'Juist het niet helemaal begrijpen wat er achter zo'n
tekst ligt maakt het fascinerend om zo'n lied te zingen'
op
donderaagn
Ï_J
Ate Doornbosch verhaalt over het oude lied:
'Men zegt 'Bijlemmermeer' met als
excuus 'het is ook Haarlemmermeer'
leen enkel lied is
-p zijn plaats gebleven
'Een belangrijk breekpunt voor de
mondelinge overlevering was de komst
van het elektrisch licht'
Acht april in
Nieuw Langenbeek
DONDERDAG 2 APRIL 1987
interview
ze het woordt eensgezind kennen,
terwijl het eengezinswoning is.
Dergelijke dingen spelen allemaal
mee."
„Dat is eén leuke kant van het
vak, dat ook een hoop raadselen
kent. Wat er ook mee te maken
heeft is het overhevelen van dia
lectverschijnselen, zo van de ene
hoek van het land naar de andere.
Dat geeft ons dan de gelegenheid
om te ontdekken hoe het lied zich
verplaatst heeft."
RITME
„Hebt u ook liederen ontdekt die
het ritme van de arbeid aangeven?"
Ja dat komt wel voor. Dat kun je
bijvoorbeeld merken, je moet het
ook riiet overdrijven, aan een be
paalde slepende gang van het lied.
Liederen die gezongen werden
door mensen die (turf) schepen
trokken werden vaak heel slepend
gezongen. Hetzelfde is het geval
met Lederen die door arbeiders
die op de Groninger klei bezig wa
ren werden gezongen. Als je op je
knieën in de Groninger klei aan het
wroeten bent gaat dat niet van hup-
sakee tralalala."
„Maar aan de andere kant kun
nen dezelfde Lederen met de
zelfde teksten tegeLjkertijd als
dansLederen fungeren. Dan wor
den ze snel gezongen. Dezelfde
tekst, misschien met een andere
melodie, en met refreinen ertussen,
van linksom, rechtsom enzovoort."
Een zelfde Led kan veel functies
hebben. Ook op de heel oude grote
verhalende Lederen, en dat klinkt
de meeste mensen onwaarschijn-
Ljk in de oren, werd vaak gedanst.
als jongeman op Terschelling was,
daar een heleboel dingen geno
teerd. Daar waren veel Lederen
bekend, want Terschelling had van
ouds contact met de hele wereld.
Later voordat hij als musicoloog
beroemd werd, is hij nog wel m
Nederland bezig geweest, maar hij
vond niet zo verschrikkeLjk veeL
Hij, en ook iemand als Veurman in
Westfnesland, moest van deur tot
deur gaan, en vragen, en via via aan
de mensen komen."
„Dat was m mijn geval heel an
ders. Ik had een radioprogramma,
en ik kon omstreeks 300.000 luiste
raars daarmee bereiken. Als ik dan
vroeg: „Wie kent het Ledje „Toen
ik op Neêrlands bergen stond"
werd ik bedolven onder de brie
ven. De leeftijd van mijn zegsLe-
den, toen ik begon lag tussen de 65
en 80 jaar, met uitschieters tot bo
ven de 90. Merkwaardig genoeg is
dat nog steeds zo. Als mensen op
een bepaalde leeftijd komen ko
men er allerlei dingen van vroeger
boven. Het leven verstilt een
beetje, en ze hebben de tijd om er
mee bezig te zijn".
„Een van de leukste brieven die
ik gekregen heb kwam van een
tachtigjarige dame, die al jaren
mijn programma luisterde. Ik was
toen al twintig jaar bezig. Ze had
nooit de tijd gevonden om me te
schrijven, maar 80 jaar oud zond ze
me 150 door haar uitgeschreven
Lederen, en dat steeg tot ver boven
de 200. Ik heb ze niet allemaal op
genomen, want heel veel hadden
we er al. Bovendien zijn er geen
twee mensen die een Led gehjk
zingen. Daar kun je weer allerlei
conclusies uit trekken over de her
komst."
ren is dat je ze verspreid vindt over
bijna heel Europa. Ik ben Ld van
een internationale club, die jaar-
Ljks bijeenkomt om over de Lede
ren te spreken, waarvan de meeste
over heel Europa bekend zijn, en
daarbuiten ook vaak nog wel. Jaap
Kunst maakte ons er al op attent dat
het gegeven „Het waren twee co-
runckskinderen Sy hadden mal-
cander soo Lef. Sy conden bijeen
niet comen. Het water was veel te
diep," ook in de Pundjaab (Voor-In-
dië) bekend was' Het zijn allemaal
mensehjke situaties, dus het is
nogal logisch dat ze op veel plek
ken op de wereld voorkomen."
„Het is voor ons een heel interes
sante vraag of sommige dingen te
geLjkertijd zijn ontstaan omdat ze
onsproten aan algemeen mense-
Ljke situaties, of dat ze zijn overge
heveld. Je kunt natuurhjk ook zeg
gen: het één sluit het ander niet uit.
De overlevering is in de verschil
lende landen ook niet in hetzelfde
stadium. In Joegoslavië waar heel
veel mensen zijn geïsoleerd leven
houdt de overlevering langer
stand. TegeLjkertijd zijn daar de
nieuwe ontwikkelingen nog niet zo
doorgedrongen. Dat heb je zelfs in
Nederland al: in de steden is de
ontwikkeling en de verstening van
de verhalende Lederen verder
gevorderd dan op het platteland,
waar dan ook mijn voorkeur naar
uitgaat.
Het is echter leuk om te constate
ren hoe een ballade als van Hale-
wijn heel sterk gerationahseerd
wordt, en hoe dat samenhangt met
de aard van de mensen. In Fries
land hebben ze al het magische en
toverachtige gehandhaafd: het
Het tempo werd aangepast of er
werd een ander melodietje ge
bruikt. Ik heb dat meegemaakt op
Terschelling: het Led van Neêr
lands bergen diende daar als
walsje! De mensen zongen het mee,
voor zover ze daar adem voor had
den bij het dansen."
„Het is er nu wel allemaal uit.
Daar zal ik het ook over hebben:
over het verdwijnen van de traditie.
Nog steeds kan ik in ZuidoostD-
rente volksLederen opnemen,
maar nu ben ik wèl bij de volgende
generatie aangeland, die zich voor
de oude Lederen interesseert. Er is
ook in de reacties op mijn pro
gramma heel duidehjk een vol
gende generatie doorgedrongen.
Van mensen die dieper graven en
in de linnenkasten kijken, waar
hedschnften en - boekjes achter
het linnengoed werden bewaard,
die vaak tervoorschijn kwamen uit
houten sigarenkistjes. Achter het
huishoudlinnen zit een hele rijk
dom verborgen
VROEGER MEER
„Vroeger werd er meer gezon
gen. Nu kent niemand die onde
liedjes meer."
,Ja, er werd veel meer gezon
gen, maar dat móést natuurhjk ook
wel. Ik denk dat als mensen niet
overvoerd worden met lawaai, ra
dio- en televisiemuziek en steeds
weer nieuw amusement ze uit een
behoefte zelf gaan zingen en mu
ziek maken. Nu zeg ik het in de
omgekeerde volgorde. Mensen
doen het zélf, maar als ze over
spoeld worden door passief amu
sement verdwijnt het zingen."
„Er speelde natuurhjk ook nog
iets anders. Mensen zongen bij hun
werk. Niet alleen bij de landbouw,
maar ook in atehers en daar waar
mensen bij elkaar waren: sigaren
makers in fabrieken. Als dan de
radio komt zetten ze de radio aan
en zingen ze met de radio mee, en
de oude Lederen raken in het ver
geetboek en hebben geen functie
meer. In de landbouw gebeurt dat
heel sterk door de mechanisatie."
HERKOMST
KENTERING
„Ik kom nog even terug op wat u
straks zei over dat een Led wel
eens in een onderdeel kan veran
deren omdat het dan aansluiting
geeft op de eigen situatie. Er is een
Led over een herderinnetje dat be
naderd wordt door een njke jonge
man uit de stad. Ze wil met met hem
mee naar de stad toe. Ze zingt dan:
„In bossen en velden vind ik mijn
plezier." In Noord-Limburg is die
tekst veranderd in „In Arcen en
Velden vind ik mijn plezier." Arcen
en Velden zij twee plaatsen die
vlak bij elkaar Lggen en altijd in
één adem worden genoemd."
„Eén van de belangrijkste din
gen in mijn loopbaan als Ledonder
zoeker is het onderzoek naar de
herkomst van de Halewijnballade
Op de middelbare scholen was dat
het schoolvoorbeeld van Middel
nederlandse Ledkunst. „Heer Ha
lewijn zong een hedekijn, Al wie
dat hoorde wou bij hem zijn. En dat
vernam een koningskind. Die was
zoo schoon en zoo bemind."
„Dat Led is omstreeks 1830 ge
noteerd door de Vlaamse onder
zoeker Willems, die er bij schrijft
dat het zo merkwaardig is dat er
geen enkel oud document van dit
Led bestaat. Willems vond blaadjes
van omstreeks 1800 en heeft het
Led als reconstructie gepubh-
ceerd. Die reconstructie leerden
wij op school als Middelneder
lands Led, wat het waarschijnhjk
helemaal met is: er is geen enkel
bewijs van tot nu toe. Wat nu wel
waarschijnhjk is is dat het Led in
het begin van de vonge eeuw
geïmporteerd werd uit Duitsland,
door schaapherders naar West-
Vlaanderen is gebracht en toen
meteen op de markt is gebracht
door uitgevers die er brood m za
gen. TegeLjkertijd was het Led m
Friesland bekend, waar het vanuit
Westfalen door de hannekemaai-
ers naar toe was gebracht. Het was
ook aan de oostgrens bekend, in
Groningen en Twente. Halewijn
heet daar nergens Hale wijn maar
Jan Alberts of heer Albert. De lera
ren Nederlands zijn daar nogal up
set van, maar de ballade bhjft er
even mooi door."
„Mijn geluk is dat ik net op de
kentering van de tijd aan het werk
ben gegaan. Ik was overigens met
de eerste die zoiets deed. Jaap
Kunst heeft omstreeks 1915, toen hij
VERSPREID
„Een ander aspect van de Lede-
sprekende hoofd, de pot met tover-
zalf, de hoorn waar op geblazen
moet worden. In Groningen is dat
er allemaal uit gelaten. Ze zijn ook
met zo lang van stof daar, beginnen
niet met de kleedscène. Met „Een
hemdeken fijnder als zijde" en zo."
BREEKPUNT
„Een van de belangrijke breek
punten vpor de mondelinge overle
vering was de komst van het elek
trisch Lcht. Ook spelen natuurhjk
allerlei ander moderne zaken een
rol, maar het elektrische Lcht ging
nog vóór de radio uit. Er was al veel
functieverhes door mechanisatie,
doorbreking van het isolement,
mensen gingen in fabrieken
werken."
„Als je oude mensen hoort pra
ten, en je vraagt: „Wanneer werd
er gezongen?", dan zeggen ze: „We
zaten 's avonds bij elkaar en dan
kon je het Lcht nog met aan doen.
Er was een lange schemering. Je
stak de ohelamp nog niet aan, want
dat was te kostbaar. Maar het was
te donker om nog te werken. Dan
ging je zingen. Toen het elektrisch
Lcht kwam draaide je het knopje
om. Dat kostte heel weinig en ver
anderde het leven op slag."
„Je hoort altijd weer datzelfde
verhaal. Ik vraag ook steeds aan de
mensen, als ze oud zijn, of ze nog
weten wanneer ze elektrisch Lcht
kregen. Dat is heel fascinerend om
te constateren.
Het elektrisch Lcht was een heel
grote slag voor de mondelinge
overlevering, die zo langzamer
hand was teruggevallen op het ge
zin. Buiten op het werk was de
overlevering al goeddeels verdwe
nen. Het zat zo'n beetje m het sta
dium van de grootouders die met
de kinderen thuis zongen."
„Vandaar dat ik ontzettend veel
vrouwen onder mijn zegsheden
heb. Veel minder mannen. Die
vrouwen zongen met de kinderen.
De meuwe luisteraars, die reage
ren op mijn programma, duiken in
de archieven, gaan naar de oude
buurtjes als ze vermoeden dat daar
wat zit, en slaan er Lteratuur op na."
„Alles wat ik heb opgenomen
heb ik in tweevoud gecopieerd:
één band voor het archief in Am
sterdam, één band voor de NOS. Al
die gegevens moet ik nu raadple
gen vdor de zeven dikke boeken
die ik over het verhalende Led ga
schrijven."
>en het veen werd ontgonnen
men daar van alle kanten na-
ik mensen op af. Uit Gronin-
Fnesland, Drente, Duitsland
al ook. Die mensen namen hun
*ren daar mee naar toe. De
iren versmolten met elkaar,
eerste dat mensen deden als ze
iroepjes met elkaar contact
kten was muziek maken, Lede
zingen en dansen. Liederen
ben een vaste vorm. Je hoeft
naar woorden te zoeken. Je
I beginnen met naar elkaar te
eren, en je kunt de Lederen van
ar overnemen. Later ga je pas
elkaar praten, en ook ruzie
natuurhjk.,
Peel is óók zo'n brandpunt
liederen. Ook daar zal Ate in
g de aandacht op vestigen,
de Peel ontgonnen werd trok
arbeiders aan uit Groningen,
namen hun Lederen mee naar
'eel, en namen de Lederen van
}eel weer mee naar het Noor-
LEUSDEN - Het verhalende üed
n „Toen ik op Neêrlands bergen stond
keek ik het zeegat in.
e Daar zag ik een scheepje zeilen
tw Daar zaten drie ruitertjes in
tQ Eén van de drie was naar mijn zin
Eén van de drie was naar mijn zin."
5 Met de notering en het verzamelen van dit soort monde-
tag overgeleverde liederen houdt Ate Doornbosch zich al
o'n dertig jaar bezig. Destijds werkend bij de Muziekaf-
ra eling van de VARA wordt er niteraard van hem verwacht
a at hij kreatief werk levert. Hij zit in de hoek van de
mateuristische muziekbeoefening, van koren en fanfare-
in rkesten. Komt via die koren wel eens in aanraking met
ir ieel brave bijgeschaafde volksliedjes. Alles wat een
a eetje gewaagd was was er in die volksliederbundeltjes
m dtgehaald.
Ate Doorenbosch (foto Hans Verhorst).
waarop hij vervroegd uittreedt.
Ate Doornbosch is het radiopro
gramma bhjven doen eerst voor de
NRV, later voor de NOS, en u kunt
hem 's zondags horen van 14.00 tot
14.15 uur op Radio 4 m „Onder de
groene linde". De tweede genera
tie luisteraars manifesteert zich nu
heel nadrukkerhjk in de uitge
breide post, die Ate krijgt. Hij is
bezig, in samenwerking met de
omroep en het Meertens-instituut
om zijn werk te pubLceren. Dat
worden zeven dikke delen. Voor
zijn pubhcaties beschikt hij nu ook
over de hulp van studenten van het
Instituut voor Muziekwetenschap
pen van de Universiteit van Am
sterdam, die veldwerk verrichten,
en die tegeLjkertijd het terrein een
beetje verleggen naar de school
pleinen voor de kinderbedjes.
Ik vraag Ate naar de betekenis
van diverse volksbedjes, die soms
niet zonder meer duidebjk zijn.
SYMBOLIEK
„Neem zo'n Led als: „Toen ik op
Neêrlands bergen stond". Neder
land heeft geen bergen. Het ver
haal is waarschijnhjk uit het Duits
overgenomen, compleet met de
bergen. Dat eerste couplet zit al
stikvol symbolen. Het is een heel
dankbaar Led wat dat betreft. De ik
is in dit geval een meisje. In veel
van de verhalende Lederen staat
het meisje op een hoge berg, sym
bool voor haar ongereptheid en
deugdzaamheid. Het Led eindigt
meest in een diep dal. Niet onple
zierig overigens, maar het gaat wèl
naar beneden."
„Het scheepje heeft ook een er
otische bijbetekenis. Het merk
waardige van die symbolen is dat
ze tegeLjkertijd als practisch gege
ven zijn verwerkt en een practische
betekenis hebben. Het scheepje
doet diénst in het verhaal. In het
volgende couplet komt dan de
koele wijn die ze elkaar aanbieden,
het meest gebruikehjke symbool
voor het bedrijven van de Lefde.
De jongen biedt het meisje de wijn
aan, en in het Ledje dnnken ze dan
ook inderdaad „de koele wijn uit
het vat: het was de beste die hij
bezat". In het derde couplet zegt
het meisje: „Ik zette het glaasje aan
mijn mond, en dronk het lustig uit"
Met dit verhalende Led begin ik
meestal mijn lezingen, want dan is
meteen duidebjk waar het omgaat.
Mensen die het lied kennen maar
niet van die symbolen afweten,
weten nu wat ze eigenhjk altijd ge
zongen hebben".
„Mensen ook die het Led dóór
geven zijn zich daar lang met altijd
van bewust. Of ze het ergens aén-
voelen weet ik niet. Ik heb vaak het
idee dat juist het niet helemaal be
grijpen wat er achter zo'n tekst hgt
het fascinerend maakt van zo'n Led
te zingen.
PARAPLU
„In Groningen trof ik een keer
een Led van een jager die door een
reuzin het bos werd ingebracht. Zij
wou de jager, omdat ze hem nogal
een knappe kerel vond, koppelen
aan haar dochter. Ze beschrijft haar
dochter, over wie ze mets dan
goeds heeft te vertellen, een voor
naam voorkomen en zo. Ze draagt
boven haar hoofd en voor haar
borst een paraplu. En waar is dat uit
voortgekomen? Het is een verbas
tering van „Ze draagt een kroontje
van paarlen fijn". Hoe dat in zijn
werk is gegaan weet ik niet. Men
sen zingen vaak na zonder het te
begrijpen, en daardoor ontstaan
allerlei verbasteringen. De jonge
man die op vrijersvoeten gaat en
door Vrouw Venus vals op het
slechte pad wordt gebracht wordt
later door Vrouw Veenhuis misleid.
Het schalkse cupidootje wordt
soms „het zaLg kapiteintje."
„Dat kan misschien ook wel
gebeuren om het gegeven wat
dichter bij de eigen situatie te
brengen."
„Ja, precies. Je hebt dergebjke
dingen m het tegenwoordige taal
gebruik ook. Ik ken mensen die
hardnekkig spreken van de Bijlem
mermeer, en dat verdedigen met te
zeggen: het is ook Haarlemmer
meer. Zo werkt dat, denk ik Ook
met de eensgezinswoning omdat
Grientsveen naar is genoemd, eeri
concessie overgenomen van een
Engelse maatschappij in Hedeler-
meer en Schöningksdorf. Daar zijn
voorwerkers uit de Peel naar toe
verhuisd. Er is daar zelfs nog een
straatje dat de Peel heet. De men
sen worden er Peelkers genoemd
en heten Van Uden, Van Veghel en
Kerkhof. Ze pendelen de grens
over, en hun Lederen smolten sa
men met die van de Drentse en
Groningse arbeiders.
Het gebied stond in open verbin
ding met het Drentse veengebied.
Liederen uit de Peel worden der
halve nu ook gevonden in de Zuid-
>P<
ik
tv,
inu >p een gegeven moment herin-
eg 1 Ate zich dat zijn ouders met
vil) buren op het Groningse platte-
>ek 1 v/aar hij vandaan komt, wel
nd s spraken over oude Lederen,
dc komt op het idee om daar een
ene ending aan te wijden. Al heel
k< begint hij te vermoeden dat er
en Iveel materiaal onder de bevol-
kc aanwezig is en hij begint Le-
n op te tekenen bij mensen in
and.
oosthoek van Drente. De Lederen
in de Peel kwamen voor een deel
ook uit Antwerpen. De Peel werd
doorsneden door de diLgencehjn
De Keulse Kar, die van Breda naar
Keulen Lep en grotendeels be
mand werd door mensen uit de
omgeving van Antwerpen. Die Ant
werpenaren zongen, als de paar
den 's avonds werden gewisseld en
de mensen op een stopplaats gin
gen overnachten, daar in de Peel
hun Lederen.
Zo is er geen enkel Led op zijn
plek gebleven. Door de onderzoe
ken wordt de verwoede regionahst
die meent dat een Led typisch is
voor zijn streek, een illusie armer.
Het statische streekiepertoire
bhjkt eigenhjk nooit bestaan te
hebben. Wel is een repertoire ei
gen aan bepaalde streken, omdat
het daar gezongen werd. Later,
toen het zingen zijn functie verloor,
is zo'n repertoire versteend.
„ARCHIEF"
Wanneer Ate Doornbosch een
jaar of zeven met zijn radio pro
gramma is bezig geweest komen
de mensen van de wetenschap
hem vragen over te stappen in
Rijksdienst. Hij wordt m 1966 we
tenschappelijk onderzoeker bij het
Dr. P. J. Meertens Instituut voor
Dialectologie, Volkenkunde en
Naamkunde van de Koninkhjke
Nederlandse Akademie van We
tenschappen. Dat instituut had
reeds een volksLedarchief, en daar
volgt hij later Mane Veldhuizen als
hoofd op, een functie die hij tot 1
januan 1987 vervult het moment
>ch kan hij het idee pas goed
rikkelen ais de grootmoeder
ajn vrouw uit Zuidoost-Drente
hen logeert. Zuidoost-Drente
J één van de gebieden te zijn
r hij later heel goed te werk
gaan. Zuidoost-Drente bhjkt
i een brandpunt te zijn! In zijn
ig in Leusden zal hij vertellen
r dit concentratiepunt van Le
ut.
rGINNEN
LEUSDEN - Woensdag 8
pof aPril houdt de heer Ate
erlï Doornbosch in de open-
opio bare bibliotheek Nieuw
id I llangbeek een lezing over
bet verhalende lied. De le-
tbig begint om 20.15 uur.
Inmiddels heeft de heer
oe™ Doornbosch zijn 1000ste
j ei ri<'I0"uitzen<ün9 over dit
H "onderwerp gehouden.
Hij zal zijn lezing in
Leusden illustreren met
de vele bandopnamen die
hij in de loop der tijd
maakte.
Wie in het bezit is van
liedboekjes, liederen bun
dels en/of liedjesschriften
wordt gevraagd deze naar
de lezing mee te brengen.
oen de Peel uitgeput begon te
in hebben de gebroeders Van
Grient, waar het plaatste