Ik ben gewoon een betrokken gemeentelid' ■interview o\ donderdag» Broekhuis 5gë ubilerend predikant P. E. van Staveren van de Vrije Evangelische gemeente: 'Het evangelie wil mensen 'Ivrij en blij maken' 1 'Kleinschaligheid is goed voor een kerkelijke gemeente' MODE VOOR MANNEN DONDERDAG 8 OKTOBER 1987 plaatselijk nieuws 3gt kuivl Ro| 33. kun- Ron 33, n-C, (door Jacob van Lier) LEUSDEN - 'De titel ds gebruik ik al jaren niet meer voor mijn naam, want titels maken onderscheid, en dat wil ik niet. Ik ben gewoon een betrokken gemeentelid, welis waar met de bevoegdheid van predikant.' Dit zegt de heer P.E. van Staveren, als hij met dominee wordt aangespro ken, aan het begin van een gesprek met hem naar aanlei ding van zijn 25-jarige ambtsjubileum. Op 23 september 1962 werd hij namelijk 'geordend' tot predikant van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland. Diezelfde dag werd hij bevestigd als predikant van een gemeente in het Friese Oudebildtzijl. Momenteel oefent hij dit ambt nog slechts af en toe uit. In het dagelijkse leven is hij namelijk geen predikant meer, maar 'plaatsvervangend directeur-generaal Voort gezet Onderwijs bij het Ministerie van Onderwijs en We tenschappen'. Iedere dag rijdt hij heen en terug naar het ministerie in Zoetermeer - 'ongeveer vijftig minuten met de auto' - vanuit zijn woonplaats Leusden-Zuid. Hij woont daar samen met zijn vrouw, één dochter en twee zoons, op het adres Van Diepenheim Scheltuslaan 4. In dit interview vertelt deze Leusdenaar over zijn ambt, zijn kerkgenootschap, zijn geloof, zijn visie op de politieke perikelen van Leusden, en zijn bijzondere loopbaan. DUW- 20 elersl Di |Wie bij de aanduiding predikant aan een donker geklede ;oon die dagelijks bezig is met ikenbezoek, begrafenissen, ïvverijen, catechetisch onder- it en dergelijke, komt in het ge- van predikant Van Staveren dus TA*|drogen uit. Dat betekent niet, dat niet aktief is m de gemeente ar hij momenteel bij aangesloten een 'streekgemeente' van de nd in Amersfoort. Hij vertelt: 'On- veer éen maal in de twee maan- n ga ik er in een dienst voor. amaast bespeel ik er regelmatig lens andere bijeenkomsten het gel.' ïyer TM cha- kas- ÏUtO- traal tel UUf ens- ten tens was dat anders, want toen in 1962 begon als predikant, was full-time. Hij legt uit: 'Ik ben a enfedikant geworden, omdat ik mij 3 en aitoe geroepen voelde Ik voel- me getrokken om mensen, oral verdrietige mensen, troost geven; troost vanuit het evange- van Jezus Christus. Tenslotte is evangelie bedoeld om mensen en blij te maken.' adn|' nelo IOOST enDe Bond van Vrije Evangelische Mo'imeenten in Nederland heeft 46 J1 meenten. In totaal zijn er onge- r 13.500 mensen bij aangeslo- De bond is dus een vrij kleine :kelijke groepering. Waarom Itge- rc* hh predikant van een in ver- Q£. uding kleine groepering, zoals j en Bond van Vrije Evangelische Mq. neenten is? De heer Van Stave- g L n reageert: 'Voor een deel is dat eus. paald door de situatie. Ik voelde jtter. e er van huisuit thuis. Maar ik had ook andere overwegingen voor. eerste is, dat ik van mening ben, kleinschaligheid voor een ker- lijke gemeente beter is dan >otschaligheid. Volgens mij kan ©Pap gemeente beter niet groter zijn i honderd of hooguit honderd- tig mensen. Kleinschaligheid "er n voorkómen, dat mensen elkaar t kennen en niet aktief bij de meente betrokken zijn.' !0Q7 Hi) vervolgt: 'Daarnaast heeft het maken met de geloofsbeleving, de Vnje Evangelische gemeen- bestaat grote vrijheid in de lansfrmgeving van het geloof. Wij tuien bijvoorbeeld geen belijde- geschnften.' Met nadruk voegt er aan toe: 'Maar het geloof dient uur lijk wel evangelisch te blij- Op de vraag, welke grenzen aan die vrijheid worden ge ld, antwoord hij: 'Zo wil ik het over^1 niet benaderen. Als ik onze looft centen zou moeten typeren, zeg ik: wij zijn vrolijk orthodox, basis is het geloof in Jezus nstus, maar daarbinnen bestaat veel ruimte. Iedereen en ïe- loed-f e gemeente moet zelf maar uit- 558. t en nog maken, hoe het geloof wordt vorm gegeven. Daardoor kan het voor komen, dat de ene gemeente is aangesloten bij de Raad van Ker ken in Nederland en de andere gemeente niet.' Ontstaan daardoor geen span ningen binnen het kerkverband? De predikant ontkent dat. Hij legt uit: 'Het is ook een kenmerk van onze gemeenten, dat we de ver schillen niet aksentueren. Wij let ten veel meer op wat ons bindt, dan op waann we van elkaar verschil len. Wij houden niet van oordelen en veroordelen. Dat ligt ons met. Wij denken, dat de eenheid vanzelf komt als het geloof in Jezus Christus er is.' RECTOR In Oudebildtzijl, een plaatsje aan de Waddenzee m het uiterste noor den van ons land, bleef hij full-time predikant tot november 1967. Hij vertrok er, omdlat hij part-time rec tor werd van de Theologische Ho geschool van zijn kerkgenoot schap m Amersfoort. Een ander deel van zijn dagtaak vervulde hij vanaf die tijd als predikant van de gemeente in de Keistad. Hij ging echter in Leusden-Zuid wonen. Waarom? De heer Van Sta veren: 'In Friesland woonden we in een vrijstaand huis. Toen ik ging werken m Amersfoort, wilden we er ook gaan wonen, maar het enige wat toen voor handen was, was een flatwoning. Nou, dat leek ons niet zo. Toen zijn we gaan rondkijken in de omgevmg, en toen we een wo ning konden krijgen in Leusden- Zuid, hebben we die mogelijkheid met beide handen aangegrepen.' Vanuit de voorkamer, waar het gesprek plaatsvindt, zijn aan de overkant van de Van Diepenheim Scheltuslaan koeien te zien, die er rustig grazen. Van Staveren daar over: 'Deze omgevmg lijkt enigzins op die van Friesland. Wij voelden ons er ook bijna meteen thuis.' De kerkelijke gemeente was echter heel anders. De streekge meente in Oudebildtzijl had bijna achthonderd leden, en toen de heer Van Staveren predikant werd in Amersfoort, had deze gemeente nog geen vijftig volwassen leden. In de loop der jaren groeide de gemeente gestaag tot bijna het dubbele aantal leden. Toch vind de jubilaris dat geen succes. Hij legt mt: 'De groei van een gemeente houdt ons niet zo bezig. We willen wel graag dat veel mensen het evangelie horen, maar onze zen dingsopdracht zit met in het groot worden van de gemeente. Mensen die tot geloof komen, hoeven ook met persé lid te worden. We heb ben vrienden die geen lid zijn, Jubilerend predikant P.E. van Staveren: 'Ik zie er steeds minder heil in om full-time predikant te zijn.' maar wel volop m de gemeente meedraaien Schept die enorme vrijheid in vormgeving van het geloof en de organisatie van een gemeente geen vrijblijvendheid? Bijna ver ontwaardigd reageert de heer Van Staveren: 'Nee, beslist niet. Vrijblij vendheid doet zich niet voor als mensen aktief meedoen. Wij leg gen de verantwoordelijkheid voor het doen en laten van mensen bij henzelf en niet in de eerste plaats bij de gemeente Als bijvoorbeeld een broeder of zuster vaak ont breekt tijdens de samenkomsten, dan is ieder geroepen aan hem of haar te vragen, wat er aan de hand is. Wij stellen geen voorwaarden om in onze gemeenten mee te doen Onze gemeenten worden ge dragen door de persoonlijke be trokkenheid van de afzonderlijke gemeenteleden. Die betrokken heid wordt mgegeven door be- zorgheid en liefde voor elkaar.' LEERSTOEL De kombinatie van de funkties predikant en rector van de Theolo gische Hogeschool, was volgens de heer Van Staveren 'erg zwaar". Daardoor zag hij zich in 1974 ge noodzaakt het predikantschap neer te leggen. Tegelijkertijd werd hij full-time rector van de hoge school. In 1975 kreeg hij er echter weer een funktie bij. Toen werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Theologische faculteit van de Rijksumverstelt van Utrecht. De Bond van Vnje Evangelische ge meenten kreeg toen een zoge naamde bijzondere leerstoel ten behoeve van de betreffende ker- het verzoek van de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, of hij voorzitter wilde worden van de Stuurgroep Herstrukturering Middelbaar Huishouds en Nijver heids Onderwijs (MHNO) en Mid delbaar Sociaal-Pedagogisch On- kelijk richting. Die laatste funktie kostte hem naar eigen zeggen 'een halve werkweek', waardoor hij weer 'meer dan een dagtaak' had te vervullen. Inmiddels had Van Staveren ook een paar flinke stappen gezet op het politieke vlak. Momenteel is hij voorzitter van de CDA in de provin cie Utrecht en lid van het landelijke partijbestuur. Ook plaatselijk had hij iets m de politieke melk te brok kelen. Tot september was hij lid van het algemene bestuur van de CDA m Leusden. Over de huidige politieke perikelen van de ge meente heeft hij een duidelijke me ning. Hij verwoordt: 'Wat er in Leusden allemaal is gebeurd, is slecht én voor Leusden, én voor het gezicht van de politiek, én niet m het minst voor de betrokkenen zelf.' Veel meer wil hij er met over kwijt. 'Ik denk niet, dat het verstan dig is, wanneer ik meer zeg', aldus de CDA-politicus. Wel merkt hij op: 'Ik vindt het jammer, dat mijns inziens wordt vergeten, dat de be trokken ook veel goeds tot stand hebben gebracht.' Hij doelt met het woord betrokkenen ongetwijfeld op oud-burgemeester Rademaker en de nog zittende wethouders die binnenkort het veld ruimen. ONDERWIJS Behalve voor de politiek heeft de heer Van Staveren zich ook voor het onderwijs mgezet. Als hij er over praat, rollen allerlei ingewik kelde namen van instanties en funkties door de woonkamer. Eni ge jaren was hij bijvoorbeeld voor zitter van het bestuur van de Stich ting voor het Christelijk beroeps onderwijs in Amersfoort, en als ge volg daarvan ook lid van de Afde- lmgsraad voor Beroepsonderwijs van de Besturenraad voor het Pro testants-Christelijke onderwijs in Nederland. Vanwege zijn ervarin gen op dit gebied kreeg hij in 1977 FESTIVITEITEN groepen mensen, maar ik denk, dat de manier hetzelfde is gebleven. Natuurlijk wordt de afstand met de ïndivdiuele mensen groter. Daar is helaas met aan te ontkomen.' Hij ervaart dat met alleen als po sitief. Hij legt mt: 'Soms heb ik heim wee. Als ik een kerkdienst bij woon, bekruipt me soms het ge voel, dat ik wel op die kansel zou willen staan, omdat ik wel wat te zeggen zou hebben. Ook in de richting van de jongeren zou ik ak- tiviteiten willen ontplooien. Maar gelukkig leidt ik nog wel eens een kerkdienst, zoals een doopdienst. Dat vind ik heel fijn om te doen. Daarnaast verzorg ik iedere winter bijbelstudies.' Toch zou de heer Van Staveren met meer full-time predikant willen zijn. Hij verduidelijkt: 'Dat heeft te maken met mijn gewijzigde opvat ting over het predikantschap. Ik zie er steeds minder heil in om full time predikant te zijn. Veel full-time predikanten kennen namelijk de maatschappelijke situaties niet of met voldoende, waarmee de ge meenteleden te maken hebben, omdat ze zelf onvoldoende met de maatschappij m aanraking komen. Dat komt het pastoraat niet ten goe de.' Wat dit betreft wijst hij op een ander aspekt. Hij legt uit: 'Als het full-time predikantschap zou wor den afgeschaft, zou dat veel kapi taal vrij maken. Daar kun je heel andere dingen mee doen, zoals scholing en vorming in de ge meente, zodat individuele leden meer voor de gemeente kunnen betekenen.' VAKANT Dat is tevens de reden, waarom de heer Van Staveren er niet onge lukkig mee is, dat zijn kerkelijke gemeente vakant is. Smds 1985 heeft de gemeente geen eigen do minee. Momenteel wordt gezocht naar een part-time predikant. De heer Van Staveren daar over: 'Wat mij persoonlijk betreft, hoeft dat niet. Maar als de gemeente besluit om toch een predikant aan te stel len, vind ik dat prima.' De gemeente bestaat uit ruim honderd zielen, waarvan er vol gens de heer Van Staveren 'enige tientallen' uit Leusden afkomstig zijn. Het ledental van de gemeente is momenteel stabiel. Hij merkt op: 'Het valt me op, dat de gemiddelde leeftijd vrij laag is.' Hiervoor heeft hij de volgende verklaring: 'In de samenleving zie je aan de enerzijds, dat steeds min der mensen lid zijn van een kerke lijke groepering, en dat veel ker ken leeg lopen. Anderzijds zie je, dat de mensen, vooral jonge men sen, wel geloven, maar zich niet willen bmden aan strak georgani seerde landelijke organisaties. Het blijkt dat onze gemeenten, met him vrijheid én persoonlijke betrok kenheid op elkaar, die mensen aantrekken." Het 25-jarige ambtsjubileum was voor de heer Van Staveren geen aanleiding voor festiviteiten. Hij legt uit: 'Ik was verbaasd, dat ik ter gelegenheid van mijn 25-jarige predikantschap voor een interview werd uitgenodigd. Het leek mij vol strekt niet nodig, dat heb ik ook vooraf gezegd. Ik kan me voorstel len, dat een predikant die een ge meente heeft, er niet aan ontkomt om enige aandacht aan een ambts jubileum te besteden. De mensen willen dat nu eenmaal. Maar in mijn geval vind ik het overbodig. Ik ben niet vijfentwintig jaar full-time pre dikant geweest. Daarnaast is het toch met zo bijzonder9 Een ge meentelid dat zich vijfentwintig jaar aktief voor de gemeente heeft in gezet, viert toch ook geen jubi leum?' Het kerkgebouw van de Vnje Evangelische gemeente aan de Appelweg in Amersfoort, 's Zondags wordt er om 10.00 uur een samenkomst gehou den. derwijs (MSPO). Op dit verzoek is hij ingegaan. Het gevolg was wel, dat hij het rectoraat moest laten schieten. Wel bleef hij hoogleraar aan de Utrechtse universiteit. Toen in de loop van het jaar bleek, dat ook het hoogleraarschap moeilijk te kombineren viel met zijn funktie bij het ministerie, liet hij in augustus 1977 ook deze funktie vallen. De loopbaan van predikant Van Staveren had hiermee een flinke wending genomen. Betreurde hij het niet, dat hij steeds verder van zijn oorspronkelijke 'roeping' van daan kwam9 Voor hij antwoord geeft, denkt hij even na en zegt dan: 'Het is de vraag of dat zo is. Ik kreeg toen de kans om voor grote groe pen jongeren iets van de grond te tillen. Het geloof houdt voor mij in, dat het leven de moeite waard is; dat er toekomst is voor mensen. In mijn meuwe furiktie werd het een uitdaging om dat waar te maken m het onderwijs.' In 1984 ging de meuwe onder wijsvorm van start. Dat betekende voor de heer Van Staveren het ein de en het begin van een taak. Hij kreeg toen namelijk een andere funktie: 'onafhankelijk adviseur van de Mmister van Onderwijs en We tenschappen voor het Voortgezet Onderwijs'. Deze funktie hield hij tot april van dit jaar. Toen werd hij benoemd m zijn al genoemde hui dige funktie, 'plaatsvervangend di recteur-generaal voor het Voortge zet Onderwijs' bij hetzelfde minis terie WERKVLOER Door zijn steeds hogere funkties in de politiek en het onderwijs, kreeg de heer Van Staveren wel licht steeds minder kontakt met 'de werkvloer' Hoe kijkt hij daar zelf tegenaan? Hij reageert. 'Mijn werk zaamheden mogen dan wat groot schaliger zijn geworden; steeds meer te maken hebben met grote (advertentie) ,cdcre ^o£keKck 'c m0'1 brock ets1 cl 1 SP orttc of tr»1 rrt' s-i;nd pt>k 0oic MC CC".„ trtC^C' der ÏeTk."1^,

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1987 | | pagina 5