„Vlinderstand Nederland gaat sterk achteruit, maar daar kunnen we samen wat tegen doen" „Vlinders zijn gewoon mooi" Vlinderstichting in Wageningen bevordert behoud en herstel dagvlinderfauna I - Leusdens echtpaar verricht tellingen op Hoge Veluwe 273/Postbi JL (door Jan Kas) WAGENINGEN - Best hebben vlinders, die sympathieke insec ten met veel goodwill, het niet in Nederland. Diverse vlinder soorten zijn reeds, tezamen met bloemrijke graslanden, ruigten en bermen, uit het vaderlandse landschap verdwenen; andere fraaiogende fladderaars zijn zeldzaam geworden, mede door tal van ongewenste en schadelijke ingrepen in hun natuurlijke leef gebieden. De Vlinderstichting in Wageningen die het behoud en het herstel van de Nederlandse dagvlinderfauna wil bevorde ren ziet daarin echter geen reden bij de spreekwoordelijke pakken neer te zitten. genhandig tot 'Vlinderjaar* heeft uitgeroe pen. Een eerste "voorbode' van de ge dachte aanpak is een informatieve brochu re waarin wordt uitgelegd aan welke eisen een tuin moet voldoen om „een groot aantal vlindersoorten zich erin thuis te laten voe len", inclusief tuinontwerpen, veel prakti sche tips en wetenswaardigheden en een 'planten-top 10' van de beste nectarplanten en -struiken (lavendel, vlinderstruik, da mastbloem, flox, vlambloem, herfstaster, kogeldistel, wilde marjolein, hemelsleutel, jacobskruiskruid en ijzerhard). „Hoewel turnen en parken geen vervanging kunnen zijn voor het leefgebied van de meeste vlinders, kan uw tuin toch voor zo'n 20 vlindersoorten een goede aanvulling wor den op de natuur," is de stimulerende aan moediging, die representatief is voor de wijze waarop de Vlinderstichting haar boodschap verpakt. Doemdenken hoeft niet, de vlinderwereld is nog niet opgege ven. Pauline Schakenbos. Alles is nog niet verloren, zegt be leidsmedewerkster Pauline Schaken- bos. „Er zijn ook goede ontwikkelin gen. Je ziet weer steeds meer bermen vol bloemen langs autowegen en spoordijken en m de steden bemerk je dat er meer belangstelling is voor een natuurlijker onderhoud van het open baar groen." Ook particulieren kunnen eraan meewerken dat Nederland niet vlinderloos zal worden. „Als iemand zegt dat hij inderdaad de laatste zomer in zijn omgeving minder vlinders heeft gezien en dat hij dat jammer vindt, kunnen wij hem vertellen dat hij er zélf wat aan kan doen om de vlinderstand op te vijzelen," aldus Pauline. „We moeten wel opschieten, in Zuid-Euro pa staat het er met de vlinders een stuk beter voor." De zes jaar oude Vlinderstichting doet zowel aan onderzoek als aan voorlichting en educatie. Met haar grote offensief om meer bekendheid te verwerven wacht de organisatie tot 1989, dat zij inmiddels ei- UITGESTORVEN Niet ten onrechte maakt de Vlinder- stichting zich zorgen. Voorzitter Jan van der Made: „Van de 71 vlindersoorten die Ne derland heeft gekend zijn er de laatste decennia al negen helemaal uitgestorven, zoals het pimpernelblauwtje dat in 1970 verdween, of heel recent de moerasparel- moervlinder, die voorkwam op vochtige schrale hooilanden. Als dat zo doorgaat lopen nog eens zo'n 35 soorten gevaar." Dat is met het enige wat de Vlinderstichting heeft te vertellen. „Het publiek heeft er mets aan alleen maar te weten dat het met de vlinders in ons land slecht gesteld is; iedereen kan daann samen met anderen verandering brengen," aldus Pauline Scha kenbos. „Als we er wat meerrekening mee houden, kunnen we heel wat verdwenen of uitgedunde vlindersoorten weer helemaal terugkrijgen. Als bijvoorbeeld een dienst gemeentewerken wat ruige plekjes voor vlinders overlaat." De mens is dé gTote oorzaak van de inkrimping van de vlinderpopulatie, meldt Pauline. „Dat heeft nu eens niet de zure regen gedaan De méns heeft het land schap veranderd, waardoor vlinders hun vertrouwde biotoop is ontnomen. Onder meer heeft ruilverkaveling alles veel te netjes gemaakt. Vlinders moeten vaak 'hun' met bloemen beklede weiden of ruigten missen. Door steeds weer ploegen, spitten en maaien verdwijnt het gebied waar vlin ders de bloemen vonden voor de nectar, en de rupsen het groen om op te eten. De nog geschikte leefgebieden zijn vaak heel klein; de vlinders hebben soms enkele vierkante kilometers, maar vaak slechts enkele vierkante meters leefruimte. Veelal zijn die gebieden nogal geïsoleerd, echte eilandjes. Als het daar dan een slecht jaar is voor de rupsen en de vlinders, waardoor nauwelijks eitjes worden gelegd, komt de vlindersoort het jaar niet door. Uit zo'n leef gebied verdwijnt de vlinder dan. Vroeger Atalanta's op de kweekafdeling van de Vlinderstichting waren er meer van die goeie plekjes en de onderlinge afstand was minder groot. Wanneer het ergens mis ging, werd dat elders wel weer goedgemaakt. Dat gaat nu helaas met altijd meer op." VRIJWILLIGERS De verspreiding van vlinders in Neder land wordt nauwgezet bijgehouden Maar liefst 600 vrijwillige natuur- en vlinderlief hebbers, voor een deel georganiseerd m regionale werkgroepen, reiken cijfermate riaal en andere gegevens over de aanwe zigheid van dagvlinders en hun relatie met het landschap aan. Daar ligt de oorsprong van de Vlinderstichting. Paulme: „De gege vens worden verwerkt op de Landbouwu niversiteit (LU) in Wageningen, waar bij de vakgroep natuurbeheer enkele medewer kers van onze stichtmg werken. Die vak groep kreeg in 1981 m de gaten dat de vlinderstand schrikbarend achteruit ging. Zij heeft toen het voorstel gedaan een en ander te gaan inventariseren. Daarvoor werd subsidie verkregen van het Prins Bernhard-Fonds en later van het ministerie van landbouw en visserij. De onderzoeks resultaten tot en met 1987 worden gebun deld in een Atlas van Dagvlinders in Ne derland, die eind dit jaar verschijnt Uit die wetenschap is af te leiden hoeveel dagvlin ders van elk soort er zijn, waar precies, waar achteruitgang is en wat daartegen te doen valt. Dat moeten we in de gaten blij ven houden. Bovendien zijn vlinders, net als libellen, pnma indicatiesoorten, zijn zij aanwezig, dan betreft het een plek met een goed natuurlijk evenwicht. Je kunt echter wel een enorme hoeveelheid gegevens bijeenvergaard hebben, maar om dat be stand waardevol te doen zijn moeten er opprikken: „Een leuke hobby kan dat zi want vlinders zijn fotogenieke beestjes. Inge van Halder, een van de vrijwilligers, verzorgt rupsen voorde lespakketten. personen zijn, die de lijsten blijven bijhou den, om bijvoorbeeld beheerders van na- De activiteiten van de Vlinderstichting op het gebied van voorhehtmg en educatie nemen fors toe. tuurgebieden te kunnen adviseren welke vlinders er al zijn in hun gebied en welke er nog zouden kunnen zitten. Daarom is de stichtmg op zoek naar extra gelden, voor als het lopende onderzoek is afgerond en 'Den Haag' met meer subsidieert. Sommige beheersinstanties beseffen al welke dien sten de gegevens kunnen bewijzen bij in richting en beheer van het landschap. „Met die belangstelling zijn we blij, maar je bent er voor de vlinders nog met met een prima berm langs de snelweg met veel mooie bloemetjes Je moet er ook op letten dat je met maaien bijvoorbeeld de vlinders of de rupsen niet dwarsboomt." Voor het onderzoek zijn twee fulltime medewerkers en een administratieve kracht aangesteld. De tak "voorhehtmg en educatie' steunt op een tiental vrijwilligers, onder wie veel werkloze afgestudeerde studenten. Dat voorlichtingswerk is „hard gegroeid," zegt één van hen, Pauline. „In 1986 begonnen we in één klein kamertje, nu is al een hele etage nodig." De Vlinder stichtmg geeft brochures en een populair- wetenschappeüjk kwartaalblad uit en advi seert bij het opzetten van onder meer ten toonstellingen. Zij stimuleert het fotografe ren van vlinders, m plaats van ze vangen en miiiiiiiiiiiimiiiiiiimitiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiii iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii Daarnaast is het onderwijs doelgr< „Zelf verzorgen we nog geen lessen, zouden we wel willen, evenals (dia)le; gen hier en daar, dat ligt ook m de bedoi ling, maar op het moment is daarvoor re de benodigde menskracht beschikbaa Het onderwijs („We hebben niet eens e< reclame gemaald, maar enkele tiental] scholen hebben al een beroep op ons g ^_e: daan") moet zich vooralsnog zien te reddi met lespakketten: lesbrieven over vlinde én levend materiaal (ei, rups, pop, vlinde: „Als stichting zijn we bezig permaner kweken op te zetten van een aantal alg meen voorkomende soorten dagvlinder De leerlingen kunnen in hun klas van diet bij volgen hoe een rups zich tot een moo vlinder ontwikkelt. Een hele happening ten slotte het loslaten, de vnje natuur Leuker lesmateriaal is er niet. Vlinderstichting, Grintweg kost 11,25. LEUSDEN - Kleine heivlin ders ('hipparchia statilinus') in nationaal park De Hoge Veluwe hebben de bijzondere aandacht van Leusdenaar Jan de Gooijer, gepensioneerd scheikundeleraar en enthou siast vlinderteller en -foto- graaf, en zijn vrouw Riet. 's Zomers, eens per week, bij zonnig of warm weer, trekt het echtpaar naar nationaal park De Hoge Veluwe voor zijn vlinderobservaties. Als weinig anderen weten de De Gooijers dat er niet veel hoeft te gebeuren of de kleine hei vlinder wordt er met uitster ven bedreigd. Dat hebben zij de afgelopen jaren kunnen waarnemen, zeggen zij, het voorbeeld van de kleine hei vlinder aanhalend om duide lijk te maken wat de zin is van him vlindertellingen: het vaststellen van voor- of ach teruitgang. „Die vraag houdt ons bezig: wat gebeurt er nou precies als een vlinder op een bepaalde plek uitsterft of als door een plotselinge verande ring van de biotoop het aantal dieren in één klap drastisch vermindert." „De kleine heivlinder wordt in Europa gerekend tot de kwetsbare soorten," licht Jan de Gooijer toe. „In België en in West-Duitsland komt deze vimder al geruime tijd niet of bijna niet meer voor. Vast gelegde zandverstuivingen met buntgras en korstmossen, pollen struikheide m de buurt en versprei de vliegdennen of zandduinenals beschuttmg tegen de wind vormen de biotoop van de kleme heivlin der, eigenlijk het overgangsgebied tussen heide en zand. Het vlinder- wijfje heeft de heide nodig om er het voedsel vandaan te halen voor de eirijping, die ene week Tot en kele jaren geleden kwam de kleme heivlmder met enkele duizenden op De Hoge Veluwe voor, maar in de strenge droge winter van 1985- 1986 voltrok zich een ramp: het massaal afsterven van de heide op verscheidene plaatsen. Je zag 's zomers nog slechts kleine heivlin ders op die plaatsen waar nog wat bloeiende heide aanwezig was. Enige zwerfneigingen kan de klei ne heivlinder niet ontzegd worden, want we hebben de soort in germg aantal waargenomen in de bloe mentuinen bij het Sint-Hubertusslot en bij De Pampel op de Hoge Velu we, op enige afstand van de oor spronkelijke biotoop. Vong jaar waren er maar enkele honderden kleme heivlinders, want in 1986 was er te weinig heide voor veel meer eieren Met een beetje maz zel, als de hei nu met al te veel kapot is gegaan, herstelt de kleine heivlmder zich wel, denken we. De gewone heivlmder heeft een nog veel grotere klap gehad, maar die komt op veel meer plaatsen voor, is niet aan een zo specifieke biotoop gebonden als de kleme heivlinder en ook niet zo zeldzaam." Ware 'natuurfans' zijn Riet en Jan de Gooijer. Gaandeweg de jaren hebben zij al doende veel kennis over vogels, reptielen en amfibieën opgedaan. Met het dagvlinders-tel werk zijn de Leusdenaren begon nen na het overlijden van de Wage- nmgse hoogleraar Dinand M. de Vries, in 1979. Samen met zijn we duwe hebben zij zijn hobby voort gezet. „Vanaf toen ben ik me veel mtensiever met vlmders gaan be zighouden," zegt Jan de Gooijer, momenteel ook eén van de redac teuren van het kwartaaltijdschrift 'Vlinders' voor de 450 donateurs van de Vlinderstichting. „Voor die tijd was mijn belangstelling voor vlinders meer 'fladderend' hier en daar wat waarnemen, een fo tootje soms, maar dat was het dan zo ongeveer. We hadden al veel vogeltellingen gedaan, dus van de techniek van het tellen waren we op de hoogte." Het echtpaar De Gooijer behoort tot de welwillende leveranciers van belangwekkend materiaal voor het verspreidmgsonderzoek van de Vlinderstichting en de vak groep natuurbeheer van de Land bouwuniversiteit in Wageningen. Die klus wordt met genoegen ge klaard, maar „het is wel avondjes zweten, hoor", zegt Riet. „Het veld werk, buiten in de zonnige natuur lopen tellen, is schitterend, maar m 506, 6700 AM Wageningen, tel. 08370-1122 gev De brochure "Vlinders in uw tuin' (32 pagina' In ekc iiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiio|j de die Iers het najaar moeten al die aanteke- erdi rungen m dat kleine zakboekje van de afgelopen maanden verwerkt r worden m overzichtelijke lijsten R per vlindersoort, van aantal keren, plekken en gemiddelden. Binnen zitten is moeilijk voor iemand die graag buiten is, maar dat werk zit er onherroepelijk aan vast. Dat heb ik er wel voor over, want anders heb je ook voor niets geteld. Bovendien kun je feiten aandragen van soor ten die in aantal voor- of achteruit ging en er gaan er meer achter uit dan vooruit en ook nog eens wat we eraan kunnen doen opdat de soort veel massaler terugkeert." Wat in zijn liefhebberij trekt De Gooijer zo aan? „Dan spreekt de chemicus. Wij zijn bezig drastisch het een en ander te verpesten m het milieu, door allerlei stoffen die niet in de natuur thuishoren. Op akkers en weilanden zijn zoveel verkeer de stoffen gestrooid, dat je daar geen massa's vlmders meer be hoeft te verwachten. Grote egale weilanden zijn voor de boer wel mooi en efficiënt, maar voor de natuur- en vlinderliefhebbers is er weinig meer te halen. Vlinders wij zen ons er bij uitstek op dat we bezig zijn ons milieu te verspelen. Een gebied waarin vlinders het goed kunnen vinden, is ook voor andere organismen prima. Vlm ders zijn uitstekende bio-indicato- ren én gewoon mooi, die combina tie boeit mij erg. Vlmders helpen je ontraadselen wat er eigenlijk ge beurt, Velen zien grofweg de grote lijnen van de milieuvervuiling, ik bemoei me met details. Jammer, dat we zoveel verknoeien. En we horen er zelf óók bij. Dat is het bekende verhaaltje, maar wel de realiteit..." llllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1988 | | pagina 8