aktijkzin en eigen verantwoordelijkheid zijn immer één voor de nu opgeleide politiemensen' emeen coördinator D.G. Daamen over opleiding 'nieuwe stijl' die op politieschool gestalte kreeg: plaatselijk nieuws door Anco Mali DINSDAG 26 MEI 1987 werp bij de kop Het zijn er vele. Ik noem nog: geweld, politiek en pers, het omgaan met probleem groepen als voetbalvandalen en krakers. In de derde fase wordt ook nog een week besteed aan crisisinter ventie. In de eerste fase behande len we het omgaan door de poliie met conflicten tussen mensen. In de stage passen de leerlingen een aantal dingen toe vaak wordt de politie geroepen bij ruzies. In de derde fase gaat het om crisissitua ties tussen mensen die een relatie met elkaar hebben, onenigheid tussen man en vrouw die al jaren speelt en die op een gegeven mo ment culmineert in een explosie van ellende waardoor de buren de politie gaan bellen. MOEILIJKSTE Voor jonge politiemensen is dat één van de allermoeilijkste zaken. We leren ze om niet te denken dat ze de zaken kunnen oplossen. Er wordt soms fysiek geweld naar el kaar gebruikt, de openbare orde kan in het geding zijn. We leren de leerlingen dempend op te tre den. We proberen zoveel te berei ken dat als de politie weg is de zaak met meer gaat escaleren, er een status quo in acht wordt geno men en er mogelijkheden worden aangereikt om verder te gaan De politie kan geen blauwdruk voor oplossingen geven, ze geeft al leen wat handvatten aam. Meer dan een EHBO functie kan de poli tie niet verrichten Als er duide lijke signalen zijn voor groot ge weld zul je één van beide partijen moeten bepraten om zich in veilig heid te stellen en bijvoorbeeld een blijf van mijn lijfhuis op te zoe ken. Dat geldt dan voor de vrouw, hoewel de politie vaak van me ning is dat de ooreaak bij de man ligt en deze zou moeten weg gaan. Steeds meer dus wordt in de poli tieopleiding geïnvesteerd met name in de benadering van men sen, in een stuk dienstverlening, een interactie die wij erg belang rijk vinden." GEWELDGEBRUIK Een even moeilijk te hanteren fa cet vain het politiebedrijf is het ge bruik van geweld De politie is tot de ontdekking gekomen dat, ook al móét een agent soms geweld gebruiken, de gevolgen voor de individuele politieman of -vrouw aanzienlijk zijn. De Politieschool 'De Boskamp' heeft (hoofdagenten die m hun praktijk helaas een keer iemand hebben moeten doodschieten bereid ge vonden om met de jonge agenten in spé te praten over de frustraties die ze daardoor hebben opgelo pen en over de moeilijke verwer kingsperiode na z'n ingrijpende gebeurtenis. Ook al blijkt dat de politieman, juridisch correct heeft gehandeld, dan nóg blijft het een vreselijke ervanng. Überhaupt wordt aan stress steeds meer aandacht besteed. We leren de politiemensen om gaan met hun eigen emoties. Als er een dodelijk ongeluk heeft plaatsgevonden en familieleden staan om het slachtoffer heen dan willen we graag dat de politieman op het moment dat hij moet optre den zo goed en zo adequaat mo gelijk tracht te functioneren. Daarna mag een politieman best zijn emoties hebben en van slag zijn. Bovendien hangt het er dan van af hoe hij wordt opgevangen door de maatschappelijke werk(st)er, de collega's en de chefs in zijn corps". De herziene opleiding bij de Poli tieschool 'De Boskamp' werkt sinds oktober 1983. De eerste groepen politiemensen die nieuw zijn opgeleid en die een jaar prak tijkervaring hadden zijn inmiddels teruggedaald naar de school. Aan hen is gevraagd naar hun ervarin gen in opleiding en praktijk Deze evaluatie leverde op dat de jonge politiemensen erg tevreden zijn over het publiek- en maatschappij gerichte facet. In technische za ken als het schriftelijke werk voel den ze zich wat minder zeker. Daaraan wordt momenteel meer aandacht besteed. De Politie school zoek naar een juiste balans, die in de komende vijf a tien jaar zeker bereikt zal worden. Schieten hoort er ook nog bij. elke docent een politiedocent was die alle facetten van de oplei ding moest beheersen is de Poli tieschool nu overgegaan tot het in stellen van zogenaamde vakgroe pen. Een groep docenten heeft zich specifiek in een deel van de lesstof verdiept, en geeft vanuit zijn deskundigheid daann les aan alle klassen. Zo zijn er vakgroepen recht (waarin nu naast politie-ook burgerdocenten zitten op gebied van staatsstraf-, en burgerlijk recht), bevoegdheden, verkeer en bijzondere wetten. De grootste vakgroep is de groep der klassebegeleiders die de klas sen van elk twintig leerlingen ge durende de drie trimesters bege leidt Deze groep is verantwoor delijk voor het zichtbaar maken van juridische stof in de rollenspe len, en traint de leerlingen op het toepassingsniveau. De klassebe geleiders leren de leerlingen ook omgaan met het publiek. Ze be vorderen de integratie van de di verse vakken bij het toepassen daarvan. Bijgestaan worden ze door een docente sociale vaardig heden en een docent-andragoog, die verantwoordelijk is voor het schrijven en ontwikkelen van pro gramma's op het gebied van so ciale vaardigheden. Het politiedocentencorps wordt gecompleteerd door twee docen ten fysieke vaardigheden en twee taaldocenten, die zijn ingekaderd bij de vakgroep bevoegdheden, omdat tot deze vakgroep ook het schrijven van processen-verbaal behoort Een rijdende typeschool geeft gedurende twintig uur per trimester de nodige typeles aan de leerlingen. De nj onderwijsge venden wordt gesloten door een EHBO docente en één actrice die bij de poliüeschool op contractba sis werkt. Zij is docente dramati sche expressie in Amsterdam, ac teert in de rollenspelen bij de poli tie, en zorgt indien nodig voor het inschakelen van andere acteurs. INTERNAAT In het vroegere systeem van de Politieschool waren instemaat en onderwijs één. Docenten van de Politieschool hadden toen ook avonddienst In het heel verre ver leden gingen ze om tien uur 's avonds kijken of alles rustig was! Hoewel internaat en onderwijs sa men de politieopleiding vormen zijn ze nu losgekoppeld. Het ver blijf in het internaat is een wezen lijk deel van de politieopleiding gebleven: alle leerlingen zijn in de eerste fase intern. Dat de leerlingen, ook die van rond de veertig, in de eerste fase intern zijn dient om het groepsge beuren te stimuleren. De leerlin gen zelf zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken in het internaat Ze zijn zelf verantwoordelijk voor de rust in de woon-umts. Er is een leerlingenvereniging waarvan elke politieleerling lid is. Uit de leden van deze vereniging wordt een raad gekozen, die zijn rechten en zijn plichten heeft. De leerlingen beheren in de recrea tieruimte een bar die elke avond open is en waar zwak alcoholische dranken worden verkocht. De so ciale controle op het alcoholge bruik onder de leerlingen is groot. Als de raad vindt dat het bier- of wijngebruik te grote vlucht neemt wordt dit aangekaart en wordt er m de groep over gesproken. De enige verantwoordelijkheid die de leerlingen ten aanzien van de bar tegen de school afleggen is een financiële. De rest regelen ze zelf. Een ontspanningscommissie organiseert tenslotte feestavon den. Een sportcommissie zet de nodige sportevenementen m el kaar. Algemeen coördinator D.G Daa men, die specifiek belast is met de onderwijscoördinatie in de eerste fase ziet de resultaten van de ver nieuwde opleiding dagelijks om zich heen en is met de verande rende opleiding zeer content. .Praktijkzin en eigen verantwoor delijkheid zijn nummer één voor de nu opgeleide politiemensen, onder wie ook een redelijk contin gent vrouwen. STAGE Na het eerste jaar waann de basis wordt gelegd voor de opleiding is het moment aangebroken dat de leerlingen van de Politieschool stage gaan lopen. De stage vormt de tweede fase van de opleiding en duurt vijf maanden. Voor de Opleidingsschool voor Gemeen tepolitie 'De Boskamp' te Leusden zijn de korpsen voor Utrecht, Den Haag en Dordrecht aangewezen als stagekorpsen waarover leerlin gen die op stage gaan min of meer worden verdeeld. Voor hun stage zoeken de politie- leerlingen in principe zelf een kosthuis of onderdak thuis, bij fa milie of kennissen De huisvesting waarvoor leerlingen wel een tege moetkoming in de kosten ontvan gen is ovengens een stuk eigen verantwoordelijkheid Zes leerlingen vormen met twee mentoren een zogenaamde stage- groep. De mentor is meestal een brigadier van politie. De assistent mentor een hoofdagent van poli tie. Onder hün directe verant woordelijkheid lopen de zes leer lingen stage. De opbouw van de stage is zodanig dat de begelei ding van de mentoren in het begin vrij strak en direct is. Als de leer lingen op straat bezig zijn zijn de mentoren, als er iets zou gebeu ren, direct beschikbaar. De bege leiding wordt in de loop van de weken en maanden steeds afstan delijker De leerlingen die op straat bezig zijn hebben dan alleen nog via een portofoonverbinding met de mentoren op het politiebu reau, maar deze zijn niet meer in hun nabijheid. Het doelstellingenonderwijs uit de eerste fase wordt ook toege past tijdens de stage. Als de leer lingen de straat op gaan hebben ze voor die week een bepaalde doelstelling uitgereikt gekregen. Als er op straat iets gebeurt dat binnen de doelstelling ligt mogen ze het aanpakken. Is het iets dat ze nog niet gehad hebben, dat te moeilijk voor hen is en ook met in de doelstelling zit, dan moeten ze het overdragen. De eerste nood- handelingen worden door de leer lingen verricht. De technische af handeling geschiedt door de via de portofoon opgeroepen prak CONDITIE ISTELLING wordt afgestapt van het resul- nderwijs met periodieke re es en metingen van de resul- i door een exanen, onderwijs de verantwoordelijkheid bij mderwijsgevende legt. Men bij het Politieonderwijs over het doelstellingenonderwijs de eigen verantwoordelijk- Sociale vaardigheid: een rollenspel in een nagebouwde straat. tal doelstellingen af, die de dage lijkse politiepraktijk betreffen. Het omgaan met het publiek, het leren kennen van de wijk, het leren op nemen van aanrijdingen maar ook het behandelen van een dronken autobestuurder. TOETSING Gedurende de vijf maanden stage zijn er momenten van toetsing in gebouwd. Tussendoor zijn er functioneringsgesprekken. Als er problemen zijn worden die be sproken en worden de leerlingen in die problematiek begeleid. In de laatste vijf, zes weken van de stage gaan de leerlingen los van hun mentoren definitief hun ploeg in, een groep praktische politie mensen met wie ze gaan mee draaien. Aan het eind van die pe riode hebben ze een week de tijd om de zaken af te sluiten en te eva lueren. Halverwege en aan het eind van de stage krijgen de leer lingen formeel te horen hoe het met hen gaat. Als het in zijn totaliteit niet goed is gegaan, en er wordt geconclu deerd dat er geen progressie in zit, moet de leerling de opleiding verlaten of knjgt bij uitzondering de kans om het nog eens vijf maanden over te doen In de meeste gevallen is het goed ge gaan en is het moment aangebro ken dat de leerling in de derde fase terechtkomt, de afsluitende fase van de opleiding. Alle leerlingen van dezelfde klas sen komen terug naar de Politie tweede fase. de stage, zijn ze soms geconfronteerd met gebeurtenis sen op zedelijk gebied. Ze kunnen kontakten gehad hebben met ho- mosexuelen, pedofielen. pu blieke vrouwen, travestieten, transsexuelen Soms hebben ze helaas ook te maken gehad met zedenmisdrijven, aanranding, ver krachting. Wij zelf vragen aan mensen van de zedenpolitie te komen bespreken hoe de politie ten aanzien van pu blieke vrouwen enzovoort han delt. Zelf kunnen de leerlingen in groepjes van zes zo'n keuze on derwerp gaan uitdiepen. Ze nodi gen daarvoor mensen uit, be studeren de literatuur en het vi deomateriaal dat erover bestaat. Aan het eind van de week presen teert elke groep datgene wat ze zich over het onderwerp heeft ei gen gemaakt aan de andere groe pen van de klas Ik heb ai heel wat presentaties bijgewoond, en ik moet zeggen'; het is miraculeus wat ze in een aantal dagen rond een onderwerp weten te verzame len. OPVANG Waar de politie tegenwoordig veel meer aandacht aaó besteed is de eerste opvang van slachtoffers Niet alleen van zedenmisdrijven, maar ook van berovingen, inbra ken, diefstal van of uit auto' Ook de Politieschool 'De Boskamp' be steeds steeds meer tijd aan het on derwerp 'slachtofferhulp' Elke week heeft men een ander onder RSFOORT/LEUSDEN - Was de oude opleiding aan •leidingsschool voor Gemeentepolitie 'De Boskamp' usden één van de beste van Europa, volgens insi- mogelijk zelfs de beste, nu hebben zich op de school eel veranderingen voltrokken dat van een ver- iwde politieopleiding kan worden gesproken, om is die vernieuwing nodig gebleken? De snel nderende maatschappij kan geen ingang vinden in ipleiding, omdat deze in tijd zo'n gecomprimeerd is daar als het een er in wordt gebracht het ander uit >t vallen. In de 70er jaren blijkt tevens dat de politie- ling zo veel tijd nodig heeft om zich kennis eigen te ten en de theorie dat hij of zij zich nauwelijks kan rbereiden op het praktisch werken dat hem of haar te ihten staat. animatie. Ook dit trimester wordt afgesloten met een evaluatie. Duidelijk is dat er in de leerstof zwaarteverschillen zijn. Praktisch werken en toepassen in rollen spelen is zo belangrijk dat als een leerling daar aan het einde van het eerste trimester n(iet) v(oldaan) voor scoort deze niet dóór mag gaan naar het tweede trimester, ook al scoort hij voor alle andere vakken goed. An het einde van het tweede trimester komt daar nog de cruciale leerstof van de be voegdheden van de politieman bij. Wanneer hij of zij hiervoor een n(iet) v(oldaan) scoort kan hij met doorgaan naar het derde trimes ter. Het derde trimester kent een zelfde systematiek, waarbij de leerling aan het eind daarvan vol daan moet hebben aan een be hoorlijk zware schietproef. Bij en negatieve score kan de leerling niet op stage gaan. ht zijn op maatschappij, jk en eigen verantwoorde- ïd op deze draagpunten wor- e vernieuwingen bij het poli- Herwijs gestoeld ïbben met name te maken weeen aantal incidenten met en, die de schuld van hun fa- 113 ïven aan de opleiding Denk et geval met het aardappel- nesje in Amsterdam, waarbij o: de politiebonden wordt aan- 9f nd dat de schietopleiding 012 'oldoende is geweest Door 1 ugdige aanvangsleeftijd bij !rlj' >litie zijn er agenten van 18, ar' ir die nogal eens heetgeba- zijn, wat in de opleiding van n( niet onderkend omdat daar V' >ch aandacht voor was. uperiode komt er vanuit de sn ehappij politieke druk, die eert in het instellen van een lepartementale stuurgroep e-Binnenlandse Zaken, die iet werk slaat met een door Wetenschappelijke Onder- 9 en Documentatie Centrum brachte rapportage. Er wor- iundamentele veranderingen jesteld en ingevoerd. J is onder andere van mening anaf de eerste dag dat ze op :tle Dl komen, bij de politieleer- p n al verantwoordelijkheid "ij worden aangekweekt. Men r voortaan van uitgaan, dat de j ng verantwoordelijk is voor igen opleiding. De overheid daarbij de plicht het onder- m| aan te reiken en er op toe te dat de leerling het (al of niet) kt. Als de leerling het met op is dat zijn of haar verantwoor- kheid en heeft dat conse- m ties voor hem of haar. leerling die op de Politie- ol komt krijgt een introductie- Dde van dne weken. Hij of zij it geïntroduceerd in de p, de school, de politiewe- als zodanig, en wordt tijdens rse buitenschoolse activitei- sveneens met zichzelf gecon- teerd, waaruit duidelijk wordt leiding kan nemen en derge in de introductieperiode it elke leerling de doelstellin- uitgereikt die aangeven waar naar toe wil Studie in de bibliotheek. Zo te zien kan er nog wel een lachje af tijkmensen. Door het publiek wordt dit uitstekend opgepakt. Het heeft er alle begrip voor. EISEN De leerling-politieagenten zijn ge wapend. Vandaar dat ze alvorens op stage te gaan moeten voldoen aan de eisen van schietvaardig heid. Als ze daaraan met hebben voldaan mogen ze niet op stage Naast het technisch goed schieten leren ze op school vooral ook in welke gevallen er beslist met ge schoten kan of mag worden. Ook moeten de stage-leerlingen heb ben voldaan aan de eisen van praktische politionele vaardig heid. Ze moeten de juiste benade ring van het publiek onder de kiue hebben. Ook aan de normen van de bevoegdheden mag je iemand wel of niet arresteren enzovoorts, moeten de stagiaires hebben vol daan In de eerste dne maanden van de stage lopen de leerlingen een aan- school Dan start de derde fase, een heel interessante fase die drie maanden duurt. In de eerste fase hebben de leerlingen theone en praktijk gehad, ze hebben vaar digheden en technieken aange leerd, ze hebben leren omgaan met bepaalde mechanismen, ze hebben een stukje aktie leren han teren. Al die facetten hebben ze toegepast in de tweede fase Aan het eind van de tweede fase zijn ze zo ver gekomen dat ze de princi pes van de opleiding als het aan kunnen van eigen verantwoorde lijkheid en zelfstandigheid en het maatschappelijk gencht bezig zijn steeds meer onder de knie heb ben gekregen. Daardoor worden in de derde fase nauwelijks schoolse methoden met vaste lestijden, pauzes en het aameiken van nieuwe stof gehan teerd. De derde fase bestaat uit open doelstellingen onderwijs, waarvan het hoofddoel is dat de leerlingen komen tot verdieping van al datgene dat ze m de eerste en tweede fase hebben opgesto ken. Nieuwe deelgebieden wor den niet aangesneden, er wordt op details van de verworven ken nis en vaardigheden ingegaan ,,Wat we dan eigenlijk willen", al dus onderwijscoördinator derde fase L.J. Nieuwenhuize, „is voor de helft van de tijd open onder wijs, waarin de leerlingen zelf aan geven waarvoor de belangstelling hebben. Daardoor is de motivatie om met een bepaald onderwerp bezig te zijn bij de leerlingen groot Het hele gebeuren wordt thema tisch aangepakt. Per week wordt één thema behandeld. Binnen zo'n thema bieden wij aan wat wij als organisatie belangrijk vinden en gedurende de rest van de da gen van die week mogen de leer lingen zelf mensen uitnodigen, be zoeken aan instellingen en perso nen brengen en zelf rond dat thema een onderzoek instellen. Een voorbeeld. In de eerste fase hebben de leerlingen iets over ze denmisdrijven gehad. In de EERSTE FASE Het eerste jaar is opgedeeld in dne trimesters. Elk tnmester wordt afgesloten met een evalua tie of toets door middel van multi ple choice, casuïstiek, open vra gen, een enkele kennisvraag. Een grote verandering is dat er in elke periode door rollenspelen met één of meer acteurs wordt ge toetst of de leerling wat hij heeft geleerd kan toepassen. In dit tri mester komen niet alleen de juri disch technische vakken aan de orde maar ook het schieten, de conditietraining en de beheersing van de Nederlandse taal. Aan het eind van de penode knjgt de leer ling de kwalificatie, al of niet vol daan aan de toetsen. Een leerling die niet voldoende score heeft moet terug maar het eerste trimes ter. De leerling krijgt in principe maar één kans om terug te gaan. Als hij voor de tweede keer niet goed scoort wordt hij van de opleiding verwijderd. ZWAARTEVERSCHILLEN Wanneer de leerling het eerste tn mester met het toereikende aantal 'voldaans' heeft gehaald krijgt hij de doelstellingen uitgereikt voor het tweede tnmester. De leerling krijgt nu ook les in de vuistregels van de EHBO-praktijk, waarbij bo vendien les wordt gegeven in re- Van de lerling wordt geëist dat hij een goede lichamelijke conditie heeft en in staat is tot ongewa pende verdediging. Ook moet de leerling de geweldsbepalingen terdege kennen: wanneer mag ik geweld toepassen en hoe. Wan neer de leerlingen voor deze beide eisen niet voldoende sco ren is op stage gaan aan het eind van het derde trimester uitgeslo ten. In elk trimester zijn drie themawe- ken gepland. Ingebed in de leer stof gaan de leerlingen zich ver diepen in maatschappelijke ver schijnselen waar ze absoluut mee in aanraking komen. Denk aan cri minaliteit, fundamentele mensen rechten, sociale vaardigheden. Deze thema's komen in het eerste trimester aan de orde In het tweede trimester komen wat zwaardere trainingen aan bod. Eén week is geheel gewijd aan minderheden, waarbij het accent vooral ligt op de tweede generatie van de etnische minderheden. Tij dens de training op het gebied van de sociale vaardigheden krij gen de leerlingen in het tweede tnmester te maken met lastige ver dachten. In het derde trimester is er een themaweek over de di verse soorten verslaving, alcohol, drugs, de snel zich uitbreidende problematiek rond gok-en spee lautomaten. In dit trimester wordt de theorie van de opiumwet door genomen. LEVEN EN DOOD Uiterst belangnjk is dat er een the maweek gewijd wordt aan leven en dood. De politieman krijgt te maken met sterven en dood en het spreken met nabestaanden. In die week komt een pastoor praten over stervensbegeleiding en wordt de juridische stof betref fende de wet op de lijkbezorging behandeld. Emoties worden be sproken, er wordt getraind in slecht nieuws gesprekken. De themaweek sociale vaardigheden wordt toegespitst op conflict han teren. Ook daarbij wordt gewerkt met rollenspelen en acteurs. Voor een thema als crisisinterventie is een trainingsprogramma ontwik keld door psychologen. De do centbegeleider wordt op diens beurt begeleid door de ontwikke laars va het programma DOCENTENBESTAND Door alle wijzigingen in het onder wijs hebben zich eveneens ver anderingen binnen het docenten bestand voltrokken. Waar vroeger I

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1987 | | pagina 13