I 'De woorden 'Iedere zieke is in nood' zijn mij altijd bijgebleven' Alimentatie na echtscheiding Wel of niet (te)recht? Mevrouw M.J. Th. Stet neemt afscheid als verpleegkundig directrice van Lisidunahof: ...wij zijn al jaren vrij van decubitus. V V A Wegens mishandeling van een ambtenaar: Boete voor Leusdenaar Minister Braks in televisieprogramma: Achterveldse ABTB stelt vragen Lezers service DONDERDAG 10 DECEMBER 1987 plaatselijk nieuws (door Marianne de Valck) LEUSDEN - Op dinsdag 8 december jl. werd mevrouw M. J. Th. Stet, verpleegkundig directeur van Lisidunahof, zestig jaar. Daardoor is ze, zoals ze zelf zegt, „rijp voor de OBU". OBU staat voor Overbruggings Uitkerings re geling, ofwel de VUT-regeling voor ambtenaren en trendvol gers. Mevrouw Set gaat dank baar gebruik maken van deze mogelijkheid met het voldane gevoel dat ze een zware werktaak volbracht heeft. Op donderdag 10 december vindt de officiële afscheids- plechtigheid plaats, nadat ze afgelopen week op alle afde lingen afscheid is gaan ne men van de psycho-geriatri- sche patiënten die in het ver pleegtehuis zijn opgenomen. Mevrouw Stet is als verpleeg kundig direkteur bij Lisidunahof werkzaam vanaf de opening op 1 februari 1973. Ze is betrokken ge weest bij de oprichting. Bijna vijftien jaar heeft zij in Leus den de dagelijkse leidmg gehad over het huis waann vooral de mente bejaarden wonen. Zij had de verantwoording voor de verple gingsdienst, de huishoudelijke dienst, de receptie, de keuken en de huisvesting. Geneesheer-direkteur, dr. F. F. L. Vlak draagt naast haar de verant woording voor de behandelmgsas- pecten, zoals de medische dien sten, de fysiotherapie en ergo-the- rapiën en de technische dienst. Aanvankelijk gelooft mevrouw Stet niet dat er in de afgelopen vijftien jaar opvallend veel veran derd is. „Hoogstens de werkver houdingen zijn wat opener gewor den. Het gaat allemaal wat demo cratischer toe Ons streven is altijd geweest om de drempel zo laag mogelijk te houden, dat is m de loop der jaren versterkt. Er vindt meer overleg plaats. De afstand tot elkaar is kleiner geworden, zowel in de richting van het personeel als naar de bewoners en naar de fami lie natuurlijk" Mevrouw M.J Th. Stet neemt vandaag afscheid als verpleegkundig directrice van Lisidunahof. Bij haar afscheid kreeg zij vanmiddag de Eremedaille in Goud, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. VEELOMVATTEND Met die laatste groep komt de kurk van de fles waardoor de ont wikkeling van de laatste 15 jaar rond de opvang en begeleiding van demente bejaarden, en hun fa milieleden duidelijk en veelomvat tend blijkt. De ene ontwikkeling riep en roept de andere op. De betrokken heid van mevrouw Stet bij de zich aandienende meuwe mogelijkhe den, maken haar betrokkenheid bij haar werk duidelijk. Ze is er blij mee. Na vijftien jaar werken in een verpleegtehuis durft zij te conclu deren dat de instelling is opge waardeerd. „Het is geen emdstation meer, waar niets meer gebeurd. Hoewel we nog steeds weinig mensen ge zond kunnen zien vertrekken, kun nen we tegenwoordig geweldig veel voor en met de bewoners doen. En niet te vergeten, ook voor mensen die hier tijdelijk of op de dagbehandeling komen". Volgens mevrouw Stet is het werk in de verpleegtehuizen de laatste jaren door de nieuwe ont wikkelingen van een heel ander niveau geworden dan zelfs medici uit „algemene ziekenhuizen" zich dikwijls realiseren. „Wanneer die op bezoek komen en onze facilitei ten zien, kijken ze soms hun ogen uit". Trots roept mevrouw Stet „wij zijn bijvoorbeeld al jaren vrij van decubitus!". Doorliggen dus. Dat zegt voor kenners wel iets over de fysiotherapie en de aktieve ver zorging „De eerste keer dat we decubi- tus-vnj waren heb ik het hele huis laten trakteren Leken begrepen daar niets van, maar voor mensen die er iets van afweten is het een feit om geweldig trots op te zijn". SCHOENEN De laatste vijftien jaar is men steeds meer te weten gekomen over de verschillende vormen van psycho-genatrie, in het algemeen dementie genoemd. Mevrouw Stet stelt vast: „Ik ben een gelukkig en tevreden mens Ik heb gedurende mijn hele loopbaan schitterende ontwikkelingen meegemaakt Eerst in de psychiatrie en daarna hier in dit huis". Heeft ze dan altijd dit werk willen doen' Het antwoord is verrassend: „Welnee, ik kom uit de schoenen". Als jong meisje stond mevrouw Stet in een schoenenwinkel als ver koopster. „Ik kon het woord bloed niet eens horen, laat staan dat ik bloed kon zien". „Achteraf denk ik dat een ernstige ziekte van mijn vader, de aanleiding is geweest om in de verpleging te gaan". Ze werd leerling en daarna hoofdverpleeg kundige met een A-opleiding, ge haald m een algemeen ziekenhuis, compleet met kraamaantekening Daarna werkte ze zestien jaar in de psychiatrie. Later in het gesprek verwijst me vrouw Stet nog eens terug naar die beginperiode waann zij de motiva tie vond om dit werk te doen tot aan de dag van vandaag. „Toen ik als leerling begon m het algemeen ziekenhuis, hadden wij les van een psychiater. Hetgeen in die tijd heel bijzonder was. Maar juist wat hij zei is mij altijd bijgeble ven: ieder zieke is m nood". Om die nood zo draagbaar mogelijk te ma ken wil ik mij inzetten". VERPLEEGHUIZEN Vijftien jaar geleden begon me vrouw Stet als verpleegkundig di recteur bij het nieuw te openen Lisidunahof. Toen al tot haar spijt afgeschermd gelegen „letterlijk aan het eind van een doodlopende weg". Typerend voor hoe men toen over verpleeghuizen dacht. Vandaag zou ze het verpleeghuis veel liever midden m het centrum gevestigd zien. „Zoals het Hamers- veld, dat is werkelijk ideaal" Lisi- duna was het tweede verpleegte huis van de uiteindelijk vier door de Stichting Verpleegtehuizen Ne derland in de jaren zeventig opge zette huizen. Het ontstaan van deze huizen kwam voort uit een ontwikkeling die zo ongeveer het omgekeerde is van de huidige stand van zaken. Toen .schreven 65-plussers zich in voor bejaardentehuizen, ook al waren ze nog gezond. „Ze gingen er heen om gemakkelijk te leven en gezellig te kunnen biljarten". AANLEIDING Voor de mensen die dagelijks verpleging nodig hebben was toen geen plaats meer m de bejaarden tehuizen. Zij kwamen terecht in zie kenhuizen. Hetgeen weer veel te duur was. Of m psychiatrische zie kenhuizen, waarin ze ook niet thuis hoorden. Dat was de aanleiding om speciale verpleeghuizen te stichten voor dementerende bejaarden. Nu is het beleid rond bejaarden huizen 180° gedraaid. Met behulp van allerlei „mantelzorg" wordt getracht de bejaarden zolang mo gelijk zelfstandig te laten wonen. Gaat dit niet ten koste van de ver pleeghuizen. Wordt daar het be leid ook teruggedraaid? „Nee", zegt mevrouw Stet die de mantelzorg „een prima ontwikke ling" vindt. „Verpleegtehuizen zijn een noodzakelijk kwaad, maar we mogen blij zijn, dat ze er zijn". „Wanneer we er van uit gaan. dat 3 tot 5% van de mensen boven de 65 jaar dementieverschijnselen verto nen, een percentage dat oploopt naarmate men ouder wordt, en daarbij bedenken dat de mensen steeds ouder worden, dan moeten we aanvaarden dat een groot aantal van deze mensen op een bepaald moment, de speciale verzorging van een verpleeghuis zoals het onze, nodig hebben. Vergeet niet, dat de gemiddelde leeftijd van onze 168 bewoners 84 jaar is. De oudste inwoonster hier, tevens de oudste inwoonster van Leusden, is 92 jaar". „ZORGHUIS" En andersom? De laatste ontwik kelingen richting „zorghuis" (Til burg en Den Haag), waarin bejaar denhuis en verpleegtehuis gecom bineerd zijn, waardoor huwelijks partners langer bij elkaar kunnen blijven9 Mevrouw Stet ziet die ont wikkeling bij de Lisidunahof met snel gebeuren. Haar mening is op ervaring gestoeld. „Toen wij vijftien jaar geleden begonnen, was een gang van het complex mgedeeld m vier, twee kamer appartementen. Bedoeld voor echtparen waarvan een part ner gezond was. Het bleek in de praktijk geen haalbare kaart te zijn." „Gebleken is dat de gezonde partner hier met op kon tornen te gen de ontluistering die overal om heen te zien is. De vier twee-ka- mer-appartementen worden al sinds jaren gebruikt door negen bewoners die nog min of meer zelf standig kunnen leven." Ook hierbij speelde de afgelegen ligging van Lisiduna een rol. Wel wordt steeds intensiever samenge werkt met de bejaardenoorden in de omgeving. „Er komt gelukkig geld vrij voor een consultatiefunc tie naar de eerste lijnszorg". Opmeuw een ontwikkeling die mevrouw Stet tevreden stemt. En er zijn er al zoveel geweest die al zo tot de gewoonte zijn gaan beho ren, dat je bijna zou vergeten dat het ooit, soms mmder dan vijf jaar geleden, heel anders was FAMILIEOPVANG De familieopvang bijvoorbeeld, Steeds duidelijker is de afgelopen jaren geworden dat de familie van een patiënt ook begeleidmg nodig heeft. Het is een moeilijk emotio neel proces om de eens zo verstan dige moeder of vrouw, vader of man, vergeetachtig tot onverstan dig te zien worden. Het is een zwa re beslissmg, tenslotte te moeten beslmten dat thms verzorgen niet langer mogelijk is. De aandacht voor de familie is van recente da tum. Tot haar eigen verbazing over iets dat al zo vertrouwend is, stelt mevrouw Stet vast: „We hebben pas sinds 1983 een maatschappe lijk werker m huis, die mensen en de daarbij behorende familie op vangt van voor tot na de opname". Daarbij hoort het organiseren van gespreksgroepen voor een aantal meuwe bewoners en hun familie. In zes a zeven bijeenkomsten worden de emoties doorgespro ken en „vertelt steeds weer een andere discipline over zijn of haar werk. Zodat de mensen gaan be grijpen wat er gebeurt m dit huis". BUREAUFUNKTIE Ook de nieuwe bewoners wor den onderlmg met elkaar in contact gebracht, daarbij horen de excur sies door het gebouw met als klap stuk „theedrinken en kennismaken met de verpleegkundig directri ce". Mevrouw Stet heeft deze be zoekjes altijd erg leuk gevonden. Want zo vaak zag ze geen kans om tussen haar drukke werkzaamhe den met vijftig tot zestig werkuren per week door, met de bewoners om te gaan. Het is helaas vooral een bureau-functie". Toch denkt ze wel dat veel van de patiënten haar herkennen „aan mijn bril of aan mijn stem. Ach, ik heb tenslotte de leeftijd van hun dochter". Een anecdote die ze met emge terughoudendheid vertelt: „Ik wil met de indruk wekken dat we la chen om onze bewoners, maar wel dat de situatie soms vreemd kan zijn", toont ook iets van de verwar ring waar personeel en bewoners kant is ze blij met de mogelijkhe den van familieparticipatie die bij het eten en koffiedrinken aanwezig kunnen zijn. „Zonder hun hulp zou geen mens naar de kerkdienst kunnen gaan", stelt ze dankbaar vast. Het personeel is bij Lisiduna zo veel mogelijk ontzien bij de bezui nigingen. „De andere afdeling heb ben we zoveel mogelijk eerst uitge molken". Het zal een van de taken van haar opvolgster, mevrouw Schoneville, zijn om extra waak zaam te blijven om de taken voor professioneel personeel en vrijwil ligers goed gescheiden te houden. „Een patiënt met eet-moeilijkhe- den mag bijvoorbeeld met door een vrijwilliger geholpen worden". Met het inzicht dat veel thuis te doen is met een paar opvangmo gelijkheden, is het praktijk gewor den veel meer mensen te helpen. Jaarlijks komen er meuwe initiatie ven bij. Sinds vijf jaar de dagbehande ling met 17 plaatsen waar 45 tot 50 mensen, gasten genoemd, met een paar uur per week extra behande ling en opvang thuis, geholpen zijn. „Een schitterende ontwikkeling". De „noodbedregeling" waarin vier verpleeghuizen m de regio in het totaal 2 bedden vrijhouden (ie der een half jaar) voor noodop vang. De bedden zijn vrijwel per manent bezet, hoewel steeds bin nen enkele weken een permanen- tere opvang voor de betreffende patiënt moet zijn gevonden. Sinds dit jaar, de logeeropna- mes, voor „gasten" die via het Riagg tijdelijk worden onderge bracht omdat de verzorgende part- constant mee te maken hebben. Tijdens het afscheid van de afdelin gen werd mevrouw Stet in een feestelijke stoel gezet terwijl de vi deocamera op haar gencht was. Een van de bewoners die bij deze feestelijke gebeurtenis aanwezig was bleef vragen. „Wie is die me vrouw, wat komt ze doen?". Waar op steevast het antwoord kwam: „dat is de direkteur. die gaat weg" MOGELIJKHEDEN Mensen die het houvast van hun geheugen verliezen, verliezen veel vertrouwds. Hun eigen meubels, zelfs de herkenning van hun fami lieleden. Hoewel mevrouw Stet er van overtuigd is, dat het vergeten van de naam met automatisch het vergeten van de persoon betekent. Ze zou als buitenstaander deze mensen willen troosten door ze zo veel mogelijk vertrouwde spullen te laten houden. Mevrouw Stet relativeert dat verlangen. Haar ervaring leert dat mensen vooral behoefte hebben aan liefde. Die liefde kan ook gege ven worden door vast personeel en de aandacht die door de vrijwilli gers gegeven wordt. Steeds meer uizet wordt gevraagd van vrijwilli gers en familieleden. Aan de ene kant is mevrouw Stet bang dat door de bezuinigingen de kwaliteit wordt aangetast, aan de andere ner tijdelijk niet aanwezig is. De reactivenngsmogelijkheid, voor patiënten die normaal thuis wonen maar door ziekte of na een onge lukje weer „op de been geholpen" moeten worden. En de observatie mogelijkheid waarbij bekeken wordt of de patient zal moeten wor den opgenomen of dat er thuis nog mogelijkheden zijn. AFSCHEID Op donderdag 10 december neemt mevrouw Stet officieel af scheid. Zonder spijt, tevreden vast van plan haar werk van haar af te zetten. „Ik heb altijd goed mijn grenzen geweten" en haar leven is naast haar werk goed gevuld. Ze zal uitgebreid van haar geliefde Spanje gaan gemeten en zich voor al ook bezig houden met bowlen. Daarnaast wil ze weer gaan brid gen, gaan lezen, handwerken en al die dingen gaan doen die ze al zo lang wil gaan doen. Ze zal natuurlijk „al die aardige mensen" niet kunnen vergeten, daarvoor hoeft ze alleen maar naar haar „uilen-verzameling" te kijken, die deze laatste dagen flink ge groeid is. Ze blijft m Leusden wo nen, dus wie haar een beetje kent, zal haar nog wel eens tegen komen bij één van de vele verenigingen waar ze aktief is of zal gaan wor den. Volgens de wet zijn echtge noten aan elkander getrouw heid, hulp en bijstand ver schuldigd; ze zijn verplicht el kander het nodige te ver ghaffen. Deze verplichting (indigt niet bij echtscheiding. Hls een huwelijk eindigt door chtscheiding kan de rechter >ij het echtscheidingsvonnis >f bij een latere uitspraak aan le echtgenoot die niet vol- loende inkomsten tot zijn le- 'ensonderhoud heeft, op lienst vordering of verzoek en laste van de ander een litkering tot levensonder- loud (alimentatie) toekennen. Volgens art. 160 Boek I BW ein- iigt deze verplichting van een ge lezen echtgenoot om alimentatie verschaffen aan de ex-echtge- oot, wanneer de ex-echtgenoot pnieuw m het huwelijk treedt, lanwel is gaan samenleven met en ander als waren zij gehuwd. Met name over deze laatste zins ede wil ik het hier hebben. Deze nsnede is indertijd op verzoek an het Kamerlid Geurtsen in de ikst van art. 160 BW opgenomen, et gevolg van deze zinsnede is dat e feitenrechter zich moet gaan erdiepen m de aard en de intensie an het samenleven van degene op alimentatie aanspraak aakt. Aangezien dit nog steeds oorgaans de vrouw is, is de tame- k onfnsse praktijk ontstaan dat e man op alle manieren trachtte te awijzen dat zijn ex-vrouw met een 'der samenleeft. De man trachtte dat aan te tonen oordat gezamenlijk inkopen werd gedaan, gezamenlijk de maaltijd werd genoten, de vrouw met haar vriend samen op vakantie ging en dat mm of meer gestadig de nacht onder hetzelfde dak werd doorge bracht. De Hoge Raad heeft in 1985 uitge maakt dat voor een samenleving als bedoeld in art. 160 BW vereist is dat de samenwonende partijen el kaar wederzijds verzorgen Hier van kan slechts sprake zijn indien de samenwonenden in feite elk hetzij bijdragen in de kosten van de gezamenlijke huishouding, danwel op andere wijze in eikaars verzor ging voorzien. De Hoge Raad achtte het enkele feit dat op de man een morele plicht rust om in gezamenlijke huis houding bij te dragen (dus dat hij en de vrouw een zodanige leefge meenschap hebben dat zij geacht moeten worden elkaar wederzijds te verzorgen) onvoldoende om daaruit te concluderen dat van we derzijdse verzorging sprake is. Om met succes een beroep op art. 160 te kunnen doen, is dus voortaan vereist dat de man bewijst dat zijn ex-vrouw dus feitelijk ver zorgd wordt door haar vriend. In een recent arrest is een nade re nuancering tot stand gebracht. In de uitspraak van 2 mei 1986 heeft de Hoge Raad zich wederom over deze problematiek gebogen. Uitgangspunt voor het gestelde in art. 160 BW is dat als de vrouw gaat hertrouwen of samenleven als zijn de gehuwd, dus met een verzor gingsaanwezigheid, de alimenta tieplicht van de man eindigt. Als de vrouw daarna wederom gaat scheiden of de relatie verbre ken. herleeft opnieuw de oude ali -4 Mr. H. G. Punt. mentatieverplichting niet. Het is dus onmogelijk dat een vrouw door driemaal te trouwen en te schei den, van drie verschillende man nen alimentatie verkrijgt. Een samenleving die niet wordt aangemerkt als een relatie als be doeld in art. 160 BW kan echter wel invloed hebben op de aanspraak op alimentatie De rechter kan oordelen dat zo'n relatie tot kostenbesparing leidt, of invloed heeft op de behoeftigheid van de vrouw. Ook is het mogelijk dat het voor de man zo'n grievend karakter heeft dat van hem in rede lijkheid niet kan worden gevergd dat hij alimentatie blijft betalen aan zijn ex-vrouw. Een samenlevingsvorm die niet kan worden aangemerkt als een relatie als bedoeld in art. 160 BW, doet de aanspraak van de alimen- tatiegerechtigde op alimentatie niet vervallen, doch kan dus wel wezenlijk van invloed zijn op de hoogte van de alimentatie. Een gevolg van dit onderscheid is, dat als zo'n relatie die dus met een relatie in de zm van art. 160 is, uit elkaar gaat of anderszins wijzigt, er wijziging van omstandigheden kunnen zijn die wederom van in vloed zijn op de oude alimentatie verplichting. We kunnen dus de volgende si tuaties onderscheiden; a. De vrouw heeft een nieuwe le vensgezel voor of tijdens het ge ding inzake de alimentatie. Als dit een relatie is in de zm van art. 160 (dus onderhoudsvereisten) dan treedt de alimentatieplicht niet in. Betreft het een samenle ving die niet aan art. 160 voldoet, dan zijn er twee mogelijke om standigheden die op de alimen tatieverplichting van invloed zouden kunnen zijn: 1. deze nieuwe samenleving is voor de ex-man zo grievend dat van hem redelijkerwijs niet kan worden verlangd, dat hij tot alimentatiebetaling wordt verplicht. 2. deze samenleving leidt tot een kostenbesparing zodat de vrouw minder alimentatie behoeft. b. De relatie tussen de vrouw en haar vriend treedt in nadat de alimentatieverplichting van de ex-man is ontstaan, dus na de echtscheiding Als dan een art 160-relatie ontstaat, vervalt de alimentatieverplichting van de man (ex-echtgenoot) van rechts wege. Als er geen art 160-rela- tie ontstaat, dan kan de nieuwe relatie van invloed zijn op de alimentatie hoogte. De ex-man kan de rechter dan om wijziging van alimentatie verzoeken. c. De relatie tussen de vrouw en haar vriend wordt beëindigd. Was er sprake van een huwe lijk- of samenleving conform art. 160 dan herleeft de alimentatie verplichting van de ex-man met meer. Was er sprake van een ander soort relatie dan kan de vrouw op grond van een wijzi ging van de omstandigheden trachten verhogmg van de ali mentatie te verkrijgen. Nogmaals van wederzijdse ver zorging is slechts sprake mdien de samenwonenden in feite elk of bij dragen in de kosten van de geza menlijke huishouding, of op een andere wijze in eikaars verzorgmg voorzien. (advertentie) LEUSDEN/UTRECHT - De Utrechtse politierech ter mr. A. Weijsenfeld veroordeelde maandag een 52-jarige inwoner van Leusden wegens mishan deling van een ambtenaar tot een boete van duizend gulden en twee weken voorwaardelijke gevange nisstraf. Daarnaast moet de verdachte twee weken echt de gevangenis in om dat de politierechter een voorwaardelijke straf van één maand uit '85 nu voor de helft onvoorwaardelijk oplegde. Mr. Weijsenfeld achtte be wezen dat de Leusdenaar op 25 juli vong jaar m Groenekan een milieuambtenaar van de gemeente Maartensdijk ve- scheidene klappen gegeven heeft. Op de zitting ontkende de verdachte deze beschuldi ging. Hij zou de bewuste man met kennen. Maar het verhaal van het slachtoffer zelf, een medische verklaring en het kapotte over hemd van de ambtenaar vorm den voor de politierechter vol doende bewijs om de Leusde naar te veroordelen. Volgens het slachtoffer was de verdachte zonder aanlei ding naar hem toegekomen, was tegen hem gaan schelden en had hem zeker vijf keer in het gezicht geslagen. De amb tenaar had op een erf met een boer staan praten. Deze getui ge heeft bij de politie ver klaard mets te hebben gezien. Officier van justitie Mr. T. van Dijk had om de tenuit voerlegging van de hele voor waardelijke gevangenisstraf gevraagd. Voor het overige was het vonnis conform de eis. Wanneer u voor dinsdag- resp donderdagavond 18.00 uur de Leusder Krant niet hebt ontvangen bel dan onze hoofdagent (dinsdag en donderdag tussen 18 30 en 19 30 uur) Tel 033-940691 Wanneerhij-om wat voor reden dan ook - niet te be reiken is, kunt u kontakt opnemen met BDU b v afd Lezersservice tel.nr. 03420-94206 ACHTERVELD - Vorige week maandag werd in AVRO's Televizier het onderwerp be handeld: Aktuele Landbouw politiek. Maandagavond aan staande zal in hetzelfde pro gramma minister Braks van Landbouw en Visserij 50 minu ten spreken over hetzelfde on derwerp. Tijdens het vorige week uitge zonden programma werd een be roep gedaan op de kijkers om voor het komende programma vragen aan de minister te stellen. De Achterveldse ABTB zal hier gebruik van maken en er zal een aantal vragen worden mgezonden. De onderwerpen melkquota en mestproblematiek zullen naar ver wachting ruim aan de orde komen. De Achterveldse afdeling stelt een aantal vragen over de milieu problematiek. Momenteel wordt er fanatiek om meuwe wetgeving ge roepen in media en politiek. Dit ondanks het feit dat tot heden geen resultaten bekend zijn van de juist in werking getreden wetten of van de wetten die nog in werking moe ten treden. De ABTB'ers willen van de mi nister onder meer weten, hoe het elders in Europa is gesteld met de bossen waar geen grote eenheden intensieve veehouderij is. Men hoopt dat de ingezonden vragen tijdens het programma wel behandeld zullen worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1987 | | pagina 7