Swingende afsluiting
seizoen Jazzsociëteit
II l >l ll
Ml It! II
Een korte
overweging
Honden (4)
Illegale
volkstuinen
Ingezonden
DONDERDAG 26 JUNI 1986
plaatselijk nieuws
Gisteren 23-6-1986 werd Ln het
winkelcentrum de Hamershof bij
de Centra mijn nieuwe fiets wegge
nomen. Drie jaar geleden bijna op
dezelfde plek de fiets van mijn man.
Ongeveer twee jaar geleden
leende mijn zoon de fiets van zijn
zwager om 's avonds in Amersfoort
met een paar vrienden te gaan stap
pen. Stalt de fiets tussen die van zijn
vrienden. Teruggekomen bij de
plaats waar de fietsen waren ach
tergelaten, was juist die van hem
weggenomen.
Misschien had iemand haast om
nog de laatste trein te pakken en
heeft daarom maar gauw even mijn
fiets (die toch op slot stond!) mee
genomen en staat die nu op het sta
tion denk je nog in je onnozelheid.
Bij het stationsplein gekomen
geen fiets van jou te ontdekken, wel
een jongen die je vraagt: „Wat zoek
je, is je fiets ook gejat? Hier neem
deze maar, ik ben de mijne ook
kwijt en deze heb ik net los gekre
gen".
Het is maar, zo zegt mijn zoon, dat
je niet zo'n mentaliteit hebt, anders
was je geneigd een andere fiets
mee te nemen. Maar gaan wij niet
steeds meer zo'n mentaliteit krij
gen; als iets van mij gepikt wordt
dan pik ik terug. Dat wij daarvoor
behoed mogen worden!
Even dacht ik wel, kon mijn fiets
op het moment dat het van eigenaar
wisselde zeggen: ach, doe dat nou
niet, zij heeft mij eindelijk kunnen
kopen en maar drie maanden van
mij kunnen genieten.
Maar dan was er een andere
weggenomen. Dat moment dat je
bij de plaats aankomt met de sleutel
in je hand, tot de ontdekking komt
dat die er niet meer staat. De ver
twijfeling, het ongeloof en dan het
verdriet, dat wens ik niemand toe.
Mevrouw E. Belle-van den Kolk,
Ploegschaar 9, 3833 EB Leusden-C.
„Wie durft er nog over honde-
poep te praten als er zure regen is
en lekkende kerncentrales zijn",
schrijft mevrouw Snoek in een brief
in deze krant van 19-6 jl.
Maar daar gaat het nou juist om!
Het is niet de aard van het afval, het
is de algehele mentaliteit van „laat
maar waaien". Het is de gemak
zucht, de kortzichtigheid en het
egoïsme dat zich in het klein mani
festeert en zich in het groot voort
zet.
Het begint met het achterlaten
van de hondepoep (voor de mense
lijke soort is honderd jaar geleden
al een riolering aangelegd), papier,
karton, plastic en (waar resp. me
vrouw Snoek en mevrouw Mei] ge
wag van meiken) dus cafetariapro-
dukten, condooms en maandver
band, met vervolgens uitlaatgas
sen, motorolie, fosfaathoudende
wasmiddelen, industrieel afval
en ga zo maar door.
Verbeter de wereld, begin bij je
zelf. Wees verdraagzaam, zeker,
maar vooral, houdt rekening met je
medemens. Zie hem echt als mede
mens. Wat gij niet wilt dat U ge
schiedt, doe dat ook een ander met.
Dit is niet tegen mevrouw Snoek
gericht, maar als algemene opmer
king bedoeld.
En wat die hondepoep betreft:
een schepje en een zakje mee en bij
thuiskomst het zaakje in de vuilnis
bak. Opgeruimd staat netjes. Dan
kunnen zowel Bello als de kinderen
verder ongestoord op het grasveld
rennen en draven. (In bepaalde ge
deelten van de VS is zulks zelfs al
verplicht.)
Lastig? Hm! Onfris? Niet onfris
ser dan het ontdoen van honde
poep van de schoenen en de men
sen van de plantsoenendienst bij
hun halfjaarlijkse snoei- en kap-
werk van de struiken en bomen.
Deze mensen weten ook van onfris
mee te praten wanneer de gazons
gemaaid moeten worden en hun de
h.p. spetters soms om de oren
vliegen.
In de lente zie je tussen de kale
struiken en bomen, crocussen en
narcissen, die de gemeente daar
ter opvrolijking heeft geplant, om
ringd door hondedrollen. Zeer fris
fraai en fleurig!
En heeft u wel eens op straat ge
lopen wanneer, na een week of zo,
de sneeuw aan het smelten is?
Het is niet mijn bedoeling een
hetze te ontketenen, maar ik zie niet
het verschil tussen het een en het
ander. H.p. is weliswaar afbreek
baar, cafetariaprodukten en
maandverband zijn dat ook, en van
dat laatste wordt minder aangetrof
fen dan van het eerstgenoemde,
waarvan het bestand dagelijks
wordt vernieuwd.
Voor de goede orde, ik ben er
tegen om cafetariaprodukten of
welk ander afval dan ook in de na
tuur achter te laten.
Anneke Victor-Timan, Dalmatiè 64,
Leusden.
25 juru 1986
Geachte heer Van Loenen,
ln uw open brief, gepubliceerd in
de Leusder Krant van 12 juni jl. geeft
u over het gebeurde met betrek
king tot de illegale volkstuinen aan
de Tabaksteeg een voorstelling van
zaken die niet in overeenstemming
is met hetgeen heeft plaatsgevon
den. Het zou te ver voeren om op
alle onjuistheden in uw brief in te
gaan. Een enkel punt willen wij ech
ter met onweersproken laten.
In uw brief wekt u sterk de indruk
alsof het college van burgemeester
en wethouders, en dan in het bijzon
der één lid van dit college, raad en
commissies op onoirbare wijze on
der druk heeft gezet en m feite te
gen hun wil heeft gehandeld. Er kan
echter geen twijfel over bestaan
dat, zowel de besluitvorming als de
uitvoering daarvan m goed overleg
en met instemming van de overgro
te meerderheid van de betrokken
commissies en raad tot stand is ge
komen.
Overigens gaat u er in uw brief ten
onrechte vanuit, dat de gerezen
problemen hun oorzaak vinden in
het feit dat - zoals u schrijft - „ik ben
gestart met het agrarisch grondge
bruik aan de Tabaksteeg". Wij wij
zen u erop, dat het gebruik van
grond voor volkstuinen - helaas -
juist geen agrarisch maar recreatief
gebruik is. Ook zonder de precieze
bepalingen van het bestemmings
plan te kennen, had het u duidelijk
kunnen zijn - en op zijn minst had u
het kunnen vermoeden - dat het
desbetreffende plan een zo wezen
lijk van de agrarische bestemming
afwijkend gebruik niet toelaat.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van
Leusden,
de secretaris R. J. A. van Gooi
de burgemeester a.i. A. M. J.
Ummels.
LEUSDEN - Afgelopen zon
dag was het warm, gezellig en
swingend in de fraai verbouw
de Hakhorst. Op het terras
opende de formatie Kunstlicht
van bestuurslid Geert-Jan van
Turnhout het jazzconcert. De
muzikaal en ingetogen gezon
gen Bossa Nova's van Herma
Holtrichter kregen een extra
tropisch effect onder de war
me zon en wuivende bomen
van het terras. Jan Verweij, de
mondharmonicavirtuoos
blonk als vanouds uit in num
mers als „Bluesette" en
„Lover Man".
Hun slotnummer, de C-Jam-
Blues, werd daarna in De Hakhorst
vloeiend overgenomen door de
tweede formatie van deze middag,
namelijk het combo Djespiration
van Peer Hartjesveld. Zijn rhytme-
sectie, gevormd door Tibo Pauls
(slagwerk) en de virtuoze bassist
Joop de Man, schitterde in een gaaf
stuk dynamiek m hun interpretatie
van het nummer „Watch What Hap
pens". De met een volle toon be
gaafde tenor-saxofonist Peter Fié-
vez leefde zich ondermeer uit in de
ballad „Laura".
OLGA MEIJER
De talentvolle zangeres Olga
Meijer, met haar prima gevoel voor
performance, kon haar dynamiek
en enthousiasme goed kwijt in num
mers als „Blue Monk" en „Isn't she
lovely".
Het concert werd besloten met
de derde groep, de Swingprofs met
de bekende Leusdenaren Kees
Hundepool (bas en zang) en de kla
rinettist Pardy Leopold.
Kees krijgt altijd de handen op
elkaar met zijn vertolkingen van
„What's the use of getting sober" en
de mooie ballad „Memories". De
begaafde multi-mstrumentalist
George van Deijl excelleerde dit
maal op zijn nieuwe vibrafoon in
een reeks swingende standards,
bekwaam geleid door Andy Louis
(electr. gitaar) en Rob Jansen (slag
werk).
Het bestuur heeft ambitieuze
plannen voor het nieuwe seizoen
dat in september aanvangt en weet
zich daarin geruggesteund door
twee plaatselijke bedrijven, een
bekende makelaar en een grote
bank m Leusden.
Het pubhek het het zondag tijdens de laatste Jazzsociëteit afweten. Helaas, want het programma zat boordevol
goede en swingende muziek.
De Troet
Op het volgende gedeelte
van onze wandeling Anno
1930, komen we enkele namen
tegen die alle op de een of an
dere manier met elkaar in ver
band staan. Die namen zijn
Het Veentje, De Troet, Het
Baggergat en De Bruine Haar.
Om een inzicht te krijgen
waar de oorsprong ligt van de
ze namen, moeten we enige
duizenden jaren teruggaan.
Eens lag hier, aan de rand van de
heide, een vrij grote en diepe veen-
plas. Deze had een lemen, water
dichte ondergrond, zodat het water
niet kon wegzakken in de bodem.
Ook had de plas geen uitmonding
in de beek, waardoor het water
steeds zuurstofarmer werd. Geen
vis of ander gedierte kon daarin
nog leven. Alleen langs de kanten
tierden de oeverplanten er welig,
stierven af en zakten naar de bo
dem. Andere planten namen de
opengevallen plaatsen weer m en
op de duur kwamen die ook weer
op de bodem terecht.
In het water was echter niet vol
doende zuurstof aanwezig, om de
bacteriën, die zo'n belangrijke rol
spelen in de kringloop van de na
tuur, in leven te houden. Het verte
ringsproces stopte en op de bodem
hoopte zich de onverteerde laag
drek op, nu en dan aangevuld met
wat stuifzand van de heide. Dit pro
ces ging eeuw in eeuw uit zo door
tot de laag zo dik werd dat deze
boven het oppervlak van de omge
ving uitkwam en er nu, in plaats van
een waterplas, een metersdikke
veenlaag was ontstaan.
Het veen, dat op deze manier is
gevormd, noemt men laagveen, in
tegenstelling met het veen dat in
zuurstofrijk water is ontstaan door
middel van veenmos. Veenmos
houdt zelf, als een spons, het water
vast en groeit tot boven de omrin
gende omgeving uit. Het heet daar
om hoogveen.
Temidden van dit stuk laagveen
stak een zandheuvel boven het
veen uit. We weten nog van De
Bieshaar dat een dergelijke zand
plaat een „haar" werd genoemd.
De haar, waar het hier om gaat, was
begroeid met Pitrussen en Matten-
biezen die, met hun bruinachtige
bloei, deze haar de naam gaven van
De Bruine Haar.
VERHOGING
Het verschil tussen een horst en
een haar bestaat hienn dat een
horst een verhoging is met dezelfde
samenstelling als de omgeving en
een haar is een zandige verhoging
m een veenachtig gebied. Eertijds
werden dergelijke verhogingen
graag gebruikt voor bewoning
doch ook, om met droge voeten,
zich van de ene plaats naar de an
dere te begeven. Die verhogingen
lagen niet alle netjes op een rij, dus
de weg die op deze manier ont
stond liep wel eens een beetje zig
zag. We kennen allen de uitdruk
king als iemand schijnbaar doel
loos van de ene naar de andere
plaats loopt: „Hij rent van hort naar
haar (her)". Dit gezegde is hiervan
afkomstig en luidde oorspronkelijk
„Hij rent van horst naar haar".
De eerste boerderij die we te
genkomen heet Het Veentje. Na het
voorgaande behoeft deze naam
geen verdere uitleg. De boerderij
staat precies aan de rand van het
veen en is niet een van de oude
plaatsen, waarvan we er op onze
wandeling verschillende zijn tegen
gekomen. Deze boerderij dateert
uit de tweede helft van de vorige
eeuw. Oorspronkelijk zelfs niet
gebouwd met de bestemming van
boerderij, maar als timmerwerk
plaats met woonhuis. Als zodanig
ook gebruikt door de plaatselijke
architect-timmerman-metselaar
aannemer.
STALRUIMTE
Omdat ieder in die tijd zelfver-
zorgend was; een koe, een paar
varkens en enige kippen hield, was
er ook een, zij het kleine, stalruimte
bij het bedrijf aangebouwd. Toen
de bedrijfsruimte voor de aanne
mer te klein werd, verplaatste deze
het bedrijf naar de kern van Leus
den, bij de kerk. Daar waren im
mers ook de smid en de wagenma
ker gevestigd.
Het leeggekomen pand werd
omgevormd tot boerderij. De werk
plaats kwam bij het woongedeelte
en achter de boerderij werd de
schuur aangebouwd en kwamen er
enige hooibergen. Het benodigde
bouw- en weiland werd eenvoudig
afgenomen van De Bruine Haar en
van Ooievaarshorst. En zo ontstond
de nieuwe hoeve Het Veentje.
Aan de overzijde van de weg
loopt een pad het land m om te
eindigen bij vier-woningen-onder-
één-kap. Gebouwd met de bedoe
ling om de knechten van het tim
merbedrijf te huisvesten, maar na
de verplaatsing van het bedrijf
wordt het nu bewoond door wille
keurige bewoners. Iedereen in
Leusden kent deze vier huizen on
der de naam De Troet, maar wie je
er ook naar vraagt; niemand kent
*T"» -
't Veentje, getekend door A. van Leeuwen.
te Brume Haar, op papier vastgelegd door C. van Leeuwen.
de herkomst van die naam. Daar
voor moeten we ook een duizend
jaar teruggaan.
In die tijd, aardappels waren nog
onbekend, aten de mensen veel
meelspijzen. Een van die meelspij
zen, een dikke pap gekookt in wa
ter, melk of karnemelk, was bekend
als troet. Later werd elke weke en
slappe substantie troet genoemd.
De woningen zijn aan de rand van
het lage veen gebouwd. Het wei
land achter de woningen ligt op het
veen en is, na een regenperiode,
bijna onbegaanbaar. Een weke,
lslappe massa; troet. Het weiland
heette dus al door de eeuwen heen
zo en toen de woningen daar wer
den gebouwd, wist niemand meer
wat die naam te betekenen had,
maar de woningen stonden in de
Troet.
ZANDWAL
Achter De Troet ligt een vrij hoge
zandwal, begroeid met hakhout.
Vaak aangezien voor een stuwwal
uit de ijstijd. Stuwwallen kennen we
hier ook wel, denk maar aan de
Utrechtse Heuvelrug en de Hohorst,
maar deze wal is aangelegd door
nensenhanden. De wal ligt op de
scheiding van heide (nu bos) en
cultuurland en diende om het toch
al zo schrale land te beschermen
voor stuifzand dat bij westenwin
den, vanaf de heide, over het bouw
land stoof, een verhoging, beplant
met struikgewas, hield het meeste
stuifzand wel tegen. Op deze ma
nier werd de wal, door het opge
vangen zand, in de loop der eeu
wen steeds hoger en heeft op som
mige plaatsen een hoogte bereikt
van meer dan vijf meter De groei
van de was is nu, smds de bebos
sing, wel afgelopen.
Iets verder zien we, rechts van de
weg, een ringvormig plasje. In het
midden van die plas een verhoging,
nu begroeid met bomen; juist, de
Bruine Haar. Er wordt wel beweerd
dat hierop ook een versterkt land
huis heeft gestaan. Men ziet in die
ringvormige plas een gracht. Maar
ringgracht of niet, er wordt 's win
ters door de jeugd van Leusden een
dankbaar gebruik gemaakt van dit
plasje als ijsbaan. Met vereende
krachten wordt de baan sneeuwvrij
gemaakt en gehouden en 's avonds
wordt de baan verlicht door een
hoeveelheid stormlantarens, door
de gebruikers van de baan meege
bracht.
Het plasje heet nu Het Baggergat.
Het is ontstaan doordat men in de
vorige eeuw hier het veen heeft uit
gebaggerd om er harde turf van te
maken voor het fornuis en de open
haarden van huize De Treek. Ook
de boeren hebben hiervan gebruik
gemaakt. Het is een arbeidsinten
sieve manier om aan brandstof te
komen. Eerst wordt op de kant,
door middel van plaggen, een dijk
je in de vorm van een rechthoek
uitgezet welke wordt gevuld met
bagger uit de plas, bestaande uit
onverteerde plantenresten.
Na enige dagen, als het water uit
de bagger in de ondergrond is
weggezakt gaat men, met plankjes
onder de klompen gespijkerd, de
weke massa aantstampen en het
nog aanwezige water naar de op
pervlakte brengen. Als, na nog
eens enkele dagen, de zon de rest
van het water heeft verwijderd,
steekt men met een speciale schop
de massa in rechthoekige stukken.
Dan heeft men korte- of harde turf,
in tegenstelling met de hoogveen-
turf die lange- of losse turf wordt
genoemd. Men dacht bij dit werk
waarschijnlijk aan het oude njmpje:
„Geinen is het land, dat zijn moer
laagveen) verbrandt". Het voor
deel van de korte turf is wel dat ze
veel langer brandt.
KLEINER
Het baggergat wordt, nu er met
meer wordt gebaggerd, door het
normale verlandingsproces elk jaar
kleiner.
Aan de andere kant van het veen
ligt de boerderij De Bruine Haar. De
naam behoeft ook nu geen verdere
uitleg meer. Deze boerdenj is wel
weer een van de oudste uit onze
omgevmg en stamt uit de Midde
leeuwen. Het heeft een aange
bouwd bakhuis. Duidelijk is ook te
zien dat achterhuis van de boerdenj
in de loop der tijden een keer is
vergroot en uitgebreid met een ge
bint.
Was het vroeger een behoorlijke
hoeve met ongeveer dertig hecta
ren aan bouw- en weiland, nu is
daar nog maar ongeveer acht hec
taren van over. Het heeft tweemaal
een veer moeten laten. Eerst voor
Het Veentje en later voor boerderij
De Hen. die iets verderop aan de
weg ligt en van veel jonger datum