leusilen kmnt EEN PUZZELKLUIF VOOR DE FEESTDAGEN Hoe zit dat met de jaartelling? Sparren die licht verspreiden r DONDERDAG 24 DECEMBER 1987 Als u het grote diagram juist hebt ingevuld, kunt u de gevraagde let ters uit het kleine diagram opzoe ken en daar invullen. Op deze wijze ontstaat een wens. HORIZONTAAL 1 aarde. 6 klokken spel. 12 versierd gewas. 19 kristal op bevroren ruit; 25 neerslag; 31 sierplant. 33 nauwe doorgang. 35 knaagdier. 36 plaats o d Veluwe, 38 stookplaats. 40 zangspel. 41 onderricht; 42 witte delf stof. 45 gemeente, 46 schreeuw 47 deel v h been. 49 vernis; 50 kerstversiering. 52 deel v.h |aar; 53 namelijk, 54 koraal eiland 55 rund; 56 keurig, 58 gesloten, 59 voorz 60 landbouwer; 61 Ned pro vincie 62 voegw 63 ongeluksgodin. 65 koor, 67 kunstvorm, 69 vaste regel, 70 Noorse god; 72 platina; 73 onder wie. 75 oude bijbelse plaats. 76 vogel. 77 rund; 79 Kon Marine 80 Europeaan. 81 titel. 82 njksgrond. 83 barium; 85 noot; 87 voorz 88 buidel. 90 tandeloos zoog dier 91 bevestiging. 92 poste restante, 93 zaadkorrel; 95 kloosterlinge; 96 sele nium. 97 titel. 98 Dagelijks Bestuur. 100 vaatwerk. 101 rechercheur. 104 vr munt. 105 noot, 106 op dit moment. 107 hemelgeest. 108 kosten koper; 110 ge wicht, 111 voorz 112 pepereter; 115 in orde. 116 ontkenning, 118 larve v.d langpootmug. 119 deel ve huis. 121 Zuidamerikaanse stad. 122 uitroep van afkeer. 124 insekt; 125 Europeaan. 127 deegwaar. 129 Ver Staten, 130 pers vnw, 132 voorz 134 Frans lidw135 bijb vrouw. 137 boom. 139 hert 140 noot, 142 rivier in Siberië. 144 muz aan duiding, 145 pers. vnw, 146 scheeps trap. 149 Techn Hogeschool 151 voorz 152 levensonderhoud 154 vaar tuig. 156drassig land 157gevaarte. 158 hoofddeksel. 159 eivormig. 161 op merkzaam. 163 pers vnw 164 water in Friesland. 165 zuster; 166 het Romeinse Rijk, 168 rustend, 169 Werkloosheids wet. 171 huid. 172 Noordatlantische Verdragsorg 175 laatstleden, 176 na schrift. 178 keer. 181 slaapplaats 183 voorbij. 186 maanstand 187 hectare 188 Oosterlengte. 190 de oudere; 192 lekkernij. 194 tentoonstellingsgebouw. 195 spraakkunst. 197 watervogel. 199 loopvogel. 200 profeet. 203 etenberei- der. 204 waterdoorlatend. 206 donker grijze delfstof, 208 tegenover 209 getij; 210 een zekere; 211 afgelopen; 213 spie; 214 godin v.h. vuur; 216 waterstand. 217 vr munt: 218communicatiemiddel; 220 naaldboom 22e modder. 223 Oudijs- landse literiatuur. 225 plaats in Enge land, 227 toegeven. 229 aankomend; 230 namiddag. 231 gram 232 eerwaar de heer. 233 deel v.h been. 235 onzes inziens. 237 kleine plaats. 239 Neder duits. 241 rivier in Italië. 242 naaldboom 246 Isr vleesgerecht. 247 plaats od. Veluwe, 248 numero; 250 vervolgens. 251 per post; 253 oude lengtemaat. 254 land om boerderij, 256 gele verfstof. 258 vlaktemaat, 259 lof. 261 kledingstuk; 263 schop 265 de onbekende, 266 pa ling; 267 achternagaan; 268 opschud ding, 269 register. 270 klaar, 271 loot. 273 zangvogel; 275 groet. 276 fout; 277 rivier in Spanje. 279 zwemvogel. 283 zirkonium. 284 elektr traktie, 285 klein kind, 286 tot afscheid. 289 muz aandui ding; 291 kruiderij, 293 graanopslag- plaats, 295 Westerlengte. 296 motor race. 298 beleid, 299 argon. 302 stuur boord, 304 lidw., 305 en volgende. 307 reeds, 309 Vrije Universiteit. 310 bord papier; 312 mondwater; 314 torenbei 316 wederkerig. 318 bijbelse vrouw, 319 éénjarig dier; 322 familielid, 324 noot; 325 bestek. 328 bouwland, 330 Kon Luchtvaart Mij 332 Eur Econ Ge meenschap. 333 rivier in Drente: 334 voegw335 soort; 336 interest; 338 plaats o d Veluwe. 340 neerslag. 342 grondstof van linnen. 344 deel v e schip, 346 hemellichaam, 348 boom 350 eter. 352 daar. 354 slede. 355 ver voersonderneming. 356deel v d Bijbel; 357 wreed heerser; 358 mak. 359 deel v h. been. 361 communicatiemiddel. 363 hectogram; 364 zoogdier 366 Tib buffel 367 laatstleden. 369 plaats. 370 vaartuig. 372 neergeslagen; 373 voorz 375 wereldkampioenschap. 376 door water omringd land, 379 aderrt; 383 wapen, 386 kleur. 389 pro Deo, 392 muntaanduiding; 393 wild varken 394 Anno Domini. 396 Watt-uur; 397 plaats in Zeeland. 400 te goed. 401 Hoge Raad; 402 deel v e auto. 403 te koop. 406 deel v h, hoofd; 407 sportbeno- digdheid. 408 groot hert. 410 water in Drente 412 psalm. 413 bergplaats. 414 stuiver. 415 plant met bitter blad. 416 hoen. 417 gard. 418 uitroep van pijn. 420 water in Utrecht 421 groots. 242 haringnet; 425 plaats od Veluwe. 426 familielid, 427 beroep. 430 Publieke Werken; 431 partijtje. 432 Eur taal 434 bijwoord 435 rivier in Siberië; 436 reeds 437 myth fig 441 rolsteen; 442 Anno Christi; 443 dieregeluid; 444 nieu we stijl; 445 deel v e huis, 446afgemat; 447 soort onderwijs. 448 Anno. 449 voorz 450 sportterm, 452 spil, 453 bol gewas. 455 briefaanhef. 457 centraal station. 458 ruthenium. 459 grafvaas 461 ter zee. 463 mister. 465 Ver Naties. 466 kilometer 467 voorz 468 met be stemming, 470 familielid. 472 bloeiwi|- ze; 473 bloem. 475 vrychtenat, 477 mann dier 479 soort onderwijs, 480 bazige vrouw 482 handweefwerk (In- don 483 sprookjesfig ,484 vogel 485 hoofd, 487 gevangenishokje 488 kijken. 490aankomend. 491 boom 493 bereide huid 494 erg, 496 vliegveld in Drente, 497 deel ve etmaal 498 wraakgodin 500 uitgedorst graan. 502 voor; 503 keur; 505 verblijven. 507 een zekere; 509 vroegere koningin. 510 spiermassa; 512 open ruimte, 514 de oudste. 515 soort hert 516 vervoer 517 behendig. 518 godin vd wijsheid VERTIKAAL 1 okkernoot, 2 msekten- eter 3 soort. 4 en volgende. 5 Ned ri vier. 7 water in Friesland; 8 titel; 9 vertegenwoordiger; 10 atmosfeer 11 noot, 13 loven, 14 muziekinstr 15 hei lige 16 bedrijfseconoom: 17 naam van operagebouw; 18 plaats in Overijssel. 20 slechthorende. 21 speelgoed; 22 schoeisel, 23 zwaardwalvis 24 en der gelijke. 26 deel v.h dak. 27 ex professe 28 gelofte, 29 tijdmaten; 30 tegemoet zien. 32 kardinaalshoed. 34 toespraak. 37 doopvader 39 vervoermiddel. 43 deel v e schip, 44 vat. 46 schrobnet; 48 kansbriefje. 50 speelgoed. 51 daar, 57 vogelverblijfplaats. 58 kraan; 63 bij de stukken, 64 en omstreken 66 aandrift; 68 Ind vrucht, 69 verkoopplaats. 70 argentum; 71 getij 74 toename. 75 nachtvogel. 76 sierpompoen, 78 haast, 82 neerslag 84 werelddeel. 86 wereld taal. 87 bijw van tijd. 89 droogoven. 90 aluminium. 94 ten einde; 95 Noorder lengte; 99 dieregeluid 100 verlichtings middel. 102 pers vnw 103 inhalen; 106 mist, 109 eiland id Middellandse Zee. 112 apparaat. 113 Kon Besluit. 114 bij belse vrouw. 117 rood metaal. 120 jaar getijde, 123 schrijfgerei 126 wintervoer- tuig 128 voorz.. 130 bevel, 131 ieder; 132 boom. 133 deel v d Franse ontken ning. 136 als onder. 138 spraakorgaan, 141 nauwelijks 143 achter. 145 met onderschrift. 146 vers. 147 dwarshout. 148 rivier in Italië; 150 uitroep 153 deel v.d Bijbel, 154 hoofddeksel. 155 insekt. 157 vochtig koud; 160 deel v h gezicht, 162 bezittel vnw 163 muziekinstr165 op dezelfde wijze. 167 in memoriam 170 vlinderbloemige. 171 zonder ge vaar. 173 mets uitgezonderd. 174 van kantoor 175 lichtdrager. 177 hoofddek sel. 179verbrandmgsprodukt. 180 roof vogel. 182 arts. 184 familielid. 185 Edel achtbaar 187 uitroep 189 lich opvoe ding 191 onmeetbaar getal. 193 om roepvereniging. 195 te kort 196 Engels bier. 198 deksel. 199 eikeschors. 201 watering 202 uitroep van pijn 205 landbouwwerktuig; 207 hetzelfde; 210 slot. 212 plan, 213 bijt. 214 godvruchtig. 215 Anno Domini. 218 van onderen, 219 eivormig. 221 nieuw, 222 houtsoort; 224 decigram.226tijdelijk.228onbep vnw 230 niet parkeren. 234 bevroren water, 236 gereedschap. 237 spoedig 238 dunne twijg. 240 lipbloemige. 241 krui derij. 243 vacht. 244 Rijksscholenge meenschap. 245 insekt 249 walkant 250 gewetensrust. 252 haardos; 253 telw254 een zekere. 255 dandy. 256 boom. 257 hoefdier 258 Turks bevel hebber, 260 plaats in N -Duitsland, 261 bezit v e boer, 262 open plek i h bos 263 groente. 264 vaartuig. 272 ongaar ne. 274 hoefdier. 278 schaapkameel. 280 botterik. 281 houten loods. 282 pers vnw 287 Europeaan. 288 reuk stof. 290 kanteel, 292 lichaamsholte. 294 rund; 295 maatsch voorspoed 297 schets. 298 soort verlichting; 300 vogel; 301 dierenverblijfplaats: 303 deel v e schip 304 noot 306 vliegenier, 307 grote emmer, 308 als gangbaar erken nen. 309 beroep 311 verzoek; 313 titel. 315 Oosterlengte; 317 ouderwets 320 ontkenning. 321 kweken. 323 lokspijs. 324 elasticiteit; 326 It deegwaar, 327 Europeaan.329ijskegel.331 pers vnw 336 titel; 337 geest. 339 familielid. 341 99 Ld i^d L-4 l d H 99 Kon titel 343 noot. 345 boom, 347 uit; 349 daar, 351 huisraad. 353 het Ro meinse Rijk 356 natrium. 357 dichtst bijzijnd: 359 ouderwets muziekinstr 360 Eminentie. 362 gevuld, 363 kloek, 364 voermansroep. 365 zielepoot 368 militair; 369 plaats 371 ijzer 372 chr feest, 374 foedraal; 375 waaronder, 377 deel v e Franse ontkenning. 378 dorpel 380 bezittel vnw 381 warboel 382 tij delijk; 383 soort onderwijs. 384 eigen beweging 385 goedzak 386 gemeen tegrond. 387 marterachtige; 388 eerst genoemd 389 Javaans orkest. 390 godsdienst. 391 dierenverblijfplaats: 392 sierlijk. 395 dyne, 398 voorz 399 radium; 401 hectoliter 404 gevlochten bloemenring. 405 aarde, 409 Eur taal. 411 legendarische Britse koning. 414 gauw verslijtend, 415 klein deeltje; 419 klein kind. 422 plaats op Ameland, 423 gebak 426 milhampère 427 vrucht|e. 428 vogel 429 vr munt; 432 fles. 433 sa maiesté. 438 familielid. 439 ijlbode be taald. 440trek 441 hoenderachtige 451 herhaaldelijk 454 bijenhouder, 456 schriftelijke overhoring; 547 ongeveer; 458 losse draad. 459 Ver Staten van Amerika, 460 deel vd hals. 462 teer, 464 regeringsreglement, 465 Vrije Uni versiteit. 466 vervoermiddel; 469 café buffet, 471 deel v.h. jaar 472 Engels bier, 473 strijdperk. 474 muziekterm 476 hoofddeksel. 478 scheik verbin ding. 479 bloem 481 telw 482 dat is; 484 bloedvat, 486 stel. 489 nummer 490 zangsolo, 492 kerk muziekstuk. 493 Pausenaam, 494 bekeuring. 495 dans 498 op de wijze van, 499 gelofte, 501 familielid. 502 schil. 504 motorrace. 505 pers vnw 506 deel v.e Franse ontken ning. 508 voegw 509 waterstand, 510 familielid; 511 noot, 513 laatstleden WANNEER BEGINT DE EEUW? EEN eeuw bestaat uit 100 jaar, nietwaar? Maar dan óók de eerste eeuw! Geen flauwekul met een eerste eeuw van 99 jaar en de rest 100 jaar. Maar dan is die eeuw niet geëindigd in het jaar 99 maar op 31 december 100. Een opa die in 1900 geboren werd is dan niet in de 20e eeuw geboren, maar in de 19e. En in het veelbesproken jaar 2000 begint niet de 21e eeuw, maar eindigt onze 20e. De 21e eeuw zal pas beginnen op 1 januari 2001. Door precies dezelfde oorzaken begint een decennium niet in 1970,1980 enz. maar in 1971,1981. Daar bestaan uitgebreide, wiskundige theorieën over, met de positionele waarde van onze huidige cijfers als inzet. GESLACHTSREGISTERS HET verband met het Kerstfeest bestaat daarin, dat Kerstfeest Christusfeest be tekent en dat onze jaartelling begint met Christus' geboorte Alweer mis. want Christus werd geboren in een van de jaren 5-8 voor Christus' Dit mag de bijbelvaste lezer vreemd in de oren klinken, maar het is met de bijbel in de hand te bewijzen Lucas vertelt ons. dat Christus geboren werd tijdens de rege ring van Herodes de Grote (de grote moordenaar mag u óók zeggen) Deze vorst stierf echter (en dat staat nauw keurig vast omdat de Romeinen nauw keurig boek hielden inzake hun vazal len) in het jaar 4 v Chr En in ieder geval zijn Jozef en Maria naar Egypte ge vlucht vóór de moordenaar van Bethle hem aan zijn einde gekomen was. an ders hadden zi| niet behoeven te vluch ten Nu geeft iedere encyclopedie u uitvoerige inlichtingen over de perike len waarin men verzeild raakt als men zich in de jaartellingen verdiept Wij pikken dus de slechts minder bekende feiten uit de hoeveelheid gegevens om enkele merkwaardige zaken te ontdek ken Zoals gezegd rekenen wij onze jaartel ling vanaf Christus' geboorte en zijn op zijn minst 5 en op zijn hoogst 8 jaar mis Overigens is die Christelijke jaartelling pas in 525 door Dionysius Exiguus uit gedacht en aanbevolen en heeft het nadien nog een heel tijdje geduurd voor men zijn plannen aanvaardde Dat men dit toch deed kwam doordat het Chris tendom intussen een groot deel van de meest ontwikkelde streken van de Ou de Wereld had veroverd en het dus zin loos was geworden om al die oude kalenders (bijvoorbeeld vanaf de ver onderstelde stichting van Rome) te handhaven Ook het feit dat de Joden een goede kalender hadden speelde mee Zij rekenen vanaf de schepping der aarde en laten die in 3760 v Chr beginnen Als u vraagt waarop zij dit grondden is het antwoord niet moeilijk De bijbel, althans het Oude Testament bevat vele geslachtsregisters met na men en leeftijden Denk maar aan Met- husalem die 969 jaar oud werd Zeer orthodoxe Joden nemen dat jaartal 3760 v Chr nog serieus maar het merendeel van de gelovige Joden toch niet meer Als verklaring van het jaartal, dat wil zeggen om het in overeenstem ming te brengen met moderne onder zoekingen geven zij een tweetal expli caties De eerste is dat men zich kan afvragen of de geslachtsregisters wel volledig zijn Zoon kan immers ook afstammeling betekenen (Christus is een zoon van David enz en dan kun nen er heel wat méér eeuwen zitten tus sen schepping en het begin van de Christelijke kalender Ten tweede is het Joodse jaar wel zeer nauwkeurig bere kend, maar wanneer men Adam en Eva aanvaardt als de eerste en enige men sen op aarde, dan mag men hen geen Joden noemen Dat volk is pas veel later ontstaan Daarmee zou dan ook de Joodse tijdrekening vervallen voorzo ver die betrekking heeft op de tijd vóór Abraham Nog andere verklaringen zijn er bijvoorbeeld deze dat getallen in de bijbel vaak alleen een zinnebeeldige betekenis hebben Wat is een jaar? VOOR onze voorouders bestond een jaar uit de afwisseling van drie sei zoenen lente zomer en winter (de herfst gold niet als jaargetijde) Een maagd van 20 lentes was 20 jaar oud Aan een nauwkeurige dagtekening hadden zij oorspronkelijk geen behoef te en zodra die er wél was kon men met maan-maanden gaan rekenen Toch was het jaar dan een zonnejaar, zoals de feesten van midwinter- en zomer- zonnewenden bewijzen Zodra onze voorouders een gezeten leefwijze had den en dus landbouwers werden, was dit nodig Oogst en zaaien moeten immers in bepaalde tijden vallen Heel anders was het bij volkeren die rondtrokken Deze hadden in het alge meen een maanjaar van 12 maanden 354 dagen Dat klopt helemaal niet met de zon en daarom voegt men regelma tig een 13e of schrikkelmaand in Vroe ger deed men dat bij de Joden om de twee of drie jaar naar gelang van de stand van de oogst De tegenwoordige Joodse kalender kent vaste regels Men rekent met maanjaren, maar in een tijd perk van 19 jaar heeft men 12 jaren van 12 en 7 jaren van 13 maanden Dus stelt men 19 jaar gelijk aan 235 maanden En dat zit rekenkundig goed in elkaar, wad de maan-maand duurt 29 53 dagen Rekent u nu maar uit 235 x 29,53 6939.55 dagen Ons zonnejaar tel 365.24 dagen En 19 x 365.24 6939 dagen Dat scheelt dus maar heel we nig. Goed. maar wat is nu toch een jaar Och, er zijn tal van jaren Men ka- zeggen Het is de tijd die de zon nodi heeft om van lentepunt tot lentepunt geraken. Dat is 365 dagen. 5 uur, minuten en 45.17 seconden Ditvolge wij en omdat wi| dan elk jaar een beetj te kort rekenen, voegen wij slech: eenmaal inde vier jaareen schrikkelda in, nl de 29e februari om die 5 uur, minuten enz in te halen Daarnaa: kent men het siderische jaar (tijd die zon nodig heeft om dezelfde stand in nemen ten aanzien van de vaste ster ren), het maanjaar, het burgerlijke jaa- het kerkelijke jaar het economisch jaar enz De laatste twee hebben echt* niets te maken met lengte van het |aari dagen, uren en seconden De laatste grote kalenderovergang, nê melijk van de Juliaanse naar de thar geldende Gregoriaanse had plaats de 17e eeuw Door het weglaten van schrikkeljaren was men namelijk 1 dagen ten achter geraakt Men sloe die eenvoudig over. stelde een goed as regeling in voor de schrikkeljaren en zaak was rond Deze overgang heeft in het begin van onze eeuw zijn spore nagelaten in de huur van meiden knechten op het platteland Zij ve huurden zich algemeen op 1 mei Maa de boeren vyilden hun geen 12 dage cadeau geven en verschoven dus vele streken de huur naar 12 mei Herziening ZIJN wij nu met onze kalender hele maal gelukkig? Nee. dat niet Pereeu lopen wij toch weer seconden voo Afgezien daarvan vinden handelsmei sen en ruimtevaartdeskundigen het tx zwaarlijk, dat onze 12 maanden ongeli van lengte zijn Onderwijskringen b« treuren de elk jaar wisselende vakai ties Velen wensen dat een bepaalt datum (laten wij zeggen 25 decembe en elk jaar op eenzelfde weekdag (bijvoo e beeld zondag) zal vallen. Dat kan (r art kent u het maar uit) als wij elk jaar ée week van 8 dagen invoeren plus p schrikkeljaar twee weken van 8 dage de zogenaamde blanco dagen In 1954 reeds hebben de Verenigt Naties een besluit genomen tot herzn ning van de Gregoriaanse kalender (d aa toch wel op de hele wereld erker wordt) bij internationaal accoord Ma dat accoord is nooit bereikt Waaro e niet? Daar zijn eerst de godsdiensti bezwaren Een of twee blanco dage; dat zijn de dagen die men wilde to voegen aan 1 week per jaar en aan weken per schrikkeljaar, zijn absolui onaanvaardbaar voor Joden en Zevei dedagsadventisten en ook voor de M; el hammedanen Tenslotte ook voor id vele Christenen die de zondag mem houden en dat regelmatig om de dagen willen doen BERGBEWONERS IN NEDERLAND HET is een oud gebruik om een kerstboom in huis te halen, ledereen kent dit sierlijke boompje, maar veel mensen vergissen zich nogal eens in zijn naam. Het is geen den, maar een jonge spar die met Kerstmis veel huiskamers verlevendigt. De gewone of fijnspar zoals hij officieel te boek staat, kwam twee eeuwen geleden in ons land niet voor. Pas in de achttiende eeuw is men deze naaldboom gaan invoeren. De fijne spar is een echte bergbewoner. Op alle gebergten van midden-, noord- en noordoost-Europa groeit de slanke boo;r.. TOCH heeft hij het in ons vlakke land ook best naar zijn zin Als zijn voeten maar in droge zanderige grond staan dan vindt de fi|nspar het al gauw goed Al zijn de kerstsparren over het alge meen vrij klein, een uitgegroeide spar is get?" kleine jongen Dertig tot vijftig mete r is niets bijzonders voor hem Als je naar zo'n reus kijkt, zijn er een paar dingen die direct opvallen; die karakte ristiek zijn voor een spar Het eerste is zijn vorm Niet één andere boom heeft daze mooie piramidebouw Slank en ri|zig verheft de spar zich boven de grond Geen grillige takkenwirwar of knoestige uitschieters Alles is even fier en recht aan de spar En dan die takken Vooral bi| een spar die geen bomen om zich heeft staan, vormen de armen een prachtige liroon Vlak boven de grond waaieren de onderste takken breeduit over de bosbodem Met regelmatige tussenstukken komen daarboven de andere takken Ze hangen een beetje af langs de stam om zich aan het eind bevallig op te heffen Naar de top toe worden de takken steeds iets korter Dat geeft de spar zijn sierlijke uiterlijk Een gentleman onder de bomen De fijnspar spreekt door zijn mooie vorm tot de verbeelding Op kerstkaarten zijn bijna altijd onderbesneeuwde sparren met zwaar afhangende takken gete kend Een spar die de ruimte moet delen met soortgenoten, heeft wat meer moeite om zijn prachtige vorm te hand haven Bij sparren die ruimteproblemen hebben, blijft het onderste deel van de stam helemaal kaal De takken kunnen pas halverwege de boom ontspringen Dat is logisch want vlak boven de grond is er niet genoeg ruimte en er is geen licht Toch heeft de rijzige sparre- pilaar ook een aparte schoonheid Een bos sparren die allemaal een kale on derstam hebben, wordt een mastbos genoemd N; funspm? met zaad1<eg.e:L Weinig verdamping DE bast van een fijnspar vertoont een grillig patroon Bij oude sparren is de schors nogal dun Hier en daar bladert de moe geworden hu.d van de stam af Er ontstaan daardoor kale ronde plek ken in de hobbelige sparreschors Aan het blad herken je de boom. luidt een wat verbasterd spreekwoord Dat geldt ook voor de fijnspar Het blad van de spar heeft een merkwaardige, maar zeer efficiente vorm gekregen Door de puntige, stekelige bouw spreken we bij een spar van naalden Bij een fijnspar -en bij de rest van de sparrenfamilie -staat elke naald apart in een houdertje Bij een den zitten de naalden met z'n tweetjes m een houder Een ezelsbrug getje maakt het gemakkelijk Bij de spar Alleen-solo. bij de den Twee-duo De naalden van een den zijn ook veel langer spitser en blekergroen Maar nu het nut van zo'n opgerold blad Daar door is het oppervlak veel kleiner a van een normaal blad Er verdampt ve minder vocht Dat is ook de oorzai ?le waarom een naald aan zijn boom ka in. overwinteren en een blad van een loc boom niet. De naaldbladeren van c »g; fijnspar hebben een fris groene klei va Vergissing is uitgesloten ch Zwavelregen TUSSEN dat geurige groen verschi|ne in het voorjaar de sparrebloemei Helemaal boven in de kroon zitten roo vrouwelijke bloempjes De mannetje moeten genoegen nemen met ee plaatsje halverwege de naaldenbo Sparren zijn windbloeiers De wir moet voor het transport van het sti meel zorgen Nu heeft de spar liever nil dat zijn vrouwtjes bestoven worde door stuifmeel van de eigen here Inteelt kan de spar niet gebruiken, das om heeft de boom een voorzorgsmaa regel getroffen De vrouwelijke blcx men gaan het eerst open. Deze krijge toch stuifmeel, want bij een ande boom zi|n eerst de mannen gaan bloe en Sparren hebben nogal wat stuif me in voorraad. Er schijnen zulke hoevee heden te zijn dat de grond soms bede kan zijn met een geel stuifmeellaagj Zwavelregen of roken van het bos won dit genoemd Uit de vrouwelijke bloer pjes ontwikkelt zich de lange, hangeif de sparrekegel Een kwetsbaar anker EEN parmantige boom die spar Ti is de fijnspar vrij kwetsbaar Met zi wortels gaat de spar niet erg diep grond in hij blijft wat aan de oppi vlakte Komt er dan ook een flml storm dan kunnen de wortels de bi met vasthouden Dit probeert men voorkomen door tussen sparren loi bomen te planten Die hebben een vi steviger anker en kunnen als windi vang dienen De spar is een bruikbaj boom Jong als kerstboom en oud worden wordt hij veel in de meubeli dustne gebruikt Als vurehout vim we de spar in veel moderne intenei terug Straks zullen de lichtjes uit de jot sparren ons tegemoet glinsteren verspreiden licht in dit donkere |aarc tijde en zijn een symbool van het Lie dat in de wereld gekomen is en mei leven mogelijk maakt We wensen u lichtend, gelukkig Kerstfeest ud ch el :k(

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1987 | | pagina 6