Neem nou Londen en Berlijn 1
Stadsagenda's
leusder krant?
ezers-service^
Operatie Rode Storm
Naslagwerken over
tekenen en schilderen
Bloterikken op
het witte doek
Het raadsel van
Edgar Allan Poe
Steven Spielberg
en zijn films
Den Haag, Amsterdam en
Rotterdam op zak:
Thriller Tom Clancy bijna documentair:
In de serie 'Neem nou...' - reis
gidsen van uitgeverij Bruna
verschenen twee nieuwe de
len: Londen en Berlijn. Op
deze plaats schreef ik al eer
der, dat deze reisgidsen-reeks
van Bruna in het algemeen
van een uitstekende kwaliteit
zijn. Handig formaat en een
grote hoeveelheid praktische
informatie. 'Neem nou Lon
den', geschreven door Peter
Brusse behoort eveneens tot
deze categorie. In deze elfde,
geheel herziene druk, weet
Brusse (jarenlang correspon
dent in Engeland voor onder
meer het NOS-journaal) op
geanimeerde wijze de Lon-
den-bezoeker wegwijs te ma
ken in deze metropool. Met
medewerking van Tine van
Houts, die na het vertrek van
Brusse uit Londen alle veran
deringen in de stad nauwkeu
rig ten behoeve van de nieu
we druk bijhield.
'Neem nou Londen' is een com
plete gids. Je kunt het zo gek niet
bedenken of het staat er wel m en
wie aangewezen is op het open
baar vervoer m deze uitgestrekte
stad (en dat zijn de meesten) knjgt
uitvoerige informatie over de mo
gelijkheden, inclusief plattegrond
van de underground, de metro.
De gids voorziet in een platte-
grondje waarop de meest bekende
musea staan aangegeven en ach
terin een kaart van het centrum van
de stad. De gids sluit de hoofdstuk
ken met specifiek gerichte infor
matie (overnachten, eten, drinken,
shopping, musea, uitgaan e.d.) af
met een hoofdstuk vol verschillen
de wandelingen door Londen. Ho
tels en restaurants worden keung
in prijsklasse verdeeld, zodat je
niet al ta vaak voor verrassingen
komt te staan. Het onontbeerlijke
register ontbreekt niet.
'Neem nou Londen' is een aan
stekelijke gids, die je ook thuis in je
gemakkelijk stoel met heel veel
plezier leest. Geschreven in een
vlotte, soms een tikkeltje ironische
stijl, gelardeerd met humor. Want
wat moet je nou met een aanbeve
ling voor een restaurantdat altijd
vol is' Een prima gids om kado te
doen voor f.22.90. (ISBN nr. 90 229
7737 4).
Berlijn
Berlijn is een reis waard, zeggen
de folders en wie de stad eenmaal
heeft bezocht zal dat gnf beamen.
'Neem nou Berlijn' van Koen Corver
vertelt in grote lijnen waarom dat zo
is. Berlijn is -iedereen weet dat
een gespleten stad. Eigenlijk één
groot oorlogsmonument. Oost en
west grenzen hier aan elkaar en
ook al zorgt de Muur voor een
enorme scheiding, als toerist heb je
daar niet zo heel veel last van.
Hooguit wat extra oponthoud bij de
doorgangen van west naar oost en
omgekeerd. Toch komt men er niet
zo snel toe om een bezoek aan de
voormalige hoofdstad van het Duit
se rijk te brengen. De weg er naar
toe gaat grotendeels over Oost-
Duits grondgebied en het opont
houd aan de landsgrenzen is
meestal niet plezierig en soms zelfs
langdurig. Wie dat met wil ervaren,
kan het vliegtuig nemen. Ook de
trein is redelijk comfortabel en het
oponthoud op de grens-stations
valt veelal mee, ook al is het op zich
een zij het wat benauwende) erva
ring om de zwaargewapende Oost-
duitse Vopo's uiterst nauwgezet
bezig te zien met herdershonden
en spiegels om te voorkomen dat
er ook maar iemand illegaal naar
binnen komt of er uit gaat. Voor hen
is het nog steeds een soort oorlog...
Eenmaal in Berlijn is een goede
gids onontbeerlijk. Met 'Neem nou
Berlijn' in de hand kun je behoorlijk
uit de voeten, ook al heb ik toch wel
enkele belangrijke bezwaren te
gen deze gids, die in de voortreffe
lijke 'Neem nou'-reeks van Bruna
een tikkeltje uit de toon valt. De stijl
van Corver is mterst sober, zonder
eruge franje. De verstrekte infor
matie lijkt daardoor soms recht
streeks uit brochures overgeno
men te zijn en beperkt zich tot het
hoogst noodzakelijke. In tegen
stelling tot de Londen-gids met z'n
250 pagina's, komt 'Neem nou Ber
lijn' met verder dan 155, overigens
redelijk verdeeld over Oost en
West.
Het winkelen in West-Berhjn om
vat twee pagina's en hetzelfde
geldt voor het eten en de over
nachtingsmogelijkheden. Geen
sfeerbeschrijvingen, geen duidelij
ke prijsbepalingen.
Geen verhalen over de trefpun
ten van de Berliners, zoals het na de
oorlog weer opnieuw befaamd ge
worden café Kranzler bijna aan de
voet van de Kaiser Wilhelm/Ge-
dachtniskirche aan de Kurfursten-
damm. Vroeger een befaamd café
in Oost-Berlijn, nu m West, waar de
vergane glorie van voor de Twee
de Wereldoorlog door sommige
bezoekers nog krampachtig in ere
wordt gehouden. Waar je, zit
tend op het ruime terras genietend
van een Berliner Weisze, in de zo
mer heel Berlijn aan je voorbij ziet
wandelen en het drukke verkeer
tot diep in de nacht aan je voorbij
raast in een onafgebroken, rustelo
ze stroom. Niets over het toch wel
uitgebreide nachtelijke uitgaansle
ven van Berlijn, dat als elke grote
metropool voor iedereen wel wat
te bieden heeft. Weinig of niets
over de onheimhche sfeer die je
aantreft in de wijken langs de
Muur, met die talrijke individuele
graf-monumentjes ter herinnering
aan de gevluchte en door de Oost-
duitse grenswachten neergescho
ten Oost-Berlijners zoals aan de
Bernauerstrasze.
En wie voor het eerst in Berlijn
komt, zal zeker één van die uitkijk
posten langs de Muur, zoals bij de
Potsdamerplatz willen beklimmen
en het pijnlijke van de uitzichtsloze
Muur willen ervaren, nauwlettend
begluurd door Vopo's in hun beton
nen wachttorens. Die sfeerbe
schrijvingen ontbreken in deze
gids, terwijl het toch wezenlijke
kenmerken van de stad zijn.
Een ernstig gemis is ook het ont
breken van de behandeling van het
openbaar vervoer in de stad. Wei
nig of mets over de U-bahn (metro),
niets over de S-bahn of wat daar
van nog over is), laat staan over de
bussen.
Zoiets wreekt zich. Want wie bij
voorbeeld een bezoek wil brengen
aan het Museum Dahlem, beseft
niet, dat dit museum m een buiten
wijk van de stad ligt, per voet nau
welijks binnen een redelijke tijd te
bereiken. Met de U-bahn is dat
echter binnen een half uur te reali-
door
Bert Vos
seren en het zou maar een kleine
moeite geweest zijn om dat even
aan te geven.
De uitgebreide, in onderwerpen
verdeeld, mdex is best handig,
maar de daaraan gekoppelde in
formatie is veel te summier om echt
op weg te worden geholpen.
Kortom: alle goede bedoelingen
ten spijt, het 850 jaar oude Berlijn
had toch een betere gids verdiend.
Niettemin is 'Neem nou Berlijn',
compleet met overzichtskaart en
een kaart van het centrum, on
danks de beperkmgen bruikbaar
genoeg om als gids te dienen in
deze gescheurde stad. Wel een
goede plattegrond kopen en op
eén van de U-bahn-stations een
overzicht van het openbaar ver
voer halen! In één van de talrijke
kiosken is ook wel een weekagen
da van de stad verkrijgbaar, waarin
u verder alles kunt vinden, wat in
deze gids jammer genoeg ont
breekt. Want Berlijn is echt een reis
waard.
(ISBN 90 229 7738 2 - pnjs f.24.90).
Eveneens bij Bruna in Utrecht
verschijnt al enkele jaren een
reeks zakagenda's, waarin
naast de gebruikelijke zaken
voor een agenda, alle mogelij
ke informatie over de desbe
treffende stad is opgenomen.
In deze reeks zijn onder meer
de steden Den Haag, Amster
dam en Rotterdam opgeno
men. De informatie is zeer
uitgebreid voor een agenda.
Naast allerlei nuttig adres-
senmateriaal van algemene
aard gemeentelijke over
heid, nutsbedrijven, bewo
ners-organisaties, onderwijs
instellingen, sportaccommo-
Op het eerste gezicht doet het boek van Sam Frank, „Sex in de
film" denken aan een wat ordinair kijkboek vol effectbejag. De
illustraties hebben de overhand en daarmee de blote borsten
van al dan niet gerenommeerde actrices zoals ze in een film te
zien zijn geweest.
Hoewel die eerste indruk niet helemaal is weggenomen, is „Sex
in de film" toch ook een aardige poging om de ontwikkeling met
betrekking tot de erotiek in de film op een rij te zetten. Wat
vroeger absoluut niet kon, blijkt nu normaal, zeg maar stan
daard, te zijn geworden. Waar we vroeger met een rood hoofd
in een achteraf-bioscoop naar keken, wordt nu op TV getoond
zonder dat daar ook maar iemand „schande" van spreekt. Nou
ja, bijna niemand, want zedepredikers sterven zelden uit.
Is de wereld er door die sexuele
openheid beter op geworden
Veel mensen leven wellicht een
stuk mmder verkrampt en in ieder
geval zijn heel wat taboe's doorbro
ken, wat ook psychiaters op dat
terrein minder werk zal hebben
bezorgd. Maar alles is betrekke
lijk, zo ook „Sex in de film". Want
wat we in het algemeen te zien
krijgen is wél gebaseerd op Ame
rikaanse normen en die stemmen
vaak met overeen met wat wij, Eu
ropeanen, als norm stellen.
De in de jaren zestig begonnen
„bevrijding" van de sexuele taboe's
werkten door m de films, maar
niettemin is tot op de dag van van
daag de hypocrisie vooral in Ame
rikaanse films niet verdwenen.
Terwijl het geweld in steeds grote
re mate zonder enige problemen
domineert in tal van films, is het
vertonen van sex aan nogal komi
sche maatstaven gebonden. Alsof
liefde, sex, veel schadelijker is dan
geweld...
Merkwaardig genoeg is het
vrouwelijk naakt geen enkel punt
meer. Maar wie kan zich herinne
ren op een pornofilm na) ooit een
mannelijke acteur kompleet met
geslachtsdeel op het witte doek te
hebben gezien. Zoiets kan eigenlijk
nog steeds niet echt en het is vaak
vermakelijk om te zien hoe filmma
kers hun uiterste best doen om hun
mannelijke spelers in een bedscè
ne zo kuis mogelijk over te laten
komen. Als de vrouw al lang uit
haar kleren is, zien we de man nog
steeds in volle bepakking rond
huppelen.
En de „daad" zelf zien we dan
ook vaak in beeld gebracht, terwijl
de man nauwelijks de moeite heeft
gedaan zijn gulp open te doen...
Europese filmmakers doen daar
wat minder spastisch over, zijn veel
opener en daarbij ook minder
recht-toe-recht-aan dan hun Ame
rikaanse collega's, die nogal moei
te hebben met het begrip „subtiel".
„Sex in de film" zet ook die hypo
crisie te kijk, maar het zijn toch
vooral de illustraties die het werk
doen... (Uitgeverij Loeb/Amster
dam, A.W.Bruna/Aartselaar, ISBN
nr. 90 6213 697 4).
daties e.d.) bieden deze agen
da's ook specifiek gerichte in
formatie met betrekking tot
het winkelen, adressen van
(in categorieën verdeeld) res
taurants, café's van allerlei
aard al dan niet met een ter
ras, nachtclubs, discotheken
en dancings, musea en gale
rieën, parkeergarages, open
baar vervoer, golf- en bow
lingbanen, zwembaden, cam
pings etc etc. Teveel eigen
lijk om allemaal op te noemen.
Heel aardig is ook de afstand
stabel voor plaatsen binnen
de stad. Wie regelmatig in de
stad komt of er woont, heeft
heel wat gemak van zo'n in
formatieve agenda met een
schat aan wetenswaardighe
den, adressen en telefoon
nummers, gerangschikt naar
postcode. De moeite van het
aanschaffen zeker waard!
(Prijs f.18.50).
a
„Aan het leven van Edgar Al
lan Poe zijn veel legenden
verbonden", schrijft K.Schu-
man in zijn inleiding tot „Ed
gar Allan Poe Compleet", dat
kortgeleden bij uitgeverij
Loeb in gebonden uitgave
verscheen. Ik ben bang dat
uitgever Peter Loeb inmid
dels ook een steentje heeft bij
gedragen aan die legende
vorming. In 1982 bracht Loeb
voor het eerst de gebonden
bundel „Alle verhalen van
Edgar Allan Poe" uit. Op de
achterflap van dat boek lees
ik, dat Poe 66 verhalen
schreef, die allemaal in deze
bundel zijn opgenomen.
Tot zover geen opmerkingen. Er
staan inderdaad 66 verhalen in
deze omvangrijke zeer boeiende
verzameling en het ontbreekt mij
aan kennis om vast te stellen of
Loeb niet één of ander minder ge
slaagd verhaaltje van Poe heeft la
ten liggen.
De legende wordt gevormd do>r
de nieuwe uitgave van Loeb, ie
Compleet-verzameling zullen w«
maar zeggen. Op de achterflap vai
dat boek lees ik tot mijn verbazing
dat alle 75 verhalen zijn opgeno
men plus de roman „Arthur Gordor
Pym". Knappe rekenkundigen daai
in Amsterdam aan de Willems
parkweg. Want wat blijkt Op drie
nieuwe verhalen en de genoemde
roman na, staan exact dezelfde
korte verhalen in de „Compleet"
bundel als in de 1982-uitgave.
Een eenvoudig rekensommetje
leert ons dus, dat er nu 69 verhaler
in dit boek staan plus een roman. Il<
neem aan, dat tijdens het drukker
var „Edgar Allan Poe Compleet'
die ontbrekende zes verhalen op
nysterieuse wijze van de pagina's
zjn gevaagd en wellicht over en
kele jaren op spookachtige wijze
jullen opduiken in een uitgave var
Loeb: „Edgar Allan Poe nog com
pleter"...
Niettemin kan ik u -net als de
vonge keer- deze bundel uiteraard
van harte aanbevelen als u de vori
ge nog niet in uw bezit hobt. Maar
het blijft een bijzonder raadsel..,
(ISBN nr 90 6213 675 3, prijs gebon
den f.39,50)
Eén van de meest opzienbarende bestsellers van 1985 was Tom
Clancy's „De jacht op de Red October", door president Reagan
geprezen als „het perfekte marineverhaal". Clancy, lie zich tot
dat moment hoofdzakelijk bezig had gehouden mef het verze
keringsvak en wiens enige literaire prestatie een artikel over
MX-raketten was, schreef met De jacht op de Red October"
een thriller van formaat, waarin hij bewees uitstekend op de
hoogte te zijn met de opbouw en werkwijze van de Amerikaan
se marine en ook het nodige wist over strategie en defensie
technologie. Maar ook de Russische kant van de medaille wist
hij beeldend te schetsen.
Dit jaar verscheen de tweede
thriller van Clancy: „Operatie Rode
Storm", waarin de derde wereld
oorlog uitbreekt nadat in de Sowjet
Unie nationalistische activisten
daartoe de aanzet hadden gegeven
door het plegen van een omvang
rijke aanslag op één van de groot
ste olie-installaties van het land.
Dat Tom Clancy een fanatiek
verzamelaar is van oorlogsdoku-
mentatie en van oorlogsromans en
in de loop der jaren een indruk
wekkende verzameling heeft op
gebouwd, is duidelijk merkbaar. In
„Operatie Rode Storm" behandelt
Clancy de derde wereldoorlog op
de conventionele manier, dat wil
zeggen dat de beide supermachten
er nog met toe zijn gekomen om
over te gaan op de allesvernieti
gende kracht van nucleaire raket
ten. Hoewel Clancy op een bewon-
dersnwaaidige wijze dit oorlogs
spel beschrijft het boek is een
afgeleide van één van de vele War
games die per computer op militai
re instituten worden gespeeld), be
hoort het boek niet echt tot de cate
gorie „thrillers". Teruggebracht tot
de essentie is „Operatie Rode
Storm" niet meer en niet minder
dan een conventionele oorlogsro
man, waarbij de technieken uit de
tweede wereldoorlog zijn vervan
gen door de geavanceerde tech
nieken van vandaag. Uit dat oog
punt bekeken zal het boek beslist
belangstelling hebben getrokken
van militaire specialisten, juist om
dat ze het oorlogs-spel, dat ze wel
licht zelf zo vaak hebben gespeeld,
nu eens als een onderhoudende
roman knjgen voorgeschoteld.
In Operatie Rode Storm" zijn
alle elementen van een gemiddel
de oorlogsroman terug te vinden:
moed, lafheid, doorzettingsvermo
gen, heroiek, vaderlandsliefde,
twijfel, angst en fanatisme. In een
bijna dokumentaire stijl beschrijft
Clancy elke fase van de oorlog,
zowel op het oostelijk als op het
westelijk front. En dat is angstaan
jagend dicht bij eigen land-
Op een tamelijk realistische wij
ze krijgt de lezer een beeld van wat
er zou kunnen gebeuren als de
grootmachten besluiten een con
ventionele oorlog te gaan voeren
met op de achtergrond de
aanwezig blijvende nucleaire
ging. Thriller, oorlogsroman, dol
mentaire. Een Wargame-model
fictie. „Operatie Rode Storm" is
zenswaar dig door de realistiscl
beschrijving van een derde wi
reldoorlog, die als een nationalis
sche wanhoopsdaad begon en u
groeide tot een wereldconflic
waarbij uiteindelijk het gezont
verstand het wint van het fanatisi
van een enkeling. Fantasie
werkelijkheid We mogen hop<
dat dit oorlogs-spel nooit in
werkelijkheid zal worden getoet!
(„Operatie Rode Storm", dol
Tom Clancy. Uitgave: Bruna
Utrecht, prijs f.27,50. ISBN nr.90 21
7728 5).
De beeldende kunst beleeft een
grote bloeiperiode in amateur
kringen. Tal van hobby-cursussen
voorzien m de behoefte om de ver
schillende technieken van de beel
dende kunst onder de knie te krij
gen. Natuurlijk, je wordt niet zo
maar een kunstenaar, die met z'n
scheppend vermogen zijn omge
ving versteld doet staan met mees
terwerken. De meeste beroeps
kunstenaars hebben als land al ge
weten, dat ze ooit scheppend en
beeldend hun leven zouden vullen.
De meeste mensen hebben dat
gevoel duidelijk minder en zijn te
vreden als ze met met al teveel
moeie een eenvoudig stilleven in
aquar el op papier kunnen zetten of
er m slagen van een homp (naar
hun gevoel weerbarstig) klei een
redelijk gelijkende vaas te maken.
De Amerikaanse filmmaker producer, regisseur, scenario
schrijver) Steven Spielberg werd op 18 december 1947 geboren
en viert eind dit jaar dus zijn veertigste verjaardag. Er zullen
weinig filmmakers zijn die op him veertigste zo'n grote rij
successen op z'n naam heeft gebracht dan Spielberg en over
wie zoveel is geschreven in boeken en tijdschriften.
Niet iedereen zal zijn naam ken
nen, maar de titels van zijn meest
succesvolle films kent vrijwel ie
dereen: ,Jaws", „Close encounters
of the Third Kind", „1941", „Raiders
of the Lost Ark", „Indiana Jones and
the tempel of Doom", ,,ET"en „The
Color Purple". En dan hebben we
het nog niet eens over de films,
waaraan Spielberg op de één of
andere manier zijn naam verbond:
Back tot the Future", „Gremlins"
en „Poltergeist", die óók uiterst
succesvol waren.
Samen met George Lucas (waar
hij regelmatig mee samenwerkte)
behoort Steven Spielberg tot de
meuwe generatie publieks-filmma-
kers, die een uitstekende kijk heb
ben op wat het publiek wil en dat
ook met veel vakmanschap en flair
om weten te zetten in aantrekkelij
ke, spannende films die aan die
behoefte van het publiek meet dan
tegemoet komen.
Spielberg's stijl van filmen is die
van een verteller, die zonder om
wegen zijn verhaal vertelt, gevat in
een strakke montage en uitgekien
de montage-punten. Het vaak ster
ke, fantasierijke verhaal krijgt een
extra dimensie door gebruik van
veel aktie, m beeld gebracht met
gebruik van alle mogelijke came
ra-hoeken, gekoppeld aan perfekt
aansluitende muziek.
Spielberg is voortdurend bezig
zijn eigen jongens-fantasieén in
beelden om te zetten. De avontu-
ren-verhalen waar hij vroeger zo
van genoot, krijgen gestalte in de
held Indiana Jones en zijn belang
stelling voor science fiction wordt
perfekt m beeld gebracht in films
als „Close encounters of the third
kind" en „E.T." Die laatste film laat
tevens een andere element van
Spielberg's talenten zien: het ver
mogen om bijzonder spannende
films te maken, die kinderen aan
spreken zonder dat volwassenen
afhaken.
Donald R. Mott en Cheryl McAl
lister Saunders hebben het leven
en werken van Steven Spielberg tot
heden op de voet gevolgd en
schreven daarover een boek: „Ste
ven Spielberg en zijn films". Ver
schillende van zijn films worden
geanalyseerd en de werkwijze van
Spielberg krijgt alle aandacht.
Wie is geïnteresseerd in de re
gisseur Steven Spielberg moet be
slist niet verzuimen dit boek aan het
schaffen. Het geeft de lezer tevens
een kijk op de mens Spielberg, zijn
achtergronden en zijn beweegre
denen. Compleet met bibliografie,
filmografie en de credits van alle
Spielberg-films.
(Uitgave Loeb/Amsterdam, paper
back, met foto's, prijs f.25.-, ISBN
nr.90 6756 424 9).
Maar de behoefte is er. Gegroeid
met de vrije tijd, die veel mensen
kregen, hetzij door een gedwon
gen werkloosheid of de veelbe
sproken arbeidsduur-verkorting.
Vnj gekomen tijd, die nu op een
andere manier wordt gevuld.
Jaren geleden waren de winkels,
die tekenpapier, inkt, verf, pense
len en schilderslinnen verkochten
dun gezaaid. Hun assortiment was
beperkt. Wie nu op zoek gaat naar
een dergelijke winkel, zal die in de
meeste provinciesteden aan kun
nen treffen, met een assortiment
die verbazingwekkend groot is.
Toen ik jaren geleden begon met
schilderen, moest ik stad en land
afzoeken naar goede handboeken,
die me voldoende wegwijs konden
maken in de toch wel fascinerende
wereld van papier en tekenpen,
van penseel en linnen. Er was ei-
I genlijk maar één soort verf en dat
was oüeverf, van één merk. Na
tuurlijk had je ook waterverf, maar
pas de laatste jaren vind je in de
gespecialiseerde winkels een keur
aan soorten, kwaliteiten en merken
van olieverf, waterverf, gouache en
j acryl.
Penselen in alle denkbare maten
en kwaliteiten, inkten en verven in
kleurvanaties waar je vroeger al
leen maar van droomde en met
veel moeite zelf probeerde te men
gen. De weegschaal is een beetje
naar de andere kant doorgeslagen,
want de volslagen leek, die ook wel
eens een „doekje" wil maken of
een aquarelletje, verdwaalt al snel
in het kleuren-labyrinth, loopt wen-
zeloos langs de schappen met
tientallen potten verf van verschil
lende merken en kijkt de ogen uit
als hij om een stukje tekenpapier
vraagt en mag kiezen uit tien of
meerdere kwaliteiten en diktes.
Met de handboeken en naslag
werken is het al net zo. Er is een
enorme keus op allerlei terreinen
van de beeldende kunst En hoe
wel de meeste boeken zijn toege
sneden op de oprechte amateur,
treft men zo nu en dan handboeken
aan, die verder gaan dan de grond
beginselen en zich al snel bewegen
op het niveau van de beroepskun
stenaar. Zo'n handboek verscheen
kortgeleden bij uitgeverij Cante-
cleer, geschreven door Bnan Brag-
nall: „Het complete handboek te
kenen en schilderen".
Ruim 330 pagina's dik, groot for
maat, stevig gebonden. Met een
inhoud, die zeer gedegen is en zich
weliswaar ook richt op de begin
nende en gevorderde amateur,
maar het niet laat bij een uitleg van
de grondbeginselen ^alleen. In to
taal worden dertien texen- en schil
dertechnieken uitgelegd. En dat
gebeurt zeer uitgebreid. Bragnall
doceerde jaren achtereer in En
geland en Nederland en is nu als
cartoonist en tekenaar werkzaam
in München. Het doceren zit hem 1
duidelijk in het bloed, want de wij
ze waarop hij de lezer wegwijs
maakt in de wereld van schilderen
en tekenen is fascinerend en bij
zonder helder van toon. „Het com
plete handboek tekenen en schil
deren" is inderdaad zeer compleet.
De schrijver beperkt zich niet tot
een uitleg van hoe je de verschil
lende technieken kunt gebruiken,
maar gaat een behoorlijke stap ver
der en doceert materialen-kennis
op een wijze, die je op sommige
kunstacademie's de laatste jareri
node mist. En uiteraard is er een
hoofdstuk gewijd aan de onont
beerlijke kleurenleer, terwijl aan
het slot van het boek de afwerking,
het bewaren van de kunstwerken
wordt behandeld het maken van
passe-partouts en het inlijsten).
Erg aardig en ook leerzaam is
aan het slot van elk hoofdstuk de
afdeling „Galerie" waarin voor
beelden van bekende en minder
bekende kunstenaars worden ge
toond, die met de m het desbetref
fende hoofdstuk behandelde tech
niek hebben gewerkt. Aangevuld
met een verKiarende woordenlijst
en een goed register is dit hand
boek tekenen en schilderen inder
daad compleet.
(Uitgave Cantecleer/De Bilt, ge
bonden groot formaat, rijk geïllu
streerd, 335 pagina's, prijs f.39,50.-
na 31 januari 1988 f.49,50- ISBN
nr.90 213 0371 X).
HANDBOEK
Eveneens bij Cantecleer ver
scheen een handboek een com
plete cursus) „Tekenen met pen en
inkt" van de hand van Susan
E.Meyer en Martim Avillez. Wie
zich juist alleen met pen en inkt wil
bezig houden, is zo'n gericht hand
boek een uitkomst. Dit handboek
van Meyer en Avillez is volledig
genoeg om als een volledige cur
sus dienst te kunnen doen, ook al is
het natuurlijk altijd veel beter om
daarnaast ook mondelinge cursus
sen te volgen, omdat met alles uit
een boek te leren is.
Niettemin biedt „Tekenen mn
pen en inkt" erg veel. Van de keu ooi
van materiaal en gereedschape
eenvoudige basisoefeningen
experimenten tot de ontwikkeld st
en beheersing van geavanceen id"
technieken. Het boek is - en dat
altijd erg aardig - geïllustreerd n
werk van voornamelijk beken taa
Amerikaanse tekenaars als Blec st".
man, Cober, Le-Tan, Levine, So: g n
en Tinkelman. (Ingenaaid, pi
f.29.- ISBN nr. 90.213 0370 1).
I v
rsv
1 )fs<
CATALOGUS
dec
kh<
ate
eek
„Amsterdam Naïefis de titel
de kunst catalogus, die bij Cai
cleer verscheen, gelijktijdig met
gelijknamige tentoonstelling in
Amsterdamse Nieuwe Kerk, af
lopen zomer. Na een technis
historische inleiding tonen 25 n<
ve schilders uit alle windstrel
hun vertederende kijk op Ams:
dam in zo'n vijftig karakteristif
stadsgezichten. Alle geschilde
lokaties zijn opgenomen in en*
m het boek afgedrukte wandeli
tes, zodat men verbeelding
werkelijkheid met elkaar kan
gehj ken. „Amsterdam Naief' w
samengesteld door Nico van
Endt.
tml
!rg<
>iec
op
(Uitgave Cantecleer, prijs geb
den f.49.50, ISBN nr 90 213 0384
ff