Ingeblikte toerist oog in oog met zwijnen
en edelherten tijdens wildspeurtochten
leusder k
m
-MC
Tocht per bus door rustgebied van wild verstoort rust nauwelijks:
„Opdat het publiekten
volle kan genieten"
,,125 jaar geleden geen
bos"
Toch enige verstoring van
de rust
WOENSDAG 7 JUNI 1989
plaatselijk nieuws
17
[ormaal gaan we het bos niet in met deze
■e bussen," vertrouwt de buschauffeur van
ixe groenkleurige bus de verslaggever toe
rijden met de bekende blauw-witte bus-
ie nieuwe en luxere zouden door de tak-
amelijk te veel beschadigen."
ecteur B.J. Welsing van de Apeldoornse
toonde zich voor het vertrek optimistisch
ir wildspeurtochten hebben we vandaag
uiste weer. Het is niet warm of koud en het
Dog. Ik denk dat we wel wat te zien knj-
Dat ,,zien" is meteen de onzekere factor
iedere wildspeurtocht. Het is namelijk
de vraag of je wild tegenkomt. ,,De Hout-
rij is geen dierentuin en ook geen safari-
Het is met zo dat de dieren ons aan de
staan op te wachten om ons goedendag te
idflen. We houden ze ook niet aan een riempje,
i van dit alles. Het wild dat hier loopt is
wild, daarom heten deze tochten wild-
rtochten."
lgens de VW van Apeldoorn is de Ko-
lijke Houtvesterij met zijn 10.500 hectare
rin zich ook het Kroondomein bevindt) het
tste aaneengesloten natuurgebied van Ne-
ind en West Europa. Een deel van dat ge-
is voor iedereen afgesloten en is aangewe
nt rustgebied voor het wild.
Koninklijke Houtvesterij en het Kroon-
;in zijn in 1958 door de toenmalige prinses
elmina aan de staat geschonken. „Dit heb-
de Oranjes eeuwenlang voor Nederland
n te bewaren. Ik schenk het nu aan de staat
'ederlanden opdat het publiek er met volle
:n van kan genieten," zei Wilhelmina bij
erdracht.
t publiek wist de natuur te vinden en al
ronden de boswachters dat het bezoek uit
and begon te lopen. Aan het eind van de
zestig werd daarom geopperd grote delen
iet natuurgebied voor alle publiek te slui-
J.Ik heb toen een consessie weten te berei-
oor voor te stellen om op gezette tijden
e bus door de rustgebieden te rijden. Dat
natuurlijk strijdig met de term „rustge-
maar is het toch niet. Ik herinner me eens
iezoek aan de natuur rond vliegveld Dee-
let wild stoort zich daar niet in het minst
,e herrie van de dalende en opstijgende
tuigen. Pas als ze door mensen benaderd
[en schrikken ze en wordt de rust ver-
d. Wat voor die vliegtuigen geldt, geldt
■oor het zien en horen van de bus."
t initiatief van de VVV is nu al twintig jaar
[root succes. Jaarlijks stappen 25.000 tot
0 personen in de bus om de tocht te ma-
De passagiers krijgen tijdens de rit tekst
tleg van een VW-gids of van een speciaal
dit doel door de VAD opgeleide chauffeur,
aan het begin van de tocht wordt duidelijk
iet alleen het wild de tocht interessant
;t. De eerste tijd rijden we door het Kroon-
;in rondom paleis het Loo. De gids L.E
:e vertelt de geschiedenis van het land-
„Stadhouder-koning Willem III kocht in
het huis Hoog Soeren. Later breidde hij
(ebied uit door steeds meer bos- en heide-
:d rondom dat huis te kopen. Tijdens de
se tijd was het bezit van de Oranjes ge
ld tot 3300 hectare."
in 1684 voegde de stadhouder-koning het
Loo bij zijn eigendommen. „Hij kocht het
voor de jacht Het bijbehorende park is
veer 650 hectare groot." Terwijl de gids
It rijdt de bus door een schitterend park.
eten
- De Apeldoornse VVV hield twintig jaar geleden voor het eerst
een wildspeurtocht in de Koninklijke Houtvesterij. Met toeristen volgepakte VAD-bussen rijden
dwars door de rustgebieden van het grofwild. De bussen komen op plaatsen waar de gewone
burger niet mag komen. Verslaggever Tijs van den Brink maakte maandagmiddag een dergelijke
tocht voor de pers mee.
™r™™"
\>ï*- A-
V>'- I
TOs.
Wilde zwijnen staan nieuwsgierig aapjeste kijken.
Eeuwenoude bomen, glooiingen in het land
schap, kraakheldere stroompjes en prachtig
groene velden ademen een onwerkelijke rust
uit. De buspassagier mist hoe dan ook het één
en ander vanuit zijn luie stoel. Hij kan onmo
gelijk de boslucht insnuiven, kan de vogels niet
horen, kortom hij blijft een toeschouwer achter
glas.
De gids praat maar door. Hij is prima op de
hoogte van de geschiedenis van het Kroondo
mein. Zo vertelt hij over de koninklijke stallen,
de theetuin en de ijskelder Volgens hem is het
vooral de latere koning Willem III geweest die
veel aan het park heeft gedaan. „Hij haalde
veel buitenlandse boomsoorten naar Neder
land. Zo hebben we hier het oudste douglasbos
van Nederland in Apeldoorn gekregen. Het is
in 1853 geplant Eigenlijk „past" het park met
echt bij het paleis. Het paleis stamt namelijk
uit de zeventiende eeuw terwijl de inrichting
van het park duidelijk de sfeer van de Engelse
landschapsparken uit de vorige eeuw ademt."
Tijdens het eerste deel van de reis komt de
bus nog herhaaldelijk een wandelaar tegen. De
kroondomeinen zijn namelijk opengesteld voor
publiek. Wild is nog in geen velden of wegen te
bekennen. Terwijl de gids vertelt over de 22
sprengen (bronnen) die het gebied rijk is cirkelt
er even een buizerd boven een stukje groen,
maar daar blijft het voorlopig ook bij Toch
loopt ook in het kroondomein wel wat reewild
volgens de gids.
1 met de verrekijker zijn dergelijke vredige tafereeltjes te zien. (foto J. Poutsma uit Haren
De heer Welke wijst op de plekken waar eind
1972 en begin 1973 ruim 164.000 kuub hout is
gesneuveld door twee zware stormen. „We heb
ben indertijd besloten om het hout te laten
liggen om de natuurlijke kringloop met te ver
storen. Laat de natuur z'n gang maar gaan Zo
krijg je een stuk natuurlijke verjonging On
dertussen passeren we een grappig prieeltje en
het theepaviljoen met de honderd jaar oude
fuchsia's. Maar ook grafheuvels zijn er te vin
den.
Het is welhaast onvoorstelbaar, dat ongeveer
125 jaar geleden in de Koninklijke Houtvesterij
nauwelijks bos te vinden was. Toch is dat vol
gens de gids wel zo. „De gronden bestonden
hier lange tijd enkel uit heide en zandverstui
vingen. Dat was een resultaat van de roofbouw
in de Middeleeuwen Pas 125 tot 100 jaar gele
den is weer begonnen met het bebossen van het
gebied."
Na geruime tijd passeert de bus het eerste
wildrooster. Bij het rooster staat het bordje
„verboden toegang, rustgebied voor wild". De
passagiers in de bus kunnen eindelijk beginnen
met het speuren. De gids benadrukt nog een
keer dat ook hij niet kan voorspellen of we wild
te zien krijgen of niet. „Ik kan het wild niet
voor de dag toveren. Ze komen ons met uit de
hand eten."
Bij gebrek aan wild vertelt de gids gewoon
verder. De bus heeft in het rustgebied duidelijk
vaart geminderd. Met een sukkelgangetje ver
plaatst de bus zich nu door het schitterende
bos. „Het is de laatste jaren een beleid om het
bos opener te krijgen. We hebben daarom en
kele jaren geleden wat bomen gekapt. Daar
door hebben de bodembedekkers als de bosbes
weer een kans. Verder komen er ook allerlei
andere boomsoorten op die het eerder niet de
den door een gebrek aan licht. Het is te ver
wachten dat we over een jaar of 125 hier een
eikebos over hebben en dat de grove den gro
tendeels verdwenen is."
Inmiddels zijn we na een uitleg over de wild
soorten die in de Houtvesterij huizen het eerste
rustgebied gepasseerd. De bus rijdt door Nierse
en Gortel. Terwijl iedere passagier naar de
door de zure regen aangetaste bomen kijkt
flitst een ree over de weg. Meer dan een flits is
het niet. Een enkeling ziet het dier nog weg
schieten in het donkere en dichtbegroeide bos.
Gelukkig is dit niet de laatste ontmoeting met
wild.
De gids pakt de draad van zijn verhaal weer
op. Hij vertelt over de taken van de boswachter,
over brandsingels en afrasteringen. „We zetten
afrasteringen om nieuwe aanplant zodat het
wild het met allemaal kaalvreet. In de rustge
bieden werken we met schrikdraad dat door
zonnepanelen van stroom wordt voorzien."
Her en der verspreid staan dode boompjes.
Volgens de gids zijn ze door de herten gebruikt
om de geweien te schuren.
De rustgebieden zijn voor de dieren bittere
noodzaak. De edelherten bijvoorbeeld moeten
hun voedsel herkauwen Daarvoor hebben ze
geruime tijd rust nodig om ongestoord hun
voedsel weer omhoog te halen. Worden ze bij
dat herkauwen gestoord dan loopt de stofwis
seling op den duur in het honderd „en gaat het
mis". Dat is ook de reden waarom de passagiers
onder geen voorwaarde de bus uit mogen. Ter
wijl hij vertelt richt de aandacht van alle pas
sagiers op aanwijzen van één van hen zich op
het bos links van de bus. Daar bevindt zich een
flinke groep wilde zwijnen. De meeste varkens
gaan gewoon door met waar ze mee bezig wa
ren. De beesten bevestigen daarmee, dat de bus
hun rust niet of nauwelijks verstoort.
Vooral de vele jonge zwijntjes trekken de
aandacht. In dribbelpas lopen ze enkele meters
van de bus verwijderd achter hun moeder aan.
Een pracht gezicht. Eén van de keilers (een
mannetjes zwijn) kan zijn nieuwsgierigheid
niet bedwingen en nadert de bus. Hij wil toch
even zien wat voor „aapjes" er deze keer in de
blikken kooi op wielen zitten Het blijft een
vreemde ervaring om midden in een bos temid
den van een groep wilde zwijnen in een bus te
zitten Op een andere manier zou het echter
niet mogelijk zijn de dieren te naderen. Zo zeer
zijn wij mensen anno 1989 vervreemd van de
natuur en de natuur van ons.
Het is een schitterend gezicht om zo'n troep
(rotte) van wilde zwijnen wroetend in de grond
op zoek naar insecten en ander lekkers te zien.
Wanneer de bus na enige tijd weer wegrijdt
kijken de dieren niet op of om. Ze weten niet
beter dan dat er zo af en toe een bus vol mensen
stopt en weer optrekt.
Het wild wordt als de nood aan de man is
bijgevoerd. Bij diverse milieugroepen roept dat
weerstanden op. Daarom is men in de Hout
vesterij in de zogenaamde zuidelijke wildbaan
begonnen met een proef. Daar zijn dertig edel
herten en dertig wilde zwijnen uitgezet. De
dieren krijgen geen extra voer en moeten maar
zien hoe ze zich op een natuurlijke manier
redden.
De gids heeft er duidelijk zijn twijfels over.
„De Veluwe is het oerbos van vroeger niet
meer. Ik denk dat het op de natuurlijke manier
niet meer gaat. Het gebied is daar te klein en te
weinig natuurlijk voor."
Later stoten we weer op een rotte wilde zwij
nen. De groep is nog groter dan de eerste. Een
aantal van deze dieren raakt dit maal wel ge
prikkeld door de bus. „Dat is te zien aan de
omhoogstaande staart," aldus de gids Een stuk
of vijf zwijnen proberen een omtrekkende be
weging om de bus te maken. Een mannetje
komt dreigend naderbij. De bus trekt langzaam
op. Straks zal de rust ongetwijfeld weerkeren
in de groep totdat een volgende bus temidden
van de idylle de rust komt verstoren.
Niet ver voor het eindpunt komt dan toch nog
een roedel edelherten met prachtige geweien in
zicht. Bij deze ontmoeting is een verrekijker
zeker geen overbodige luxe. De dieren zijn wat
te ver van de bus verwijderd om ze goed te
kunnen observeren. Met een verrekijker is het
roodwild echter goed te zien. Zo is duidelijk te
zien hoe de verse geweien nog met huid zijn
overdekt.
Aan het einde van de wildspeurtocht die de
naam zeker verdient stopt de bus bij het Aard-
huis, het voormalige jachtchalêt van koning
Willem III In dat chalêt wordt dit jaar een
thematentoonstelling „Reeën in Nederland"
gehouden.
Terug naar het beginpunt vertelt de bus
chauffeur dat hij de uitleg van de gids ver
beneden de maat heeft gevonden. „Je zou veel
meer kunnen vertellen over de zure regen, de
wildstand, de boomsoorten en Nierse en Gor
tel Van hem moeten we vernemen dat er in de
rustgebieden 450 edelherten, 30 damherten en
een kleine driehonderd wilde zwijnen leven.
De wildspeurtochten worden gehouden van
3 april tot 30 oktober. In de periode tussen 5
juni en 14 september vertrekken bussen vanuit
ondermeer Garderen en Voorthuizen. Het ver
trek in Garderen is iedere dinsdag en donder
dag om 18.20 uur vanaf de Bakkerstraat. De
tocht neemt ongeveer drie uur in beslag Deel
nemers uit Voorthuizen moeten eerst per lijn
dienst van de VAD naar Putten waar de bus om
18.10 uur vertrekt vanaf de Albert Heijn. Bij
een deelname van minimaal dertig personen uit
Voorthuizen rijdt de bus via deze plaats terug.
De tochten kosten 13,50 per persoon (kinde
ren tot vier jaar gratis). Reserveren is beslist
noodzakelijk omdat de tochten alleen door
gaan wanneer er voldoende belangstelling is.
Aanmelden kan via de VW in Apeldoorn 055-
788421.
Ook rood wild is volop aanwezig in de Houtvesterij en Kroondomeinen(foto van J Poutsma uit
Haren).