I
'De woorden 'Iedere zieke is in
nood' zijn mij altijd bijgebleven'
Alimentatie na
echtscheiding
Wel of niet
(te)recht?
Mevrouw M.J. Th. Stet neemt afscheid als verpleegkundig directrice van Lisidunahof:
...wij zijn al jaren
vrij van decubitus.
V V
A
Wegens mishandeling
van een ambtenaar:
Boete voor Leusdenaar
Minister Braks in
televisieprogramma:
Achterveldse
ABTB stelt vragen
Lezers
service
DONDERDAG 10 DECEMBER 1987
plaatselijk nieuws
(door Marianne de Valck)
LEUSDEN - Op dinsdag 8
december jl. werd mevrouw
M. J. Th. Stet, verpleegkundig
directeur van Lisidunahof,
zestig jaar. Daardoor is ze,
zoals ze zelf zegt, „rijp voor
de OBU". OBU staat voor
Overbruggings Uitkerings re
geling, ofwel de VUT-regeling
voor ambtenaren en trendvol
gers. Mevrouw Set gaat dank
baar gebruik maken van deze
mogelijkheid met het voldane
gevoel dat ze een zware
werktaak volbracht heeft.
Op donderdag 10 december
vindt de officiële afscheids-
plechtigheid plaats, nadat ze
afgelopen week op alle afde
lingen afscheid is gaan ne
men van de psycho-geriatri-
sche patiënten die in het ver
pleegtehuis zijn opgenomen.
Mevrouw Stet is als verpleeg
kundig direkteur bij Lisidunahof
werkzaam vanaf de opening op 1
februari 1973. Ze is betrokken ge
weest bij de oprichting.
Bijna vijftien jaar heeft zij in Leus
den de dagelijkse leidmg gehad
over het huis waann vooral de
mente bejaarden wonen. Zij had de
verantwoording voor de verple
gingsdienst, de huishoudelijke
dienst, de receptie, de keuken en
de huisvesting.
Geneesheer-direkteur, dr. F. F.
L. Vlak draagt naast haar de verant
woording voor de behandelmgsas-
pecten, zoals de medische dien
sten, de fysiotherapie en ergo-the-
rapiën en de technische dienst.
Aanvankelijk gelooft mevrouw
Stet niet dat er in de afgelopen
vijftien jaar opvallend veel veran
derd is. „Hoogstens de werkver
houdingen zijn wat opener gewor
den. Het gaat allemaal wat demo
cratischer toe Ons streven is altijd
geweest om de drempel zo laag
mogelijk te houden, dat is m de
loop der jaren versterkt. Er vindt
meer overleg plaats. De afstand tot
elkaar is kleiner geworden, zowel
in de richting van het personeel als
naar de bewoners en naar de fami
lie natuurlijk"
Mevrouw M.J Th. Stet neemt vandaag afscheid als verpleegkundig directrice van Lisidunahof. Bij haar afscheid
kreeg zij vanmiddag de Eremedaille in Goud, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
VEELOMVATTEND
Met die laatste groep komt de
kurk van de fles waardoor de ont
wikkeling van de laatste 15 jaar
rond de opvang en begeleiding
van demente bejaarden, en hun fa
milieleden duidelijk en veelomvat
tend blijkt.
De ene ontwikkeling riep en
roept de andere op. De betrokken
heid van mevrouw Stet bij de zich
aandienende meuwe mogelijkhe
den, maken haar betrokkenheid bij
haar werk duidelijk. Ze is er blij
mee. Na vijftien jaar werken in een
verpleegtehuis durft zij te conclu
deren dat de instelling is opge
waardeerd.
„Het is geen emdstation meer,
waar niets meer gebeurd. Hoewel
we nog steeds weinig mensen ge
zond kunnen zien vertrekken, kun
nen we tegenwoordig geweldig
veel voor en met de bewoners
doen. En niet te vergeten, ook voor
mensen die hier tijdelijk of op de
dagbehandeling komen".
Volgens mevrouw Stet is het
werk in de verpleegtehuizen de
laatste jaren door de nieuwe ont
wikkelingen van een heel ander
niveau geworden dan zelfs medici
uit „algemene ziekenhuizen" zich
dikwijls realiseren. „Wanneer die
op bezoek komen en onze facilitei
ten zien, kijken ze soms hun ogen
uit". Trots roept mevrouw Stet „wij
zijn bijvoorbeeld al jaren vrij van
decubitus!". Doorliggen dus. Dat
zegt voor kenners wel iets over de
fysiotherapie en de aktieve ver
zorging
„De eerste keer dat we decubi-
tus-vnj waren heb ik het hele huis
laten trakteren Leken begrepen
daar niets van, maar voor mensen
die er iets van afweten is het een
feit om geweldig trots op te zijn".
SCHOENEN
De laatste vijftien jaar is men
steeds meer te weten gekomen
over de verschillende vormen van
psycho-genatrie, in het algemeen
dementie genoemd. Mevrouw Stet
stelt vast: „Ik ben een gelukkig en
tevreden mens Ik heb gedurende
mijn hele loopbaan schitterende
ontwikkelingen meegemaakt
Eerst in de psychiatrie en daarna
hier in dit huis".
Heeft ze dan altijd dit werk willen
doen' Het antwoord is verrassend:
„Welnee, ik kom uit de schoenen".
Als jong meisje stond mevrouw Stet
in een schoenenwinkel als ver
koopster. „Ik kon het woord bloed
niet eens horen, laat staan dat ik
bloed kon zien". „Achteraf denk ik
dat een ernstige ziekte van mijn
vader, de aanleiding is geweest om
in de verpleging te gaan". Ze werd
leerling en daarna hoofdverpleeg
kundige met een A-opleiding, ge
haald m een algemeen ziekenhuis,
compleet met kraamaantekening
Daarna werkte ze zestien jaar in de
psychiatrie.
Later in het gesprek verwijst me
vrouw Stet nog eens terug naar die
beginperiode waann zij de motiva
tie vond om dit werk te doen tot aan
de dag van vandaag.
„Toen ik als leerling begon m het
algemeen ziekenhuis, hadden wij
les van een psychiater. Hetgeen in
die tijd heel bijzonder was. Maar
juist wat hij zei is mij altijd bijgeble
ven: ieder zieke is m nood". Om die
nood zo draagbaar mogelijk te ma
ken wil ik mij inzetten".
VERPLEEGHUIZEN
Vijftien jaar geleden begon me
vrouw Stet als verpleegkundig di
recteur bij het nieuw te openen
Lisidunahof. Toen al tot haar spijt
afgeschermd gelegen „letterlijk
aan het eind van een doodlopende
weg". Typerend voor hoe men toen
over verpleeghuizen dacht.
Vandaag zou ze het verpleeghuis
veel liever midden m het centrum
gevestigd zien. „Zoals het Hamers-
veld, dat is werkelijk ideaal" Lisi-
duna was het tweede verpleegte
huis van de uiteindelijk vier door
de Stichting Verpleegtehuizen Ne
derland in de jaren zeventig opge
zette huizen.
Het ontstaan van deze huizen kwam
voort uit een ontwikkeling die zo
ongeveer het omgekeerde is van
de huidige stand van zaken. Toen
.schreven 65-plussers zich in voor
bejaardentehuizen, ook al waren ze
nog gezond. „Ze gingen er heen om
gemakkelijk te leven en gezellig te
kunnen biljarten".
AANLEIDING
Voor de mensen die dagelijks
verpleging nodig hebben was toen
geen plaats meer m de bejaarden
tehuizen. Zij kwamen terecht in zie
kenhuizen. Hetgeen weer veel te
duur was. Of m psychiatrische zie
kenhuizen, waarin ze ook niet thuis
hoorden. Dat was de aanleiding om
speciale verpleeghuizen te stichten
voor dementerende bejaarden.
Nu is het beleid rond bejaarden
huizen 180° gedraaid. Met behulp
van allerlei „mantelzorg" wordt
getracht de bejaarden zolang mo
gelijk zelfstandig te laten wonen.
Gaat dit niet ten koste van de ver
pleeghuizen. Wordt daar het be
leid ook teruggedraaid?
„Nee", zegt mevrouw Stet die de
mantelzorg „een prima ontwikke
ling" vindt. „Verpleegtehuizen zijn
een noodzakelijk kwaad, maar we
mogen blij zijn, dat ze er zijn".
„Wanneer we er van uit gaan. dat 3
tot 5% van de mensen boven de 65
jaar dementieverschijnselen verto
nen, een percentage dat oploopt
naarmate men ouder wordt, en
daarbij bedenken dat de mensen
steeds ouder worden, dan moeten
we aanvaarden dat een groot aantal
van deze mensen op een bepaald
moment, de speciale verzorging
van een verpleeghuis zoals het
onze, nodig hebben. Vergeet niet,
dat de gemiddelde leeftijd van
onze 168 bewoners 84 jaar is. De
oudste inwoonster hier, tevens de
oudste inwoonster van Leusden, is
92 jaar".
„ZORGHUIS"
En andersom? De laatste ontwik
kelingen richting „zorghuis" (Til
burg en Den Haag), waarin bejaar
denhuis en verpleegtehuis gecom
bineerd zijn, waardoor huwelijks
partners langer bij elkaar kunnen
blijven9 Mevrouw Stet ziet die ont
wikkeling bij de Lisidunahof met
snel gebeuren. Haar mening is op
ervaring gestoeld.
„Toen wij vijftien jaar geleden
begonnen, was een gang van het
complex mgedeeld m vier, twee
kamer appartementen. Bedoeld
voor echtparen waarvan een part
ner gezond was. Het bleek in de
praktijk geen haalbare kaart te
zijn."
„Gebleken is dat de gezonde
partner hier met op kon tornen te
gen de ontluistering die overal om
heen te zien is. De vier twee-ka-
mer-appartementen worden al
sinds jaren gebruikt door negen
bewoners die nog min of meer zelf
standig kunnen leven."
Ook hierbij speelde de afgelegen
ligging van Lisiduna een rol. Wel
wordt steeds intensiever samenge
werkt met de bejaardenoorden in
de omgeving. „Er komt gelukkig
geld vrij voor een consultatiefunc
tie naar de eerste lijnszorg".
Opmeuw een ontwikkeling die
mevrouw Stet tevreden stemt. En er
zijn er al zoveel geweest die al zo
tot de gewoonte zijn gaan beho
ren, dat je bijna zou vergeten dat
het ooit, soms mmder dan vijf jaar
geleden, heel anders was
FAMILIEOPVANG
De familieopvang bijvoorbeeld,
Steeds duidelijker is de afgelopen
jaren geworden dat de familie van
een patiënt ook begeleidmg nodig
heeft. Het is een moeilijk emotio
neel proces om de eens zo verstan
dige moeder of vrouw, vader of
man, vergeetachtig tot onverstan
dig te zien worden. Het is een zwa
re beslissmg, tenslotte te moeten
beslmten dat thms verzorgen niet
langer mogelijk is. De aandacht
voor de familie is van recente da
tum. Tot haar eigen verbazing over
iets dat al zo vertrouwend is, stelt
mevrouw Stet vast: „We hebben
pas sinds 1983 een maatschappe
lijk werker m huis, die mensen en
de daarbij behorende familie op
vangt van voor tot na de opname".
Daarbij hoort het organiseren van
gespreksgroepen voor een aantal
meuwe bewoners en hun familie.
In zes a zeven bijeenkomsten
worden de emoties doorgespro
ken en „vertelt steeds weer een
andere discipline over zijn of haar
werk. Zodat de mensen gaan be
grijpen wat er gebeurt m dit huis".
BUREAUFUNKTIE
Ook de nieuwe bewoners wor
den onderlmg met elkaar in contact
gebracht, daarbij horen de excur
sies door het gebouw met als klap
stuk „theedrinken en kennismaken
met de verpleegkundig directri
ce".
Mevrouw Stet heeft deze be
zoekjes altijd erg leuk gevonden.
Want zo vaak zag ze geen kans om
tussen haar drukke werkzaamhe
den met vijftig tot zestig werkuren
per week door, met de bewoners
om te gaan. Het is helaas vooral een
bureau-functie".
Toch denkt ze wel dat veel van
de patiënten haar herkennen „aan
mijn bril of aan mijn stem. Ach, ik
heb tenslotte de leeftijd van hun
dochter".
Een anecdote die ze met emge
terughoudendheid vertelt: „Ik wil
met de indruk wekken dat we la
chen om onze bewoners, maar wel
dat de situatie soms vreemd kan
zijn", toont ook iets van de verwar
ring waar personeel en bewoners
kant is ze blij met de mogelijkhe
den van familieparticipatie die bij
het eten en koffiedrinken aanwezig
kunnen zijn.
„Zonder hun hulp zou geen mens
naar de kerkdienst kunnen gaan",
stelt ze dankbaar vast.
Het personeel is bij Lisiduna zo
veel mogelijk ontzien bij de bezui
nigingen. „De andere afdeling heb
ben we zoveel mogelijk eerst uitge
molken". Het zal een van de taken
van haar opvolgster, mevrouw
Schoneville, zijn om extra waak
zaam te blijven om de taken voor
professioneel personeel en vrijwil
ligers goed gescheiden te houden.
„Een patiënt met eet-moeilijkhe-
den mag bijvoorbeeld met door
een vrijwilliger geholpen worden".
Met het inzicht dat veel thuis te
doen is met een paar opvangmo
gelijkheden, is het praktijk gewor
den veel meer mensen te helpen.
Jaarlijks komen er meuwe initiatie
ven bij.
Sinds vijf jaar de dagbehande
ling met 17 plaatsen waar 45 tot 50
mensen, gasten genoemd, met een
paar uur per week extra behande
ling en opvang thuis, geholpen zijn.
„Een schitterende ontwikkeling".
De „noodbedregeling" waarin
vier verpleeghuizen m de regio in
het totaal 2 bedden vrijhouden (ie
der een half jaar) voor noodop
vang. De bedden zijn vrijwel per
manent bezet, hoewel steeds bin
nen enkele weken een permanen-
tere opvang voor de betreffende
patiënt moet zijn gevonden.
Sinds dit jaar, de logeeropna-
mes, voor „gasten" die via het
Riagg tijdelijk worden onderge
bracht omdat de verzorgende part-
constant mee te maken hebben.
Tijdens het afscheid van de afdelin
gen werd mevrouw Stet in een
feestelijke stoel gezet terwijl de vi
deocamera op haar gencht was.
Een van de bewoners die bij deze
feestelijke gebeurtenis aanwezig
was bleef vragen. „Wie is die me
vrouw, wat komt ze doen?". Waar
op steevast het antwoord kwam:
„dat is de direkteur. die gaat weg"
MOGELIJKHEDEN
Mensen die het houvast van hun
geheugen verliezen, verliezen veel
vertrouwds. Hun eigen meubels,
zelfs de herkenning van hun fami
lieleden. Hoewel mevrouw Stet er
van overtuigd is, dat het vergeten
van de naam met automatisch het
vergeten van de persoon betekent.
Ze zou als buitenstaander deze
mensen willen troosten door ze zo
veel mogelijk vertrouwde spullen
te laten houden.
Mevrouw Stet relativeert dat
verlangen. Haar ervaring leert dat
mensen vooral behoefte hebben
aan liefde. Die liefde kan ook gege
ven worden door vast personeel en
de aandacht die door de vrijwilli
gers gegeven wordt. Steeds meer
uizet wordt gevraagd van vrijwilli
gers en familieleden. Aan de ene
kant is mevrouw Stet bang dat door
de bezuinigingen de kwaliteit
wordt aangetast, aan de andere
ner tijdelijk niet aanwezig is. De
reactivenngsmogelijkheid, voor
patiënten die normaal thuis wonen
maar door ziekte of na een onge
lukje weer „op de been geholpen"
moeten worden. En de observatie
mogelijkheid waarbij bekeken
wordt of de patient zal moeten wor
den opgenomen of dat er thuis nog
mogelijkheden zijn.
AFSCHEID
Op donderdag 10 december
neemt mevrouw Stet officieel af
scheid. Zonder spijt, tevreden vast
van plan haar werk van haar af te
zetten. „Ik heb altijd goed mijn
grenzen geweten" en haar leven is
naast haar werk goed gevuld. Ze
zal uitgebreid van haar geliefde
Spanje gaan gemeten en zich voor
al ook bezig houden met bowlen.
Daarnaast wil ze weer gaan brid
gen, gaan lezen, handwerken en al
die dingen gaan doen die ze al zo
lang wil gaan doen.
Ze zal natuurlijk „al die aardige
mensen" niet kunnen vergeten,
daarvoor hoeft ze alleen maar naar
haar „uilen-verzameling" te kijken,
die deze laatste dagen flink ge
groeid is. Ze blijft m Leusden wo
nen, dus wie haar een beetje kent,
zal haar nog wel eens tegen komen
bij één van de vele verenigingen
waar ze aktief is of zal gaan wor
den.
Volgens de wet zijn echtge
noten aan elkander getrouw
heid, hulp en bijstand ver
schuldigd; ze zijn verplicht el
kander het nodige te ver
ghaffen. Deze verplichting
(indigt niet bij echtscheiding.
Hls een huwelijk eindigt door
chtscheiding kan de rechter
>ij het echtscheidingsvonnis
>f bij een latere uitspraak aan
le echtgenoot die niet vol-
loende inkomsten tot zijn le-
'ensonderhoud heeft, op
lienst vordering of verzoek
en laste van de ander een
litkering tot levensonder-
loud (alimentatie) toekennen.
Volgens art. 160 Boek I BW ein-
iigt deze verplichting van een ge
lezen echtgenoot om alimentatie
verschaffen aan de ex-echtge-
oot, wanneer de ex-echtgenoot
pnieuw m het huwelijk treedt,
lanwel is gaan samenleven met
en ander als waren zij gehuwd.
Met name over deze laatste zins
ede wil ik het hier hebben. Deze
nsnede is indertijd op verzoek
an het Kamerlid Geurtsen in de
ikst van art. 160 BW opgenomen,
et gevolg van deze zinsnede is dat
e feitenrechter zich moet gaan
erdiepen m de aard en de intensie
an het samenleven van degene
op alimentatie aanspraak
aakt. Aangezien dit nog steeds
oorgaans de vrouw is, is de tame-
k onfnsse praktijk ontstaan dat
e man op alle manieren trachtte te
awijzen dat zijn ex-vrouw met een
'der samenleeft.
De man trachtte dat aan te tonen
oordat gezamenlijk inkopen werd
gedaan, gezamenlijk de maaltijd
werd genoten, de vrouw met haar
vriend samen op vakantie ging en
dat mm of meer gestadig de nacht
onder hetzelfde dak werd doorge
bracht.
De Hoge Raad heeft in 1985 uitge
maakt dat voor een samenleving
als bedoeld in art. 160 BW vereist is
dat de samenwonende partijen el
kaar wederzijds verzorgen Hier
van kan slechts sprake zijn indien
de samenwonenden in feite elk
hetzij bijdragen in de kosten van de
gezamenlijke huishouding, danwel
op andere wijze in eikaars verzor
ging voorzien.
De Hoge Raad achtte het enkele
feit dat op de man een morele
plicht rust om in gezamenlijke huis
houding bij te dragen (dus dat hij
en de vrouw een zodanige leefge
meenschap hebben dat zij geacht
moeten worden elkaar wederzijds
te verzorgen) onvoldoende om
daaruit te concluderen dat van we
derzijdse verzorging sprake is.
Om met succes een beroep op
art. 160 te kunnen doen, is dus
voortaan vereist dat de man bewijst
dat zijn ex-vrouw dus feitelijk ver
zorgd wordt door haar vriend.
In een recent arrest is een nade
re nuancering tot stand gebracht.
In de uitspraak van 2 mei 1986 heeft
de Hoge Raad zich wederom over
deze problematiek gebogen.
Uitgangspunt voor het gestelde in
art. 160 BW is dat als de vrouw gaat
hertrouwen of samenleven als zijn
de gehuwd, dus met een verzor
gingsaanwezigheid, de alimenta
tieplicht van de man eindigt.
Als de vrouw daarna wederom
gaat scheiden of de relatie verbre
ken. herleeft opnieuw de oude ali
-4
Mr. H. G. Punt.
mentatieverplichting niet. Het is
dus onmogelijk dat een vrouw door
driemaal te trouwen en te schei
den, van drie verschillende man
nen alimentatie verkrijgt.
Een samenleving die niet wordt
aangemerkt als een relatie als be
doeld in art. 160 BW kan echter wel
invloed hebben op de aanspraak
op alimentatie
De rechter kan oordelen dat zo'n
relatie tot kostenbesparing leidt, of
invloed heeft op de behoeftigheid
van de vrouw. Ook is het mogelijk
dat het voor de man zo'n grievend
karakter heeft dat van hem in rede
lijkheid niet kan worden gevergd
dat hij alimentatie blijft betalen aan
zijn ex-vrouw.
Een samenlevingsvorm die niet
kan worden aangemerkt als een
relatie als bedoeld in art. 160 BW,
doet de aanspraak van de alimen-
tatiegerechtigde op alimentatie
niet vervallen, doch kan dus wel
wezenlijk van invloed zijn op de
hoogte van de alimentatie.
Een gevolg van dit onderscheid
is, dat als zo'n relatie die dus met
een relatie in de zm van art. 160 is,
uit elkaar gaat of anderszins wijzigt,
er wijziging van omstandigheden
kunnen zijn die wederom van in
vloed zijn op de oude alimentatie
verplichting.
We kunnen dus de volgende si
tuaties onderscheiden;
a. De vrouw heeft een nieuwe le
vensgezel voor of tijdens het ge
ding inzake de alimentatie. Als
dit een relatie is in de zm van art.
160 (dus onderhoudsvereisten)
dan treedt de alimentatieplicht
niet in. Betreft het een samenle
ving die niet aan art. 160 voldoet,
dan zijn er twee mogelijke om
standigheden die op de alimen
tatieverplichting van invloed
zouden kunnen zijn:
1. deze nieuwe samenleving is
voor de ex-man zo grievend
dat van hem redelijkerwijs
niet kan worden verlangd, dat
hij tot alimentatiebetaling
wordt verplicht.
2. deze samenleving leidt tot
een kostenbesparing zodat
de vrouw minder alimentatie
behoeft.
b. De relatie tussen de vrouw en
haar vriend treedt in nadat de
alimentatieverplichting van de
ex-man is ontstaan, dus na de
echtscheiding Als dan een art
160-relatie ontstaat, vervalt de
alimentatieverplichting van de
man (ex-echtgenoot) van rechts
wege. Als er geen art 160-rela-
tie ontstaat, dan kan de nieuwe
relatie van invloed zijn op de
alimentatie hoogte. De ex-man
kan de rechter dan om wijziging
van alimentatie verzoeken.
c. De relatie tussen de vrouw en
haar vriend wordt beëindigd.
Was er sprake van een huwe
lijk- of samenleving conform art.
160 dan herleeft de alimentatie
verplichting van de ex-man met
meer. Was er sprake van een
ander soort relatie dan kan de
vrouw op grond van een wijzi
ging van de omstandigheden
trachten verhogmg van de ali
mentatie te verkrijgen.
Nogmaals van wederzijdse ver
zorging is slechts sprake mdien de
samenwonenden in feite elk of bij
dragen in de kosten van de geza
menlijke huishouding, of op een
andere wijze in eikaars verzorgmg
voorzien.
(advertentie)
LEUSDEN/UTRECHT -
De Utrechtse politierech
ter mr. A. Weijsenfeld
veroordeelde maandag
een 52-jarige inwoner van
Leusden wegens mishan
deling van een ambtenaar
tot een boete van duizend
gulden en twee weken
voorwaardelijke gevange
nisstraf. Daarnaast moet
de verdachte twee weken
echt de gevangenis in om
dat de politierechter een
voorwaardelijke straf van
één maand uit '85 nu voor
de helft onvoorwaardelijk
oplegde.
Mr. Weijsenfeld achtte be
wezen dat de Leusdenaar op
25 juli vong jaar m Groenekan
een milieuambtenaar van de
gemeente Maartensdijk ve-
scheidene klappen gegeven
heeft. Op de zitting ontkende
de verdachte deze beschuldi
ging. Hij zou de bewuste man
met kennen.
Maar het verhaal van het
slachtoffer zelf, een medische
verklaring en het kapotte over
hemd van de ambtenaar vorm
den voor de politierechter vol
doende bewijs om de Leusde
naar te veroordelen.
Volgens het slachtoffer was
de verdachte zonder aanlei
ding naar hem toegekomen,
was tegen hem gaan schelden
en had hem zeker vijf keer in
het gezicht geslagen. De amb
tenaar had op een erf met een
boer staan praten. Deze getui
ge heeft bij de politie ver
klaard mets te hebben gezien.
Officier van justitie Mr. T.
van Dijk had om de tenuit
voerlegging van de hele voor
waardelijke gevangenisstraf
gevraagd. Voor het overige
was het vonnis conform de eis.
Wanneer u voor dinsdag-
resp donderdagavond
18.00 uur de Leusder
Krant niet hebt ontvangen
bel dan onze hoofdagent
(dinsdag en donderdag
tussen 18 30 en 19 30
uur) Tel 033-940691
Wanneerhij-om wat voor
reden dan ook - niet te be
reiken is, kunt u kontakt
opnemen met BDU b v
afd Lezersservice
tel.nr. 03420-94206
ACHTERVELD - Vorige
week maandag werd in AVRO's
Televizier het onderwerp be
handeld: Aktuele Landbouw
politiek. Maandagavond aan
staande zal in hetzelfde pro
gramma minister Braks van
Landbouw en Visserij 50 minu
ten spreken over hetzelfde on
derwerp.
Tijdens het vorige week uitge
zonden programma werd een be
roep gedaan op de kijkers om voor
het komende programma vragen
aan de minister te stellen.
De Achterveldse ABTB zal hier
gebruik van maken en er zal een
aantal vragen worden mgezonden.
De onderwerpen melkquota en
mestproblematiek zullen naar ver
wachting ruim aan de orde komen.
De Achterveldse afdeling stelt
een aantal vragen over de milieu
problematiek. Momenteel wordt er
fanatiek om meuwe wetgeving ge
roepen in media en politiek. Dit
ondanks het feit dat tot heden geen
resultaten bekend zijn van de juist
in werking getreden wetten of van
de wetten die nog in werking moe
ten treden.
De ABTB'ers willen van de mi
nister onder meer weten, hoe het
elders in Europa is gesteld met de
bossen waar geen grote eenheden
intensieve veehouderij is.
Men hoopt dat de ingezonden
vragen tijdens het programma wel
behandeld zullen worden.