jDoor mijn ondersteuning geef
k de ouders meer houvast'
We hebben er vreselijk veel zin in
Dm De Bongerd uit het slop te halen"
Gerard van Duin begint praktijk voor kinderen met leermoeilijkheden
Vil van Duyn eerste vrouwelijke schooldirekteur m Leusden:
plaatselijk nieuws
DONDERDAG 6 OKTOBER 1986
LEUSDEN - Dyslexie en Minimal Brain Damage (MBD) zijn
begrippen die de leek op het eerste gezicht niet veel zullen
zeggen. Ze staan voor respectievelijk leesblindheid en
leer- en concentratiemoeilijkheden, termen die waar
schijnlijk meer zeggen. Sinds kort heeft zich in Leusden
een psycholoog gevestigd, die zich in dyslexie en MBD
gespecialiseerd heeft. Gerard Duin houdt zich voorname
lijk bezig met de behandeling van kinderen en jongeren,
die met deze leerproblemen te kampen hebben. Onze
medewerker Anne Bunt sprak met Gerard Duin over zijn
nieuwe praktijk en de ideeën, die hij heeft over de behan
deling van zijn patiënten.
Door
Anne Bunt
jEUSDEN - „Twintig jaar gele-
n begon Gerard van Duin in het
ortonderwijs. „Daarna heb ik
loles en sportonderwijs gege-
in een behandelingsinstituut
it gedragsmoeilijke kinderen",
rtelt hij. Ik ben ook groepslei-
geweest en heb op de sociale
ademie de richting orthopeda-
gisch inrichtingswerk gedaan,
ama ging ik sociologie stude-
En tijdens die studie was ik
iatschappelijk werker in een
ychiatrisch ziekenhuis. Ook
b ik in de vrije tijd de leraren-
leiding MO-pedagogisch A en
gevolgd, voor een eerste en
eede graadsbevoegdheid. En
die examens gaf ik op de so-
ale academie les in methodiek
n het maatschappelijk werk.
ieer in de vrije tijd deed ik in
echt pedagogiek met de spe-
lisaties onderwijspsychologie
onderwijskunde. Vorig jaar stu-
erde ik af. Tijdens de doctoraal-
die trok mij vooral het onder-
skundige onderzoek bij de sec-
„leerstoomissen". Dat werd
n hoofddoel. Een onderdeel,
nog verder ontwikkeld moet
rden. Want toen ik nog groeps-
ler was, heb ik al heel veel kin-
ren met problemen op dat ge-
d meegemaakt. Ik wilde op dat
lied graag een eigen praktijk
jetten. Dat leek me ook verant-
crd bij een loopbaan van sport-
naar pedagoog Ik heb
iktisch leren werken.
RGOEDING
Ouders met kinderen die dysle
xie of MBD hebben, komen lang
niet altijd meteen op de juiste plaats
terecht. Hoe komt dat? Ouders
denken allereerst, dat hulp bij lees
problemen en leer- en concentra
tieproblemen niet wordt vergoed.
Aanvankelijk weigerde het zie
kenfonds elke vergoeding. Maar
dat is met langer meer zo. Uit het
Dyslexiecongres in 1986 m Utrecht
bleek dat de gevoerde rechtsza
ken m het voordeel van de ouders
en hulpverleners zijn beslist. De
Nieuwe algemene bedrijfsvereni
ging van het GAK moet nu zorgdra
gen voor de kosten van hulp bij
dyslexie en MBD. Een psychodiag-
nostisch onderzoek bij het kind of
jongere is verder de enige voor
waarde.
Er is nog een moeilijkheid. De
begnppen „dyslexie" en „MBD"
zijn niet duidelijk. Niet bij de diag
nose en niet m de hulpverlening.
De diagnose en de verwijzing klop
pen niet. Ouders moeten met hun
kinderen jarenlang doormodde
ren. Met die kinderen gebeurt niets
of ze bezoeken niet gespecialiseer
de particuliere hulpverleners of
nemen aan het alfabetisenngson-
derwijs deel. En als ze uiteindelijk
bij mij komen, hebben ze een scala
van mislukte hulp achter de rug.
Dat levert veel frustraties op. Van
Duin geeft als voorbeeld het ver
haal van mevrouw B. Engel uit Leer-
sum, geïnterviewd door Anneke
Visser in de NRC van 12 december
1987.
Mevrouw Engel hoorde pas vijf
jaar na de geboorte van haar zoon
Elout, dat die MBD had. Als gevolg
van een lichte hersenbeschadiging
concentreert het kind zich moeilijk,
is vaak te actief, heeft weinig be
grip van ruimte en tijd, overziet de
gevolgen van bepaalde handelin
Gerard van Duin: 'Het onderkennen van het probleem is belangrijker dan
het kiezen van een behandelingsmethode'
gen moeilijk en leert niet gemak
kelijk van ervaringen. Haar huisarts
relativeerde de diagnose van de
neuroloog „Niet uit huis doen, zo
lang je het nog aankunt". Maar toen
Elout vijf maanden was, had ze
stuipjes bij hem opgemerkt, en al
vanaf zijn tweede jaar was het echt
al nauwelijks meer te harden met
hem.
Hij bedreigde het tweede kind
en begreep in de peuterspeelzaal
het verschil tussen stoeien en
vechten niet Verder was hij altijd
in de weer, op het gevaarlijke af.
„Soms kon ik hem wel vermoor
den", vertelde mevrouw Engel. Na
jarenlang de juiste hulp te hebben
gemist, kon Elout na het volgen van
vijf scholen en de plaatsing in een
internaat uiteindelijk toch nog een
behoorlijke baan vinden bij een
vegetarisch afhaalcentrum in
Utrecht
„RESOURCE TEACHER"
Het speciale onderwijs in Ne
derland, heeft 70.000 leerlingen
met leerproblemen. Die 70.000 zijn
uitgestoten door het gewone basis
onderwijs, omdat men daar met
dyslexie en MBD niet kan omgaan.
In de Verenigde Staten, Noorwe
gen en Zweden is het volgens Van
Duin beter geregeld. De lagere
scholen daar hebben een zoge
naamde „resource teacher" voor
het speciale leesonderwijs Hij be-
nandelt dyslectische- en MBD-kin-
deren. De effecten daarvan zijn on
derzocht. Wat blijkt? De leraar kan
80 procent van de kinderen helpen
en uit het speciale onderwijs hou
den. Het is dus mogelijk om op dit
soort onderwijs te bezuinigen.
HULP
Uit het verhaal van mevrouw En
gel blijkt, volgens Van Dum dat er
veel meer begrip moet worden ge
kweekt voor kinderen en jongeren
met „leerstoornissen". Hulp bied ik
samen met een neuroloog, logope
dist en leraar lichamelijke opvoe
ding", zegt Van Duin „Afgezien
van het bezoek aan de neuroloog in
het ziekenhuis, laat ik het kind zo
veel mogelijk centraal komen.
Een neuroloog maakt op mijn
verzoek hersenfoto's en EEG's,
stelt een diagnose en geeft aanwij
zingen voor begeleiding. Een logo
pedist of de logopedische acade
mie te Utrecht maakt een diagnose.
Aardig om te vertellen is, dat een
logopediste in Spijkenisse in het
blad „Didactief' een behandelings
methode heeft ontwikkeld. Zij is
een van de weinige logopedisten,
die dat hebben gedaan. Als ze
dichterbij zou wonen, zou ik die
methode zeker haar hebben laten
doen. Nu moest ik die wel van haar
overnemen.
Het gaat om mondarticulatie. Bij
dyslexie lukt het combineren van
de klank en het beeld van letters en
woorden moeilijk. Bijvoorbeeld, de
b en de p worden in hetzelfde ge
deelte van de mond gearticuleerd
en klinken ook bijna gelijk. En dat
is dan verwarrend voor het „lees-
blinde" kind. Door extra te leren
articuleren gaat het beter
Verder heb ik contact met een
leraar lichamelijke opvoeding
Vaak zie je bij deze kinderen on
handige bewegingen. De motoriek
klopt lang met altijd. Dan is mijn
vraag, kan hij op een sportschool?
Ik zie bijvoorbeeld veel m judo als
behandelingsmethode. Daar is ook
wel onderzoek over.
Om te voorkomen, dat ik iets
over het hoofd zie, moet de diagno
se grondig zijn. Laat ik in dat ver
band een voorbeeld geven van een
kind, dat vijf jaar niet werd gehol
pen. De schoolbegeleidingsdienst,
waar zij onder viel, heeft al die tijd
gezegd, dat het kind geen MBD
had. Toen kwamen de ouders bij
me en ik constateerde wel MBD.
Ik verwees de ouders door naar
de afdeling Neurologie van de VU
om dat aan te tonen. Het meisje van
bijna 10 jaar bleek een zwarte vlek
in het taaicentrum m de hersenen te
hebben. Een vlek van een vierkan
te halve centimeter, zo groot. Taal
training is voor haar voorlopig nog
niet aan de orde. Zoals je weet,
wordt een zeer groot gedeelte van
de hersenen niet gebruikt Ik hoop
door de behandeling een onge
bruikt deel van de hersenen te acti
veren.
Ik doe dat via spel-, creatieve- en
bewegingstechnieken. Wat het
spel betreft, ga ik uit van de gewo
ne speltherapie. Alle ontwikkelings
mogelijkheden buiten het taaicen
trum moeten worden geactiveerd.
Bij de creatieve technieken laat ik
haar tekenen, schilderen en kleien.
En verder geef ik het meisje, dat m
Alphen aan de Rijn woont, kleine
programma's mee voor de sport
school en de gymleraar Zij komt
namelijk elke week anderhalf uur
bij me langs. En zo ben ik, evenals
vroeger Wühelmina Bladergroen,
de grondlegster van het speciale
onderwijs, bezig de leervoorwaar
den voor haar te verbeteren. Pas
daarna kan de taaltraining begin
nen.
TE ACTIEF
Aan een MBD-kind is uiterlijk
niets te zien. Wel te actief en een
achterstand m het leren. Het ge
drag is niet doelgericht Vandaar,
dat er een ontsporing optreedt. De
moeders en de scholen draaien uit
eindelijk door
Wij maken de activiteiten van het
kind doelgenchter. Wij geven
de ouders weer houvast, door
de nodige ondersteuning. Het
ligt natuurlijk beslist niet alleen aan
hen. maar ook aan het kind. Omdat
een kind met een normale intelli
gentie m het lager onderwijs thuis
hoort, proberen we ook de leer
kracht van dienst te zijn.
De oorzaak van de problemen
kan een moeilijke bevalling zijn,
waarbij het kind zuurstofgebrek
krijgt. Bijvoorbeeld, het meisje
waar ik het over had, bleef vastzit
ten m de baarmoeder met de navel
streng om de keel, waardoor het
blauw aanliep. De moeder moest
naar het ziekenhuis worden ver
voerd en beviel daardoor te laat.
Dergelijke zware bevallingen ver
geten de ouders vaak, terwiil de
leerkrachten daar vaak helemaal
met van op de hoogte zijn.
Leerkrachten hebben ook
moeite om dyslexie te herkennen
Het kind maakt geen bijzondere
fouten, maar meer fouten dan ande
re kinderen. Dat komt door het met
goed uitspreken van woorden en
door een langzamer leestempo.
Onwetendheid en grote klassen
brengen leerkrachten er dan toe
het soms lui of dom lijkende kind
door te willen sturen naar het spe
ciale onderwijs.
Tijdens het dyslexiecongres van
1966 bleek voorzitter Van der Lei,
hoogleraar sectie speciale peda
gogiek van de VU, voorstander van
een meer methodische begelei
ding dan tot nog toe gebruikelijk.
Leerkrachten en ouders waren het
ermee eens. Maar leerkrachten
van andere scholen werkten vol
gens hen niet mee. Er zou een ge
brek aan ruimte en faciliteiten zijn
en te weinig taakuren beschikbaar.
En de bezuinigingen, enzovoort.
Zoals je hoort, werd de verant
woordelijkheid tijdens het congres
soms toegespeeld naar partijen,
die niet aanwezig waren.
Wel merkte een MAVO-leer-
kracht nuchter op, dat leerkrach
ten soms wel of soms niet leergieri
ge individualisten zijn. En een me
vrouw constateerde een grote be
hoefte aan externe hulp, die door
afstemmingsproblemen tussen in
terne en externe instanties werd
geblokkeerd. Daarbij kwam de
wens naar voren van een duidelijke
financiële regelmg om de externe
hulp betaalbaar te maken.
Ook pleitte men voor een lange
re examentijd, waardoor kinderen
met leesblindheia examenopga
ven rustig zouden kunnen lezen.
Examenopgaves op cassetteband
jes zou zelfs nog beter zijn, omdat
dyslectici beter kunnen luisteren
dan lezen." Gerard van Duin voegt
daaraan nog toe, dat hij voor zijn
cliënten altijd vrijstelling vraagt
voor schriftelijke examens.
Verder waren de deelnemers
van het congres het erover eens,
dat dyslectici extra fysiotherapie
en logopedie nodig hebben, gaat
Van Duin verder. „En men wenste,
dat de overheid extra leerkrachten
zou willen uizetten voor de „resour-
ce-teacher"-functie in het lager on
derwijs. Ik onderschrijf al die wen
sen."
CIRCUIT
De landelijke vereniging van ou
ders van kinderen met leer- en op
voedingsmoeilijkheden, „De Pij
ler" geeft ondermeer een eigen
blad uit met dezelfde naam. Gerard
laat er een exemplaar van zien Ou-
dergroepen bestaan ook hier dus
echt wel. Maar die treffen elkaar in
het speciale onderwijs. Hun kinde
ren zitten dan al door en door in het
behandelmgscircuit. En wij als ex
terne begeleiders lopen dan een
beetje achteraan.
Wat „De Pijler" heel goed doet,
is het bundelen van informatie van
alle mogelijke onderzoek. Ouders
steunen elkaar verder heel goed.
Maar zij komen nog niet op voor de
externe hulpverleners. Niet alleen
ik heb gemerkt, dat je dat circuit
niet gemakkelijk binnen komt. Je
krijgt te maken met een enorme
territonumstrijd tussen vakbroe
ders.
De strijd gaat ogenschijnlijk over
de beste methode of de beste in
valshoek, maar serieuze weten
schappers zien daar niets in. Het
onderkennen van het praktische
probleem is belangrijker dan het
kiezen van een bepaalde methode
of invalshoek. Zolang de diagnos
tiek maar goed is, hoef ik verder
ook niet mee te doen aan wat vol
gens mij met goed is voor de hulp
verlening.
CONCURRENTIE
Ik ben niet bang voor concur
rentie van andere leerlingbegelei
ders. Dan gebeurt er tenmmste wat
voor kinderen met leerstoornissen.
Wat wel erg is, is de huidige Com
merciële ontwikkeling op de
markt. Bureaus, die ouders profes
sioneel geld uit de zak kloppen,
zonder over enige deskundigheid
te beschikken.
Het komt voor, dat mensen zon
der enige onderwijservaring een
bureau voor huiswerkbegeleiding
opzetten. Dat is concurrentiever
valsing. Een echt goed huiswerkin
stituut is dat van Van Berkum. Die
komt wel uit het onderwijs en dan is
een commerciële aanpak niet erg.
Ouders moeten daarom zorgen bij
psychologen, pedagogen en leer
krachten terecht te komen, die
kennis hebben van leerstoornissen
en van didactiek. Ze kunnen beter
vragen naar de opleiding dan
slachtoffer te worden van beunha
zerij.
PRAKTIJK
Ik noem in mijn folder mijn psy-
chologenpraktijk „Van Dum Part
ners", Praktijk voor „Research" en
„Interventie". Dat wil ik nog even
toelichten. Wat de „research" be
treft, zal ik beslist nooit grootscha
lig onderzoek willen doen. Ik inte
resseer me voor kleinschalig on
derzoek, zoals individueel onder
zoek en onderzoek naar de doel
groep als geheel. En wat de „inter
ventie" betreft, bedoel ik het sturen
van de begeleidmg in de nchting
van de ontwikkelingsmogelijkhe
den van het kmd.
Ik probeer zo de diagnose en de
behandeling op elkaar aan te laten
sluiten. Onderzoek moet met een
malig zijn, de begeleider moet ge
regeld vaststellen, wat hij de ou
ders precies biedt. Onderzoek en
begeleiding werken hand in hand,
waardoor de kwaliteit van de hulp
verlening op peil blijft."
LEUSDEN - Eindelijk is in Leusden een vrouwelijke direk-
ur bij een basisschool aangesteld. Mevrouw Wil van Duyn
5) is per 1 augustus als direkteur van de openbare basisschool
Bongerd benoemd. Waarom het zo lang moest duren tot in
usden vrouwelijke schoolleiders benoemd werden, blijft on-
iidelijk. Misschien terughoudend beleid, of bij gebrek aan
eschikte) kandidaten. Feit is dat bij de start van de basis-
ihool als opvolger van de lagere school en kleuterschool, alle
iouwelijke schoolleiders verdwenen. Wethouder Corri Ver
in, verantwoordelijk voor onder andere de personeelsbezet-
tg op openbare scholen in Leusden, bleek bijzonder ingeno-
ïn met de mogelijkheid één van haar eerste benoemingen tot
sisschool direkteur te kunnen laten toekomen aan een goede
mdidaat.en bovendien een vrouw.
In die volgorde, want anders be
nt de betreffende direkteur.
lenblikkelijk te steigeren „Het
u kolder zijn om te stellen dat ik
fooemd ben omdat ik een vrouw
n. Alsof dat de reden zou zijn. Ik
'n niet minder dan een man met
ïzelfde opleiding. Ik heb hetzelf-
vakkenpakket doorlopen. Ik
b daanntegen ook niet het- ge
el beter uit de bus te zijn geko-
omdat ik een vrouw ben.
anneer het gesprek alleen over
in vrouw-zijn moet gaan, zijn we
el klaar".
Dat was niet de bedoeling. Wil
Duyn is enthousiast bezig m
lar meuwe baan, op de school
ze al ruim veertien jaar met
ote betrokkenheid aan verbon-
n is. Laconiek en met gevoel
•or humor, relativerend en met
voel voor menselijke harmonie,
aar ook iemand die weet wat ze
.zodra ik tegen een barricade
nloop, ik zoek hem niet op, loop
er ook niet omheen". Wil van
•yn is iemand met veel interesse,
eed geonenteerd en, m de goe-
zin van het woord, in het bezit
n de ware scoutingsgeest; weten
aanpakken en organiseren,
at andere woorden: iemand voor
goed gesprek, waarbij gela-
kan worden.
aan mensen die deze allang heb
ben. Je kent de school door en
door, ook al omdat ik adjunct hoofd
was. Bovendien betekende sollici
teren automatisch dat ik met in de
benoemingscommissie kon zitten.
Dat was een vreemd gevoel. Wan
neer ik met werd benoemd, wie
dan wel. Ik bemoeide me daar
graag mee. Maar moest de beslis
sing nu overlaten aan anderen."
Wil van Duyn had nooit eerder
de funtie van schooldirekteur
geambieerd. „Ik weet niet precies
waarom. Ik werk en woon hier naar
mijn zin. Ik zag op tegen het moeten
verhuizen. Wanneer ik de nieuwe
mogelijkheden afwoog tegen het
geen ik had was het me die romp
slomp niet waard Ik ben diverse
keren benaderd, maar voor mijn
gevoel zat het er niet in."
VOORGESCHIEDENIS
Wil van Duyn doorliep de
kweekschool m Den Haag, werkte
daarna vier jaar in Coevorden en
maakte daarna een opmerkelijke
tussenstop. „Ik ben toen uit het on
derwijs gestapt." Het vooruitzicht
haar hele leven in het onderwijs
werkzaam te blijven, met rechte
grijze rokken en een knotje m de
toekomst, benauwde haar. Ze be
sloot van haar hobby, haar beroep
te maken." Ze werd na vier jaar
onderwijs regionaal functionaresse
bij het Nederlands Padvmders Gil
de, m Drente en Gelderland.
„Georganiseerd jeugdwerk" om
schrijft ze haar taak, waarbij ze
vooral organisatorisch bezig was
Het opzetten van een nieuwe
groep, contacten onderhouden met
jeugdraden, het organiseren en lei
den van kadercursussen waren
daarin sleutelwoorden.
Door de fusie van de padvin-
dersorgaiusaties in Scouting Ne
derland, kwam ze op het hoofd
kantoor m Amersfoort terecht, als
organisatie-secretaris. Haar laatste
grote opdracht was het organise
ren van een landelijke kaderbij
eenkomst m 1974. Dat betekende
dat zij een dagprogramma, onder
dak en outillage moest organiseren
voor tussen de vier-en-zevendui-
dend deelnemers. Daarna besloot
ze terug te keren in het onderwijs
en kwam in Leusden terecht.
LEUSDEN
Eind 1974 begon Wil van Duyn in
wat toen nog de „derde, openbare
basisschool" genoemd werd, een
dependence van de Hobbit. Later
zou deze dependance uitgroeien
tot wat bij de start van de basis
scholen, de Bongerd zou worden.
In januari 1975 nog als invalster in
>llicitatie
•Ik besloot pas heel laat te solli-
laatste sollicitant. Maar ik was bin
nen de daarvoor aangegeven ter
mijn. daar heb ik moeite genoeg
voor gedaan. Ach hoe kwam dat.
Het was aan het einde van het
schooljaar. We hadden het druk.
Met de musical, de schoolverlaters,
enzovoort. Zodra ik voor mezelf
had uitgemaakt eventueel voor de
functie m aanmerking te willen ko
men. heb ik dit gemeld in het team
overleg. Ik had besloten met te sol
liciteren, zodra bij mijn collega's
bedenkingen zouden blijken te be
staan. We hebben er uitgebreid
over gesproken. Ik heb vele vra
gen gesteld en vele vragen beant
woord. Wanneer één van de team
leden mijn sollicitatie met prettig
gevonden zou hebben, had ik daar
geen punt van gemaakt. Ik hoefde
niet zo nodig Ergens werken met
plezier en onderwijs geven, zijn
voor rruj veel belangrijker factoren.
„Haar collega's, de medezeggen
schapsraad en de Ouderraad van
de school zagen geen bezwaren.
Integendeel. De sollicitatiebrief
kon verstuurd worden: „Voor de
uitdaging, ik was bereid mijn
schouders er onder te zetten. Daar
had ik wel zin. Ik had bepaalde
ideeën over hoe het zou kunnen."
„Ik vond het wel raar om zo intern
Het team van de openbare basisschool De Bongerd, met links (staand) mevrouw Wil van Duyn, de eerste vrouwelijke schooldirekteur in
de toenmalige eerste klas, niet ver
moedend dat zij veertien jaar later
met ervaring in bijna alle groepen
direkteur op dezelfde school zou
worden. „Ik heb alle klassen ge
had, behalve groep vier en de on
derbouw natuurlijk." De laatste ja
ren is zij te vinden bij groep zeven
en/of acht. „Nog steeds overigens,
hoewel nu met anderhalve dag
taakrealisatie". Dat betekent dat de
direkteur van een basisschool zo
als de Bongerd, met nu 162 leerlin
gen, anderhalve dag per week vrij
gesteld is van lesgeven, om zich te
bekommeren om de managersta-
ken die bij deze functie behoren.
Die taken variëren van het voeren
van overleg met gemeente en
plaatselijke schoolleiders, tot het
regelen van het schoolreisje."
Werkt zij nu anders dan de haar
bekende mannelijke schoollei
ders? „Natuurlijk, maar andere
mannen werken ook anders. Ik
weet met precies hoe het op een
andere school toegaat. Maar ie
dere direkteur zal iets van de sfeer
bepalen. Ik vraag me af of wat ik
doe nou typisch vrouwelijk is, of
dat het gewoon aan mij vast zit."
Een voorbeeld. De school moest
geschilderd worden. Dat was al
voor haar benoemmg besloten,
Aanvankelijk was „door wie weet
ik met" gekozen voor een „gedis-
tigneerd" kleurtje „laat ik maar niet
zeggen bejaard, dat zou de bejaar
den onrecht doen." De nieuw aan
getreden direkteur was het hier
met mee eens. „Ik vind het belang
rijk dat onze school vrolijk, vrien
delijk, aantrekkelijk oogt." Dus
schreef ze een brief naar de ge
meente met het verzoek de school
geel te schilderen. „Ik kreeg toen
de reaktie: typisch iets voor een
vrouw Daar ben ik mij met van
bewust, maar het wordt dus geel",
stelt zij tevreden vast. „Hetzelfde
met het muurtje", zegt ze, wijzend
op een bouwsel dat tijdens het in-
tervieuw wordt afgebroken en de
vergaderruimte bij de direkteurs-
kamer voegt. „Ik kreeg van de ove
rigens onzettend aardige werk
mensen te horen - is er een vrouw
aangesteld, wordt de school on
middellijk afgebroken, - dat werkt
enorm om mijn lachspieren."
BELANGRIJK
Wat vindt Wil van Duyn belang
rijk voor haar functioneren als
schoolleider van basisschool de
Bongerd? „Ik wil steeds weer over
wegen of er eigenlijk wel gebeurt,
wat ik wil dat er gebeurt. Overwe
gen met mezelf, met de teamleden
en overlegorgamsaties, met de kin
deren, en zeker ook met de ouders
drempelloze school zijn. Dat is m
letterlijke zin zo, maar ik hoop dat
het ook in figuurlijke zm zo kan zijn.
Ouders moeten met ons in contact
blijven. Ik vraag me steeds af; hoe
komt de school over, wat vinden de
ouders de kmderen ervan. Open
staan voor kritiek."
„Ik hecht aan overleg, zeker ook
in het team. Ik wens niet autoritair
te beslissen. Ik hecht aan relaties
mintens zoveel als aan resultaat.
Daarvoor is sfeer belangrijk. De
kinderen moeten het plezierig vin
den in school. Wat in de kmderen
zit, moet eruit komen. Daarvoor
dienen we ons niet uitsluitend met
de cognitieve vakken (het werken
met de hersens mdv) bezig te hou
den, maar is bijvoorbeeld de beel
dende vorming net zo belangrijk".
Op de Bongerd geeft men klassi
kaal onderwijs. Ouders werken
mee bijvoorbeeld bij het niveaule-
zen. Onlangs heeft het team een
Jenaplan school bezocht. „Wij zijn
daarbij enthousiast geworden over
de zogenoemde blokuren. Uren
waarin kinderen, bijvoorbeeld
eens per week, de gelegenheid
krijgen de werkjes af te maken
waar zij eerder niet aan toe kwa
men. Of om iets te verbeteren. Of
om iets nog eens, zo nodig indivi
dueel, uitgelegd te krijgen."
Haar inzet zal, zo heeft zij zich
voorgenomen, veel te maken heb
ben met het versterken van onder-
wijsaspecten die op de school aan
wezig waren. „Het nog bewuster
omgaan met waarvoor je gekozen
hebt. In het onderwijs komt mo
menteel veel op je af. Nieuwe ont
wikkelingen, nieuwe vakken. Het
is bekend, er komt veel bij, maar er
gaat niets af. Daarin moeten we een
lijn vasthouden. Je moet voorko
men dat je door de veelheid ge
leefd wordt. Wij zijn op dit ogen
blik aan het denken over het meer
thematisch aanbieden van de leer
stof." Daarbij is men op de Bongerd
bewust bezig met vragen als: Hoe
ga je met kinderen om. Hoe straf je.
Hoe beloon je. Een project overi
gens waarbij de school al langer
betrokken is. De school behoorde
bij de zogenoemde volgscholen,
die het door de experimenteer-
scholen uitgedachte lesmateriaal
voor gezondsheids-educatie,
waaronder „sociaal gedrag" valt,
aan eigen ervaringen toetsten. Bo
vendien overweegt het team de
aanschaf van een nieuwe reken
methode. „Op zich mets opzienba
rends. De oude was door de gewij
zigde inzichten aan vernieuwing
toe. Het was ons inziens teveel rij-