I
Je kunt het zo gek niet verzinnen: Jan Pluim maakt alles
Engeltjes
Ruit
kapot
geschoten
Rijbewijs
verlopen
Diefstal
uit auto
Kantongerecht
Amersfoort
Meubelmaker viert zilveren jubileum
DINSDAG 23 DECEMBER 1986
exclusief
12
LEUSDEN - Vijfentwintig jaar geleden maakte Jan Pluim
twee keuzes die zijn verdere leven zouden bepalen. Aller
eerst stapte hij in het huwelijksbootje. Tevens begon hij
een eigen meubelmakerij. Eerst in Amersfoort, maar al
gauw, in 1968, vond hij zijn eigen stekkie aan de Eikenlaan
47 te Leusden. Toepasselijker kon het haast niet.
Nu, eind december 1986, is hij niet alleen vijfentwintig
jaar getrouwd. Ook viert hij het zilveren jubileum van zijn
zaak. Zijn twee kinderen, Carolien en Charles, vonden dat
dat best wel eens in de krant mocht.
Zon twaalf-en-een-half jaar gele
den stond hij uitgebreid in de Leus
der Krant. Sindsdien is hij nauwe
lijks veranderd, zo vinden Carolien
(23) en Charles (20). Vader Pluim
werd geboren op 14 mei 1937 te
Meppel. Op 12-jarige leeftijd be
landde hij in de antiek-zaak van zijn
stiefvader. In eerste instantie
mocht hij niet meer doen dan het
schoonmaken van spullen die uit
heel Europa kwamen.
Later mocht Jan meehelpen bij
de restautatie. Sindsdien werkt hij
dan ook met hout. Na zijn militaire
diensttijd kreeg hij de gelegenheid
om de zaak van zien stiefvader over
te nemen. Daar voelde hij echter
niet veel voor. Hij bleef wel in de
zelfde branche werkzaam.
In Amersfoort kreeg hij de be
schikking over een kleine werk
plaats in de Van Bemmelstraat. In
eerste instantie hield hij zich nog
bezig met antiek, maar al snel
kwam hij meer en meer terecht m
de houtwereld. Vooral eikehout.
Als nevenhandel ging hij de ver
koop behartigen van een groot
Duits houtverwerkend bednjf. En u
weet het wel, van het eén rol je in
het ander. Jan Pluim rolde zo de
meubelmakerij in.
LONEND
„Een groot bedrijf werkt pas lo
nend wanneer het minstens een
bepaalde grootte heeft bereikt.
Dan moet je aan serieproduktie
gaan doen en dat wordt wat de
kostprijs betreft pas interessant als
de series zo groot mogelijk zijn.
Maar dan rijst de vraag: hoe raak je
die massa exact gelijke artikelen
rendabel aan de man9" zei hij m
1975.
Het zal duidelijk zijn: bij Jan Pluim
rollen de eikehouten kasten niet
met tientallen exemplaren tegelijk
de werkplaats uit. Van elk meubel
stuk dat hij maakt, worden er tus
sen de 25 en 35 exemplaren van
gemaakt. Echt uitgebreide teke
ningen gebruikt hij daar met bij.
„Hij weet alles uit zijn hoofd", zegt
dochter Carolien. „Ik heb hem
nooit met een notitieblokje gezien.
Hij is enorm creatief, weet de ver
houdingen goed Eigenlijk is mijn
vader een grote kunstenaar."
Jarenlang had Jan Pluim één
werknemer m dienst. Toen deze
vier jaar geleden kwam te overlij
den. deed zoon Charles zijn intrede
ut het bednjf. Hij heeft ook de ta
lenten van zijn vader meegekre
gen. Dat zegt tenminste zus Caro
lien. Zelf is hij daar wat bescheide
ner over „Maar zoiets leer je niet
op school", benadrukt Charles.
door
Martin Hermens
meubelen. Een streling voor het
oog, zoveel moois bij elkaar.
Zo'n drie-en-een-half jaar gele
den verhuisde het gezm Pluim van
de Eikenlaan naar de Postweg.
„We zijn hier weggegaan voor de
rust", legt Carolien in de showroom
uit. „Vroeger kwam pa hier ook op
zondag. Dan moest 'ie even wat
doen, maar dan was hij heel de dag
weer aan het werk. Nu is hij 's zon
dags thuis."
Of ze trots zijn op hun vader? 't is
eigenlijk een overbodige vraag.
„Heel erg", klinkt het eensgezind.
„Vnenden van pa hebben grote
bedrijven opgezet, maar die zijn
allemaal falliet. Pa is altijd een een
manszaak gebleven, altijd klem ge
weest. En hij is er nog steeds."
OVERNEMEN
Het is de bedoeling dat zoon
Charles in de loop der tijd de zaak
overneemt. „Pa loopt tegen de vijf
tig en het is zwaar werk", licht Ca
rolien toe. Jan Pluim wilde vroeger
al hebben dat zijn zoon in de zaak
zou komen. „Daar had ik helemaal
geen trek in", vertelt Charles,
„maar zes jaar geleden is het be
gonnen. Daarvoor wilde ik liever
spelen."
„Ik ben zeer gemteresseerd in
zijn werk", zegt Carolien, die zelf
ooit nog eens een eigen zaakje
hoopt te hebben. „Het was nooit
van: o, pa komt van zijn werk. Nee,
je wist wat hij deed. Hij was er
altijd. We staan er ook met z'n allen
achter."
..wist de heer Pluim dit mooie rijtuig te maken. Een staaltje van vakmanschap.
Van deze puinhoop...
„Daar leer je voor de massa-pro
ductie."
STAGE
„We krijgen hier wel eens een
MTS-er op stage. Maar die kunnen
ruks. Die zijn opgeleid om aan een
machine te werken," verduide
lijkt Charles. Zelf volgt hij een op
leiding aan de S.V.M., de Stichting
Vakopleiding Meubilenngsbedrij-
ven. Dat houdt m: één avond in de
week studeren. De rest leert hij bij
pa. „Hij is zelf begonnen, zonder
kruiwagen, met het bewerken van
afvalhout Dat verkocht hij dan
weer", zegt Charles.
„U vraagt, wij maken" klinkt met
onbekend bij Meubelmakerij Pluim
te Leusden. „We kunnen alles ma
ken", zegt de zoon zelfverzekerd.
„De gekste dingen. Kastjes met
open zijkanten, bannteneurs. Vaak
meestal alleen op basis van een
slordig tekeningetje; net kleuter
schoolkrabbeltjes."
Op het moment zijn de meubels
van de firma Pluim zeer geliefd bij
de hier verblijvende Amerikanen.
Tegen de tijd dat ze weer terug
naar huis gaan, komen ze ze kopen.
„Eikehouten meubelen hebben ze
daar met", aldus Carolien. Ook de
meubelbranche is onderhevig aan
mode-golven. „De ene keer is he
lemaal strak in. Een paar jaar later
wil men allerlei toogjes", gaat Ca
rolien verder. „Blank eiken is mo
menteel in."
DUURZAAM
De ideeen van Jan Pluim worden
vaak overgenomen. Op beurzen en
m winkels komt hij vaak modellen
tegen die hij heeft ontworpen.
Charles: „Hij herkent precies zijn
eigen kasten." Ovengens zijn eike
houten meubels zeer geliefd. „Het
is een duurzame houtsoort. Het
blijft altijd mooi. Grenen is maar
voor eventjes", legt Charles uit.
„Bij ons is alles massief. Tegen
woordig hoeft er maar dertig pro
cent eikehout in te zitten om het
massief te noemen. Hier is alles
eiken."
Over hun vader raken Charles en
Carolien met uitgepraat. „Hij heeft
zijn hart een beetje verpand aan
Wenen" krijg ik te horen. „Hij kan
met stil zitten. Dat is een groot pro
bleem. En als 'ie niet stilzit, zit 'ie te
slapen" klinkt het even later. En:
„We hebben een leuke pa. Hij is
wel makkelijk."
Verbazing, maar nog meer be
wondering was er over het feit dat
Jan Pluim van een hoopje hout weer
de oorspronkelijke koets maakte.
„Hij kan heel mooi koetsen restau
reren", zegt Carolien. De foto's die
zij laat zien, tonen haar gelijk aan.
Mensen die deze foto's zien, kun
nen het bevestigen: Jan Pluim is
inderdaad een kunstenaar.
FANATIEK
Volgens zijn kinderen is Jan
Pluim heel fanatiek in zijn werk.
„Hij is heel erg bezig met zijn werk.
Hij beleeft er veel plezier aan. Hij
heeft van zijn hobby zijn werk ge
maaktDe laatste uitbreiding vond
al weer tien jaar geleden plaats. De
houtopslag verhuisde naar de
rookkamers m Brabant. En op de
plaats die vnj kwam, breidde hij
zijn bedrijfspand met een stukje mt.
Dat gedeelte doet nu tevens dienst
als showroom. Er staat voor een
kapitaal aan zware, eikehouten
De heer Pluim zit 25 jaar in de meubelmakerij.
kerstverhaal
De oude Lex Mantingh zat
in zijn vertrouwde stoel voor
het raam. Hij was in een diep
gepeins verzonken. Daarbij
leek het alsof hij naar buiten
staarde maar zijn venster was
vrijwel geheel beslagen door
de vochtige warmte in het
vertrek. Mantingh stookte
zijn cv-ketel graag nog flink
wat op bij een winterse dag
als deze. Al gutste het kwik
uit zijn thermometer. Man
tingh zou er niet om malen.
Integendeel.
Naast hem op het ronde ta
feltje onder een kaal plastic
kerstboompje lag de openge
slagen gids. De televisie te
genover hem schalde nog for
tissimo door de sober bemeu
belde kamer. Dat de buren er
geen misbaar over maakten
mocht een wonder heten. Mis
schien waren ze net zo doof
als hij. Mantingh had er in
ieder geval allang geen oren
meer naar.
Al voor twaalven had hij zijn ver-
rekijk aangezet. Met geen ander
oogmerk dan de leegte, die zich
van alle kanten aan hem opdrong te
verdringen. Wat het beeldscherm
te bieden had deed er eigenlijk niet
toe. Het was weliswaar zijn ge
woonte om grote dagdelen zittend
voor de tv door te brengen maar
juist vandaag, Eerste Kerstdag
voelde hij een grote behoefte aan
afleiding. Geboeid had hij zitten
kijken naar het slot van een plech
tige kerstviering, live vanuit de
grote kerk teHij was het al ver
geten. Nee, godsdienstig grootge
bracht was hij bepaald niet. Goed
beschouwd, meende hij, was het
een verworvenheid van zijn ver
gevorderde leeftijd, de rituele
waarde van zo'n viering m te zien.
En ja, de algemene christelijke nor
men kon hij volledig onderschrij
ven.
Nadien had hij nog het een en an
der gezien maar snikje bij beetje
was zijn aandacht verslapt en nu
een populaire omroep een even
populaire kerstwens de ether ïn-
slingerde was Mantingh een beetje
in zijn gedachten verdwaald. „Wat
een dag", murmelde hij, „de plech-
tigste dag van het jaar en sinds
Eefje er met meer is, viert meneer
Lex het Kerstfeest met zichzelf'.
Natuurlijk, zijn twee kinderen had
den hem beiden aangeboden de
feestdis bij hen te gebruiken. Man
tingh had het vriendelijk, maar be
slist en hooghartig, van de hand
gewezen. Echt, hij vermaakte zich
best en tegen de avond zou de
oude Beumer langskomen om een
kaartje te leggen. Nee, hartelijk
dank voor de uitnodiging maar hij
kookte zijn eigen potje wel. Dat
laatste was uiteraard gelogen. Zo
klaar als een klontje. Door de week
immers, bereidde mevrouw Scho
tel, de verzorgster, zijn warme eten.
De zaterdagen en de zondagen
schoof hij beurtelings aan bij Joops
gezin of bij het gezm van Helga. Ze
wisten natuurlijk allemaal best dat
hij wat uit zijn duim zoog. Maar op
dit punt was Mantingh nu eenmaal
onverzettelijk.
Waarom zo koppig? Hij wist het zelf
maar half, maakte zich wijs dat de
afwezigheid van Eefje hem juist bij
het kerstdiner bij zijn kinderen
parten zou spelen. Voelde hij haar
verlies hier in hun huis minder? Ja,
wel minder want op deze stek was
hij er aan gewend geraakt, had hij
er zich mee verzoend. Bij Joop of
Helga met hun echtgenoten en kin
deren zou het gemis hem zo helder
zijn als bouillon die hem voorgezet
werd. En Mantingh was er de man
niet naar om zijn emoties in het
bijzijn van anderen te laten blijken.
Maar als hij echt eerlijk bij zichzelf
te rade ging dan lag er toch ook
wel een gezonde dosis zelfmedelij
den in de rol die hij zich oplegde.
Eigenlijk vond hij het wel leuk om
zichzelf een beetje zielig te vinden.
Een zielig voelde Mantingh zich.
Helaas ging de rol van gekwelde
hem met al te best af vandaag. Dat
had hij zoéven met ontstemming
geconstateerd. Oke, morgen kwa
men Joop en Carla, Helga en Guus
en ook de kleinkinderen zouden er
allemaal zijn. Het was een vooruit
zicht, dat nauwelijks soelaas bood.
Zo maalde het voort m zijn verrim-
pelde kop en van lieverlede be
landde hij in een lichte slaap.
Hij wist met hoelang hij had zitten
dutten toen er aangebeld werd.
Aangebeld? Groot alarm werd er
geslagen! Tnng, tingetringetnng,
tréngMoord? Brand9 Met
schrikt ontwaakte hij uit zijn sluime
ring. Welke halve gare stond daar
op dit kersmiddaguur zo voor zijn
domicilie te keer te gaan? Hij zocht
contouren achter het raam. Een dik
waas versperde hem het uitzicht.
Behoedzaam wreef hij op de ruit
een plekje schoon. Je wist maar
nooit, voor sommige geboefte was
het maar beter, voor te geven met
thuis te zijn. Nee maarHad hij
het goed gezien? Nog enigszins
slaapdronken krikte Mantingh zich
op mt zijn zetel, schuifelde met
wankele tred via de kamer naar het
kleine halletje, haalde de schuif van
de deur en opende. Hij had het
goed gezien.
„Hooi oop! Mag ik binnenkomen9"
„Selma, lieve kmd, wat een verras
sing. Tuurlijk, kom erin!"
schreeuwde hij.
Selma gooide haar haren in haar
nek. kuste haar grootvader op de
wang en stapte parmantig door
naar de keuken waar zij een wit
kartonnen doosje op het aanrecht
zette Terug in het halletje, waar
Mantingh met de deurknop in zijn
handen, nog steeds wat stond te
bekomen van de onaangekon
digde kerstsurprise in de persoon
van Selma, deed ze haar jak mt en
hing die aan de kapstok.
„Wat sta je daar nou te treuzelen,
Opa. Schiet op, doe die deur dicht,
anders vat je nog kou. Het vriest
ijstijden".
Mantingh, onmiddellijk op zij qui
vive, dreunde de deur met een
sierlijke zwaai in het slot.
„Wat heb je daar m de keuken
neergezet?" vroeg hij nieuwsgie
rig.
„Kinderen die vragen worden
overgeslagen", antwoordde ze
hem, terwijl ze hem voorging naar
de kamer.
„Ik heb toch niets gevraagd", pro
beerde Mantingh, haar achterna lo
pend.
„Dat heb je wel Maar ik zal het je
maar zeggen want je wil het toch
weten. Ik heb slagroomgebakjes
meegebracht. Van die hoorns die
jij zo lekker vindt".
Selma nestelde zich m de stoel
naast die van Mantingh. Ze kende
zijn stek.
„Oh, wat aardig van je", zei Man
tingh. „Weet je wat? Ik ga meteen
water opzetten voor thee. Ik heb er
zo'n zin in".
„Zeker honger hè", nep Selma hem
met ondeugend fonkelende oogjes
na, terwijl hij zich naar de keuken
begaf.
Wat voelde hij zich betrapt. Maar
het mocht de vreugde om haar be
zoek niet minderen. „Een deugniet
ben je", brulde hij vanuit de keu
ken.
„Als die televisie van je niet zo
oordovend hard stond, zou je met
zo tegen me hoeven schreeuwen"
„Wat zeg je?" bulderde het op
nieuw mt de nchting van de keu
ken.
„Je bent toch met doof'
„Wat?"
„Ik zei dat ik hier sterf van de hitte",
loog ze. „Het is net een sauna hier.
Man wat stook jij toch"
Mantingh was bezig met het gebak,
onderbrak zijn bezigheid en stak
zijn hoofd om de hoek. „Nee", zei
hij, „mijn gehoor gaat de laatste tijd
wat achteruit en daarom zet ik de
televisie een ietsje harder".
„Een ietsje", herhaalde ze smalend,
„en trouwens, hoorde ik je daar
zeggen dat je gehoor achteruit
gaat. Je doet maar net alsof'
„Wat zeg je?" verhief Mantingh op
nieuw zijn stem onderwijl drukke
bezigheden voorwendend.
„Ik zei je dat je een gekke, oude
zonderling bent", schaterde ze.
Dat was niet aan dovemansoren
gencht. Weer verscheen Mantingh
m de deuropening. „Zeg wil je wel.
Je hebt ook geen repspect meer
voor de oude mens", mopperde hij
gemaakt.
„Wat zeg je?"
Mantingh grinnikte om de streken
van zijn kleinkind. Eigenlijk had ze
nog gelijk ook. Gesprekken volgen
was misschien moeilijk genoeg,
maar een gesprek voeren daar
voor waren zijn oren nog goed ge
noeg. Selma's woorden waren hem
m eerste instantie maar half door
gedrongen omdat hij weer stond te
suffen. Zo was het.
„Zet de t.v. ook eigenlijk maar af',
zei hij.
Selma schakelde het toestel uit. „En
de verwarming mag zeker ook wel
wat lager, hè Oop".
„Dat is toch gezellig kmd, die
warmte". „Zo gezellig dat ik er half
door lig te slapen". Selma pakte de
televisiegids van het tafeltje en bla
derde er achterstevoren wat door
heen.
Met fiere blik, alsof hij een groot en
zwaar karwei geklaard had, ver
scheen Mantingh even later in de
kamer Voor zich mt schommelde
een dienblad met twee kopjes, een
pot verse thee en de schaaltjes met
slagroomgebak.
„Kijk eens, dat ziet er lekker uit",
stelde hij vast. Mantingh ging zitten.
Selma zette hem een kopje thee en
een gebakje voor.
„En vertel me nu eens wat jou hier
op Eerste Kerstdag bij een gekke,
oude zonderling als ik brengt",
vroeg hij en stak een groot stuk van
het gebak gretig in zijn mond.
Selma mpte van de thee. „Nou", zei
ze, „ik dacht, laat ik eens gaan kij
ken of Opa ook zo verplicht gezel
lig wil doen met Kerstmis als wij
thuis".
„Maar jullie komen morgen toch
met zijn allen?"
Janwei, maar ik verveelde me zo",
gaf ze toe „Kerstmis is mets aan. Je
kunt alleen maar de hele dag stil
letjes m een stoel zitten. Ik word
daar balorig van en dan ga ik ieder
een op de zenuwen werken Dat zei
mama tenminste. En als ik me zo
nodig aan wou stellen dan moest ik
maar naar jou toe gaan. Want jij was
precies zo'n aansteller en je zou je
wel behoorlijk vervelen ook".
„Zo", zei Mantingh, „zei Helga dat".
Hij zweeg en vervolgde: „Je moe
der is een lieve meid maar soms is
het een canaille".
Selma beaamde dat glimlachend
zonder er verder nog op m te gaan.
Ze wisselde van onderwerp. „Wat
heb je hier toch een zielig kerst
boompje staan. Plastic, nog geen
halve meter hoog en geen versie
ring of niks".
„Hoe ouder je wordt, des te meer
kntiek krijg je te verduren", mur
melde hij onder het naarbinnen
werken van zijn laatste stukje slag
roomhoorn.
„Wat wil je bij zo'n opvallende ar
metierigheid", gaf ze hem te ver
staan. „Heb je ergens papier lig
gen?"
„Wat wil je daarmee?" vroeg hij.
„Dan knip ik rijen engeltjes voor
versiering in je boom. Zoals jij me
dat vroeger geleerd hebt".
Nu ja, dat had hij, bevestigde hij
met trots. „Alleen nog maar oude
kranten", vervolgde hij aarzelend.
Dat was ook goed, bij gebrek aan
feestelijker materiaal.
Even later kwam hij terug met een
stapel oude kranten. Hij gaf nog
eens toe dat het een uitstekend
idee van haar was de boom te ver
sieren met die zelfgeknipte engel
tjes. Zijn creatieve lessen waren
toch nog ergens goed voor ge
weest.
Mantingh stelde voor er eens goed
voor te gaan zitten. Hij verheugde
zich al op de loftuitingen die de
familie hem morgen zou geven,
onthulde hij Selma. „Grandioos Pa,
wat een originele kerstversiering!"
Hij hoorde het Helga al zeggen.
De oude Mantingh en zijn jonge
verwante besteedden de middag
op voor hun beiden onverwacht
aangename wijze. Selma knipte dat
het een aard had en ondertussen
bracht hij onder voortdurend luide
stemverheffen en pathetisch gesti
culerende sappige oude verhalen
ten gehore. Wat hij met allemaal
meegemaakt had. Het bracht
Selma tot onbedaarlijke lachbuien.
Op haar beurt vertelde ze hem.
gestadig krantepapieren enge-
lenslingers knippend, de laatste
moppen die ze op school gehoord
had. Mantingh vond ze zonder uit
zonder „magnifiek".
Pas toen Beumer, het was al stik
donker, aanbelde voor het kaarten
werden ze zich ervan bewust hoe
snel de tijd verstreken was.
„Tot morgen Oop", schreeuwde
Selma haar grootvader nog enthou
siast toe toen ze het tuinhekje ach
ter zich had dichtgedaan.
„Tot morgen Selma", groette hij te
rug, „en zeg tegen je moeder maar
dat het magnifiek was vanmiddag".
Beumer bevond zich m de huiska
mer en stond gebiologeerd voor de
versierde kerstboom. Mantingh
kwam bij hem staan. „Die heeft
nujn klemdochter vanmiddag ge
maakt. Veertien jaarHeb ik
haar vroeger geleerd".
„Zo, zo". Beumer prees de versie
ring met reserve. „Toegegeven de
figuurtjes zijn heel knap vormgege
ven, maar de presentatie ervan is
toch wat onkerstmisachtig.
„Hoezo?" vroeg hij een beetje nij
dig (Beumers kritische zm verraste
hem onaangenaam). Maar nu hij
nog eens goed keek zag hij plotse
ling waar Beumer op doelde. In de
top van de boom pnjkte een papie
ren hoedje. Hij had niet gezien dat
Selma dat gevouwen had. En door
de wijze waarop ze de slingers in
de boom had neergehangen werd
het hem duidelijk dat ze hem eens
te meer beetgenomen had. De
groepering vormde tezamen de
contouren van een gezicht. Twee
repen slinger hingen midden in de
boom, symmetrisch ten opzichte
van elkaar, van links af naar boven
wijzend. Daartussen een reep die,
wat moedeloos, naar beneden
hing. Loodrecht dwars daarop op
nieuw een streep, waaromheen als
een slappe snor, twee slingers naar
beneden wezen. Helemaal onder
aan hing als een sliertig baardje
opnieuw een engelenguirlande in
de km van de boom. Aan weerszij
den van die totale figuratie hingen
nog twee lange tot pijpekrullen om
gevormde slingers. Het complete
beeld leverde onomstotelijk de
omtrekken van het gezicht van een
oude Chinees op. Waarom had hij
dat niet eerder gezien? „Die deug
niet", veroordeelde hij zijn klein
dochter in gedachten. Hij zou de
decoratie maar gauw verhangen
vanavond. Ze zouden het volstrekt
afkeuren allemaal, morgen.
Nee, dat zou hij niet doen! Hij zou
alles laten hangen zoals het nu hing
Het was prachtig, ze hadden er een
machtige tijdsbesteding mee ge
had. En na de kerst zou hij de slin
gers bewaren als herinnering om
er volgend jaar zijn kerstboom op
nieuw mee te versieren! Mantingh
herinnerde zich het oordeel van
Beumer. Voorwaar! Hij had zich
niet te schamen. Hij nchtte zich tot
zijn bezoeker die al aan de speel
tafel had plaatsgenomen. „Beumer,
je kunt er van zeggen wat je wil,
maar ik heb haar dat zo geleerd en
ik vind het mooi en als jij dat niet
vmdt kijk je er maar met naar".
„Mantingh", besloot Beumer de
kunstkritische conversatie la
chend, „je bent een gekke, oude
zonderling en dat ben je".
Mareine Veldert
LEUSDEN - Bij een woning
aan de Tarweland is zondag
avond rond 22.00 uur met een
luchtbuks geschoten op de
achterruit. Van de dader(s)
onbreekt elk spoor.
Volgens de politie gaat het hier
om een „bepaalde vorm van balda
digheid".
LEUSDEN - De politie heeft
zondagavond rond 19.15 uur
de heer Van de P. uit Leusden
bekeurd omdat hij in het bezit
was van een verlopen rijbe
wijs.
Een rijbewijs mag maximaal 1
jaar verlopen zijn. Men mag dan
met achter het stuur kruipen, maar
kan in die periode wel een meuw
exemplaar aanvragen.
Wacht men langer dan een jaar,
dan moet men opnieuw een rijexa
men afleggen.
LEUSDEN - Uit een auto, die
geparkeerd stond op de par
keerplaats bij het AC restau
rant, zijn zondagochtend een
radio, een benzinedop en en
kele cassettebandjes gesto
len.
De dader, die tot nu toe onbe
kend is, sloeg een zijruit in.
De goederen zijn eigendom van
M.D. mt Barneveld. Hij zat in het
restaurant op het moment van de
inbraak.
Een veehouder uit Amersfoort
zou zijn varkens voedsel gege
ven hebben dat niet volgens de
voorschriften een uur lang aan
100°C was blootgesteld ge
weest. Verdachte protes
teerde. De betreffende ambte
naar was volgens hem in een
slecht humeur geweest.
"Hij zocht naar iets om met te
pakken. Ik geef nujn varkens
altijd goed voedsel en ik heb
nog nooit last van varkenspest
gehad".
Maar de bewuste ambtenaar
had toch ongekookt eten aan
getroffen en een apparaat dat
niet aan stond? "De Veterinaire
Dienst wil voor me getuigen"
verklaarde verdachte.
Goed, dan zou de zaak aange
houden worden om de getuige
van verdachte èn de inspecte
rende ambtenaar nader te ho-