggen. De positieve kanten voor Qui en I Ank wogen niet meer tegen de negatie- I ve op. terwijl zij zélf dag en nacht met de I orkesten in de weer waren. Afgelopen zondagavond om half twaalf belde nog iemand: „Het stokje van Jantje is gebro ken, hebben jullie misschien een reser vestokje?" Hoeveel mensen ook bij Qui, kwamen voor testen en adviezen: het j echtpaar Van Woerdekom stond altijd voor hen klaar. Wat gaat Qui nu doen? Zijn eigenlijke I werkkring ligt bij de Conservatoria van Den Haag en Utrecht, waar hij full V time in dienst is. Tegenwoordig heeft men mavo, havo en vwo geïntegreerd in het Haagse Conservatorium waar Qui jonge begaaf de kinderen, plaatsbaar vanaf de vijfde 3 klas van de lagere school, begeleidt jj Deze kinderen doen nu toelatingsexa- b men voor de Conservatoria met volwas- K sen programma's waarmee men vroe- H ger een akte-A behaalde Om de drie fl weken zijn er voorspeelavonden en Qui H heeft er ook een strijkorkest, waarmee fl hij vong jaar is begonnen. Daarnaast geeft hij methodiekles, historische ont wikkeling en ensembleleiding en heeft J hij veel vioolleerlingen. Nu zal hij er eindelijk ook aan toe ko- men om enkele kindeken priveles te kunnen geven, een luxe waar hij tot nu toe nooit aan toe is gekomen. Ie AMERSFOORT - Na 21 jaar gaat Qui van Woerdekom weg bij de Amersfoortse Muziekschool, waar hij twee juniorenorkesten met elk circa honderd kinderen leidde, alsmede een blazersgroep van zestig, die behalve in symfonisch verband ook apart optrad. Wekelijks be diende hij ongeveer driehonderd kinderen, voor wie hij de muziek uitzocht en de organisatie geolied liet verlopen. Daarnaast gaf Qui op de Amersfoortse Muziekschool vioolles in groepsverband. Er was m de loop van de tijd een systeem opgebouwd waarbij alle „vioolkinderen" die zich voor het eerst bij de Muziekschool aanmeldden, door Qui werden getest en geselecteerd, waarna ze in groepsverband les van hem kregen met drie dagen later ook nog een half uur individueel les van een andere docent van de Muziekschool. Dat was een studeerles waar het mate riaal uit de groepsles individueel werd begeleid, hetgeen betekende dat de kinderen verdeeld over de week an derhalf uur les kregen. Dit systeem bleek een goede werk formule te zijn die bijdroeg, en in met geringe mate, aan de groei van de orkesten. Het werd een ware koppe ling, die eigenlijk nog ingewikkelder van samenstelling is: de viooldocenten op de Amersfoortse Muziekschool zijn allen oud-methodiekleerlingen van Van Woerdekom die naar Amersfoort wer den gehaald omdat ze in dezelfde hjn konden werken. Daarom stopt Qui met alles tegelijk, omdat alles met alles samenhangt. Daarom ook blijft hij nog een jaar het AJO begeleiden omdat de nieuw toe voer naar het AJO voor het komend sei zoen van hém afkomstig is. Volgend jaar september kan dan de nieuw te benoe men docent-dingent met eigen keuze van leerlingen uit het aanstaande cur susjaar zijn eigen nieuw toevoer naar het AJO regelen. Wanneer men be denkt dat Qui dit jaar op de Muziek school met 24 nieuwe vioolkinderen kon v/erken begrijpt men wat er v/erd opge bouwd sinds hij 21 jaar terug, toen de orkesten weirug of mets voorstelden, het per cursusjaar met twee (als het veel was waren het er dne) meuwe vioolleer lingen op de Muziekschool moest doen! „Bij het AJO kun je wel vier maanden aan één stuk werken, omdat die mensen zelf kunnen smderen". fl- EN B-ORKESTEN Het Amersfoorts Jeugd Orkest be stond één jaar toen Qui er voor kwam te staan Dan praat je over een clubje van twaalf kinderen, die stukken speelden die Qui nu nog niet eens met het A- orkest speelt! Het AJO v/as destijds weggelopen uit het Muziekschoolor kest, dat hand over hand afbrokkelde. Het was het moment dat directeur Van Vlijmen, die bij de school wegging, als laatste initiatief Qui uitnodigde om op de Muziekschool het orkestje te leiden. Qui voelde daar wel voor op voorwaarde dat iedereen van buiten in het orkest mocht komen spelen en dat hij het als een juniororkest voor het AJO mocht be schouwen. Al spoedig groeide het zo uit, en groeide ook het AJO in mveau en kwantiteit uit, dat het gat te gToot werd en hij het uiteindelijk opsplitste m een A- en B-orkest om nog een tussentrap te krijgen. SUCCESFORMULE Zo kon Van Woerdekom, ook al had hij het soms erg druk, nooit stoppen met zijn groepslessen, want dan zou de stroom naar het juruorenorkest geblok keerd kunnen raken. Groepslessen, ju- en het AJO, dat altijd ge voed werd uit de juniorenorkesten, hoorden onverbrekelijk bij elkaar De succesformule van het AJO be stond uit de koppeling. Daarom treedt Qui, hoe het hem ook aan het hart gaat, terug uit het AJO. De nieuwe man voor de Muziekschoolorkesten zou de beste mensen in het tweede orkest kunnen vasthouden om dat or kest nog beter te laten worden, waar door hij de poort naar het AJO zon kunnen sluiten. Overal in ons land zijn jeugdorkesten, maar die kennen de succesformule van Amersfoort met Qui van Woerdekom wil de meuwe man de kans geven om voor alle drie de groepen te komen en daarmee de Amersfoortse ideaalsitua tie voort te zetten. Muziekschool en AJO komen geza menlijk m een commissie te zitten om een nieuwe man te zoeken en hebben daartoe gezamenlijk een advertentie gezet. In de functie-omschnjvmg staat dat de orkesten van de RMA open staan voor leerlingen van de Muziekschool én buitenleerlingen, dat het AJO een ver eniging is die alles met de Muziek school te maken heeft maar een zelf- In januari wordt hij zestig jaar en op 20 juni neemt hij van 16.00 tot 18.30 uur met een officiële receptie afscheid als hoofd van de Piet Mondriaanschool voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. Niet dat hij is uitgeleefd of naar zijn pensioen verlangt. Maar er zijn nog vele aantrekkelijke dingen te doen naast het onderwijs en bovendien heeft hij niet zo'n hoge pet op van het weinig consistente onderwijs beleid vanuit „Den Haag". Met inspraak heeft hij geen moeite, maar het ik-tijdperk ligt hem niet zo. De vakbond richt zich naar zijn gevoel te veel alleen op de belangenbehartiging van het personeel. Afvloeiingsregelingen, ATV, ga dat allemaal maar eens goed vertalen, zodat de kinderen zo min mogelijk de dupe worden van al die geintjes! Dat moeten anderen nu maar eens doen, vindt onderwijsman F. M. Spies. AMERSFOORT - F. M. Spies, de huidige directeur van de Piet Mondriaanschool, zal net geen twintigjarig jubileum in Amersfoort vieren. Hij kwam namelijk per 1 september 1957 in deze stad te werken, met als taak het opzetten van een LOM-school. Daarvoor werkte hij in Amsterdam met zeer moeilijk opvoedbare kinderen, maar koos bewust voor Amersfoort om de geheel nieuwe start met een schooltype dat tot dan toe niet bestond en om het Amersfoortse samen werkingsverband tussen het protestants-christelijk en openbaar on derwijs in een school. Tegen de strenge Veluwe aan vond hij dat „een schoon iets". In 1968 ging ook 't rooms-katholieke onderwijs meedoea in die tijd gooide de Paus de deur open en in Amersfoort kwam een nieuwe deken. Van 1957 tot 1972 was Spies hoofd van de Kingmaschool, van 1970 tot 1972 vormde het voortgezet onderwijs daar een afdeling vaa Vanaf 1972 is hij hoofd van de (zelfstandig geworden) Piet Mondriaanschool geweest, een school voor kinderen van twaalf tot vijftien jaar en een brug tussen vormen van speciaal naar het regulier onderwijs In het begin waren het de zeven kern LOM-scholen in de regio die op de Piet Mondriaanschool kinderen plaatsten die nog niet toe waren aan vormen van voortgezet onderwijs: de Kingma school, de Anne Annemaschool, de Christelijke LOM scholen in Barneveld, Nunspeet en Harderwijk, de Ridde- roordschool in Zeist Dit aantal scholen is de laatste jaren met andere uitge breid. want de heer Spies knjgt nu ook regelmatig leerlingen van de slechtho- rendenschool in Utrecht en de Amers foortse Prof. Groenschool. Als het dove kind redelijk goed kan omgaan met zijn gehoorapparaat is de Piet Mondriaan school een mooie overgang om het in te passen in de eerste klas reguliere mavo, leao of lts. GROEIEN EN KLUIVEN „We hebben hier zes groepen, die enigszins op mveau verdeeld zijn. De A-groep proberen we op mveau te doen werken van de eerste klas mavo De E- en F-groep zijn de kinderen die beperkt zijn in intellectuele mogelijkheden en voor hen zoeken we naar een plek bij de individuele vormen van voortgezette opleidingen. Daartussen zitten alle schakeringen. Er zijn kinderen met lees- of rekenstoornis, er zijn ook kinde ren die te emotioneel geladen zijn, kin deren die te zwak zijn om bindingen te leggen, kinderen die te gespannen zijn. Vaak is het een combinatie van land- en gezinskenmerken. De problematieken van de gezinnen liegen er ook met om op het ogenblik. Er komen steeds meer maatschappij- en milieufactoren bij die maken dat het kind spaak loopt op de basisschool." Het aantal kinderen dat de heer Spies momenteel van de LOM-scho len krijgt is nog maar een vierde. Het aantal kinderen dat hij krijgt uit vijfde en zesde klassen van de lagere scho len wordt steeds groter. Ook komen de kinderen af en toe uit brugklassen van voortgezette oplei dingen. Het zijn echt niet de slechtste scholen die de risicokinderen op de lagere school houden tot en met de vijfde klas, is de heer Spies van me ning. Als die kinderen bij het hoofd in de zesde klas komen breken echter de moeilijkheden voor hen aan, want het hoofd heeft al zijn neventaken en het kind is nog niet toe aan grotere zelf standigheid bij het werken. „Het is een te chaotisch baantje. Laat hem nog een jaartje op de Piet Mondriaan gToeien en kluiven aan de zaak. Het kind mag weten waarom het hier komt. Je maakt met het kind individu eel afspraakjes en je probeert je van weerskanten daaraan te houden." GEEN NIEUWE STRUCTUUR De heer Spies heeft heel bewust de penode meegemaakt van Van Kemena- de en de middenschool. Hij had zijn be denkingen, hoewel hij de poging om te voorkomen dat kinderen zouden afglij den naar het speciaal onderwijs, be langrijk achtte. Bewust koos hij er zelf voor om met zijn school de kinderen een reeele kans te geven bij he» reguliere voortgezette onderwijs en geen struc tuur te bouwen tussen de andere vor men van voortgezet onderwijs in. Hij wilde gewoon dienstbaar zijn voor een groepje kinderen dat dat nodig had. Liefst zo kort mogelijk en alleen via de schakelmethode. „We krijgen nu 46 nieuwe kinderen per 1 augustus, waarvan achttien van verschillende LOM-scholen, vier van slechthorenden-scholen. Ieder jaar GEEN STAGE Directeur Spies, met meer werkzaam in, maar met weg uit het onderwijs plaatsen we zo'n vijftig kinderen op ruim dertig verschillende scholen. Voor een kind uit Hierden moet ik een gespreid bedje zien te vinden binnen een scholengemeenschap in Elburg of Ermelo Vaak moet ik het zoeken in de kleinschaligheid van de vervolgoplei ding. De vind het een somber iets voor risicolanderen dat men in het speciaal onderwijs ook al grootschaligheid wil hebben om alle voorzieningen te krij gen. Dit moeten kleine schooltjes blij ven. Het is moeilijker om het klem te houden dan om het groot te maken, maar voor onze kinderen is kleinscha ligheid noodzakelijk." „Wij hebben zes klasjes, zes groepjes van veertien kinderen In goed overleg met andere vormen van voortgezet spe ciaal onderwijs (Mulock Houwer. De Baander. De Borgwal en de Wilhelmina- school) doen wij met aan stage, wat die andere scholen wel doen. Daar kunnen de kinderen onder begeleiding bij een baas werken. Ze kunnen fout lopen, te rugvallen en geholpen worden. Wij gaan meer in de richting van de cogni tieve vorming. We nemen bewust de eerste en tweede klassen van de mavo en proberen kinderen naar de derde klas door te sturen. Dan heb je toch een zekere differentiatie en knjg je geen doublures bij de diverse scholen Waarom die mavo? Uit een onder zoek blijkt dat als kinderen uit de mavo er uitschieten, het niet kunnen volgen, in een gat vallen en dan soms weer terug gaan naar het lbo maar het daar niet vinden in ae atgelopen twee jaar heb ben we tien kinderen m de tweede klas mavo geplaatst en daar lukt het mee AMBULANTE BEGELEIDING „Een positief iets van de wetgeving van de overheid op dit moment is de ambulante begeleiding. Je mag als school voor speciaal onderwijs een kind met wie je, zeg maar een gokje waagt, voor twee uur per week extra hulp ge ven. Dat mag spaarzaam. Bij ons zal dat dus didactische hulp zijn. De ambulante begeleider springt in om het kind bij voorbeeld een maand of drie, vier te helpen met wiskunde om hem op het spoor te zetten Ik vind het een mwinst- punt dat de overheid het tegemoetko men aan het schakelen honoreert met buitenschoolse didactisch-pedagogi- sche nazorg. Een nadeel vind ik dat veel scholen ambulante begeleiding krijgen en we daardoor een doublure hebben met de Dienst van de Onderwijsbegeleiding die ook didactici hebben. De tendens zit er in dat men die overkoepelende dienst wil afbreken en van de scholen centra wil maken van hulp en nazorg. We betrekken nu logopedie en psy chologische hulp van de Onderwijsbe geleidingsdienst, maar sommigen menen dat we een logopedist en een psycholoog in de school moeten ne men. Je krijgt dan weer dienstvoorzie- ningen per kind en per school, wat ik een nadeel vind." DE HELFT GEPLAATST jl Van eind september 1985 tot nu heeft de heer Spies contact gehad met circa honderd ouders die problemen hebben met hun kinderen. Vijftig van de kinde ren kunnen zoals gezegd geplaatst wor den. Nico Nieboer van de Mulock Houwer- school volgt de heer Spies in september op. Hij heeft vele vergaderingen op de Piet Mondriaanschool al bijgewoond, kent het team, kent diverse ouders en zal leiding geven aan school en team wanneer de nieuwe kinderen na de vakantie aantreden. De heer Spies blijft nog wat aanver wante besognes doen: de ouderver eniging, de landelijke vereniging De Peiler, de vereniging van Ortho-ago* gische Aktiviteiten en enkele niet- Amersfoortse schoolbesturen. De ex pressie kant ligt hem zeer, en ook in die richting zou hij graag iets gaan doen.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1986 | | pagina 8