jDoor mijn ondersteuning geef k de ouders meer houvast' We hebben er vreselijk veel zin in Dm De Bongerd uit het slop te halen" Gerard van Duin begint praktijk voor kinderen met leermoeilijkheden Vil van Duyn eerste vrouwelijke schooldirekteur m Leusden: plaatselijk nieuws DONDERDAG 6 OKTOBER 1986 LEUSDEN - Dyslexie en Minimal Brain Damage (MBD) zijn begrippen die de leek op het eerste gezicht niet veel zullen zeggen. Ze staan voor respectievelijk leesblindheid en leer- en concentratiemoeilijkheden, termen die waar schijnlijk meer zeggen. Sinds kort heeft zich in Leusden een psycholoog gevestigd, die zich in dyslexie en MBD gespecialiseerd heeft. Gerard Duin houdt zich voorname lijk bezig met de behandeling van kinderen en jongeren, die met deze leerproblemen te kampen hebben. Onze medewerker Anne Bunt sprak met Gerard Duin over zijn nieuwe praktijk en de ideeën, die hij heeft over de behan deling van zijn patiënten. Door Anne Bunt jEUSDEN - „Twintig jaar gele- n begon Gerard van Duin in het ortonderwijs. „Daarna heb ik loles en sportonderwijs gege- in een behandelingsinstituut it gedragsmoeilijke kinderen", rtelt hij. Ik ben ook groepslei- geweest en heb op de sociale ademie de richting orthopeda- gisch inrichtingswerk gedaan, ama ging ik sociologie stude- En tijdens die studie was ik iatschappelijk werker in een ychiatrisch ziekenhuis. Ook b ik in de vrije tijd de leraren- leiding MO-pedagogisch A en gevolgd, voor een eerste en eede graadsbevoegdheid. En die examens gaf ik op de so- ale academie les in methodiek n het maatschappelijk werk. ieer in de vrije tijd deed ik in echt pedagogiek met de spe- lisaties onderwijspsychologie onderwijskunde. Vorig jaar stu- erde ik af. Tijdens de doctoraal- die trok mij vooral het onder- skundige onderzoek bij de sec- „leerstoomissen". Dat werd n hoofddoel. Een onderdeel, nog verder ontwikkeld moet rden. Want toen ik nog groeps- ler was, heb ik al heel veel kin- ren met problemen op dat ge- d meegemaakt. Ik wilde op dat lied graag een eigen praktijk jetten. Dat leek me ook verant- crd bij een loopbaan van sport- naar pedagoog Ik heb iktisch leren werken. RGOEDING Ouders met kinderen die dysle xie of MBD hebben, komen lang niet altijd meteen op de juiste plaats terecht. Hoe komt dat? Ouders denken allereerst, dat hulp bij lees problemen en leer- en concentra tieproblemen niet wordt vergoed. Aanvankelijk weigerde het zie kenfonds elke vergoeding. Maar dat is met langer meer zo. Uit het Dyslexiecongres in 1986 m Utrecht bleek dat de gevoerde rechtsza ken m het voordeel van de ouders en hulpverleners zijn beslist. De Nieuwe algemene bedrijfsvereni ging van het GAK moet nu zorgdra gen voor de kosten van hulp bij dyslexie en MBD. Een psychodiag- nostisch onderzoek bij het kind of jongere is verder de enige voor waarde. Er is nog een moeilijkheid. De begnppen „dyslexie" en „MBD" zijn niet duidelijk. Niet bij de diag nose en niet m de hulpverlening. De diagnose en de verwijzing klop pen niet. Ouders moeten met hun kinderen jarenlang doormodde ren. Met die kinderen gebeurt niets of ze bezoeken niet gespecialiseer de particuliere hulpverleners of nemen aan het alfabetisenngson- derwijs deel. En als ze uiteindelijk bij mij komen, hebben ze een scala van mislukte hulp achter de rug. Dat levert veel frustraties op. Van Duin geeft als voorbeeld het ver haal van mevrouw B. Engel uit Leer- sum, geïnterviewd door Anneke Visser in de NRC van 12 december 1987. Mevrouw Engel hoorde pas vijf jaar na de geboorte van haar zoon Elout, dat die MBD had. Als gevolg van een lichte hersenbeschadiging concentreert het kind zich moeilijk, is vaak te actief, heeft weinig be grip van ruimte en tijd, overziet de gevolgen van bepaalde handelin Gerard van Duin: 'Het onderkennen van het probleem is belangrijker dan het kiezen van een behandelingsmethode' gen moeilijk en leert niet gemak kelijk van ervaringen. Haar huisarts relativeerde de diagnose van de neuroloog „Niet uit huis doen, zo lang je het nog aankunt". Maar toen Elout vijf maanden was, had ze stuipjes bij hem opgemerkt, en al vanaf zijn tweede jaar was het echt al nauwelijks meer te harden met hem. Hij bedreigde het tweede kind en begreep in de peuterspeelzaal het verschil tussen stoeien en vechten niet Verder was hij altijd in de weer, op het gevaarlijke af. „Soms kon ik hem wel vermoor den", vertelde mevrouw Engel. Na jarenlang de juiste hulp te hebben gemist, kon Elout na het volgen van vijf scholen en de plaatsing in een internaat uiteindelijk toch nog een behoorlijke baan vinden bij een vegetarisch afhaalcentrum in Utrecht „RESOURCE TEACHER" Het speciale onderwijs in Ne derland, heeft 70.000 leerlingen met leerproblemen. Die 70.000 zijn uitgestoten door het gewone basis onderwijs, omdat men daar met dyslexie en MBD niet kan omgaan. In de Verenigde Staten, Noorwe gen en Zweden is het volgens Van Duin beter geregeld. De lagere scholen daar hebben een zoge naamde „resource teacher" voor het speciale leesonderwijs Hij be- nandelt dyslectische- en MBD-kin- deren. De effecten daarvan zijn on derzocht. Wat blijkt? De leraar kan 80 procent van de kinderen helpen en uit het speciale onderwijs hou den. Het is dus mogelijk om op dit soort onderwijs te bezuinigen. HULP Uit het verhaal van mevrouw En gel blijkt, volgens Van Dum dat er veel meer begrip moet worden ge kweekt voor kinderen en jongeren met „leerstoornissen". Hulp bied ik samen met een neuroloog, logope dist en leraar lichamelijke opvoe ding", zegt Van Duin „Afgezien van het bezoek aan de neuroloog in het ziekenhuis, laat ik het kind zo veel mogelijk centraal komen. Een neuroloog maakt op mijn verzoek hersenfoto's en EEG's, stelt een diagnose en geeft aanwij zingen voor begeleiding. Een logo pedist of de logopedische acade mie te Utrecht maakt een diagnose. Aardig om te vertellen is, dat een logopediste in Spijkenisse in het blad „Didactief' een behandelings methode heeft ontwikkeld. Zij is een van de weinige logopedisten, die dat hebben gedaan. Als ze dichterbij zou wonen, zou ik die methode zeker haar hebben laten doen. Nu moest ik die wel van haar overnemen. Het gaat om mondarticulatie. Bij dyslexie lukt het combineren van de klank en het beeld van letters en woorden moeilijk. Bijvoorbeeld, de b en de p worden in hetzelfde ge deelte van de mond gearticuleerd en klinken ook bijna gelijk. En dat is dan verwarrend voor het „lees- blinde" kind. Door extra te leren articuleren gaat het beter Verder heb ik contact met een leraar lichamelijke opvoeding Vaak zie je bij deze kinderen on handige bewegingen. De motoriek klopt lang met altijd. Dan is mijn vraag, kan hij op een sportschool? Ik zie bijvoorbeeld veel m judo als behandelingsmethode. Daar is ook wel onderzoek over. Om te voorkomen, dat ik iets over het hoofd zie, moet de diagno se grondig zijn. Laat ik in dat ver band een voorbeeld geven van een kind, dat vijf jaar niet werd gehol pen. De schoolbegeleidingsdienst, waar zij onder viel, heeft al die tijd gezegd, dat het kind geen MBD had. Toen kwamen de ouders bij me en ik constateerde wel MBD. Ik verwees de ouders door naar de afdeling Neurologie van de VU om dat aan te tonen. Het meisje van bijna 10 jaar bleek een zwarte vlek in het taaicentrum m de hersenen te hebben. Een vlek van een vierkan te halve centimeter, zo groot. Taal training is voor haar voorlopig nog niet aan de orde. Zoals je weet, wordt een zeer groot gedeelte van de hersenen niet gebruikt Ik hoop door de behandeling een onge bruikt deel van de hersenen te acti veren. Ik doe dat via spel-, creatieve- en bewegingstechnieken. Wat het spel betreft, ga ik uit van de gewo ne speltherapie. Alle ontwikkelings mogelijkheden buiten het taaicen trum moeten worden geactiveerd. Bij de creatieve technieken laat ik haar tekenen, schilderen en kleien. En verder geef ik het meisje, dat m Alphen aan de Rijn woont, kleine programma's mee voor de sport school en de gymleraar Zij komt namelijk elke week anderhalf uur bij me langs. En zo ben ik, evenals vroeger Wühelmina Bladergroen, de grondlegster van het speciale onderwijs, bezig de leervoorwaar den voor haar te verbeteren. Pas daarna kan de taaltraining begin nen. TE ACTIEF Aan een MBD-kind is uiterlijk niets te zien. Wel te actief en een achterstand m het leren. Het ge drag is niet doelgericht Vandaar, dat er een ontsporing optreedt. De moeders en de scholen draaien uit eindelijk door Wij maken de activiteiten van het kind doelgenchter. Wij geven de ouders weer houvast, door de nodige ondersteuning. Het ligt natuurlijk beslist niet alleen aan hen. maar ook aan het kind. Omdat een kind met een normale intelli gentie m het lager onderwijs thuis hoort, proberen we ook de leer kracht van dienst te zijn. De oorzaak van de problemen kan een moeilijke bevalling zijn, waarbij het kind zuurstofgebrek krijgt. Bijvoorbeeld, het meisje waar ik het over had, bleef vastzit ten m de baarmoeder met de navel streng om de keel, waardoor het blauw aanliep. De moeder moest naar het ziekenhuis worden ver voerd en beviel daardoor te laat. Dergelijke zware bevallingen ver geten de ouders vaak, terwiil de leerkrachten daar vaak helemaal met van op de hoogte zijn. Leerkrachten hebben ook moeite om dyslexie te herkennen Het kind maakt geen bijzondere fouten, maar meer fouten dan ande re kinderen. Dat komt door het met goed uitspreken van woorden en door een langzamer leestempo. Onwetendheid en grote klassen brengen leerkrachten er dan toe het soms lui of dom lijkende kind door te willen sturen naar het spe ciale onderwijs. Tijdens het dyslexiecongres van 1966 bleek voorzitter Van der Lei, hoogleraar sectie speciale peda gogiek van de VU, voorstander van een meer methodische begelei ding dan tot nog toe gebruikelijk. Leerkrachten en ouders waren het ermee eens. Maar leerkrachten van andere scholen werkten vol gens hen niet mee. Er zou een ge brek aan ruimte en faciliteiten zijn en te weinig taakuren beschikbaar. En de bezuinigingen, enzovoort. Zoals je hoort, werd de verant woordelijkheid tijdens het congres soms toegespeeld naar partijen, die niet aanwezig waren. Wel merkte een MAVO-leer- kracht nuchter op, dat leerkrach ten soms wel of soms niet leergieri ge individualisten zijn. En een me vrouw constateerde een grote be hoefte aan externe hulp, die door afstemmingsproblemen tussen in terne en externe instanties werd geblokkeerd. Daarbij kwam de wens naar voren van een duidelijke financiële regelmg om de externe hulp betaalbaar te maken. Ook pleitte men voor een lange re examentijd, waardoor kinderen met leesblindheia examenopga ven rustig zouden kunnen lezen. Examenopgaves op cassetteband jes zou zelfs nog beter zijn, omdat dyslectici beter kunnen luisteren dan lezen." Gerard van Duin voegt daaraan nog toe, dat hij voor zijn cliënten altijd vrijstelling vraagt voor schriftelijke examens. Verder waren de deelnemers van het congres het erover eens, dat dyslectici extra fysiotherapie en logopedie nodig hebben, gaat Van Duin verder. „En men wenste, dat de overheid extra leerkrachten zou willen uizetten voor de „resour- ce-teacher"-functie in het lager on derwijs. Ik onderschrijf al die wen sen." CIRCUIT De landelijke vereniging van ou ders van kinderen met leer- en op voedingsmoeilijkheden, „De Pij ler" geeft ondermeer een eigen blad uit met dezelfde naam. Gerard laat er een exemplaar van zien Ou- dergroepen bestaan ook hier dus echt wel. Maar die treffen elkaar in het speciale onderwijs. Hun kinde ren zitten dan al door en door in het behandelmgscircuit. En wij als ex terne begeleiders lopen dan een beetje achteraan. Wat „De Pijler" heel goed doet, is het bundelen van informatie van alle mogelijke onderzoek. Ouders steunen elkaar verder heel goed. Maar zij komen nog niet op voor de externe hulpverleners. Niet alleen ik heb gemerkt, dat je dat circuit niet gemakkelijk binnen komt. Je krijgt te maken met een enorme territonumstrijd tussen vakbroe ders. De strijd gaat ogenschijnlijk over de beste methode of de beste in valshoek, maar serieuze weten schappers zien daar niets in. Het onderkennen van het praktische probleem is belangrijker dan het kiezen van een bepaalde methode of invalshoek. Zolang de diagnos tiek maar goed is, hoef ik verder ook niet mee te doen aan wat vol gens mij met goed is voor de hulp verlening. CONCURRENTIE Ik ben niet bang voor concur rentie van andere leerlingbegelei ders. Dan gebeurt er tenmmste wat voor kinderen met leerstoornissen. Wat wel erg is, is de huidige Com merciële ontwikkeling op de markt. Bureaus, die ouders profes sioneel geld uit de zak kloppen, zonder over enige deskundigheid te beschikken. Het komt voor, dat mensen zon der enige onderwijservaring een bureau voor huiswerkbegeleiding opzetten. Dat is concurrentiever valsing. Een echt goed huiswerkin stituut is dat van Van Berkum. Die komt wel uit het onderwijs en dan is een commerciële aanpak niet erg. Ouders moeten daarom zorgen bij psychologen, pedagogen en leer krachten terecht te komen, die kennis hebben van leerstoornissen en van didactiek. Ze kunnen beter vragen naar de opleiding dan slachtoffer te worden van beunha zerij. PRAKTIJK Ik noem in mijn folder mijn psy- chologenpraktijk „Van Dum Part ners", Praktijk voor „Research" en „Interventie". Dat wil ik nog even toelichten. Wat de „research" be treft, zal ik beslist nooit grootscha lig onderzoek willen doen. Ik inte resseer me voor kleinschalig on derzoek, zoals individueel onder zoek en onderzoek naar de doel groep als geheel. En wat de „inter ventie" betreft, bedoel ik het sturen van de begeleidmg in de nchting van de ontwikkelingsmogelijkhe den van het kmd. Ik probeer zo de diagnose en de behandeling op elkaar aan te laten sluiten. Onderzoek moet met een malig zijn, de begeleider moet ge regeld vaststellen, wat hij de ou ders precies biedt. Onderzoek en begeleiding werken hand in hand, waardoor de kwaliteit van de hulp verlening op peil blijft." LEUSDEN - Eindelijk is in Leusden een vrouwelijke direk- ur bij een basisschool aangesteld. Mevrouw Wil van Duyn 5) is per 1 augustus als direkteur van de openbare basisschool Bongerd benoemd. Waarom het zo lang moest duren tot in usden vrouwelijke schoolleiders benoemd werden, blijft on- iidelijk. Misschien terughoudend beleid, of bij gebrek aan eschikte) kandidaten. Feit is dat bij de start van de basis- ihool als opvolger van de lagere school en kleuterschool, alle iouwelijke schoolleiders verdwenen. Wethouder Corri Ver in, verantwoordelijk voor onder andere de personeelsbezet- tg op openbare scholen in Leusden, bleek bijzonder ingeno- ïn met de mogelijkheid één van haar eerste benoemingen tot sisschool direkteur te kunnen laten toekomen aan een goede mdidaat.en bovendien een vrouw. In die volgorde, want anders be nt de betreffende direkteur. lenblikkelijk te steigeren „Het u kolder zijn om te stellen dat ik fooemd ben omdat ik een vrouw n. Alsof dat de reden zou zijn. Ik 'n niet minder dan een man met ïzelfde opleiding. Ik heb hetzelf- vakkenpakket doorlopen. Ik b daanntegen ook niet het- ge el beter uit de bus te zijn geko- omdat ik een vrouw ben. anneer het gesprek alleen over in vrouw-zijn moet gaan, zijn we el klaar". Dat was niet de bedoeling. Wil Duyn is enthousiast bezig m lar meuwe baan, op de school ze al ruim veertien jaar met ote betrokkenheid aan verbon- n is. Laconiek en met gevoel •or humor, relativerend en met voel voor menselijke harmonie, aar ook iemand die weet wat ze .zodra ik tegen een barricade nloop, ik zoek hem niet op, loop er ook niet omheen". Wil van •yn is iemand met veel interesse, eed geonenteerd en, m de goe- zin van het woord, in het bezit n de ware scoutingsgeest; weten aanpakken en organiseren, at andere woorden: iemand voor goed gesprek, waarbij gela- kan worden. aan mensen die deze allang heb ben. Je kent de school door en door, ook al omdat ik adjunct hoofd was. Bovendien betekende sollici teren automatisch dat ik met in de benoemingscommissie kon zitten. Dat was een vreemd gevoel. Wan neer ik met werd benoemd, wie dan wel. Ik bemoeide me daar graag mee. Maar moest de beslis sing nu overlaten aan anderen." Wil van Duyn had nooit eerder de funtie van schooldirekteur geambieerd. „Ik weet niet precies waarom. Ik werk en woon hier naar mijn zin. Ik zag op tegen het moeten verhuizen. Wanneer ik de nieuwe mogelijkheden afwoog tegen het geen ik had was het me die romp slomp niet waard Ik ben diverse keren benaderd, maar voor mijn gevoel zat het er niet in." VOORGESCHIEDENIS Wil van Duyn doorliep de kweekschool m Den Haag, werkte daarna vier jaar in Coevorden en maakte daarna een opmerkelijke tussenstop. „Ik ben toen uit het on derwijs gestapt." Het vooruitzicht haar hele leven in het onderwijs werkzaam te blijven, met rechte grijze rokken en een knotje m de toekomst, benauwde haar. Ze be sloot van haar hobby, haar beroep te maken." Ze werd na vier jaar onderwijs regionaal functionaresse bij het Nederlands Padvmders Gil de, m Drente en Gelderland. „Georganiseerd jeugdwerk" om schrijft ze haar taak, waarbij ze vooral organisatorisch bezig was Het opzetten van een nieuwe groep, contacten onderhouden met jeugdraden, het organiseren en lei den van kadercursussen waren daarin sleutelwoorden. Door de fusie van de padvin- dersorgaiusaties in Scouting Ne derland, kwam ze op het hoofd kantoor m Amersfoort terecht, als organisatie-secretaris. Haar laatste grote opdracht was het organise ren van een landelijke kaderbij eenkomst m 1974. Dat betekende dat zij een dagprogramma, onder dak en outillage moest organiseren voor tussen de vier-en-zevendui- dend deelnemers. Daarna besloot ze terug te keren in het onderwijs en kwam in Leusden terecht. LEUSDEN Eind 1974 begon Wil van Duyn in wat toen nog de „derde, openbare basisschool" genoemd werd, een dependence van de Hobbit. Later zou deze dependance uitgroeien tot wat bij de start van de basis scholen, de Bongerd zou worden. In januari 1975 nog als invalster in >llicitatie •Ik besloot pas heel laat te solli- laatste sollicitant. Maar ik was bin nen de daarvoor aangegeven ter mijn. daar heb ik moeite genoeg voor gedaan. Ach hoe kwam dat. Het was aan het einde van het schooljaar. We hadden het druk. Met de musical, de schoolverlaters, enzovoort. Zodra ik voor mezelf had uitgemaakt eventueel voor de functie m aanmerking te willen ko men. heb ik dit gemeld in het team overleg. Ik had besloten met te sol liciteren, zodra bij mijn collega's bedenkingen zouden blijken te be staan. We hebben er uitgebreid over gesproken. Ik heb vele vra gen gesteld en vele vragen beant woord. Wanneer één van de team leden mijn sollicitatie met prettig gevonden zou hebben, had ik daar geen punt van gemaakt. Ik hoefde niet zo nodig Ergens werken met plezier en onderwijs geven, zijn voor rruj veel belangrijker factoren. „Haar collega's, de medezeggen schapsraad en de Ouderraad van de school zagen geen bezwaren. Integendeel. De sollicitatiebrief kon verstuurd worden: „Voor de uitdaging, ik was bereid mijn schouders er onder te zetten. Daar had ik wel zin. Ik had bepaalde ideeën over hoe het zou kunnen." „Ik vond het wel raar om zo intern Het team van de openbare basisschool De Bongerd, met links (staand) mevrouw Wil van Duyn, de eerste vrouwelijke schooldirekteur in de toenmalige eerste klas, niet ver moedend dat zij veertien jaar later met ervaring in bijna alle groepen direkteur op dezelfde school zou worden. „Ik heb alle klassen ge had, behalve groep vier en de on derbouw natuurlijk." De laatste ja ren is zij te vinden bij groep zeven en/of acht. „Nog steeds overigens, hoewel nu met anderhalve dag taakrealisatie". Dat betekent dat de direkteur van een basisschool zo als de Bongerd, met nu 162 leerlin gen, anderhalve dag per week vrij gesteld is van lesgeven, om zich te bekommeren om de managersta- ken die bij deze functie behoren. Die taken variëren van het voeren van overleg met gemeente en plaatselijke schoolleiders, tot het regelen van het schoolreisje." Werkt zij nu anders dan de haar bekende mannelijke schoollei ders? „Natuurlijk, maar andere mannen werken ook anders. Ik weet met precies hoe het op een andere school toegaat. Maar ie dere direkteur zal iets van de sfeer bepalen. Ik vraag me af of wat ik doe nou typisch vrouwelijk is, of dat het gewoon aan mij vast zit." Een voorbeeld. De school moest geschilderd worden. Dat was al voor haar benoemmg besloten, Aanvankelijk was „door wie weet ik met" gekozen voor een „gedis- tigneerd" kleurtje „laat ik maar niet zeggen bejaard, dat zou de bejaar den onrecht doen." De nieuw aan getreden direkteur was het hier met mee eens. „Ik vind het belang rijk dat onze school vrolijk, vrien delijk, aantrekkelijk oogt." Dus schreef ze een brief naar de ge meente met het verzoek de school geel te schilderen. „Ik kreeg toen de reaktie: typisch iets voor een vrouw Daar ben ik mij met van bewust, maar het wordt dus geel", stelt zij tevreden vast. „Hetzelfde met het muurtje", zegt ze, wijzend op een bouwsel dat tijdens het in- tervieuw wordt afgebroken en de vergaderruimte bij de direkteurs- kamer voegt. „Ik kreeg van de ove rigens onzettend aardige werk mensen te horen - is er een vrouw aangesteld, wordt de school on middellijk afgebroken, - dat werkt enorm om mijn lachspieren." BELANGRIJK Wat vindt Wil van Duyn belang rijk voor haar functioneren als schoolleider van basisschool de Bongerd? „Ik wil steeds weer over wegen of er eigenlijk wel gebeurt, wat ik wil dat er gebeurt. Overwe gen met mezelf, met de teamleden en overlegorgamsaties, met de kin deren, en zeker ook met de ouders drempelloze school zijn. Dat is m letterlijke zin zo, maar ik hoop dat het ook in figuurlijke zm zo kan zijn. Ouders moeten met ons in contact blijven. Ik vraag me steeds af; hoe komt de school over, wat vinden de ouders de kmderen ervan. Open staan voor kritiek." „Ik hecht aan overleg, zeker ook in het team. Ik wens niet autoritair te beslissen. Ik hecht aan relaties mintens zoveel als aan resultaat. Daarvoor is sfeer belangrijk. De kinderen moeten het plezierig vin den in school. Wat in de kmderen zit, moet eruit komen. Daarvoor dienen we ons niet uitsluitend met de cognitieve vakken (het werken met de hersens mdv) bezig te hou den, maar is bijvoorbeeld de beel dende vorming net zo belangrijk". Op de Bongerd geeft men klassi kaal onderwijs. Ouders werken mee bijvoorbeeld bij het niveaule- zen. Onlangs heeft het team een Jenaplan school bezocht. „Wij zijn daarbij enthousiast geworden over de zogenoemde blokuren. Uren waarin kinderen, bijvoorbeeld eens per week, de gelegenheid krijgen de werkjes af te maken waar zij eerder niet aan toe kwa men. Of om iets te verbeteren. Of om iets nog eens, zo nodig indivi dueel, uitgelegd te krijgen." Haar inzet zal, zo heeft zij zich voorgenomen, veel te maken heb ben met het versterken van onder- wijsaspecten die op de school aan wezig waren. „Het nog bewuster omgaan met waarvoor je gekozen hebt. In het onderwijs komt mo menteel veel op je af. Nieuwe ont wikkelingen, nieuwe vakken. Het is bekend, er komt veel bij, maar er gaat niets af. Daarin moeten we een lijn vasthouden. Je moet voorko men dat je door de veelheid ge leefd wordt. Wij zijn op dit ogen blik aan het denken over het meer thematisch aanbieden van de leer stof." Daarbij is men op de Bongerd bewust bezig met vragen als: Hoe ga je met kinderen om. Hoe straf je. Hoe beloon je. Een project overi gens waarbij de school al langer betrokken is. De school behoorde bij de zogenoemde volgscholen, die het door de experimenteer- scholen uitgedachte lesmateriaal voor gezondsheids-educatie, waaronder „sociaal gedrag" valt, aan eigen ervaringen toetsten. Bo vendien overweegt het team de aanschaf van een nieuwe reken methode. „Op zich mets opzienba rends. De oude was door de gewij zigde inzichten aan vernieuwing toe. Het was ons inziens teveel rij-

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1988 | | pagina 5