Het Boekje Van Bee Boeijinga ÜJ leusilen krunt Handtekeningen van Busoni en Strauss tot Britten, Segovia en Bernstein Historische krabbels en een stukje stof V' t r j INSOAG 29 JULI 1986 plaatselijk nieuws 7 MERSFOORT - Boeijinga is zelf met het verzamelen van handte- ingen doorgegaan, heeft in de diverse solistenkamers behalve itekeningen heel wat anekdotes kunnen vergaren, en bezit van mensen van wie hij de handtekening heeft, opnamen, vele nog op lerenplaten. De eerste beroemde handtekening is die van Ferrucio »ni, de Italiaanse componist-pianist-muziek-theoreticus, die van tot 1924 leefde. Op deze voor Bee „heilige" bladzij met het por- e van Busoni heeft Ronald Brautigam, die onlangs met het AJO in MBfoort speelde, als achttienjarige zijn handtekening mogen zet- omdat Bee in Für Elise had gehoord dat Ronald uitstekend graaf- knaar het piano-oeuvre van Busoni had verricht. Brautigam herin- Ie zich nog dat hij eens zijn handtekening onder die van Busoni had „Natuurlijk! Zoiets overkomt je niet elke dag!" lalve van de jonge Richard Strauss en jaar of tien eerder werd gebo- ,an de oorspronkelijke eigenares et boekje staat er ook de handte- g in van Pablo de Sarasate (1844- de Spaanse zigeuner viobst-com- t van de Zigeunerweisen en de Ro- Andaluza, die nog altijd onsterfe- zijn. Strauss en De Sarasate beiden leraar aan het Keuls Con- torium. Onze grote Nederlandse en één der oprichters van het Johan Messchaert, be- zich in hun gezelschap. De handte- gen dateren uit de jaren 1896 en i leuke anekdote is Bee bekend ie zanger R. von Zur Muhlen wiens ekening sierlijk uitgestrekt is [ezet. Zur Muhlen moest als hij op- let zijn voet op een hoefijzer staan, ■s kon hij met zingen Op een l zou hij een concert geven toen hij ontdekking kwam dat hij verge- as om zijn hoefijzer mee te nemen, akte in paniek en vertikte het om te geven. Ook de medewer- tilt en als razenden op zoek naar oefijzer Gelukkig werd er eentje tden en kon Zur Muhlen het con een goed eind brengen, de handtekening van de compo- an lichte liedjes Thomas Kochat deze een fragment van zijn lied- 'erlassen, verlassen, verlassen ïh" getekend. Bee zou het hele in zijn bezit gehad kunnen heb- zekere dag keek hij namelijk bij De Slegte een vergeeld al- vonge eeuwse salonstukjes en in, en daar kwam hij het liedje in Maar een muziekstudent is vaak n Bee heeft er nog spijt van dat hij bum toen niet heeft gekocht" het leuk bij zijn handtekeiun- zijn geweest, ele toen bekende mensen zeggen nen nu vaak mets meer. Sic transit Bee en ik kijken elkaar aan: die in we niet, en die kennen we met. emt je weemoedig om naar al die uur te kijken De meeste handte- jen zijn verbleekt, de mensen die iizetten dood en begraven. De ons :ende Franceschino Prevost ïf: „L'arte tanto piu bella quanto :n verzameling 's eigen verzameling begint met van zijn (tweede) pil aar Johannes Röntgen, gedateerd lari 1943 Hij was een man die vol rapjes zat Bee Boeijinga moet al- n hem denken als hij de dubbel n a klein van Johann Sebastian hoort. Johannes begeleidde die 3 gezongen tekst: „Daar komt juf- Snaterbek, daar komt juffrouw bek" Toen Bee in de oorlogsja- keer bij Johannes kwam had sen sonate voor piano geschreven Bee naar de uitspraak van de titel raden. Bee dacht dat hij het op zijn moest uitspreken, maar Johan- het stuk a la Satie gewoon Liter- nate genoemd naar de hterporties it de gaarkeuken! Ier Johannes' naam staat de hand- ng van diens vader Julius, compo- nede-opnchter van het Amster- Conservatonum en beste vnend ivard Grieg en ik in Velsen-noord woonde overburen van wie de moeder tjarig kind dienstmeisje was ge- bij Julius Röntgen. Julius Ront- as niet zo'n vriendelijk mens, ik wille van zijn kleinkinderen lie- et méér zeggen. Julius stuurde Alleen hij weet waarom Kathleen Ferrier, Peter Pears, Benjamin Britten, Eduard van Beinum en Jo Vincent zo lachen op de foto, die voorkomt in het boek dat Winifred Ferrier schreef over haar zuster Kathleen. Hij weet ook waarom hij met mevrouw Williams moest blijven doorpraten tijdens de middagslaap van Vaughan Williams toen hij in Dorking bij de Engelse componist op bezoek was. Hij is zojuist in Amersfoort komen wonen: de pianist Bee Boeijinga, die als dertienjarige via een gevluchte vijfenzeventigjarige Duits-Joodse buurvrouw, die omstreeks de eeuw wisseling in Keulen zang studeerde en in de Tweede Wereldoorlog moest onderduiken, in het bezit kwam van een boekje met enkele handtekeningen van (ooit) beroemde musici. Bee liet medewerkster Anco Mali in het boekje bladeren, dat voor deze gelegenheid uit de kluis werd gehaald. 1, 1 C Bee Boeijinga, verzot op piano en handtekeningen De signatuur van Busoni het meisje middenin de winter zonder jasje weg om boodschappen voor hem te doen. Edvard Grieg, die bij Julius logeerde vond dat het wicht zo niet naar buiten kon, pakte zijn eigen gro te sjaal en wikkelde het meisje daar in. Het meisje was dol op muziek en heeft, met haar oor aan de huisdeur luisterend, Edvard en Nina Grieg ho ren optreden in Griegs beroemde lied „Jeg elsker dig". Onder Julius Röntgen staat de handte kening van Rudolf Mengelberg, die la ter artistiek directeur van het Concert gebouworkest zou worden. Hij is de achterneef van Willem Mengelberg, die op het programma van een concert op donderdag 24 februan 1944, gegeven door het Concertgebouworkest onder leiding van prof dr. W. Mengelberg, heeft geschreven „Na een mooi con cert", ondertekend Willem Mengel berg Het is geschreven met zijn be ruchte timmermanspotlood dat aan de ene kant rood en aan de andere kant blauw was. Met dit potlood maakte hij aantekeningen m zijn partituren. Bee Boeijinga, die een secretaresse van het Concertgebouw kende, heeft de Beet- hovenpartituren. vergeven van het rood en blauw, stiekem mogen inzien. Zoals het AJO laatst zijn concert be gon met Johan Wagenaars ouverture „De Doge van Veneüé" begon het con cert in 1944 met de ouverture „Cyrano de Bergérac" van Johan Wagenaar. Aan het celloconcert in D groot van Haydn werd medewerking verleend door een zekere Cassado, een leerling van Pablo Casals, die, omdat hij falangist was, tij dens de Duitse bezetting mocht spelen. Hij is de componist van het vunge Spaanse stuk voor cello en piano „Re- quiebros", hetgeen zijn anti-fascistische leermeester, die zich na de Spaanse burgeroorlog in het Zuidfranse Prades vestigde, wel nooit gespeeld zal heb ben. In 1947 heeft Caspar Cassado nog in Nederland opgetreden. In Amerika had deze cellist geen kans. Casals liet m alle Amerikaanse kranten de adverten tie zetten: Als Cassado hier komt en zegt dat hij een leerling van mij is, dan ontken ik dat ten stelligste. Ik wens hem niet te erken nen als mijn leerling." STUKJE VAN LISZT'S JAS „Een heel hoge uitzondering was dat de Zesde Symfonie van Tsjaikovsla op dat concert werd gespeeld", vertelt Bee die ook van twee dubieuze figuren een anekdote kent. „De beruchte Seyss-In- quart met wie Mengelberg goed be vriend was bezocht Mengelbergs con certen, en m één der pauzes hepen ze samen op de gang. Seyss-Inquart fioot een melodie waarvan Mengelberg zei: „Maar dat is toch verboden?" „Wat fluit ik dan'" vroeg de rijkscommissaris „Het langzame deel uit de Pathétique van Tsjaikovski". Seyss-Inquart vond het jammer dat die prachtige muziek verboden was en vroeg op instigatie van Willem Mengelberg speciale toe stemming aan Hitier opdat Mengelberg het concert één keer zou mogen uitvoe ren. Zover Bree weet is het tijdens de Duitse bezetting maar éen keer voorge komen dat er muziek van een Russische componist mocht worden uitgevoerd. Hoe is Bee aan de handtekening van de componist-dirigent Peter van An- rooy( 1879-1954), leerling van Johan Wa genaar, gekomen? „Mijn zwager zat on dergedoken op een boerderij in Hier- den. Kort nabij zat ook Peter van Anrooy ondergedoken, die nog al eens kwam aanlopen. Mijn moeder was daar op be zoek toen Peter binnenkwam en vroeg hem om een handtekening voor mijn boekje. Toen heeft hij niet alleen zijn handtekening gezet, maar heeft ook het begin van zijn Piet Heynrapsodie gete kend, die nog altijd een grote naam ge- met." Een brief van de Beierse componist Max Reger (1873-1916) behoort bij een getuigschrift van diens leerling Wilhelm Rettich, die zich later in Ne derland heeft gevestigd. Hij was een vriend van Bee's eerste privé-piano- leraar Hans Sachs, die ook de leraar is geweest van de hedendaagse compo nist Rob du Bois. Hans Sachs stond aan Bee's wieg en Bee kreeg als jongetje van zeven jaar zijn eerste pianolessen van hem. Toen Bee twaalf was en de joodse musicus componist Hans Sachs moest onderdui ken, kreeg Bee les van Johannes Rönt gen. Hans Sachs bezorgde Bee trouwens één der toppers van zijn boekje, beves- vorig jaar op 92-jarige leeftijd overle den (als oudste nog spelende) pianist, Yehudi Menuhin en Jacques Thibaud. Benjamin Britten staat in het boekje samen met de Australische pianiste Eileen Joyce, die zich voor elke com ponist in een ander toilet placht te hullen. Chopin in het groen, Bach in het rood. Benjamin Bntten was in Nederland omdat de Variaties en Fuga op een the ma van Purcell werden gespeeld, in 1945 geschreven voor de pedagogische film The Young Person's Guide to the Orchestra, waarin heel instructief alle eind „erer" achter. De onderbreking in het geschrevene is duidelijk te zien. Zwieng Frans is de handtekening van de fijnzinnige pianist Robert Casadesus, die samen met zijn vrouw Gaby het con cert voor twee piano's van Mozart speel de. VAUGHAN WILLIAMS De handtekening van de componist Vaughan Williams (1872-1958) is geda teerd 8 januari 1948, toen Bee bij hem thuis was. Een briefje in het boekje legt exact uit hoe Bee Vaughan Williams' huis White Gates vanaf de bushalte kon bereiken. Bee was een enorm bewon deraar van zijn muziek, vooral van zijn Vijfde Symfonie, die Bee op drie 78-toe- renplaten gekocht had. een hele uitgave in die tijd. Na de lunch moest Vaughan Williams een uur slapen, en dat deed hij in zijn stoel. Bee moest een uurlang blijven dóórpraten met zijn vrouw Alice, omdat Vaughan Williams, die bevnend was met Julius Röntgen, sprak accentloos ■JUj IÜA/v Waarom lachen zij? Boeijinga weet het voering (links boven) uit de jas van Franz Liszt, geplakt op een foto waarop de componist met de jas tigd op de afbeelding van Franz Liszt, die op latere leeftijd een functie kreeg in de Rooms-Kathobeke Kerk. Franz Liszt werd abbé en droeg vanaf die tijd altijd een zwarte jas. Op de afbeelding zit een stukje uit de voering van de jas, in 1929 eerüjk gestolen door Hans Sachs uit het Franz Liszt-museum. Sachs bet tijdens de rondleiding zijn hoed liggen, vroeg aan de suppoost deze te mogen zoeken, had het schaartje in de hand en dook in de kast waar Liszts jas hing toen hij zijn hoed ophaalde. Zo kwam hij ook in het bezit van een splinter uit de bed stee van Bach. DAME MYRA HESS Als vijftienjarige had Bee een compo sitie gemaakt, waarvan hij ontzettend graag wilde dat de Engelse pianiste My- ra Hess deze speelde. Van de concert- directeur J. Beek kreeg hij het adres in Noord-Brabant waar Myra Hess logeer de Bee stuurde haar het stuk toe en in de sobstenkamer vertelde ze hem later dat ze het stuk wel dne keer had door gespeeld, dat ze het heel mooi vond, en spoorde hem aan door te gaan met com poneren. Haar handtekening dateert van 16 oktober 1945. Haar concert was een hele gebeurtenis: een joodse, En gelse pianiste die een concert kwam geven in het bevrijde Nederland. Ze speelde de Prelude, Fuga en Va riatie van César Franck, de Sonate Opus 164 van Schubert (thuis gekomen rende Bee naar zijn vleugel en studeerde tot twee uur 's nachts op die sonate), de Apassionata van Beethoven en vijf Baga tellen van Howard Ferguson, die kort geleden een herdenking over Myra Hess heeft gehouden op Hilversum 4 met de Nocturnes van Chopin en het Carnaval van Schumann. Tussen de namen van destijds be roemde pianisten als Frederic Le- mond en Nicolai Orloff en een cellist als Enrico Main ar di staan de handte keningen van Stefan Ashkenazy, die instrumenten van het orkest worden voorgesteld via variaties, en Benjamin Britten zelf het commentaar sprak Dit stuk wordt nog altijd op de scholen ge bruikt. Bee heeft er een video-opname m het Duits van. „DAS ZENTRUM DER MU- SIK" En er is ook een handtekening van Bruno Walter, die altijd zijn achternaam heeft verzwegen en van de Zwitserse pianist Edwin Fischer die toen Bee op de componist-dingent Henn Tomasi stond te wachten „Das Zentrum der Musik" in diens boekje tekende: twee notenbalken elkaar kruisend, met één noot er op en verschillende voortekens een sopraan- en een altsleutel bijvoor beeld, zodat je als je de tekening draait op alle manieren die noot kunt benoe men. „Met de sopraansleutel en een Mol erbij heet hij een bes, met de altsleutel is het een ces, draai je hem weer om dan wordt het een B, en met de altsleutel een A." Bee is erg trots op de handtekening van de bijna legendarische gitarist An dres Segovia, die het klassieke gitaar spel is begonnen tot grote ergernis van vele Spanjaarden die flamenco speel den. Dat noemde Segovia „de gitaar mishandelen" Hij bewerkte stukken van Bach voor gitaar en werd heel be roemd met zijn klassieke muziek con certen, die hij m de negentig, nu nog altijd geeft. Uiteindelijk hebben Spaan se componisten als Torroba en Turina speciaal stukken voor hem geschreven. De handtekening is echt van een gita rist, zwierig alsof Segovia aan het gitaar spelen is! Met enige ontroering kijken we naar de handtekening van de dingent Otto Klemperer, die verlamd was en vanuit zijn rolstoel dirigeerde. Hij heeft met be vende hand het snikje „Otto Klemp" tot stand weten te brengen, sprak tien mi nuten met Rudolf Mengelberg, en zette er daarna nog met heel veel moeite het Duits en vroeg aan Bee wat hij bij het diner wilde drinken. Bee vroeg een glas water. „Het is goed," zei de Engelsman „dat Julius Röntgen hier niet bij is, want die zou zeggen: „Wasser, Wasser, das ist nur für die Fische!" De pianist Geza Anda speelde op het concert dat Bee bijwoonde een Fantasie van de Zwitserse componist Robert Oboussier, een vriend van joodse kennissen van Bee die de gehe le oorlog ondergedoken waren. Robert maakte zich tijdens de oorlog zo ongerust over het lot van zijn vrien den Mayer dat hij psalmen heeft gecom poneerd die na de oorlog over Radio Hamburg werden uitgezonden als een oproep aan de familie Mayer aan wie de psalmen waren opgedragen en van wie hij met wist of ze nog leefden en waar ze zich eventueel bevonden. Ze zijn geluk kig weer met elkaar in contact geko men. Omdat Bee Geza Anda vertelde dat hij een middag met Robert Obous sier bij de familie Mayer had kunnen spreken, ook over zijn eigen composi ties, schreef deze een thema uit de be treffende fantasie in notenschrift voor hem op De pianotijger Claudio Anrau speelde in 1948 de Mefistowals van Liszt. „Er stond in de krant, ik meen van Lex van Delden, het kan ook Bertus van Lier zijn geweest, dat Claudio Arrau de Mefisto- wals speelde zoals de duivel het zelf met zou kunnen en zelfs niet eens zou wil len!" JULIUS KATCHEN Met de nadelen van het gevierd musi- cusbestaan kwam Bee in aanraking toen hij in 1949 de jong gestorven Ameri kaanse componist Julius Katchen bij zich thuis nodigde. Katchen kon de uitnodi ging niet aanvaarden omdat hij de vol gende ochtend om zes uur op moest om naar München te gaan, waar hij 's avonds een concert gaf. „Ik vind het vreselijk" zei hij. „2 200 mensen zitten in de zaal. Ik krijg een enorm applaus, ga de portiersloge uit, er wordt gezegd. „Dag meneer Katchen". Ik kom een ho tel binnen, er wordt gevraagd: „Hoe laat moet u op, meneer Katchen?" Er is ie mand die nog even wat zegt en dan ben je memand meer". Bee vroeg of hij met Katchen op mocht lopen naar diens ho tel. „Graag! Als iemand met me mee loopt: dat vind ik zo prettig!" Katchen logeerde vlak bij het Concertgebouw in Hotel Roemer Visser, waar alle artiesten gingen logeren. Bee herinnert zich dat Katchen na het concert, waar hij alles gegeven had v/at in hem 2at, met een sprongetje op de tafel ging zitten en riep: „I am dead!" Ook bij de Amerikaanse dirigent van Franse afkomst Pierre Monteux heeft Bee een mooi verhaal- Hij had zich er in het Frans en Engels op geprepareerd wat hij tegen Pierre Monteux zou zeg gen. Pierre Monteux vloekte in het Duits de hele meute de sobstenkamer uit: Ik geef nooit handtekeningen. Bee Boeijin ga waé de laatste die er uit zou vbegen en hij zei: „Als ik geweten had dat u er niet op gesteld was was ik hier niet ge komen". Omdat je zo beleefd bent krijg jij mijn handtekening, maar ik breek je benen als je het buiten vertelt!" Hij was toen 88 jaar, het was vier maanden voor zijn overbjden. Hij dirigeerde met zeer summiere gebaren, het Concertge bouworkest speelde echt voor hem. het was een heel bijzonder concert. WERELDPREMIERE SPRINGSYMPHONIE Op 14 jub 1949 vond de wereldpre mière van The Spring Symphony van Benjamin Britten plaats, waar Van Bei num, Britten, Pears, Jo Vincent en Kath leen Ferrier bij waren of aan deel na men. Ze staan lachend op de foto, die de fotograaf van deze unieke gelegenheid toen ze alle vijf bijeen waren, maakte. Kathleen Ferrier haakte in en begon te zingen „What shall we do with the drun ken sailor", ze wiegden heen en weer en gierden van het lachen De fotograaf kon ze niet tot bedaren knjgen. Dat is het geheim van de foto in Winifreds boek. In mei van dit jaar is Peter Pears overleden en begraven naast de vriend met wie hij heeft samengeleefd, Benja min Britten, die onder andere zijn be roemde opera Peter Gnmes voor de stem van Peter Pears heeft geschreven. De Sea Interludes uit Peter Gnmes staan regelmatig op de orkestprogramma's. Britteris „War Requiem" is geschreven voor de grote Duitse zanger Dietrich Fi scher Dieskau, de Russische zangeres Gaslina Vishnevskaya en Peter Pears Er zijn ook handtekeningen van Isaac Stem, de aristocratische pianist Alfred Cortot, die veel noten voorsloeg en er ook naast sloeg, Erich Kleiber die dan in het westen, dan in Oost-Europa zat, Pierre Fournier, Alexander Brailows^., Charles Münch, Leonard Bernstein (met Dora van Doorn-Lindeman en Roos Boelsma in de Tweede Symphonie van Mahler) een man die erg gesteld is op de joodse traditie en wiens beroemdste musical Westside Story is, Theo Bruins en Sir Adrian Boult. „In Engeland was ik naar een mooi concert van het London Philharmonic Orchestra en ik vroeg de handtekening van Adrian Boult Wij be zaten toevalbg dezelfde pen. Ik gaf hem mijn pen, bet hem daarmee de handte kening zenen en stak de pen weer in mijn zak, waarop Sir Adrian Boult rea geerde met „Dat is mijn pen!" „Nee, het is de mijne", zei ik. Sir Adnan keek in zijn zak en zei: „Waarachtig, we hebben dezelfde pen, but you never can trust the Dutch". Tenslotte - midden tussen veel niet genoemde bekende namen - nog de handtekeningen van Polo de Haas, Daniel Wayenberg, de bij een vlieg tuigongeluk omgekomen violiste Gi- nette Neven en als klapstuk die van Aram Katschaturian van wie hier de Sabeldans en het thema uit het Ballet Spartacus (Onedin Line) het bekendst zijn. Het was praktisch niet mogelijk, voor wie dan ook, om aan Katschatu- rians handtekening te komen. had, toen hij stond te wachten, Katscha- turians stem opgenomen, maar kan zich nu wel voor zijn hoofd slaan omdat hij later iets cinders over het bandje heeft ojxjenomen! Bee vertelde de Rus dat hij regelmatig diens jeugdwerk Poème speelde dat Katschaturian had geschre ven toen hij net uit Georgië kwam en nog Russisch moest leren in Moskou. Verrukt nep Katschatunan. „Ich - tun - bi Moskau - siebzehn Jahre. Gib mal". En zo is Bee Boeijinga de enige die Kat- schaturians handtekening heeft gekre gen. O J J ^'r* Ac ik v 'Ïf-*.1- Een brief van R. Vaughan Williams waarin deze Boeijinga schrijft hoe hij moet lopen als hij uit de bus stapt

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1986 | | pagina 7