„De kapelaan is geen boerenjong, maar hij weet wel veel" u- u. WOENSDAG 1 FEBRUARI 1989 plaatselijk nieuws Wie kan zich nog de t.v.-serie Dagboek van een Herders hond' herinneren, die de KRO al weer enige jaren geleden uitzond. Het ging over het leven van een kapelaan in een plattelandsgemeente. Een serie die heel erg gewaardeerd werd door met name katholieken die daarin vaak iets I herkenden uit hun eigen verleden. Leusdenaars, die hier al voor de oorlog woonden zullen er zeker ook met veel belangstelling naar gekeken hebben hebben. Wat in de serie te zien was, zou zich bijna precies zo in het oude Hamersveld afgespeeld kunnen hebben. Die vergelijking dringt zich nog sterker op bij het lezen van de dagboekaan tekeningen van kapelaan A. van de Voort, die hier vijftig jaar geleden diende' onder pastoor Croonen. Onlangs bracht de Achterveldse geschiedschrijver J. Schouten een bezoek aan hem in het dorpje Grave. De kapelaan is nu emeritus pastoor. Schouten kreeg toestemming om in zijn dagboek te lezen en daaruit te publiceren. Hieronder volgt koT een bloemlezing uit het dagboek van een ,Hamersveldse herdershond'. Hamersveld/Leusden - 26 augustus 1938: Hamersveld krijgt een nieuwe kapelaan. Geertje Tolboom uit Asschat voorspelt het: "niks waard, de nieuwe kapelaan komt uit de stad, wat *weet hij nu van een vaars, een Oldenburger of een eigenhei mer. Als hij van boerenafkomst is, is dat veel beter voor hier." De nieuwe kapelaan, A. v.d. Voort, fietst door het Tolglidje zijn eerste parochie binnen. Hij komt aan bij pastoor Croonen, die met zwart doorborende ogen aangeeft wie hij is en wie de ander: de pastoor is de baas en de kapelaan de dienstknecht, het kan goed samengaan. Vaak gaat de kapelaan naar huize Tolboom, waar Aart al bijna itig jaar verlamd op bed ligt. Mijnheer kapelaan is toch een ie kapelaan. de dienstknecht in de wijngaard des Heren schrijft in zijn gboek over de martelaar Aart, over de koedokter Willem van Berg, over de altijd ja ja knikkende oude koster Iperenburg over bovenmeester Hendriksen van de jongensschool. De vindt het lichtelijk jammer dat de hond van vrouw maar drie poten heeft en hoort dat de koe bij Tijmensen is. De paarden van de vrachtvervoerder Prinsen uit moeten extra zwaar trekken vanwege een vracht ste- door de Lopperse zandweg naar de buurtschap "Voskui- Het is een halve eeuw later. Aart heeft bijna dertig verlamd gelegen op bed en i is zo vergroeid dat voor zijn itste gang de sponningen uit het Jam moeten worden gehaald De koedokter hoort van zijn vrouw ^ite Cilia: "Ik denk dat ik met een de hemel eens uitga iude huis De Geut, mis- ik daar regelend optre- oude koster Iperenburg zegt de hemelpoort: "Jaja mag ik binnen jaja." De driepoots- ligt begraven onder de lin- op de splitsmg van de ichatterbeek en de hof. Kape- van de Voort is vorig jaar 1987 op visite geweest bij meester Hen- dnksen, med omdat pastoor van ,de Steen zijn gouden feest vierde. ierDe spulkse koe krijgt de kop- Vo:Ziekte en veearts Wellensiek laat t beestje op de vrijbank verko- 'DE HERDERSJONGEN Jet is vrijdag 26 augustus 1938 als herdersjongen in zijn dagboek grschnjft: "Vandaag gaat mijn kape- in. Ik naam afscheid van dumijn Ouders in Utrecht. Moeder oo?heeft zorggedragen voor glim- lantmende schoenen, het zwarte pak el, is afgeborsteld, het stijve witte ias£boord is nog stijver gemaakt, zo- noedat je je nek wel moet uitsteken" tevDan wordt de reis ondernomen or met een volbeladen fiets, een k jgoede 25 kilometer trappend, ietiOver de Biltstraat en Soesterberg naar Amersfoort. De Berg af, de lemseweg, Metgensbleek, de defrieiligenbergerweg op. Rechts mooi oud tolhuisje zonder tol, ■J De pastoor wordt op zijn verjaardag toegezongen door de Hamersveldse jeugd het Zwanenwater links en daar te genover de witte villa Hohorst van de kreupel lopende burgemees ter Karei de Beaufort. Ik zie de to ren reeds van ver en bomen rondom. Het grote huis "Made- lage" van schilder de Raay is def tig en ziet er goed geschilderd uit. Dan is er het grote doktershuis van dokter M. Lap en links ervan is nog de ingang te zien waar eens een koetsier werd onthoofd. Nu kom ik aan een bijna viersprong. Op dne van de vier hoeken staat een café. Rechts een tolboom en links ook een tolboom, die heb ben ze bij mekaar gezet zodat ze aanspraak aan elkaar hebben. De dikke smid is tolbaas en hij is vaak buiten, om zijn waren langs de weg bij te houden. Ik fiets de klin kerdorpsstraat in. Hier en daar een boerderij of een burgerhuis met stukken weilanden er tussen. Er staat nog een stuk koren en ik hoor later dat dat boekweit is. In de slootkanten houten palen met dne stroomdraden en de sloten zelf zijn onwelriekend omdat het huisvuilwater er in uitkomt. DE HUISHOUDSTER De klingelbel van de pastorie klinkt hol en hard door een grote brede gang. Er wordt openge daan door de huishoudster. Zij heet Tinie en zal zo tegen de veer tig jaar lopen. Haar gezicht gelijkt een trek van afscheid aan de jeugd. De zal haar leren kennen. Niet uitgesproken vriendelijk, soms kort van stof en gauw kwaad, maar toch wel vaak redelijk. Ze is trouw aan de Pastoor maar niet bang voor hem. Het tweede meisje Dinie, goed 20 jaar, waarvan ik de liefheid die naar de pastoor uitgaat, met kan uitstaan De pastoor is zo lief voor de mensen, heel anders dan de kapelaan want die kijkt zo nors voor zich uit... Ze is niet vrij van preutsheid. Op mijn kamer hangt een schilderijtje van de Madonna van Rafaël en de kleine Jezus en Sint Janneke staan voor haar. Maar Sint Janneke staat er blootachtig bij. Dinie plakt er een stuk donker papier overheen en zo blijft de kuisheid bewaard. METS KLETS Eén van de gezelligste winkeltjes is die wel van Mets. Er is een post en telegraafkantoor, je kunt er grutterswaren kopen, textielgoe- deren, tabak, briefpapier en zelfs zoggendrank. Ik doe er wel eens een brief op de bus en koop er zaterdags eem klein doosje siga ren. Man en vrouw, geen kinde ren De man is een vlugge en aan houdende prater, zonder punten en komma's. De vrouw is door hem wel zo'n beetje stilgepraat. Hij heet Mets en de mensen zeg gen daarom Mets-Klets. Door zijn goedheid en vaak geestige voor stellingen van personen en ge beurtenissen toont hij zich altijd een gezellige keuvelaar. Hij njdt in een gammel autootje overal naar toe. Mets hoort bij Hamers veld HET WEESJE de wijkzuster: "Die de zieken een thermometer in het achterwerk steekt, en dat lijkt nergens op. U zij gegroet door het Weesje uit Ha mersveld" Als ik in de Kerk het Epistel voor lees waarin Sint Paulus aanspoort om weduwen en wezen te bezoe ken staat zij op in de bank vlak on der de preekstoel en zegt luid: "Dan kunnen ze ook wel eens bij mij komen, d'r komt niemand". In de Wijngaard des Heren is nog veel werk te verrichten. GEESTELIJK ADVISEUR In de grote zaal van de Pastorie word ik door de Pastoor aan het bestuur van de Jonge Boeren Tuin ders Bond voorgesteld als de meuwe Geestelijk Adviseur. Allen zitten rondom de tafel. Er wordt vrij lang over en weer gesproken over een proefveldje. Daarna over de koeienschaar. Zo'n ding is mij onbekend, en al wat er wordt ge zegd komt mij onwaarschijnlijk voor. De koeienschaar; ik ben nog niet zo lang student af en ben nu op mijn hoede, denkend dat ze mij enn willen laten lopen. Later kom ik ervan op de hoogte dat met zo'n koeienschaar de uiers van de koeien worden geschoren, dat is schoner voor het melken en zo meer De jonge boeren gaan sche ren om de kas van de vereniging te spekken. Geertje Tolboom zei het al. "Een stadskapelaan heeft geen boeren verstand". Voor een feestavond heb ik met de jonge boeren inge studeerd het toneelstukje "De dui- vel koopt een lapje grond". Op de •repetities blijkt dat ze niets van buiten hebben geleerd, het is niet veel anders dan voorzeggen en nazeggen zonder handeling. De feestavond voor de gehele Paro chie - op een gammel toneeltje - Eén van de jonge boeren Piet H. is ook aanwezig, hij geldt als een kwaje. Op de vergaderingen komt hij om heibel te schoppen en ruzie te zoeken. Na afloop van een ver gadering is er in het duister strijd rumoer, met Piet H. er altijd bij. Het is voor mijn tijd hier geweest dat de toen nog met zieke Pastoor Piet H. in de kerk een paar harde klappen heeft gegeven om hem tot eerbied te brengen. De naweeën zijn er op deze feest avond. Het praten in de zaal stokt en allen kijken naar de plaats waar de Pastoor Piet H. ook eens en kele dreunen heeft gegeven en Hamersveld heeft een bekende dorpsfiguur, zij is gekrenkt in haar verstandelijke vermogens, Grada. ongeveer 50 jaar oud. Ze woont al leen, in een vertrek naast het huis van haar broer. Volgens zeggen is een ongelukkige liefde vroeger haar in het hoofd geslagen. Ze noemt zich het "Weesje" en on dertekent daarmee de brieven die ze naar deze en gene schnjft. De Pastoor toont mij een open kaart die is geschreven naar de Vicaris van het Bisdom en ter kennisname hier op de Pastorie is gekomen. Het "Weesje" protesteert tegen verder achtenn zit nu Piet, hij houdt zijn gemakt Het toneelspel is een puinhoop, er wordt ruw gedaan, met dingen ge smeten en hard geschreeuwd en waar de tekst ontbreekt wordt er maar wat gezegd over zichzelf, in de hoop dat de toeschouwers zoiets lollig vinden. Na veel hape ringen en open- en dichttrekken van het gordijn - om erachter even te onderhandelen over de tekst komt er toch een einde aan DE PASTOOR De 49-jarige Pastoor is hier vijf jaar in de parochie van 1100 zielen. Hii is ziekelijk, al versleten, een rim pelig gezicht boven de gebogen schouders. Hij rookt en drinkt met en neemt alleen 's avonds een glaasje olijfolie in. De klank van zijn stem is soms diep en zoekt zeer logisch rechtlijnig een uit weg. Hij heeft een hoge opvatting van zijn ambt en zijn verantwoor delijkheid voor de Parochianen, hij is met gezag bekleed Hij houdt vensters open voor zijn innerlijk leven naar buiten, maar slechts en kele. De rest blijft gesloten. Op zijn verjaardag komen honderd schoolkinderen voor de Pastorie en zingen hem toe. dat vindt hij prachtig. Soms toont hij weimg buigzaamheid, maakt zich voor korte tijd kwaad als iets met naar zijn zin verloopt. Vaak komt er een bitterheid naar voren, dan hekelt hij de geleerden die theorieën verkondigen die in de praktijk mets waard zijn. Later zal ik in mijn dagboek schnjven: Pastoor Croo nen komt te overlijden op 13 mei Rector Van de Hengel. Kapelaan van de Voort noemt hem zijn meelevende vriend. grootsteen Een ansichtkaart van Hamersveld uit 1940, de tijd waarin kapelaan Van de Voort er woonde. Pastoor Croonen. Hij was de baas en de kapelaan was niet meer dan zijn dienstknecht. 1944, hij is 56 jaar geworden. De Predikant bij de Uitvaart houdt een grote lofrede. Maar daar ben ik het niet mee eens, de geur van Heiligheid overheerst de een voud DEMOCRAAT Zonder invoering van de Pastoor ben ik Geestelijk Adviseur gewor den van de toneelvereniging 'Eendracht'. Bijna alle toneelspe lers zijn getrouwd en behoren tot de arbeidersstand, ze werken in de Amersfoortse fabrieken. In hun kleding en manier van denken zijn ze heel anders dan de boeren. Het zijn goeie kerels voor wie hun to neelvereniging een grote plaats inneemt. Ze hebben geen regis seur zodat ik enige tijd die taak op mij mag nemen en wordt er opge voerd het toneelstuk 'Haaien op de kust', met sterk spel van de hoofdrolspelers Vautour en Sally. Mijn omgang met de Eendracht spelers valt bij de Pastoor in met goede aarde. Hij werpt me daarom een 'scheldwoord' toe dat wel het einde voor hem alles is: ,,Je bent een democraat"... Nu zwijgt de Herdersjongen. Als de R.K. Toneelvereniging vijf jaar bestaat en dat viert in het café 'Ros Beyaert' treedt het gezel schap C. Verkerk uit Uithoorn op. De voorzitter J. Berg heet onder meer welkom Deken van den Hengel en de geestelijk adviseur. De Pastoor zegt dat hij door om standigheden verhinderd is, maar de 'Democraat' is er wel! DE RECTOR Mijn grootste en meelevende vnend is de Ementus-Deken van Hilversum Reinier van den Hen gel. die hier in het dorp woont tus sen zijn grote familie in. Hij is een vrolijk enthousiaste man. Een forse stem, groot in lengte en met een prachtige priesterkop waarop de dichte grijze haren golven. Al leen al om zijn uiterlijk heeft hij het verdiend om een prelaat in het paars te zijn, wat hij nooit is gewor den. Een vroom mens, een zeer voorbeeldig Priester. Heel wat goede raadgevingen heb ik van hem mogen ontvangen. Misschien is hij er voor beloond, hij is ruim 82 jaar geworden. KAARTCNCOURS De Jonge Boeren Bond - aldus de courant - van Hamersveld hield een kaartavond in café E. van den Hengel met 32 deelnemers. De heer R. Roest heette allen hartelijk welkom, de heer Jac.Berg had de leiding en alles verliep naar wens. De heer W. van Zandbrink zorgde voor een vroijk stukje muziek. De kastelein en zijn zoon droegen zorg dat de spelers van hun natje werden voorzien. De Geestelijk Adviseur Kapelaan van der Voort kwam ook een spelletje doen. Hij probeerde de beste troef tot het laatst te bewaren, maar de voorzit ter ook niet mis, wist hem toch een troefje te steken. De le prijs werd gewonnen door De Schilder, 2 P Hilhorst, G. v.d. Hengel Hzn. en H. Blom, 3. J. Schothorst, 4. L. Roest 5. T. Greefhorst 6. R v.d. Hengel, W. v. Roomen en H. Valkengoed. ZEGENING Er heerst mond- en -klauwzeer on der de koeien. Ze staan er ellen 1 dig bij met lange slierten kwijl ui'J hun bekken. De Pastoor wijdt he' zout dat de boeren moeten probe t ren de koeien in te geven. Ik krijc de opdracht om bij alle boeren de i koeien te zegenen. Bij de darrun gang is op een brede paal een ge drukt groen papier bevestigc waarop met grote letters staa Mond- en Klauwzeer en in kleine: druk besmet terrein. De boerer hebben dan liever geen bezoel 'i vanwege het besmettingsgevaa maar de Kapelaan is wel welkom |ii Op enige afstand van het hek of de stal zegen ik de arme beesten die veel pijn lijden door de met blarei aangetaste tongen. De koeiei j gaan met dood, behalve één die a bijna zover is. De Pastoor zegt me ,,Je mag geen geld aannemen want de boeren zijn al genoeg ge troffen, nu de koeien minder mell geven." Aan de waarde van ge bed en zegening twijfelt de gelo vige met. Het is uitgesproken na mens de H Kerk, dus namens de gemeenschap van de Gelovigen. Geertje Tolboom, het gelovige mensje zegt het: „De stadskape laan knjgt al aardig boerenver stand en het zegenen helpt, wan hierachter op De Bantuin zijn de koeien weer beter geworden."

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1989 | | pagina 9