Een slecht behandelde enkel loopt veel schade op
Sport en blessures
Overheid wil sportongevallen
met 25 procent verminderen
Veel sporters vaak tè snel na blessure weer 'aan de bak'
DONDERDAG 19 FEBRUARI 1987
Jaarlijks worden er zo'n 500.000 sportblessures geregi
streerd, die vaak het gevolg zijn van overbelasting en ver
keerde techniek. De meeste blessures vinden in de voetbal
sport plaats, maar ook bij andere sporten, zoals volleybal,
basketbal en tennis, zijn de percentages aan de hoge kant. Het
meest getroffen lichaamsdeel is de enkel (de knie komt op de
tweede plaats). Veel sporters, die door enkelblessures hun
sport niet kunnen beoefenen, proberen via fysiotherapeutische
behandelingen zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan.
Vooral het populaire ,„in-tapen" wordt daarbij als een grote
uitkomst beschouwd.
Vorige week maandag vond in de demonstratiezaal van het
ziekenhuis De Lichtenberg een bijeenkomst plaats voor trai
ners, verzorgers en andere belangstellenden, georganiseerd
door de Stichting Sportmedisch Advies-Centrum (SMA). De arts
A. G. Kaldenberg en de fysiotherapeuten R. Wagenaar en H. de
Bruyn gaven die avond, ieder vanuit hun gezichtshoek, infor
matie over de oorzaken en de behandeling van enkelblessures.
Onze medewerker Aat Daale, zelf enkele jaren geleden
slachtoffer van een ernstige enkelblessure, luisterde aandach
tig toe.
Fysiotherapeut Ruud Wagenaar: „Heel belangrijk is wat er direct na het
ontstaan van een blessure gebeurt.
door
Aat Daale
AMERSFOORT In de wereld
van de sport vormen enkelblessu
res tegenwoordig een waar schrik
beeld en een kwaad voor het maat
schappelijk leven. Voor de teams
belangrijke spelers raken op cru
ciale momenten geblesseerd. De
spelers zelf willen graag weer te
rug op het speelveld, maar moeten
meer geduld hebben dan hun lief
is. Een voorbeeld is een sporter die
zijn vereniging van dienst meende
te zijn door tóch, in weerwil van zijn
enkelblessure, aan de belangrijke
wedstrijden voor de promotie mee
te doen. Het team promoveerde en
de speler was tevreden. De betrok
ken fysiotherapeut keurde de be
slissing van de speler af.
Was het verstandig van die
sporter? De mensen uit de medi
sche wereld zullen dit zeker ont
kennen. Een enkel is een zeer be
langrijk lichaamsdeel, dat een heel
leven lang meemoet. Het moet het
hele lichaam torsen en dient er
voor te zorgen dat de persoon in
kwestie steeds goed uit de voeten
kan.
De Leusdense arts A. G Kalden
berg, verbonden aan het SMA in
Amersfoort, was vorige week de
eerste spreker op de bijeenkomst,
die in De Lichtenberg voor geïnte
resseerden was belegd. De op
komst was opvallend groot, een
bewijs temeer, dat enkelblessures
en de behandeling daarvan voor
vele sportmensen een belangrijke
rol spelen. De arts liet duidelijk
naar voren komen dat over enkel
blessures beslist niet te lichtvaar
dig moet worden gedacht.
„Een simpel uitziende enkel
blessure kan heel wat verrader
lijke dingen onder zich bergen",
aldus de arts, die zich als eerste
spreker voornamelijk beperkte tot
de anatomie van de enkel. „Iemand
die iets met zijn enkel heeft, moet
nooit iet verzwijgen of ontkennen",
was zijn voornaamste boodschap
aan de toehoorders.
Ruud Wagenaar, fysiotherapeut
in Amersfoort, ging uitvoerig in op
de manier, waarop enkelblessures
kunnen worden behandeld. „Heel
belangrijk is", aldus de ook aan het
SMA verbonden deskundige, „wat
er direct na het ontstaan van de
blessure gebeurt. Dat is niet alleen
van belang voor de afwikkeling
van de behandeling, maar dat is
ook medebepalend voor de gevol
gen op langere termijn." Met an
dere woorden: wie een enkelbles
sure niet goed laat behandelen kan
er jaren later nog goed last van
krijgen.
Ruud Wagenaar kan de sport
beoefenaars met genoeg waar
schuwen voor een te grote non
chalance bij het optreden van een
enkelkwetsuur. „Een slecht behan
delde enkel loopt veel meer
schade op dan een goed behan
delde en dat kan gevolgen hebben
op langere termijn."
Wat moet een sporter doen, die
op het veld of in de zaal een enkel
blessure oploopt? In ieder geval
moet hij niet naar de kleedruimte
strompelen, naar huis gaan en al
daar rustig met zijn pootje op een
bankje gaan zitten.
Wagenaar: „In eerste instantie
is er de EHBSO, de eerste hulp bij
sportongelukken. Iemand die die
Het „tapenvan bijvoorbeeld een enkel moet vakkundig worden gedaan. Tapen is een vorm van bandageren die het mogehjk maakt bepaalde bewegingen in een vroeg stadium van de
behandeling te verrichten.
De informatie-a vond in ziekenhuis De Lichtenberg trok vonge week veel belangstelling, vooral van sporttrainers
en verzorgers.
hulp verleent moet aan de weet
zien te komen, wat er precies is
gebeurd.
Heeft de betrokkene pijn en
waar heeft hij die precies? Heeft de
man of vrouw de sportschoen nog
aan, bekijk dan de enkel eerst
goed. Misschien is er al een stan
dafwijking waar te nemen. Daarna
kun je het schoeisel voorzichtig uit
doen en de sok verwijderen. Dan is
het zaak om te zien of er een zwel
ling is. Dat is een teken dat er bloed
uitgetreden is. Het is mogelijk dat
je geen zwelling ziet, maar dat is
geen garantie dat er helemaal geen
zwelling meer zal optreden. Is er
inderdaad zwelling, dan dient de
enkel zo snel mogelijk te worden
gekoeld, het liefst met gelei ge
vulde plastic zakjes, die goed ge
koeld zijn. Zijn die met aanwezig,
dan kan ook goed doorstromend
water worden gebruikt. Maar dan
is vijf minuten niet voldoende. Pro
beer dat vijftien tot twintig minuten
vol te houden. Daarna is het van
belang opnieuw goed te vragen of
er pijn is. Probeer dan de enkel zo
mogelijk iets te belasten om te zien
of de pijn in hevigheid toeneemt.
Als dat duidelijk is, dan kan een
drukverband, een elastische
zwachtel van acht centimeter
breedte, een goede steun bieden.
Vette watten, zoals die nog in het
oranje boekje van het Rode Kruis
worden voorgeschreven, zijn daar
bij naar onze mening niet meer no
dig."
ULTRA KORTE GOLF-STRA-
LING
Wat te doen, als die eerste hulp
achter de rug is? Het antwoord ligt
voor de hand. Zo gauw mogehjk
naar de huisarts, zeer zeker als de
pijn aanhoudt. De arts kan verwij
zen naar het ziekenhuis of naar het
SMA In meeste gevallen komen de
patiënten dan bij een fysiothera
peut terecht. Bijvoorbeeld bij Ruud
Wagenaar.
„Er is altijd een vaste vuistregel.
In de eerste plaats voldoende koe
len, dan een drukverband en
daarna het been hoog neerleggen.
Alles in de juiste volgorde. De eer
ste 48 uur zijn belangrijk. Het aan
brengen van het drukverband
moet zo goed mogehjk gebeuren
en het koelen moet om de drie
vier uur worden herhaald, om de
zwelling zo weinig mogehjk kans te
geven. Na twee dagen is het meest
acute van de blessure er af. Wie
naar een fysiotherapeut wordt ver
wezen knjgt mogelijkerwijs een
behandeling met ultra korte golf-
strahng. Fysiotherapie is het verza
melwoord voor de mogelijkheden
die de therapeut heeft om door
middel van apparaten blessures te
behandelen. Sommige mensen
worden behandeld met ultra korte
golf-straling, na verloop van tijd
eventueel aangevuld met ultra-ge
luid of stroomvormen om de pijn te
dempen en de zwelling verder te
verminderen."
Ruud Wagenaar wijst op de
tape-bandage, die zijn vakgenoot
Han de Bruyn later op de avond
behandelde. Kan de „patiënt" al
gauw aan het oefenen gaan den
ken? Het ligt voor de hand dat een
sporter zo gauw mogehjk weer aan
de gang wil. Voorwaarde is in ieder
geval dat de pijn voldoende is ver
dwenen. Ruud Wagenaar: „Een
goed oefenprogramma, dat goed
aansluit bij de specifieke sportacti
viteiten van de betrokkene, is van
belang voor het herstel van de be
wegingen. Ga géén gewichten aan
de voet hangen. Het gaat er om met
eigen activiteiten zoveel mogehjk
de normale bewegingsmogehjk-
heid te herstellen, met zo weinig
mogehjk krachten van buitenaf.
Daarnaast moet de kracht worden
vergroot en moet men proberen
weer de juiste manier te gaan
lopen. Loo* een minder goed loop
patroon sluipen de eerste foutjes er
stoel met de voet op een bal (twee
ballen is veel moeilijker) is een
goede oefening.
Ruud Wagenaar wijst op de
grote noodzaak niet te snel sa
men met de collega-sporters de
activiteiten te hervatten.
Ruud: „Veel mensen willen
graag weer de wei of de zaal in,
maar gaan voorbij aan onze advie-
VERSCHILLENDE TAPE-ME
THODEN
Han de Bruyn, de laatste spreker
op de bijeenkomst, die eerder
door de heer P. van Mourik, secre
taris van het SMA was ingeleid, was
naar alle waarschijnlijkheid de-
gei.»., voor wie de meeste bezoe
kers waren gekomen. Hij was im
mers de man, die uitleg kwam ge
ven over de methode om te tapen.
Twee sprekers van de informatie-avond over enkelblessures: arts A C. Kaldenberg (links) en fysiotherapeut H.
de Bruyn (rechts).
in en die kunnen sommige mensen
maar moeilijk afleren. Sportmen
sen moeten wél optimaal weer le
ren bewegen om aan alle eisen van
de sport te voldoen."
Een veelbesproken onderwerp
is tegenwoordig het „rekken". In
de fysiotherapie wordt volledig
erkend dat rekken in de nabehan
deling van blessures noodzake
lijk is. De verkorte spieren moe
ten weer op lengte komen.
Het is natbuurhjk ook van belang
dat de betrokkene weer vol
doende evenwicht heeft als hij op
het bewuste been gaat staan. Daar
aan moet hij snel gaan werken
Ruud Wagenaar daarover: „Nog
met gips om kan je in ieder geval
proberen je tenen te bewegen en
verder alles wat met de bandage
om mogehjk is. Buigen met de knie
is ook van belang. Wie geen grote
passen kan maken moet kleinere
stappen nemen. Er moet worden
voorkomen dat er overbelasting
plaatstvindt."
OEFENTOL
Gelukkig komt op een gegeven
moment voor iedere sporter het
moment van vooruitgang. De kruk
ken worden mgeleverd en de fy
siotherapeut trekt een tevreden ge
zicht. Je kunt dan oefeningen gaan
doen op een oefentol, een kien uit
gedacht, wankel, kringvormig op
stapje, waarop feilloos wordt aan
getoond hoe het met het evenwicht
is gesteld. Ook oefeningen op een
zen. Dat is onverstandig. Overleg
met je trainer en verzorger wat je
het beste kunt gaan doen. Gaat het
naar wens, bouw dan eerst de duur
van je trainig op en pas daarna je
snelheid."
Tapen is een vorm van bandage
ren, die in tegenstelling met het
totaal blokkerende gipsverband
de mogehjkheid biedt om be
paalde bewegingen al in een eer
der stadium van de behandeling te
verrichten. Voorwaarde is ever
wel, dat de tape op de juiste vak
kundige manier wordt aangelegd
Het gebeurt met de zogenaamd*
partieel immobiliserende verban
den. Han de Bruyn vertegenwoor
digt de methode van Jac. van Nu
nen met het materiaal van de Duits*
firma Lohmann. De methode Cou
mans was één van de eerste metho
des op dat gebied en de geleerde:
zijn het er allemaal over eens da
die methode goede resultatet
geeft. Han de Bruyn: „Ieder heeft e
z'n eigen aureooltje boven zqi
hoofd door te zeggen, mijn tech
niek is de beste. In wezen blijft he
gewoon zo, dat succesvol tape-
volgens een bepaalde method*
neerkomt op de relatie „persoo;
tot persoon".
De Bruyn pretendeert dan ooi
niet de enige zaligmakende tape
methode in huis te hebben. „Ik ka
de mensen ook niet op één avom
leren tapen. Dat is onmogelijk. He
is heel belangrijk dat je en goed
kennis hebt van wat er in het ge
wricht gebeurt en wat je met dt
tape precies moet doen. Leg je zo\
tape verkeerd aan, dan krijg ji
geen resultaten. Integendeel,
techniek is gewoon heel belanj
rijk."
„Tapen is populair, maar de ke:
nis daarover is zeer verdeeld. D
is bij onderzoek gebleken. Tap*
techniek is alleen maar een onde
deel in een breed scala van goe
begeleide revalidatie. Het is dt
niet een op zichzelf staand iets
aldus deze fysiotherapeut, die c
na zijn uitleg in het middelpunt n
de tape-nieuwsgierigen ble*
staan.
Enkelblessures zullen nog vt
malen de spelers voor om
wachte problemen stelli
Grondgedachte van dit wat n
disch getinte relaas blijft het a
vies van Ruud Wagenaar:,Ali
een enkelblessure hebt, laat d
dan zo grondig mogelijk behai
delen."
Voetbal
Hockey
Volleybal
Tennis
Basketball
Blessure aan:
enkel
31,0%
19,3%
55,0%
43,0%
41,3%
knie
13,0%
6,6%
3,5%
6,0%
4,6%
onderbeen
7,7%
3,6%
2,5%
13,2%
1,2%
vinger/duim
6,4%
16,9%
21,7%
3,5%
29,4%
voet
7,2%
4,3%
3.8%
4,4%
3,4%
pols
4,7%
2,0%
2,9%
6,8%
3,0%
gezicht
3,0%
14,1%
0,8%
4,0%
2,0%
schouder
3,8%
1.8%
1,7%
2,5%
0,8%
hand
3,2%
5,4%
2,9%
2,3%
3,8%
neus
2,4%
7,7%
0,5%
0,9%
2,1%
oog
0,9%
1,7%
0,4%
6,5%
1,4%
overigen
16,7%
16,6%
4,3%
6,9%
7,0%
De Stichting Consument en Veiligheid heeft onlangs een onderzoek gehouden naar blessuregevoelige spoilt
Sporten met extra risico's zijn paardenrennen, parachutespringen, alpinisme, hang-ghding, duiken, Ameria
Football en boksen. Bij de andere sporten staat voetbal bovenaan, gevolgd door gymnastiek, volleybal, hoekt
basketball, tennis, zwemmen, handbal, judo en korfbal.
Wat de soort blessures betreft, staat „de enkel" bovenaan. In dit overzicht staan percentages van blessurt fl<
verdeeld over sport en lichaamsdeel. Bij het onderzoek is uitgegaan van blessures die in het ziekenhi
behandeld en geregistreerd zijn.
I
De ministerraad heeft vrij
dag 23 januari 1987 ingestemd
met de Nota „Sportmedische
Begeleiding en Sportgezond-
heidszorg en zendt deze bin
nenkort door naar de Tweede
Kamer. Doel van het rijksbe
leid is het aantal sportonge
vallen (1.2 miljoen) m het jaar
2000 met 25% verminderd te
hebben.
Het accent ligt op blessurepre
ventie, maar ook doping en
internationale samenwerking
krijgen bijzondere aandacht
De nota bevat een beleids
plan dat gencht is op het reali
seren van een samenhan
gende struktuur waarin met
name de preventieve medi
sche functies voor sportbeoe
fenaren optimaal kunnen wor
den vervuld. De nota vormt
een verbinding tussen het
Spoprt- en gezondheidszorg-
beleid. Belangrijke doelstellin
gen zijn:
- het stimuleren van een me
disch verantwoorde sport
beoefening op alle prestatie
niveaus;
- het verminderen c.q. voor
kómen van sportblessures;
- het terugbrengen van de me
dische kosten als gevolg van
sportbeoefening;
- preventie van dopingge-
bruik in de sport.
In het beleidsplan is een
centrale rol weggelegd voor
de algemene voorzieningen
van gezondheidszorg: de huis
artsen en de basisgezond
heidsdiensten.
Voor de huisartsen zal dit aan
passingen met zich meebren
gen in de opleiding tot basis
arts en het scheppen van mo
gelijkheden tot na- en bijscho
ling.
De georganiseerde sporter
(tweederde van de sporters is
georganiseerd) staat naast de
hierboven genoemde alge
mene voorzieningen nog een
aantal specifiek sportmedi
sche voorzieningen ter be
schikking, te weten de PSMO-
bureaus (preventief sportme
disch onderzoek) en de SMA
(sportmedische adviescentra).
In de nota wordt het voort
bestaan van deze voorzienin
gen geacht een zaak te zijn van
de georganiseerde sport. Bo
vendien kan de georgani
seerde sporter nog een be
roep doen op de deskundig
heid van (sport)begeleiders.
Zoals gezegd worden maatre
gelen aangekondigd in de
sfeer van opleiding, na- en bij
scholing om deze deskundig
heid verder te vergroten.
In de nota wordt uitgebreid
ingegaan op de problematiek
van het dopinggebruik binnen
de sport Als meest realistisch
wordt de benadeling gezien
die gericht is op beheersing
De eerst verantwoordelijken
daarbij zijn de sportorganisa
ties. De rol van de overheid in
dezen is beperkt.
Aanbevolen wordt dat er in
Nederland op korte termijn
een zelfstandig doping cen
trum tot stand komt dat relaties
ontwikkelt met laboratoria die
aan de voorwaarden voiaoen
om een erkenning van de (in
ternationale sportorganisaties
te verkrijgen. Het centrum
dient de analyse en controle,
alsmede de andere activiteiten
op dopinggebruik te coördi
neren en te ondersteunen en
de betrokken partijen te advi
seren over het dopingbeleid.
Ten aanzien van het op basis
van research formuleren van
kwaliteitsnormen voor de do
pingcontrole zal m overleg met
de sportorganisaties worden
bezien of bij het Rijks Instituut
voor Volksgezondheid en Mi
lieuhygiëne (RIVM) een taak
ontwikkeld moet worden.
Bevorderd zal worden dat
aan sporters en hun begelei
ders adequate voorlichting
over doping wordt gegeven. In
overleg met het Nationaal In
stituut voor de Sportgezond-
heidszorg (NISGZ) wordt een
multidisciplinair samenge
stelde groep van deskundigen
gevormd die een brochure
voor sporters en hun begelei
ders over dopinggebruik zal
ontwikkelen.
Tenslotte wordt in de nota
aandacht besteed aan de ver
zekering tegen de kosten van
sportletsels. Om principiële en
practische redenen wordt een
aparte ziektekostenverzeke
ring voor sportbeoefening in
het algemeen met voorge
staan.
Anders is het geval indien
sprake is van incidentele geor
ganiseerde evenementen op
sportgebied, zoals marathons,
elfstedentocht etcetera, waar
voor een vergunning door Bur
gemeester en Wethouders of
de provincie is verleend. Het
gaat in deze gevallen vaak om
situaties waarin ongetrainden
zich bloot stellen aan fysieke
inspanningen waarvan zij zelf
de risico's met kunnen over
zien. Deze evenementen zijn
duidelijk te traceren. In het al
gemeen zijn hier inschrijfgel
den aan verbonden.
Een aparte verzekering te
gen ziektekosten voor deze
sportgebeurtenissen valt te
overwegen. Niettemin wordt
beseft dat hiertegen dezelfde
bezwaren kunnen worden aan
gevoerd als tegen een algeme
ne verzekering. Een van de ei
sen die aan het organiseren
van zulke evenementen kun
nen worden gesteld is dat men
zo'n verzekering afsluit, het
geen kan geschieden gelijktij
dig bij de inschrijving. Rechten
op grond van deze verzekering
zouden dan moeten prevaleren
boven die van de eigen ziekte
kostenverzekering.