I Je kunt het zo gek niet verzinnen: Jan Pluim maakt alles Engeltjes Ruit kapot geschoten Rijbewijs verlopen Diefstal uit auto Kantongerecht Amersfoort Meubelmaker viert zilveren jubileum DINSDAG 23 DECEMBER 1986 exclusief 12 LEUSDEN - Vijfentwintig jaar geleden maakte Jan Pluim twee keuzes die zijn verdere leven zouden bepalen. Aller eerst stapte hij in het huwelijksbootje. Tevens begon hij een eigen meubelmakerij. Eerst in Amersfoort, maar al gauw, in 1968, vond hij zijn eigen stekkie aan de Eikenlaan 47 te Leusden. Toepasselijker kon het haast niet. Nu, eind december 1986, is hij niet alleen vijfentwintig jaar getrouwd. Ook viert hij het zilveren jubileum van zijn zaak. Zijn twee kinderen, Carolien en Charles, vonden dat dat best wel eens in de krant mocht. Zon twaalf-en-een-half jaar gele den stond hij uitgebreid in de Leus der Krant. Sindsdien is hij nauwe lijks veranderd, zo vinden Carolien (23) en Charles (20). Vader Pluim werd geboren op 14 mei 1937 te Meppel. Op 12-jarige leeftijd be landde hij in de antiek-zaak van zijn stiefvader. In eerste instantie mocht hij niet meer doen dan het schoonmaken van spullen die uit heel Europa kwamen. Later mocht Jan meehelpen bij de restautatie. Sindsdien werkt hij dan ook met hout. Na zijn militaire diensttijd kreeg hij de gelegenheid om de zaak van zien stiefvader over te nemen. Daar voelde hij echter niet veel voor. Hij bleef wel in de zelfde branche werkzaam. In Amersfoort kreeg hij de be schikking over een kleine werk plaats in de Van Bemmelstraat. In eerste instantie hield hij zich nog bezig met antiek, maar al snel kwam hij meer en meer terecht m de houtwereld. Vooral eikehout. Als nevenhandel ging hij de ver koop behartigen van een groot Duits houtverwerkend bednjf. En u weet het wel, van het eén rol je in het ander. Jan Pluim rolde zo de meubelmakerij in. LONEND „Een groot bedrijf werkt pas lo nend wanneer het minstens een bepaalde grootte heeft bereikt. Dan moet je aan serieproduktie gaan doen en dat wordt wat de kostprijs betreft pas interessant als de series zo groot mogelijk zijn. Maar dan rijst de vraag: hoe raak je die massa exact gelijke artikelen rendabel aan de man9" zei hij m 1975. Het zal duidelijk zijn: bij Jan Pluim rollen de eikehouten kasten niet met tientallen exemplaren tegelijk de werkplaats uit. Van elk meubel stuk dat hij maakt, worden er tus sen de 25 en 35 exemplaren van gemaakt. Echt uitgebreide teke ningen gebruikt hij daar met bij. „Hij weet alles uit zijn hoofd", zegt dochter Carolien. „Ik heb hem nooit met een notitieblokje gezien. Hij is enorm creatief, weet de ver houdingen goed Eigenlijk is mijn vader een grote kunstenaar." Jarenlang had Jan Pluim één werknemer m dienst. Toen deze vier jaar geleden kwam te overlij den. deed zoon Charles zijn intrede ut het bednjf. Hij heeft ook de ta lenten van zijn vader meegekre gen. Dat zegt tenminste zus Caro lien. Zelf is hij daar wat bescheide ner over „Maar zoiets leer je niet op school", benadrukt Charles. door Martin Hermens meubelen. Een streling voor het oog, zoveel moois bij elkaar. Zo'n drie-en-een-half jaar gele den verhuisde het gezm Pluim van de Eikenlaan naar de Postweg. „We zijn hier weggegaan voor de rust", legt Carolien in de showroom uit. „Vroeger kwam pa hier ook op zondag. Dan moest 'ie even wat doen, maar dan was hij heel de dag weer aan het werk. Nu is hij 's zon dags thuis." Of ze trots zijn op hun vader? 't is eigenlijk een overbodige vraag. „Heel erg", klinkt het eensgezind. „Vnenden van pa hebben grote bedrijven opgezet, maar die zijn allemaal falliet. Pa is altijd een een manszaak gebleven, altijd klem ge weest. En hij is er nog steeds." OVERNEMEN Het is de bedoeling dat zoon Charles in de loop der tijd de zaak overneemt. „Pa loopt tegen de vijf tig en het is zwaar werk", licht Ca rolien toe. Jan Pluim wilde vroeger al hebben dat zijn zoon in de zaak zou komen. „Daar had ik helemaal geen trek in", vertelt Charles, „maar zes jaar geleden is het be gonnen. Daarvoor wilde ik liever spelen." „Ik ben zeer gemteresseerd in zijn werk", zegt Carolien, die zelf ooit nog eens een eigen zaakje hoopt te hebben. „Het was nooit van: o, pa komt van zijn werk. Nee, je wist wat hij deed. Hij was er altijd. We staan er ook met z'n allen achter." ..wist de heer Pluim dit mooie rijtuig te maken. Een staaltje van vakmanschap. Van deze puinhoop... „Daar leer je voor de massa-pro ductie." STAGE „We krijgen hier wel eens een MTS-er op stage. Maar die kunnen ruks. Die zijn opgeleid om aan een machine te werken," verduide lijkt Charles. Zelf volgt hij een op leiding aan de S.V.M., de Stichting Vakopleiding Meubilenngsbedrij- ven. Dat houdt m: één avond in de week studeren. De rest leert hij bij pa. „Hij is zelf begonnen, zonder kruiwagen, met het bewerken van afvalhout Dat verkocht hij dan weer", zegt Charles. „U vraagt, wij maken" klinkt met onbekend bij Meubelmakerij Pluim te Leusden. „We kunnen alles ma ken", zegt de zoon zelfverzekerd. „De gekste dingen. Kastjes met open zijkanten, bannteneurs. Vaak meestal alleen op basis van een slordig tekeningetje; net kleuter schoolkrabbeltjes." Op het moment zijn de meubels van de firma Pluim zeer geliefd bij de hier verblijvende Amerikanen. Tegen de tijd dat ze weer terug naar huis gaan, komen ze ze kopen. „Eikehouten meubelen hebben ze daar met", aldus Carolien. Ook de meubelbranche is onderhevig aan mode-golven. „De ene keer is he lemaal strak in. Een paar jaar later wil men allerlei toogjes", gaat Ca rolien verder. „Blank eiken is mo menteel in." DUURZAAM De ideeen van Jan Pluim worden vaak overgenomen. Op beurzen en m winkels komt hij vaak modellen tegen die hij heeft ontworpen. Charles: „Hij herkent precies zijn eigen kasten." Ovengens zijn eike houten meubels zeer geliefd. „Het is een duurzame houtsoort. Het blijft altijd mooi. Grenen is maar voor eventjes", legt Charles uit. „Bij ons is alles massief. Tegen woordig hoeft er maar dertig pro cent eikehout in te zitten om het massief te noemen. Hier is alles eiken." Over hun vader raken Charles en Carolien met uitgepraat. „Hij heeft zijn hart een beetje verpand aan Wenen" krijg ik te horen. „Hij kan met stil zitten. Dat is een groot pro bleem. En als 'ie niet stilzit, zit 'ie te slapen" klinkt het even later. En: „We hebben een leuke pa. Hij is wel makkelijk." Verbazing, maar nog meer be wondering was er over het feit dat Jan Pluim van een hoopje hout weer de oorspronkelijke koets maakte. „Hij kan heel mooi koetsen restau reren", zegt Carolien. De foto's die zij laat zien, tonen haar gelijk aan. Mensen die deze foto's zien, kun nen het bevestigen: Jan Pluim is inderdaad een kunstenaar. FANATIEK Volgens zijn kinderen is Jan Pluim heel fanatiek in zijn werk. „Hij is heel erg bezig met zijn werk. Hij beleeft er veel plezier aan. Hij heeft van zijn hobby zijn werk ge maaktDe laatste uitbreiding vond al weer tien jaar geleden plaats. De houtopslag verhuisde naar de rookkamers m Brabant. En op de plaats die vnj kwam, breidde hij zijn bedrijfspand met een stukje mt. Dat gedeelte doet nu tevens dienst als showroom. Er staat voor een kapitaal aan zware, eikehouten De heer Pluim zit 25 jaar in de meubelmakerij. kerstverhaal De oude Lex Mantingh zat in zijn vertrouwde stoel voor het raam. Hij was in een diep gepeins verzonken. Daarbij leek het alsof hij naar buiten staarde maar zijn venster was vrijwel geheel beslagen door de vochtige warmte in het vertrek. Mantingh stookte zijn cv-ketel graag nog flink wat op bij een winterse dag als deze. Al gutste het kwik uit zijn thermometer. Man tingh zou er niet om malen. Integendeel. Naast hem op het ronde ta feltje onder een kaal plastic kerstboompje lag de openge slagen gids. De televisie te genover hem schalde nog for tissimo door de sober bemeu belde kamer. Dat de buren er geen misbaar over maakten mocht een wonder heten. Mis schien waren ze net zo doof als hij. Mantingh had er in ieder geval allang geen oren meer naar. Al voor twaalven had hij zijn ver- rekijk aangezet. Met geen ander oogmerk dan de leegte, die zich van alle kanten aan hem opdrong te verdringen. Wat het beeldscherm te bieden had deed er eigenlijk niet toe. Het was weliswaar zijn ge woonte om grote dagdelen zittend voor de tv door te brengen maar juist vandaag, Eerste Kerstdag voelde hij een grote behoefte aan afleiding. Geboeid had hij zitten kijken naar het slot van een plech tige kerstviering, live vanuit de grote kerk teHij was het al ver geten. Nee, godsdienstig grootge bracht was hij bepaald niet. Goed beschouwd, meende hij, was het een verworvenheid van zijn ver gevorderde leeftijd, de rituele waarde van zo'n viering m te zien. En ja, de algemene christelijke nor men kon hij volledig onderschrij ven. Nadien had hij nog het een en an der gezien maar snikje bij beetje was zijn aandacht verslapt en nu een populaire omroep een even populaire kerstwens de ether ïn- slingerde was Mantingh een beetje in zijn gedachten verdwaald. „Wat een dag", murmelde hij, „de plech- tigste dag van het jaar en sinds Eefje er met meer is, viert meneer Lex het Kerstfeest met zichzelf'. Natuurlijk, zijn twee kinderen had den hem beiden aangeboden de feestdis bij hen te gebruiken. Man tingh had het vriendelijk, maar be slist en hooghartig, van de hand gewezen. Echt, hij vermaakte zich best en tegen de avond zou de oude Beumer langskomen om een kaartje te leggen. Nee, hartelijk dank voor de uitnodiging maar hij kookte zijn eigen potje wel. Dat laatste was uiteraard gelogen. Zo klaar als een klontje. Door de week immers, bereidde mevrouw Scho tel, de verzorgster, zijn warme eten. De zaterdagen en de zondagen schoof hij beurtelings aan bij Joops gezin of bij het gezm van Helga. Ze wisten natuurlijk allemaal best dat hij wat uit zijn duim zoog. Maar op dit punt was Mantingh nu eenmaal onverzettelijk. Waarom zo koppig? Hij wist het zelf maar half, maakte zich wijs dat de afwezigheid van Eefje hem juist bij het kerstdiner bij zijn kinderen parten zou spelen. Voelde hij haar verlies hier in hun huis minder? Ja, wel minder want op deze stek was hij er aan gewend geraakt, had hij er zich mee verzoend. Bij Joop of Helga met hun echtgenoten en kin deren zou het gemis hem zo helder zijn als bouillon die hem voorgezet werd. En Mantingh was er de man niet naar om zijn emoties in het bijzijn van anderen te laten blijken. Maar als hij echt eerlijk bij zichzelf te rade ging dan lag er toch ook wel een gezonde dosis zelfmedelij den in de rol die hij zich oplegde. Eigenlijk vond hij het wel leuk om zichzelf een beetje zielig te vinden. Een zielig voelde Mantingh zich. Helaas ging de rol van gekwelde hem met al te best af vandaag. Dat had hij zoéven met ontstemming geconstateerd. Oke, morgen kwa men Joop en Carla, Helga en Guus en ook de kleinkinderen zouden er allemaal zijn. Het was een vooruit zicht, dat nauwelijks soelaas bood. Zo maalde het voort m zijn verrim- pelde kop en van lieverlede be landde hij in een lichte slaap. Hij wist met hoelang hij had zitten dutten toen er aangebeld werd. Aangebeld? Groot alarm werd er geslagen! Tnng, tingetringetnng, tréngMoord? Brand9 Met schrikt ontwaakte hij uit zijn sluime ring. Welke halve gare stond daar op dit kersmiddaguur zo voor zijn domicilie te keer te gaan? Hij zocht contouren achter het raam. Een dik waas versperde hem het uitzicht. Behoedzaam wreef hij op de ruit een plekje schoon. Je wist maar nooit, voor sommige geboefte was het maar beter, voor te geven met thuis te zijn. Nee maarHad hij het goed gezien? Nog enigszins slaapdronken krikte Mantingh zich op mt zijn zetel, schuifelde met wankele tred via de kamer naar het kleine halletje, haalde de schuif van de deur en opende. Hij had het goed gezien. „Hooi oop! Mag ik binnenkomen9" „Selma, lieve kmd, wat een verras sing. Tuurlijk, kom erin!" schreeuwde hij. Selma gooide haar haren in haar nek. kuste haar grootvader op de wang en stapte parmantig door naar de keuken waar zij een wit kartonnen doosje op het aanrecht zette Terug in het halletje, waar Mantingh met de deurknop in zijn handen, nog steeds wat stond te bekomen van de onaangekon digde kerstsurprise in de persoon van Selma, deed ze haar jak mt en hing die aan de kapstok. „Wat sta je daar nou te treuzelen, Opa. Schiet op, doe die deur dicht, anders vat je nog kou. Het vriest ijstijden". Mantingh, onmiddellijk op zij qui vive, dreunde de deur met een sierlijke zwaai in het slot. „Wat heb je daar m de keuken neergezet?" vroeg hij nieuwsgie rig. „Kinderen die vragen worden overgeslagen", antwoordde ze hem, terwijl ze hem voorging naar de kamer. „Ik heb toch niets gevraagd", pro beerde Mantingh, haar achterna lo pend. „Dat heb je wel Maar ik zal het je maar zeggen want je wil het toch weten. Ik heb slagroomgebakjes meegebracht. Van die hoorns die jij zo lekker vindt". Selma nestelde zich m de stoel naast die van Mantingh. Ze kende zijn stek. „Oh, wat aardig van je", zei Man tingh. „Weet je wat? Ik ga meteen water opzetten voor thee. Ik heb er zo'n zin in". „Zeker honger hè", nep Selma hem met ondeugend fonkelende oogjes na, terwijl hij zich naar de keuken begaf. Wat voelde hij zich betrapt. Maar het mocht de vreugde om haar be zoek niet minderen. „Een deugniet ben je", brulde hij vanuit de keu ken. „Als die televisie van je niet zo oordovend hard stond, zou je met zo tegen me hoeven schreeuwen" „Wat zeg je?" bulderde het op nieuw mt de nchting van de keu ken. „Je bent toch met doof' „Wat?" „Ik zei dat ik hier sterf van de hitte", loog ze. „Het is net een sauna hier. Man wat stook jij toch" Mantingh was bezig met het gebak, onderbrak zijn bezigheid en stak zijn hoofd om de hoek. „Nee", zei hij, „mijn gehoor gaat de laatste tijd wat achteruit en daarom zet ik de televisie een ietsje harder". „Een ietsje", herhaalde ze smalend, „en trouwens, hoorde ik je daar zeggen dat je gehoor achteruit gaat. Je doet maar net alsof' „Wat zeg je?" verhief Mantingh op nieuw zijn stem onderwijl drukke bezigheden voorwendend. „Ik zei je dat je een gekke, oude zonderling bent", schaterde ze. Dat was niet aan dovemansoren gencht. Weer verscheen Mantingh m de deuropening. „Zeg wil je wel. Je hebt ook geen repspect meer voor de oude mens", mopperde hij gemaakt. „Wat zeg je?" Mantingh grinnikte om de streken van zijn kleinkind. Eigenlijk had ze nog gelijk ook. Gesprekken volgen was misschien moeilijk genoeg, maar een gesprek voeren daar voor waren zijn oren nog goed ge noeg. Selma's woorden waren hem m eerste instantie maar half door gedrongen omdat hij weer stond te suffen. Zo was het. „Zet de t.v. ook eigenlijk maar af', zei hij. Selma schakelde het toestel uit. „En de verwarming mag zeker ook wel wat lager, hè Oop". „Dat is toch gezellig kmd, die warmte". „Zo gezellig dat ik er half door lig te slapen". Selma pakte de televisiegids van het tafeltje en bla derde er achterstevoren wat door heen. Met fiere blik, alsof hij een groot en zwaar karwei geklaard had, ver scheen Mantingh even later in de kamer Voor zich mt schommelde een dienblad met twee kopjes, een pot verse thee en de schaaltjes met slagroomgebak. „Kijk eens, dat ziet er lekker uit", stelde hij vast. Mantingh ging zitten. Selma zette hem een kopje thee en een gebakje voor. „En vertel me nu eens wat jou hier op Eerste Kerstdag bij een gekke, oude zonderling als ik brengt", vroeg hij en stak een groot stuk van het gebak gretig in zijn mond. Selma mpte van de thee. „Nou", zei ze, „ik dacht, laat ik eens gaan kij ken of Opa ook zo verplicht gezel lig wil doen met Kerstmis als wij thuis". „Maar jullie komen morgen toch met zijn allen?" Janwei, maar ik verveelde me zo", gaf ze toe „Kerstmis is mets aan. Je kunt alleen maar de hele dag stil letjes m een stoel zitten. Ik word daar balorig van en dan ga ik ieder een op de zenuwen werken Dat zei mama tenminste. En als ik me zo nodig aan wou stellen dan moest ik maar naar jou toe gaan. Want jij was precies zo'n aansteller en je zou je wel behoorlijk vervelen ook". „Zo", zei Mantingh, „zei Helga dat". Hij zweeg en vervolgde: „Je moe der is een lieve meid maar soms is het een canaille". Selma beaamde dat glimlachend zonder er verder nog op m te gaan. Ze wisselde van onderwerp. „Wat heb je hier toch een zielig kerst boompje staan. Plastic, nog geen halve meter hoog en geen versie ring of niks". „Hoe ouder je wordt, des te meer kntiek krijg je te verduren", mur melde hij onder het naarbinnen werken van zijn laatste stukje slag roomhoorn. „Wat wil je bij zo'n opvallende ar metierigheid", gaf ze hem te ver staan. „Heb je ergens papier lig gen?" „Wat wil je daarmee?" vroeg hij. „Dan knip ik rijen engeltjes voor versiering in je boom. Zoals jij me dat vroeger geleerd hebt". Nu ja, dat had hij, bevestigde hij met trots. „Alleen nog maar oude kranten", vervolgde hij aarzelend. Dat was ook goed, bij gebrek aan feestelijker materiaal. Even later kwam hij terug met een stapel oude kranten. Hij gaf nog eens toe dat het een uitstekend idee van haar was de boom te ver sieren met die zelfgeknipte engel tjes. Zijn creatieve lessen waren toch nog ergens goed voor ge weest. Mantingh stelde voor er eens goed voor te gaan zitten. Hij verheugde zich al op de loftuitingen die de familie hem morgen zou geven, onthulde hij Selma. „Grandioos Pa, wat een originele kerstversiering!" Hij hoorde het Helga al zeggen. De oude Mantingh en zijn jonge verwante besteedden de middag op voor hun beiden onverwacht aangename wijze. Selma knipte dat het een aard had en ondertussen bracht hij onder voortdurend luide stemverheffen en pathetisch gesti culerende sappige oude verhalen ten gehore. Wat hij met allemaal meegemaakt had. Het bracht Selma tot onbedaarlijke lachbuien. Op haar beurt vertelde ze hem. gestadig krantepapieren enge- lenslingers knippend, de laatste moppen die ze op school gehoord had. Mantingh vond ze zonder uit zonder „magnifiek". Pas toen Beumer, het was al stik donker, aanbelde voor het kaarten werden ze zich ervan bewust hoe snel de tijd verstreken was. „Tot morgen Oop", schreeuwde Selma haar grootvader nog enthou siast toe toen ze het tuinhekje ach ter zich had dichtgedaan. „Tot morgen Selma", groette hij te rug, „en zeg tegen je moeder maar dat het magnifiek was vanmiddag". Beumer bevond zich m de huiska mer en stond gebiologeerd voor de versierde kerstboom. Mantingh kwam bij hem staan. „Die heeft nujn klemdochter vanmiddag ge maakt. Veertien jaarHeb ik haar vroeger geleerd". „Zo, zo". Beumer prees de versie ring met reserve. „Toegegeven de figuurtjes zijn heel knap vormgege ven, maar de presentatie ervan is toch wat onkerstmisachtig. „Hoezo?" vroeg hij een beetje nij dig (Beumers kritische zm verraste hem onaangenaam). Maar nu hij nog eens goed keek zag hij plotse ling waar Beumer op doelde. In de top van de boom pnjkte een papie ren hoedje. Hij had niet gezien dat Selma dat gevouwen had. En door de wijze waarop ze de slingers in de boom had neergehangen werd het hem duidelijk dat ze hem eens te meer beetgenomen had. De groepering vormde tezamen de contouren van een gezicht. Twee repen slinger hingen midden in de boom, symmetrisch ten opzichte van elkaar, van links af naar boven wijzend. Daartussen een reep die, wat moedeloos, naar beneden hing. Loodrecht dwars daarop op nieuw een streep, waaromheen als een slappe snor, twee slingers naar beneden wezen. Helemaal onder aan hing als een sliertig baardje opnieuw een engelenguirlande in de km van de boom. Aan weerszij den van die totale figuratie hingen nog twee lange tot pijpekrullen om gevormde slingers. Het complete beeld leverde onomstotelijk de omtrekken van het gezicht van een oude Chinees op. Waarom had hij dat niet eerder gezien? „Die deug niet", veroordeelde hij zijn klein dochter in gedachten. Hij zou de decoratie maar gauw verhangen vanavond. Ze zouden het volstrekt afkeuren allemaal, morgen. Nee, dat zou hij niet doen! Hij zou alles laten hangen zoals het nu hing Het was prachtig, ze hadden er een machtige tijdsbesteding mee ge had. En na de kerst zou hij de slin gers bewaren als herinnering om er volgend jaar zijn kerstboom op nieuw mee te versieren! Mantingh herinnerde zich het oordeel van Beumer. Voorwaar! Hij had zich niet te schamen. Hij nchtte zich tot zijn bezoeker die al aan de speel tafel had plaatsgenomen. „Beumer, je kunt er van zeggen wat je wil, maar ik heb haar dat zo geleerd en ik vind het mooi en als jij dat niet vmdt kijk je er maar met naar". „Mantingh", besloot Beumer de kunstkritische conversatie la chend, „je bent een gekke, oude zonderling en dat ben je". Mareine Veldert LEUSDEN - Bij een woning aan de Tarweland is zondag avond rond 22.00 uur met een luchtbuks geschoten op de achterruit. Van de dader(s) onbreekt elk spoor. Volgens de politie gaat het hier om een „bepaalde vorm van balda digheid". LEUSDEN - De politie heeft zondagavond rond 19.15 uur de heer Van de P. uit Leusden bekeurd omdat hij in het bezit was van een verlopen rijbe wijs. Een rijbewijs mag maximaal 1 jaar verlopen zijn. Men mag dan met achter het stuur kruipen, maar kan in die periode wel een meuw exemplaar aanvragen. Wacht men langer dan een jaar, dan moet men opnieuw een rijexa men afleggen. LEUSDEN - Uit een auto, die geparkeerd stond op de par keerplaats bij het AC restau rant, zijn zondagochtend een radio, een benzinedop en en kele cassettebandjes gesto len. De dader, die tot nu toe onbe kend is, sloeg een zijruit in. De goederen zijn eigendom van M.D. mt Barneveld. Hij zat in het restaurant op het moment van de inbraak. Een veehouder uit Amersfoort zou zijn varkens voedsel gege ven hebben dat niet volgens de voorschriften een uur lang aan 100°C was blootgesteld ge weest. Verdachte protes teerde. De betreffende ambte naar was volgens hem in een slecht humeur geweest. "Hij zocht naar iets om met te pakken. Ik geef nujn varkens altijd goed voedsel en ik heb nog nooit last van varkenspest gehad". Maar de bewuste ambtenaar had toch ongekookt eten aan getroffen en een apparaat dat niet aan stond? "De Veterinaire Dienst wil voor me getuigen" verklaarde verdachte. Goed, dan zou de zaak aange houden worden om de getuige van verdachte èn de inspecte rende ambtenaar nader te ho-

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1986 | | pagina 12