Partijstandpunten Provinciale Statenverkiezingen
Wie besturen de provincie?
DONDERDAG 12 MAART 1987
CDA
WD
PVDA
D66
PPR
SGP
GPV/RPF
PSP/CPN
Werkloosheid
Arbeidsmarkt- en arbeidsvoorzie-
mtgenbeleid worden mede be-
>aald door provincie. Hoge priori-
eit voor versterking werkgelegen-
leid bij reeds in provincie geves-
igde bedrijven. Verbeteren ar-
jeidsmarktpositie jongeren en
mgdung werklozen. Projecten
oor praktijkervaring en combina-
ebanen ondersteunen.
Vergroting werkgelegenheid in
marktsector, met in collectieve
sector. Rijksoverheid bepaalt be
leid, provincie vult aan door in
standhouding economische struc
tuur en bevordering werkgelegen
heid. Continu goed afgestemd
overleg met rijk en gemeenten. On
dersteuning herscholing en terug-
ploegprojecten.
Provinciale activiteiten richten op
verbetering van positie zwakke
groepen op arbeidsmarkt. Bij in
vesteringsplan heeft werkgelegen
heid eersten prioriteit. Uitbreiding
criteria financiële bijdragen werk-
gelegenheidsvemfimend beleid.
Werken met behoud van uitkering
terugdringen, terugploegprojecten
stimuleren.
Groei werkgelegenheid in provin
cie Utrecht vooral zoeken in niet-in-
dustrièle sector. Kleinschalige
werkgelegenheid moet voorop
staan.
Milieu-produktie levert werkgele
genheid op.
Kansen benutten via provinciaal
opdrachtenbeleid.
Rol van provincie bij werken met
behoud van uitkering zo indirect
mogelijk.
Behouden en aantrekken werkge
legenheid passend m ruimtelijk or-
denings- en milieubeleid. Begro
tingspost werkgelegenheid toe
spitsen op scheppen structurele ar
beidsplaatsen voor zwakkeren op
arbeidsmarkt. Voorkeur voor te
rugploegprojecten boven werken
met behoud van uitkering.
Bevordering verantwoorde werk
gelegenheid. Burgers moeten kun
nen voldoen aan bijbelse roepmg
om door arbeid in levensonder
houd te voorzien. Geld beschik
baar stellen voor ervaring opdoen
schoolverlaters en werkzoeken
den. Stimulering om- en bijscholing
van vooral oudere werklozen.
Actief werkgelegenheidsbeleid
ook ten aanzien van jongeren
Geugdwerkplan). Mogelijkheden
her- en bijscholing bieden aan
werklozen. Werkgelegenheids
beleid mag niet concurrentiever
valsend gaan werken.
Bij de werkgelegenheidsfonds
minder nadruk op infrastructurele
verbeteringen bestaande bedrij
ven en meer aandacht voor star
tende bedrijven. Extra aandacht
werkgelegenheid o.a. vrouwen en
migranten. Tegengaan commer
ciële uitzendbureau's. Veel vrijwil
ligerswerk moet betaalde arbeid
worden.
^iltuur
Stimulering, ondersteuning en in-
tandhouding van voorzieningen
net provinciaal en regionaal
dagvlak, zoveel mogelijk ontwik-
:eld en gedragen door organisa-
ies van particulier initiatief. Subsi-
liénng op grond van criteria als
itistieke kwaliteit en regionale
preiding. Spreiding en verkoop
ran BKR-kunkwerken.
Voorwaardenscheppend en sti
mulerend provinciaal beleid. Na
druk op educatieve activiteiten en
op spreiding Toegankelijkheid
bevorderen. Afzet beeldende
kunst aan particulieren bevorde
ren. Behoud van streekgebonden
cultuur. Meer sponsoring van cultu
rele activiteiten.
Groter budget voor cultuur. Beter
uitwerken relaties cultuurbeleid
met andere beleidssectoren. Sprei
ding culturele activiteiten. Aan
dacht kunst etnische minderheden.
Brede ontwikkeling museumbe
leid, uitbreiding taak provinciale
museumconsulent. Personeelsuit
breiding provinciale archeoloog.
GS hebben te weinig aandacht voor
cultuur. Actief cultuurbeleid. Be
reikbaarheid manifestaties verbe
teren door subsidie vervoersfacili-
teiten. Voorstander van provinciaal
uitleenbureau.
Provincie moet samenhangend mu
seumbeleid ontwikkelen. Speciale
aandacht specifiek Utrechtse cul
tuur.
Cultuuruitingen toegankelijk ma
ken voor alle bevolkingsgroepen,
bijv. d.m.v. vervoersfaciliteiten.
Gerichte subsidies. Vergroting
werkgelegenheid beeldende kun
stenaars door aankoopsubsidies,
opdrachten en aankopen.
Culturele uitingen niet bevorderen
via subsidies.
Ontwikkeling artistieke capacitei
ten is particuliere aangelegenheid.
Bevorderen van spreiding en be
reikbaarheid culturele uitingen,
waarvan waardering in overeen
stemming kan zijn met bijbels-
christelijke levensbeschouwing.
Belemmeringen voor deelname
culturele uitingen wegnemen,
maar gebruikers leveren redelijke
bijdrage. Subsidie voor steunfunc
ties.
Bevorderen toegankelijkheid en
verscheidenheid. Opheffing ge
brek accommodaties en financiële
drempels. Steun voor traditionele
en vernieuwende uitingsvormen.
Algemene 1-procentsregeling
voor kunst bij voorzieningen en
subsidies.
kzondheidszorg
[walitatief hoogwaardige gezond-
eidszorg met uitgangspunt: ver-
ntwoordelijkheid voor eigen ge-
ondheid door preventie en doel-
latig gebruik van voorzieningen,
oorlichting richten op zelfzorg en
rijwillige zorg. Sterke voorzienin-
en in eerstelijn, uigebreide mo-
elijkheden tot poliklinische
ienstverlening.
Peil bij teruglopende middelen zo
veel mogelijk handhaven. Streven
naar goede spreiding en bereik
baarheid. Vrije keuze artsen en in
stellingen voor patiënt. Aandacht
voor voorlichting, patiëntenrecht
en democratisering. Terugdringen
tweedelijnsvoorzieningen door
grote inzetbaarheid eerstelijn, zo
als 24-uur bereikbaarheid.
Verschuiving naar kleinschalige
voorzieningen dichter bij huis, ver
sterking eerstelijn. Bevordering
totstandkoming regionale samen
werkingsverbanden geestelijke
gezondheidszorg, zwakzinnigen
zorg en jeugdhulpverlening. Pri
vacy beschermen in inrichtingen,
ziekenhuizen, verpleeg- en bejaar
denhuizen.
Lange termijnbeleid van zorg op
maat. Zo mogelijk integratie. Belan
gen van burgers gaan voor die van
gevestigde instellingen. Stimule
ring gezondheidsvoorlichting.
Aanpassing bestaande instellingen
i.p.v. opbouw alternatief circuit.
Bevordering van samenwerking
eerste- en tweedelijnszorg.
Professionele hulp- en dienstverle
ning zo dicht mogelijk bij cliënt.
Prioriteit voor gezinszorg, en maat
schappelijk kruiswerk. Betaald
werk niet door onbetaald vrijwilli
gerswerk vervangen. Verdere op
zet en invulling van basisgezond
heidsdiensten.
Geen zelfbeschikking. Streven
naar behoud kleinere ziekenhuizen
en verpleeghuizen. Geen andere
doeleinden nastreven bij vervul
ling planrungstaak. Provinciale
steun voor „pro-life" bewegingen,
zoals Vereniging Bescherming On
geboren Kind.
Planning richten op evenwichtige
spreiding en doelmatigheid, met
inachtneming van pluriformiteit
Vrijheid en verantwoordelijkheid
van burgers zo mogelijk wettelijk
garanderen. Patiëntenplatforms
maken daadwerkelijke inbreng
van gebruikers mogelijk.
Goede regionale spreiding zieken
huizen. Behoud algemeen zieken
huis VeenendaaL Stimuleren van
vorming wijkgezondheidscentra
met werkers m loondienst. Onder
steuning gezondheidswinkels en
zelfhulpgroepen. Meer nadruk op
ambulante hulpverlening en be
schermd wonen als alternatief voor
psychiatrisch ziekenhuis.
)aderenbeleid
)udere zo lang mogelijk in eigen
loonruimte. Subsidie voorlich-
mgswerk. Dienstverlening op
naat in kader van flankerend be-
eid. Belangrijke rol voor vrijwilli-
erswerk. Rekening houden met
'vensbeschouwelijke signatuur.
Bevorderen van zo lang mogelijk
zelfstandig wonen. Instellingen van
gecoördineerd ouderenwerk ge
ven flankerend beleid gestalte.
Thuiszorg en vrijwilligerswerk be
langrijk. Spoedige oplossing van
knelpunten huisvesting geriatri
sche patiënten. Democratisering
ouderenbeleid. Uitvoerig overleg
voorafgaand aan eventuele sluiting
bejaardenoorden.
Ouderen zo lang mogelijk zelfstan
dig, 10% nieuwbouw en renovatie
geschikt maken voor ouderen. Be
leid ontwikkelen in samenspraak
met ouderen(organisaties). Zorg
op maat. Bejaardenoorden die als
enige een functie vervullen binnen
lokale ouderenbeleid mogen niet
worden gesloten; eventueel kop
pelen aan nabij gelegen groter
oord.
Ouderen zo lang mogelijk in eigen
woning.
Emancipatie ouderen vraagt aan
passing door rest van samenleving.
Inspraak m provinciale planning
via gemeentelijke dienstencentra
voor ouderen.
Democratisering in verzorgingste
huizen.
Zo lang mogelijk in vertrouwde om
geving blijven wonen. Betere sa
menwerking van kruiswerk, ge
zinsverzorging en ouderenwerk
met bejaardenoorden. Bij even
tuele sluiting kleine huizen ontzien.
Belangrijke functie t.b.v. woontus-
senvoorzierung voor bejaardente
huizen met meer dan 150 plaatsen.
Verzorging oudere mens richten
op normen van Gods Woord. Flan
kerend beleid dient zolang moge
lijk zelfstandig wonen ten goede te
komen. Aandacht voor meer gene
ratiegezinnen en aanleunwonin
gen.
Bejaarden zo lang mogelijk zelf
standig laten wonen. Stimuleren
particulier initiatief bij stichten
dienstverlerungscentra en tehui
zen. Evenwichtige spreiding.
Versterking thuiszorg. Ondersteu
ning ouderenbonden. Geen sluiting
verzorgingstehuizen om financiële
redenen, maar uitbreiding aantal
plaatsen. Bouw algemeen tehuis in
Veenendaal. Goede spreiding ver
zorgingstehuizen, algemene tehui
zen belangrijker dan identiteitsge
bonden tehuizen.
elzijn
rganisaties van levensbeschou-
i signatuur van overheids-
rege niet dwingen op te gaan in
iet-levensbeschouwelijke organi
ses. Bij bezuinigingen direct uit-
loerende werk ten dienste van
tikten ontzien.
V ir=*rioü nt 9fc- c cv - kiirid
jid novafls/iiejis
Provincie helpt en stimuleert pro
vinciale koepels. Burger betaalt
naar redelijkheid voor welzijns
voorziening waarvan hij gebruik
maakt. Dit kan voorwaarde voor
subsidie zijn. Zo gering mogelijke
organisatiekosten, overheidsgeld
zoveel mogelijk voor welzijnswerk
zelf.
I neb9rbi(ii9pom go nsjiimejais
Belangenbehartigende functies on
danks bezuinigingen onverkort
handhaven. Steunfunkties zoveel
mogelijk ongeschonden laten, in
ieder geval prioriteit voor werklo
zen, etnische minderheden, oude
ren en vrouwen.
.aejneernsD nii»P9ribp9ov9
Sociaal-culturele voorzieningen
spelen uit emancipatoire overwe
gingen een belangrijke rol. Provin
cie dient activiteiten zoveel moge
lijk te ondersteunen.
Overzicht aanbod sociaal-culturele
voorzieningen in provinciaal edu
catief plan. Bevordering provin
ciale en regionale activiteiten ge
richt op groepen die onvoldoende
aandacht krijgen in gemeentelijke
plannnen. Ondersteuning alfabeti
seringsprojecten.
Mateneel welzijn is ondergeschikt
aan geestelijk welzijn, want daann
ligt onderhouding Gods geboden.
Veel „welzijnsactiviteiten" werken
ontkerstening en vervaging van
nog aanwezige normen in de hand.
Subsidie alleen bij ondersteuning
en aanvulling particulier initiatief.
Provincie volgt niet automatisch
rijksbeleid. Samensmelting of fusie
mag niet onder subsidiedwang
plaatsvinden.
Voorwaardenscheppend beleid,
stimuleren van particulier welzijns
werk. Eigen plaats welzijn in be
leidsvoorbereidingsproces.
Geen bezuinigingen. Geen vrijwilli
gerswerk als vervanging voor
wegbezuuugde arbeidsplaatsen.
Opzetten voorzieningen kinderop
vang. Hoogste prioriteit voor finan
ciering uitvoerend werk van pro
vinciaal of regionaal belang.
Dnderheden
w iscriminatie, achterstelling en ra-
isme met kracht bestrijden. Bij ge-
Jeken behoefte een bijzonder be
ne jid etnische minderheden ontwik-
den. Stimulering kennisname van
nlturele uitingen door etnische
linderheden. Genuanceerder be
id concentratie en deconcentra-
woonwagens.
Iedere vorm van discriminatie ver
werpen. Minderheidsculturen mo
gen met in de knel komen binnen
provinciaal welzijnsbeleid. Bevor
deren zelfredzaamheid. Provin
ciale ambtenaren mt etnische min
derheden aantrekken. Schaal van
woonwagencentrum wordt be
paald door lokale situatie.
Voorlichtingspublicaties provincie
in talen etnische minderheden. On
dersteuning van activiteiten tegen
racisme en discriminatie en ka
dertraining minderheden. Bij pro
jectsubsidies voorrang voor min
derheden. Exta aandacht voor min
derheden bij gezondheidsvoor
lichting. Actieve bestrijding Apart
heid.
Provinciaal emancipatiebeleid
moet etnische minderheden, ho
mofielen en andere minderheids
groepen ondersteunen. Vestiging
woonwagenbewoners in iedere
gemeente mogelijk.
Woonwagenbewoners betrekken
bij plaatsbepaling.
Ondersteuning activiteiten tegen
racisme en discriminatie. Subsidie
projecten gezondheidszorg en
voorlichting etnische minderhe
den, voorrang subsidie werkgele
genheidsprojecten minderheden.
Provinciale publicaties ook m talen
grote etnische minderheidsgroe
pen. Woonwagenplan kleinscha
lige standplaatsen realiseren in
overleg met gemeenten en woon
wagenbewoners.
Uitgaan van blijvende aanwezig
heid minderheidsgroepen. Gelijk
waardige behandeling en benade
ring Nederlanders en vreemdelin
gen. Toegankelijk maken alge
mene kaders en voorzieningen. Te
rughoudendheid bij subsidie voor
zelforganisaties om isolement te
voorkomen. Vrijheid van gods
dienst, maar geen subsidiering
voor bouw kerken en moskeeën.
Opheffing grote woonwagenstand
plaatsen, realiseren nieuwe stand
plaatsen. Bevorderen integratie
woonwagenbewoners.
Ondersteuning activiteiten homo
en minderhedenemancipatie. Sub
sidies voor projecten die bevolking
weerbaar maken. Provinciale steun
voor anti-discriminatie meldpunten
in Utrecht en Amersfoort.
Pn
nderwijs
bveel mogelijk rekening houden
ir 161 personen die achterstand heb-
en of in kwetsbare situatie verke-
Voorkeur voor bijzondere
tooi, gedragen door particulier
itiabef. Onderwijsvoorzieningen
et alleen laten bepalen door toe-
imstige werkgelegenheid voor
jestudeerden.
Fusies en sluiting van scholen on
vermijdelijk. Provincie waakt te
gen verschraling onderwijsvoor
zieningen en tracht kloof tussen
vraag en aanbod op arbeidsmarkt
te verkleinen. Ruime mogelijkhe
den vervolgonderwijs.
Onderwijsvoorzieningen kleine
kernen handhaven, laatste school
is openbare school. Steun voor ge
meentelijke projecten tegen
vroegtijdig schoolverlaten. Ver
dere uitbouw volwasseneneduca
tie, provinciale studiebeurzenre-
geling nog meer nchten op twee
dekansonderwijs.
Evenwichtige spreiding openbare
en bijzondere scholen. Verschei
denheid in soorten onderwijs
(Montessori, etc.) even belangrijk
als verscheidenheid in identiteit.
Samenwerkingsverbanden kan
dalend leerlingenaantal opvangen.
Evenwichtige spreiding verschil
lende vormen voortgezet onder
wijs, plannende taak provincie.
Bevordering samenwerking hoger
onderwijs en rijksuniversiteit.
Bevordering tweedekansonder
wijs.
Uitsluitend plaats voor onderwijs
gebaseerd op de bijbel en de re
formatorische belijdenisgeschrif
ten.
Pluriformiteit garanderen en sprei
ding waarborgen, ook op platte
land en in kleine kernen. Gelijk
stelling bijzondere scholen bij
bevordering schoolbegeleidings
diensten. Integemeentelijke sa
menwerking bij volwassenenedu
catie bevorderen.
- ilieu
ovmcie stimuleert onderzoek
ar milieuvriendelijke energieop-
iWong. Krachtig optreden tegen
idem- en oppervlaktewaterver-
ireiniging. Terugdringen veront-
nigingen met jaarlijks sanerings-
Dgramma. Subsidie voor onder-
kleinschalige landschapsele-
mten en natuurbeheer. Oplos-
ig mestproblematiek in overleg
landbouw. Verdere aantasting
lei n bossen op Heuvelrug niet aan-
ijv* krdbaar.
r.'£
ore
we
Rekening houden met economi
sche belangen van bedrijven, maar
milieucriminaliteit hard aanpak
ken. Geen eigen regelgeving pro
vincie. De vervuiler betaalt. Bestrij
ding aan de bron. Bevordering her
gebruik, mits economisch verant
woord. Provincie speelt aanvul
lende rol in kader van meststoffen
wet. Belangen van agrarische sec
tor en milieu nauwkeurig afwegen.
Particulier initiatief onmisbaar bij
natuurbescherming.
Energiek beleid: milieu-opvoe
ding, uitbreiding nuheutelefoon,
provinciale milieukrant. Milieuher
stelplan met extra maatregelen
t.b.v. waterwin- en bodembescher-
mingsgebieden. Beheer grond- en
oppervlaktewater meer bekosti
gen uit algemene middelen. Be
perkte verhoging zuiveringshef
fing voor verbetering waterkwali
teit. Strenge eisen intensieve vee
houderij. Provincie neemt initiatief
tot mestbank. Bestrijden muskus
ratten mede op biologische wijze.
Vliegbasis Soesterberg moet dicht
vanwege geluidshinder. Uitbrei
ding stiltegebieden.
Preventief milieubeleid. Verster
king positie provinciale nulieute-
lefoon. Kwaliteitsbeheer opper
vlaktewater moet provinciale taak
blijven. Dnnkwatermaatschap-
pijen dienen mee te betalen aan
kosten bescherming grondwater.
Milieuvriendelijk beheer van weg
bermen en watergangen. Bijzon
dere zorg voor natuur Heuvelrug
en Rijngebied.
Strenge controle naleving milieu
wetten. Opsponngs- en vervol
gingsapparaat uitbreiden. Milieu-
initiatieven van bedrijven en parti
culieren ondersteunen. Uitbouw
voorhehtings- en bewustwordings
proces. Periodieke heroverweging
van vergunningen onttrekking
grondwater aan bodem. Ver-
bruiksheffing op drinkwater ver
vangen door progressieve heffing
op oververbruik. Verscherpte lo
zingsnormen voor afvalwater. Pe
riodieke heroverweging lozings
vergunningen. Status stiltegebied
voor Landgoed Amelisweerd
(Utrecht) en Zeldert (Amersfoort).
Meer provinciale composteenn-
richtingen. Bestrijding overbemes
ting, mestbank in West-Nederland.
Harde aanpak illegale lozingen.
Evenwichtig beleid vanuit schep
pingsopdracht. Gerichte voorlich
ting bevordert positief milieuge
drag. Bij opstellen milieuplan naast
milieugroeperingen ook agrari
sche en industriële sector horen.
Oprichting mestbank. Voor agra
risch gebruik geschikte grond zo
veel mogelijk als zodanig gebrui
ken. Zorgvuldig beheer natuurge
bieden door particulieren, zonodig
met steun overheid.
Rechtstreeks uitvloeisel van op
dracht Schepper. Coördinatie van
onderdelen milieubeleid. Integra
tie milieubeleid in andere beleids
velden. Bescherming waterwinge
bieden, tegengaan bodem- en an
dere milieuverontreinigingen. Ver
vuiler betaalt. Ontwikkeling mest
bank en transportstelsel voor af
voer, opzetten van zuiveringsin
stallaties. Subsidie onderzoek naar
omzetting mest in afvalwarmte en
organische stoffen. Hergebruik af
valstoffen en gescheiden inzame
ling bevorderen. Provinciale mi
lieuvoorlichting.
Openbaarheid van alle meetrap
porten. Vermindering waterwin
ning Heuvelrug, IJsselmeer als wa
terwingebied gebruiken. Maatre
gelen tegen fosfaatgebruik. Scher
pere controle chemisch afval en
illegale lozingen. Geen milieube
lasting voor huishoudens, maar
betaling kosten uit algemene mid
delen. Invoer gescheiden inzame
ling afval en huisvuil. Geen herope
ning stortplaats Maarsbergen.
Bevordering kringloopwinkels.
Geen ontginning natuurgebieden.
lef
sta
ife
esi
uk)
de
icft
ait
UTRECHT - „Gedeputeerde staten van Utrecht zijn van mening.
..De provincie heeft er bij de gemeente op aangedrongen.
Regels waarmee menig krantebericht begint. De lezer wordt blijk
baar geacht te weten hoe het provinciebestuur precies in elkaar zit.
Hetzelfde geldt voor de mensen die op 18 maart a.s. gaan stemmen
voor provinciale staten. Maar aan de meesten moet je het niet vragen:
..Wie besturen de provincie?"
Het provinciebestuur kent drie „organen": provinciale staten,
gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin.
In de provinciale staten zitten de rechtstreeks gekozen volksverte
genwoordigers. In Utrecht zijn het er 59, verdeeld over 8 fracties.
Hoe de zetels straks over de partijen worden verdeeld, hangt af van
de uitspraak die de kiezers op 18 maart zullen doen.
Provinciale staten vergaderen bijna maandelijks. Zij zijn hoofd van
de provincie en stellen ieder jaar de begroting vast. Zij maken dus uit
wat de provincie doet met het geld waarover zij de beschikking
heeft.
Wie zijn stem uitbrengt bij de verkiezingen voor provinciale staten
krijgt daarmee ook invloed op de samenstelling van de Eerste
Kamer. De 75 leden van de Eerste Kamer (de senatoren) worden
gekozen door de provinciale staten van de twaalf provincies. Elke
wet die de Tweede Kamer (waarvan de 150 leden rechtstreeks zijn
gekozen) passeert, wordt vervolgens door de Eerste Kamer behan
deld. Deze kan wetsvoorstellen verwerpen.
Met de voorbereiding en de uitvoering van besluiten van provin
ciale staten zijn gedeputeerde staten belast. Zij vormen het dagelijks
bestuur van de provincie. Het college van gedeputeerde staten in
Utrecht telt zes leden. Zoals een gemeenteraad uit zijn rniddpn Ho
wethouder kiest, zo kiezen provinciale staten uit hun midden de
gedeputeerden. Iedere gedeputeerde heeft een zogeheten porte
feuille. Dat betekent dat hij of zij verantwoordelijk is voor bepaalde
onderdelen van het provinciale beleid. Zo is er een gedeputeerde
voor milieuzaken, een gedeputeerde voor financiën, enz.
Provinciale staten kunnen zich in hun vergaderingen niet met alle
zaken m detail bezighouden, daarvoor ontbreekt de tijd. Daarom zijn
er statencommissies. Die bestaan uit enkele statenleden die zich met
bepaalde delen van het provinciale werkterrein in het bijzonder
bezighouden. Voorzitter van zo'n commissie is de gedeputeerde die
dat werkterrein m zijn of haar portefeuille heeft. Hier worden de
zaken van alle kanten bekeken voordat provinciale staten definitieve
beslissingen nemen. De commissievergaderingen zijn net als de
statenvergaderingen voor iedereen toegankelijk. Burgers en instel
lingen voor wie een besluit van belang is, kunnen de commissies hun
mening laten horen.
Gedeputeerde staten kunnen sommige beslissingen nemen zon
der voorafgaand overleg met provinciale staten. Het college is bij
voorbeeld belast met de uitvoering van een aantal landelijke wetten.
Het controleert ook hoe de gemeenten met hun geld omspringen.
Wel moeten de gedeputeerden over de beslissingen die zij zelfstan
dig nemen verantwoording afleggen aan provinciale staten, als die
daarom vragen.
In Utrecht hebben de drie grootste fracties in provinciale staten
ieder twee leden in het colleae van aedeputeerde staten. Zo'n
„afspiegelingscollege" komt niet overal voor. Voordag de gedepu
teerden worden aangewezen kunnen de partijen in de staten probe
ren tot overeenstemming te komen over het beleid dat zij de ko
mende vier jaar willen voeren. Er komt dan een programcollege. Als
niet alle partijen het eens worden over het beleid, kan het gebeuren
dat er een of meer buiten het college blijven (of er buiten worden
gehouden). Het resultaat is een meerderheidscollege.
Voorzitter van het college van gedeputeerde staten is de commis
saris van de Koningin. Deze wordt niet gekozen, maar bij Koninklijk
Besluit benoemd. In het college van gedeputeerde staten heeft hij
stemrecht. De commissaris is ook voorzitter van de provinciale
staten; maar hier doet hij bij stemmingen met mee
De commissaris van de Koningin heeft naast zijn werk voor de
provincie enige taken die hij namens het Rijk uitvoert. Hij heeft een
belangrijke stem bij de benoeming van burgemeesters, is verant
woordelijk voor de bescherming van de bevolking bij rampen en in
oorlogstijd en houdt toezicht op het werk van de politie.