„Daar zou je toch iets anders aan de wand moeten hangen" «interview o donderdag® Leusdenaar Frans Janssen begint impressariaat voor beeldende kunstenaars „Bedrijfsleven stimuleren kunst te tonen" „Kunstwereld had niet door overheid gesubsidieerd moeten worden" „Kunst op scholen integreren" DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1986 plaatselijk nieuws LEUSDEN Leusdenaar Frans Janssen is onlangs begonnen met het bedrijf Janssen Inter Art, waarbij Inter slaat op interna tionaal en interieur, en op het begrip inter als „tussen". Janssen Inter Art trad aanvankelijk op als commissionair voor kunste naars en voor het betere ambachtelijke produkt. Is momenteel uitsluitend impressariaat voor beeldende kunstenaars. Er zit één specifieke door Anco Mali In het verleden heeft Frans Jans sen gewerkt voor een internatio naal bekende pottenbakkersfami lie, voor wie hij voor verkoop, op drachten en public relations zorg de. Hij noemt zichzelf m die toen malige job „de commerciële manus van alles". Vele jaren vervulde hij de funktie, waarmee hij zo'n jaar of vijf terug om gezondheidsredenen moest stoppen. Een lange tijd van ziekenhuis en revalidatie volgde, en op het moment dat hij weer terug wilde in zijn oude baan kon dat niet meer. Hij werd arbeidsongeschikt ver klaard, mocht of hoefde geen werk meer te verrichten. Zijn vrouw Jea- nette stimuleerde hem om „voor zichzelf te gaan beginnen". Mooi gezegd, moeilijk gedaan. De grote struggle begon toen Frans, die in de ambtelijke molen zat van men sen, die niet meer behoefden te werken, aankondigde dat hij zelf graag weer wilde gaan werken. Met uitdrukkelijke medewerking ganiseren. kant aan mijn bedrijf: dat is het feit, dat ik mij nagenoeg uitsluitend richt tot het bedrijfsleven. Dat heeft een bepaalde reden. Ik heb me in het verleden altijd enorm moeten inspannen om een goed ambachtelijke kunstprodukt aan de man te brengen. Je moest concurreren tegen bestaande be- dnjfsconcurrentie wat het ambach telijke betreft, en wat het kunstzin nige element van het bedrijf betreft tegen de kunstwereld. Als een kerk bijvoorbeeld je om staatsies, een altaar of een kruis vroeg moest je zakelijke begrotingen maken. Dan moest je met je offerte concurreren tegen een stuk gesubsidieerde (kunst) wereld. Omdat het bedrijf in kwestie helemaal selfsupporting was (en nog is), moest je er altijd echt voor vechten. Je moest scherp calculeren. Je moest toch rekening houden met de artistieke waarde en degene, die het maakte, en dat gaf jezelf een bepaalde instelling. Dat betekende voor mij bijvoor beeld: waarom dat bedrijf niet ge subsidieerd, en dat andere kera mistenwereldje wél? van de arbeidsadviseur van de Ge neeskundige Dienst kreeg hij ten slotte toestemming om te proberen een eigen bedrijf van de grond te krijgen. RUIMTE „Die ruimte hebben ze me gebo den. Ik ben nog steeds in de op bouwfase. Dat betekent dat ik, als er vorderingen zijn, deze met regel maat meld. Het kontakt is heel posi tief, en ik blijf doorknokken. De aanleiding vanuit mezelf om met Janssen Inter Art te beginnen heeft de volgende oorzaak. Ik heb zo'n maand of vier in het ziekenhuis ge legen, waarvan de laatste twee maanden in een aparte kamer, waar ik tegen een „legpuzzelschil- denj" aankeek. Toen dacht ik, als persoon die zoveel van kunst houdt, en daar altijd mee was omgegaan: daar zou toch iets anders aan de wand moeten hangen! Nooit gewe ten hebbende overigens, dat ik daar nog eens echt in zou beginnen! Ik stond in dat idee niet alleen. Tot onze kennissenkring behoorde een excentrieke baron, die vanwe ge zijn oorlogsverwondingen nogal eens in een ziekenhuis behandeld moest worden, en die dan altijd zijn kunstwerken meenam en ophing in zijn ziekenhuiskamer. Ik moest aan hem denken, als ik naar die opge plakte legpuzzel van de alpenwei de keek Nu kreeg ik in die tijd zeeèn van bloemen, en dat maakte erg veel goed, maar toch. Toen ik die kamer afkwam merkte ik, dat in de gangen een heleboel kunst hing. In De Lichtenberg hebben ze zelfs een eigen kunst stichting Ars Hos pitalis." ZELF MET KUNST BEGINNEN Zo ontstond het idee bij Jeanette, dat Frans zélf met kunst moest gaan beginnen. Frans pakte het idee op, werkte er verscheidene jaren aan, en de opbouw van het bedrijf groei de afgelopen maand naar het punt waarop Frans het iompressariaat naar het pubhek toebracht. Hij or ganiseerde een grootse expositie in Kasteel Groeneveld in Baarn, waarmee hij het gezicht laat zien van Janssen Inter Art. Niet de gehe le collectie, maar wel duidelijk het niveau, dat kan wedijveren met an dere bestaande collecties. „Daar heb ik een collectie van kunstenaars, ik noem dat altijd mijn stal, waarvoor ik de zakelijke kan ten behartig: het zoeken, leggen en onderhouden van kontakten, het proberen exposities voor hen te or OVERHEID Ik vmd, dat de kunstwereld niet door de overheid gesubsidieerd had moeten worden. Men had er vijftien of twintig jaar geleden al mee moeten beginnen om de over heidssubsidies af te schaffen, dan was de ellende met ontstaan, die er nu is. Als ik nu hoor van mijn kun stenaars hoe verdrietig het allemaal is, en wat voor armoe er heerst on der beeldende kunstenaars, dan zeg ik dat dat te maken heeft met het feit, dat men te laat met de af schaf begonnen is. Het is een goede zaak, het maakt de kunstenaar zelf standiger, onafhankelijker en krea- tiever, omdat hij er voor moet werken, maar de manier waarop het gebeurt is met goed, en het gaat te rigoureus, in een te korte tijd. Dat kan betekenen, dat ik met kunstenaars, die bij mij in de stal zijn, daarover duidelijk van ge dachten verschil. Maar dat maakt geen verschil uit ten aanzien van het zakelijke en persoonlijke kon- takt, dat ik met de mensen heb. Ik span me in voor ze, ik probeer voor hen te bereiken datgene waartoe ze zelf niet in staat zijn. Ik heb zelf ook op een kunstakademie geze ten: de mensen leren het ook met, om om te gaan met het produkt dat ze maken, als produkt." „Maar dat staat de kunstenaar tegen. De com mercie Ugt niet in zijn lijn.„Ja, com mercie heeft altijd iets hards, iets onsympathieks Kunstenaars zijn veel te lang te beschermd geweest, en zijn vergeten dat je voor dat stuk prestatie, dat je levert, toch moet kunnen rekenen op kritiek, op har de oordelen van anderen. Het is al lemaal wat verzacht geweest." „De twee elementen zijn wezensver schillend. Als je het één hebt, heb je vaak het ander niet. Veel kunste naars zijn te emotioneel met hun werk gebonden, dan dat ze daar commercieel mee kunnen om gaan." „Ik ben het helemaal met u eens. Ik geloof ook, dat de kunste naars, die de commerciële gave wél hebben, het in de afgelopen jaren gemaakt hebben. Jongens als Constant, Corneille en Appel, heb ben de gave om een stuk commer cie te combineren met de gave van hun artistiek talent. Ik ben kort ge leden een hedendaags bekend kunstenaar tegengekomen, en al ontmoet je hem maar vijf seconden dan heb je meer de indruk dat je met een manager te maken hebt dan met een kunstenaar! Regelma tig echter merk ik, dat dit element bij de overgrote meerderheid der kunstenaars ontbreekt. Misverstan den over hoe je een markt moet benaderen, wat je ervan verwach ten kunt, wat het betekent om je er aan aan te passen, en hoe je dat moet doen: het wemelt ervan. HULP Bij al dat soort kantjes help ik ze. De echte zakelijke kanten neem ik van ze over, zodat ze toch voor een heel groot gedeelte zich in hun ei gen ivoren toren kunnen terugtrek ken, en bezig kunnen zijn met het geen waar ze altijd graag mee be zig zijn: hun kunst." „Kunstenaars worden door alles wat u aanstipt gederangeerd in hun eigenlijk be zig zijn. „Dan heeft u het over het doen zelf. Maar het wordt ze ook niet ver teld wat hun te wachten staat, als bijvoorbeeld een overheidssubsi die wegvalt. Dan merk je heel vaak een stuk apathie, hetgeen je ook constateert bij mensen, die opeens zonder werk komen te zitten, of mensen, die, zoals ik, op de een of andere manier invalide raken, en die dan totaal van slag zijn. Dat ik zakelijke kanten van de kunstenaars overneem betekent met, dat ik ze voor 100% aan me bmd, hoor. Ik kan geen salarissen betalen aan kunstenaars, zoals be paalde grote galerieën doen. Het heeft te maken ook met een stuk persoonlijk idealisme: de kunst vooral onder veel mensen brengen. Ik heb in een toespraak tijdens de opening van de expositie m Kasteel Groeneveld gezegd: „Kunst be hoeft met alleen m musea of daar voor geëigende plaatsen als gale neen en dergelijke te zien te zijn. Ik ben van mening, dat kunst overal en veel intensiever te zien moet zijn. Je ziet ook steeds meer kunst in bedrijven, maar dan praat je over grote bedrijven als Turmac, Heine- ken, grote banken. Dan praat je over heel veel geld, en wordt kunst heel elitair gemaakt. Ik vind: de kunst komt uit de samenleving, de kunstenaars behoren tot de samen leving, het bedrijfsleven behoort tot de samenleving, en beide zijn on verbrekelijk met elkaar verbon den. Daarbinnen, waar ook de gro te massa woont en werkt, moet je de kunst laten zien. STIMULEREN Dan moet je het bedrijfsleven sti muleren er iets aan te gaan doen. Maar ook die zijn er niet op inge speeld. Men heeft de kunstenaar nog altijd gezien als de clown, de man die wel iets geks kan gaan doen. Hetzij dat hij er als een zon derling bijloopt, dat is hem opge legd, daar heeft hij zich mee gecon formeerd, en dan krijg je dat hij zich ook zo gaat gedragen. Terwijl het in pnncipe mensen zijn, die ook iets maken, zoals dat vroeger werd ge daan m opdracht van rijke kooplie den, koningen, bisschoppen, ker ken. Dat kim je nu meer onder de noemer van het bedrijfsleven vat ten. Dat zijn de instituten, waar mo menteel datgene geschapen wordt, waann men zich kunst kan aan schaffen. Dan moet je proberen om daar de wil te maken om kunst te gebrui ken. Dat is natuurlijk ook heel vaag geworden, en wordt de grootste knokpartij, die in dat hele proces gaande is. De kunstenaars willen wel, want die worden zich bewust van het feit, dat, als het zo door gaat, ze straks allemaal in de bijstand zit ten, wat betekent, dat je als je gaat schilderen, je produkt ook nog eens kunt inleveren. Dat is de reali- middel is om te gebruiken voor promotionele doeleinden. Dat soort dingen probeer ik het bedrijfsleven duidelijk te maken. Op de opening van de tentoon stelling in Kasteel Groeneveld wa ren zéér veel mensen uit het be drijfsleven aanwezig. Vorige week heb ik een causerie gehouden voor gen aan mooie beeldende kunst, dat ruim gesponsord wordt door een heel grote bank en een immens computerbedrijf. Maar er zit een veel reëler gedachte achter: dat je, hoe hard zakelijk een bedrijf ook is, het naar de buitenwereld toe ver zacht door met kunst om te gaan, en dat is een stuk public relation ef- teit. We zien momenteel de stuip trekkingen van een stuk bestaan. Maar bij het bedrijfsleven ligt nog de grootste weerstand. Ik hoor zo vaak: „Ach meneer, een fraaie pos ter is ook mooi." De smaak van het grote publiek is echt abominabel. Het is heel treung gesteld met de smaak van het grote pubhek, en met de waarde, die men aan kunst hecht. In het bedrijfsleven onder schat men de kracht, die er van kunst uitgaat. Kunst heeft iets tijd loos, kan enorme bruggen slaan tussen de ene en de andere perio de, zonder iets aan kracht te verhe zen. Dat betekent, dat kunst voor bedrijven een enorme public rela tion en representatieve kracht kan bezitten, en dat het een prachtig de Rotary in Amersfoort, voor zo'n vijftig mensen uit het zakenleven, en dan vertel ik over kunst en be drijf. Dat doe ik om ze duidelijk te maken, dat zij nu degenen zijn, die verantwoordelijk zijn, en dat er veel meer in zit dan alleen een stukje wandversiering. Ik hoop, dat de kunst daarmee in de lift gaat, en dat men met meer denkt, dat het alleen maar voor de heel grote bedrijven VERZACHTEN Die grote bedrijven hebben het overigens niet alleen maar gedaan uit een stuk liefde voor de kunst. De bestuursfunktionarissen zullen on getwijfeld een warm hart toedra- fect. Het is een heel goede gedachte om een bedrijf, dat heel hard zake lijk bezig is, te pushen met kunst, waardoor de scherpe kantjes er af gaan. Een heel duidelijk voorbeeld. Hoeveel mensen zijn er met tegen roken? Als je nagaat, dat tien van de veertien miljoen mensen in Neder land niet roken, dan zou je zeggen, dat er weerstand moet zijn. Maar als je mensen ontmoet die daar heel ernstig over nadenken, en je noemt een bedrijf als bijvoorbeeld Tur mac, dat zich heel intensief met kunst bezighoudt dan zeggen ze: „Fantastisch zo'n bedrijf, dat zich zó met kunst bezig houdt!", terwijl ze m wezen tegen het produkt zijn, dat er gemaakt wordt!" „Het Bolsjoithea- ter dansend in Tsjemobyl, een lu guber vervalsend beeld!" „Het gaat niet om het produkt, dat ze verko pen, maar om het beeld. Laten we één van de hardste multimiljardairs nemen, Paul Getty bijvoorbeeld, die in zijn nalatenschap een groot museum laat bouwen. Men weet van gekkigheid alleen uit de rente van dat grote vermogen al niet wat men moet kopen! Dat heeft te ma ken met een stuk building, die die man gewoon wilde na zijn overlij den. Het wat voor miljoenen een glasharde kikker, die velen diep in de armoede heeft gestort, en zich zelf heeft verrijkt. Daar kun je niet omheen, maar het beeld is totaal anders: het is de man geworden, die een vermogen heeft nagelaten aan de beeldende kunst, de man, die daardoor cultuurdrager is ge worden." BRUGFUNKTIE Frans Janssen ziet kunst als iets verzachtends, iets dat door de eeu wen heen altijd een brugfunktie heeft gehad. Hij is van mening dat, als de overheid de kunst binnen de samenleving puur gaat isoleren, het met anders kan dan fout lopen, zo als dat in de afgelopen jaren is ge beurd. Volgens hem vervreemdt het kunstgebeuren dan als een clowneske zaak binnen de samen leving. „Dat zie je telkens weer, als er kunst-manifestaties zijn, hoe het pu bhek daar op reageert. Er wordt een kermis van gemaakt. In Amers foort vond ik de kleine kunstmani festatie in die slagerij een clownes ke aangelegenheid. Dan denk ik: jongens, jullie kunnen met je kreati- viteit méér, maar dan moet je het goed aanpakken! Dan moet je zor gen, dat er goede publiciteit is, dat er goede voorbereiding is, dat de mensen precies weten wanneer ze binnen kunnen komen, zodat je overkomt als een groep, die weet waar ze mee bezig is. Die groepen zijn er wel. Ik heb ook in mijn stal een groep onderne mende beeldhouwers uit Amster dam, die weten waar ze mee bezig zijn, die komen als groep ook vol wassen over, en dan accepteert het pubhek je duidelijk wél, als het voelt dat er een heel goede basis aanwezig is in de presentatie en het hele kontaktuele gebeuren. Dan wordt er niet over geschampt. Dan kom je ook dichter bij elkaar, en zal daardoor ook een stuk bestaansze kerheid en erkenning groeien. Dan zal het zo worden, dat het voor een bedrijf geen overweging meer vraagt om bijvoorbeeld, als ze een relatiegeschenk willen geven, te kiezen tussen kunst en niet-kunst. „Tegelijkertijd zou er op de scho len een goede kijkvaardigheid moeten worden aangekweekt: mensen kunnen eenvoudig niet zien. INTEGREREN „Daar ben ik het mee eens. Ik zou willen, dat kunst veel meer op scho len geïntegreerd zou worden. Het gebeurt nu, als het gebeurt, veel te afstandelijk. Als men nu kinderen via video of museumbezoek leert kijken naar kunst, dan houdt de jon ge generatie nog altijd het beeld van: „kunst is iets, dat ver van me af staat. Kunst is alleen iets voor in een groot museum, en voor mensen, die een hoop geld hebben. En degenen die het maken, zijn heel rare snui ters". Als je dat beeld met wezenlijk verandert, zal het ook in de toe komst da knokpartij bhjven, waai ik nu mee bezig ben. Het moet op een andere manie? aangepakt worden. Dat zou kunne: betekenen, dat er toch meer initia tieven vanuit de kunstwereld zèü moeten komen. En dan kom je wee op het punt, waar zo'n manco be staat: dèt heeft men niet geleerd uitgezonderd dan de initiatiever, die de laatste tijd omhoog komer, en die voortkomen uit noodzaak Kunstenaars collectiveren zich oe een manifestatie te organiseren, dan krijg je vijftig individualisten b; elkaar: dat is als het Concertge bouworkest zonder dirigent. Ieder een speelt zijn eigen tempo, hoe knap de mensen ook zijn. Terecbi natuurlijk zijn die mensen allemaal zeer individueel ingesteld, daar zijs ze kunstenaars voor. Binnen dat soort gebeuren ben 4 een héél strenge. Als ik in Kasteel Groeveld iets organiseer, heeft ie dereen, die tegen mij ja zegt, zich te houden aan de regels. Dan moet hel zo laat gebeuren, en dat en dat moei gebeuren, en niemand kan tege: mij zeggen: ik had liever hier wille: hangen, of ik wil het liever zó han gen. Ik bepaal het, maar ik bepaal het óók naar degenen toe, voot wie het gebeurt. Als ik in een bedrijf kom, waar a kunst willen hebben, en ze zegge: ja tegen mij, dan heeft er niemand meer invloed. Zó ondemokratisd moet je dat beslissen, want anden krijg je een geharrewar en een me- tes-welles, waar je niet uit komt. Ah de kunstenaars dat een beetje le ren, merk ik, dat ze dat meer waar deren dan ik ooit gedacht zou heb ben! Ze krijgen zo iets van: we zitte: in de goede trein, laten we er maar eens lekker bij gaan zitten, want hj stuurt goed. OPDRACHT GEGEVEN Het werkt heel stimulerend, al dus Frans Janssen. Hij heeft voot Kasteel Groeneveld de mensen oj> dracht gegeven om iets te make: over de natuur. In het kasteel is he! voorlichtingscentrum van Staats bosbeheer gevestigd, en daaron wilde hij dat het werk voor hel grootste deel met de natuur te m ken had. En ze deden het, const* teerde hij met veel genoegen „Doen ze het niet, dan doen s niet mee. Dat stuk begeleiding ap precieren ze. Daarom heb ik bi tengewone kontakten met de kug stenaars. En aan de vragende kal kun je dan de mensen, vooral naa de bedrijven toe, een pakket aan bieden van: dat kunnen wij voon doen, meneer, en daarvoor nemes wij u een heleboel werk uit handen Zo ver zijn we nu gekomen, dat de kontakten aan het leggen bë met bedrijven, waarvoor ik dan d! kunst ga verzorgen. Ook voor be drijven, die er nog nooit mee ge werkt hebben. Er zijn bedrijven, waar ik al mea dan een jaar mee bezig ben, voor dat ze beslissen om iets te g< doen. Op een gegeven moment z? die zo ver, dat ze eens willen co> cretiseren, waar we al die tijd ova gepraat hebben. Het is zoals u zeg: zij zijn de jongens van toen, dt kooplieden uit de Gouden Eeuw, die opdrachten gaven. Maar jt moet ze ook duidelijk maken, het geld kost. Men is altijd gewi geweest aan de 1% regeling: je zé maar een gebouw neer, en de over heid plakt er wel een kunstwerk tegen aan. Wat? Ach jó, je doet js ogen dicht, en als je het na vijf jaar weghaalt, dan weet niemand hs meer. Kijk, dat mag niet, en je moe de mensen dus duidelijk maker- dat de kunstenaar een persoon is uit de samenleving, dat hij redt heeft op een bestaan, evenals de gene die voor de kunstenaar op- treedt en dat het bedrijfsleven daa.' een stuk verantwoordelijkheid heeft. Het begrip daarvoor is soms wel aanwezig, maar het doen is er gewoon niet. Kort geleden zei i* mand tegen mij: ,Je hebt geen ruer we markt aangeboord, het is al oud als de Egyptenaren, maar I4 hebt een latente markt aange boord. Dat geloof ik ook. De maris was altijd sluimerend aanwezig daar speel ik nu, uit nood geboren op in".

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1986 | | pagina 6