Groot in kleine werktuigen Thema-morgen over ,,Loon naar werken" kron eusd e r Nederlandse Landbouwwerktuigenindustrie: Inkuilmethode beïnvloedt kwaliteit van kaas Hoe bereikt u de RAI Machines uit ons land kom je over hele wereld tegen Feiten en cijfers over Landbouw-Rai '88 Centrale Plattelandsvrouwenorganisaties: info DINSDAG 19 JANUARI 1988 Fabrikanten van landbouwmachines hebben meestal een band met de landbouw in de streek waar ze gevestigd zijn. Dat komt door hun ontstaansgeschiedenis. De meeste fabrieken zijn voortgekomen uit smederijen en wagenmakerijen. Deze werkten eerst alleen voor de boeren in de directe omgeving. Enkele hadden echter zo'n succes met hun produktcn dat ze deze ook buiten hun eigen klantenkring gingen leveren. Daarmee legden ze de basis voor de huidige landbouwwerktuigenindustrie. Sommige bedrijven groeiden zelfs uit tot grote industrieën. Maar toch hebben de meeste fabrieken van landbouwwerktuigen een band met het land behouden. De medewerkers komen daar vandaan en de ideeén komen vaak van de landbouw in de omgeving. Bovendien worden de nieuwe machines daar meestal uitgeprobeerd. Import Eén en ander geldt ook voor de Neder landse landbouwwerktuigenindustne Deze is nog betrekkelijk jong, want de meeste fabrieken zijn pas na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Voor die tijd be trok de Nederlandse landbouw vrijwel alle fabriekmatig gemaakte machines uit het buitenland. Alleen eenvoudige werktuigen zoals ploegen, wagens en sommige hooi- bouwwerktuigen werden door Nederland se smeden en constructiewerkplaatsen ge leverd. Ook na 1945 is de import van landbouw machines belangrijk gebleven. De belang- rijkste landbouwmachine - de trekker - moet worden geïmporteerd, want Neder land heeft geen eigen trekkerindustrie, en kele bescheiden initiatieven daargelaten. Dat geldt ook voor de meeste grote oogst- machines zoals maaidorsers, opraapper- sen, bictenrooiers, maishakselaars en op- raapwagens. Werktuigen voor de grondbe werking, kunstmeststrooiers, spuitmachi- ncs, werktuigen voor de voederwinning, wagens, mestverspreiders en dergelijke zijn echter meestal van Nederlands fabri kaat. Machines voor gezinsbedrijven De oorzaak voor deze verdeling over import en Nederlands fabrikaat is het feit dat de Nederlandse fabrikanten hun pro- dukten in eerste instantie hebben ontwik keld voor, en samen met. de Nederlandse landbouwer. De kern van de Nederlandse landbouw bestaat uit gezinsbedrijven, dat wil zeggen dat het werk op deze bedrijven wordt ge daan door de boer en zijn gezinsleden. Volledige arbeidskrachten komen in de Nederlandse landbouw niet veel meer voor Men vindt ze wel in de tuinbouw, waar meer handwerk nodig is. De boer kan meestal wel beschikken over incidentele hulp, zoals stagiaires, bedrijfsverzorgers en buren. Voor werkzaamheden die de boer alleen of met zijn gezinsleden niet af kan, bestaan allerlei samenwerkingsvor men met buren en collega's. Daarbij ver vullen ook de loonbedrijven een belangrij ke functie. De loonwerker zorgt niet alleen voor de benodigde, vaak grote en dure machines, maar levert daar ook vakkundi ge bediening bij. Kleine machines uit Nederland De Nederlandse landbouwwerktuigenin dustne is als toeleverancier voor de Neder landse landbouw vooral gericht op de pro- duktic van werktuigen voor het gezinsbe drijf. Daarmee heeft men veel succes gehad en heeft mede geleid tot een belangrijke export. Tegenwoordig komt men de Neder landse landbouwmachines dan ook over de gehele wereld tegen. Dit betreft vooral werktuigen als cirkelmaaiers (een Neder landse vinding), schudders en harkmachi- nes, kunstmeststrooiers en door de aftakas aangedreven grondbewerkingswerktuigen. Toch worden er in de Nederlandse landbouw ook veel grote tot zeer grote machines gebruikt. Men kan de grootste typen maaidorsers op het land bezig zien. Nederland is dan ook een van de grootste afnemers van zelfrydende vcld- hakselaars in West-Europa. Grote zelf- rydende bietenrooiers, oogstmachines voor bonen en erwten en grootpakpersen worden zelfs in Nederland op vry grote schaal gefabriceerd. Dit houdt verband met de belangrijke plaats die het loon werk inneemt. De loonbedrijven kunnen dergelijke grote en dure machines ren dabel maken op de gezinsbedrijven die zich geen volledig eigen machinepark kunnen veroorloven. Daarbij moet echter wel worden opge merkt dat de Nederlandse boer probeert binnen zijn bedrijf tot grote eenheden te komen. Daarvoor heeft hij het bedrijf ont- mengd, dat wil zeggen dat de oorspronke lijke gemengde bedrijven zijn gewijzigd in zuivere akkerbouw- en pure melkveebe drijven Ook in het. bouwplan van de ak kerbouw heeft een verschuiving plaatsge vonden. In plaats van zeven of acht gewas sen zoals vroeger beperken de meestt; kerbouwers zich tot de drie grote gefe sen: tarwe, aardappelen en suikerbi^ Hierdoor kunnen ook op de gezinsbejt ven van beperkte omvang redelijk g3 eenheden worden bereikt Grotere eenheden maken de inzet. grote machines door loonwerkers nL lijk. Ook de machines die de boer in e:( dom heeft, kunnen daardoor een j capaciteit hebben. In de Nederlands kerbouw zijn bijvoorbeeld spuitmad met een werkbreedte van 21 m stand; terwijl in andere landen spuitbreedti een meter of 12 nog gebruikelijk zijn de voederwinning worden nu schut van zeven meter gebruikt om gur weersomstandigheden te kunnen bj ten. q Dit doet echter geen afbreuk aa^ algemene regel dat de Nederlandse bouw is gebaseerd op het gezinsbedr. dat de Nederlandse landbouwwerktu* industrie als toeleverancier van deze'4 bouw vooral sterk is op het gebied® werktuigen voor gezinsbedrijven. 1 Organisatie Expositieprogramma Beursdagen Expositieruimte Openingstijden Oppervlakte Aantal exposanten Toegangsprijzen Aantal bezoekers in 1986 Modeshow Vakdag RAI Gebouw bv onder auspiciën van de Federatie „Het Landbouwwerktuig". werktuigen, machines en mechanische hulpmiddelen voor land-, akker- en weidebouw, veehouderij, fruitteelt, akkerbouwmatige tuinbouw, bosbouw e d agrarische bedrijfsgebouwen en uitrusting; artikelen voor land- en akkerbouwmatige tuinbouw zoals veevoeders, zaden, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, gereedschappen, motoren en brandstoffen, hydraulische kranen, laders en grondschuiven maandag 18 januari tot en met zaterdag 23 januari 1988 gehele RAI Tentoonstellingscomplex dagelijks van 09.00 tot 17.00 uur bruto 63.000 m: 324 16 - pp Jeugd tot 12 jaar, houders van een Pas 65 en aangemeld groepsbezoek 13.50 Voor de Landbouw RAI is de Trein Toegang regeling van NS van toepassing 140.723 Het landbouwweekblad Boerderij organiseert dagelijks, behalve zaterdag 23 januari, een modeshow met vakkleding voor dames en heren. Zaterdag 16 januari van 9.00 tot 17.00 uur is de Landbouw RAI geopend voor dealers en vertegenwoordigers van de pers. Op dinsdagochtend 19 januari or ganiseert de Centrale van Platte landsvrouwenorganisaties in de Fo rumzaal van het RAI Congrescen trum te Amsterdam, een themamor gen naar aanleiding van het rapport „Loon naar werken". Centrale vraag tijdens deze ochtend is: „Rap port „Loon naar werken"; wat doen we ermee?". De themamorgen wordt gehou den tijdens de Landbouw RAI 88. Streven van de Centrale is om man en vrouw samen de themamorgen en aansluitend de Landbouw RAI te laten bezoeken. Tijdens de thema morgen wordt gesproken over drie vragen met betrekking tot de positie van de meewerkende vrouw binnen een agrarische onderneming: -1 Is alles goed geregeld? - Zou er wat verbeterd kunnen wor den9 - Wat zou er dan verbeterd kunnen worden en hoe? De themamorgen wordt geopend door mevrouw R. Roozen-Pelt, voorzitter van de Centrale van Plat telandsvrouwenorganisaties. In deze Centrale zijn de Christelijke Plattelandsvrouwen Bond, de Ka tholieke Plattelandsvrouwen Ne derland en de Nedelandse Bond van Plattelandsvrouwen verenigd. Me vrouw Roozen zal ingaan op het standpunt van de Centrale met be trekking tot het rapport „Loon naar werken" en het startsein geven voor een emancipatieproject Verder zijn als sprekers uitgeno digd de heer M. J. Vareklamp, voor zitter van het Landbouwschap en de heer Jvan der VeenDirecteur-Ge neraal Landbouw en Voedselvoor ziening van het Ministerie van Land bouw en Visserij Mevrouw R. van de Aaker, een meewerkende agrari sche vrouw zal tijdens de themamor gen spreken vanuit haar eigen erva ringen binnen het agrarische bedrijf. Forum Na afloop van de verschillende inleidingen vindt een forumdiscussie plaats waaraan alle sprekers deelne men. De deelnemers aan de thema morgen krijgen de gelegenheid het forum vragen voor te leggen. Dis cussieleider is mevrouw K. Eisses, vice-voorzitter van de Emancipatie- raad De themamorgen „rapport „Loon naar werken", wat doen we ermee9" in de forumzaal van het RAI Congrescentrum begint op 19 januari om 10.00 uur en duurt tot 13.00 uur. Inschrijving voor de the mamorgen is nog tot 4 januari aan staande mogelijk. Voor leden van de Plattelandsvrouwenorganisaties is de toegangsprijs 10,- en voor ove rige geïnteresseerden 12,50. Als er over Hollandse exportprodukten bij uitstek gesproken wordt gaat het meestal over tulpen of over kaas. Op dit moment is er veel te doen rond het nitraatgehalte in kaas. Vanuit de landen die Nederlandse kaas importeren bestaat de neiging om de eisen aan het nitraatgehalte in kaas te verscherpen. Natriumnitraat wordt in kleine hoeveel heden (maximaal 15 gr, per 100 kg) toege voegd aan melk die voor kaasbereiding gebruikt wordt. Daarmee wordt voorko men dat de boterzuurbacterién in de melk problemen opleveren bij de kaasbereiding en bewaring, zoals bijvoorbeeld het „laat-los"-gebrek. De besmetting van melk met bacteriesporen is te wijten aan het toenemend gebruik van grassilage, of wel kuilvoer in de melkveehouderij. Voor al in de periode van 1970 tot 1985 is de besmetting van de melk toegenomen. Voor de zuivelindustrie betekenen de nitraateisen van de afnemers dat in plaats van het toevcogen van nitraat, sterk kos tenverhogende technische maatregelen moeten worden om de bacteriesporen uit de melk te halen. Vanzelfsprekend is dit kostenverhogende aspect voor de zuivelin dustrie. melkveehouderij en andere be trokkenen aanleiding om extra aandacht te besteden aan de melkkwaliteit. De melkkwaliteit is afhankelijk van de hygiene in het melkveebedrijf en van het gewonnen ruwvoer (silage) voor de koeien. Verbetering van de microbiologi sche kwaliteit van de melk moet daarom in de eerste instantie worden gezocht bij voe derwinning en conservering. Uiteraard blijft ook de bedrijfshygiëne een belangrijk aspect. Verbeteren door inkuilmethode Op het gebied van de voederwinning is sinds 19S6 een sterke verbetering opgetre den. Door de toepassing van de door het IMAG te Wageningen in 1985 ontwikkelde 24-uurs inkuilmethode is het mogelijk ge bleken het weerrisico bij de oogst sterk te verminderen en de kwaliteit van het ge wonnen ruwvoer, zowel de voederwaarde als de microbiologische kwaliteit, aanzien lijk te verbeteren Deze inkuilmethode is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - Er wordt uitgegaan van een goede kwali teit jong gras met een opbrengst van max. 3500 kg droge stof per ha - De veldperiode moet zo kort mogelijk zijn. Het voer mag niet langer dan 1 nacht op het veld liggen - Het streven is het gras als voordroogkuil te oogsten met een droge stof gehalte van min. 35 procent. Mocht dit niet luk ken dan wordt een goed werkend inkuil- middel toegepast. - De snelle ontwatering is te bereiken door het gras te maaien met een maai- erkneuzer. direct en herhaald schudden en opwiersen. Door en inensievc samenwerking van on derzoek, voorlichting, praktijk, toeleve rende industrie en zuivelindustrie wordt de bovengenoemde methode reeds op een groot aantal praktijkbedrijven toegepast. De kwaliteit van het gewonnen ruwvoer is op deze bedrijven aanzienlijk verbeterd en dit heeft ook reeds geresulteerd in een verbetering van de microbiologische kwali teit van de afgeleverde melk. Verdere verbetering Het is echter noodzakelijk dat deze kwaliteit nog verder verbetert. De onder zoeksinstituten. de leveranciers van land bouwwerktuigen en vanzelfsprekend de melkveehouders blijven aandacht beste den aan alle mogelijke aspecten die van invloed zijn op de melkkwaliteit en daar mee op de kaaskwaliteit. Om de belangrijke exportpositie van Ne derlandse kaas te kunnen handhaven en verbeteren moet de hele lijn van gras tot •kaas continu onder de aandacht blijven Per auto De RAI is gelegen aan de autosnelweg A-10 zuid. Op het kaartje kunt u aflezen hoe u de afrit RAI kunt bereiken komend uit de richtingen Amersfoort, Utrecht, Schiphol en Noord-Holland. Op het kaartje zijn de belangrijkste parkeerplaatsen in de buurt van het RAI gebouw aangegeven. Tijdens druk bezochte manifestaties verwijst de politie het verkeer ook naar andere parkeerplaatsen. Vandaar brengen gratis pendelbussen u naar de RAI. Per openbaar vervoer De RAI ligt vlak bij het NS Station Amsterdam RAI (looptijd ca. 7 minuten; iedere 10 minuten vertrekt van dit station tram lijn 4, ritduur 2 minuten). Dit station heeft via Schiphol en Leiden uitstekende trein verbindingen met Zeeland, West-Brabant en een groot deel van Zuid-Holland. RAI bezoekers uit Rotterdam, Den Haag en Leiden kunnen ieder kwartier naar en van station RAI reizen. RAI bezoekers uit Limburg, Midden- en Oost-Brabant, de Betuwe en uit de richting Nijmegen-Arnhem-Utrecht reizen het beste naar NS station Amsterdam Amstel. Vandaar rijdt iedere 10 minuten een bus naar de RAI (lijn nummers 8, 15 en 173, reisduur ca. 10 minuten, uitstaphalte Europaplein). RAI bezoekers uit overige delen van Nederland reizen het beste via Amsterdam CS. Vandaar rijdt iedere 10 minuten een tram richting RAI (lijn 4 reisduur 30 minuten; uitstaphalte Europaplein, lijn 25 reisduur 25 minuten; uitstaphalte Churchilllaan). A4 (SCHIPHOL - OEN HAAG) A1 (AMERSFOORT)

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1988 | | pagina 8