Met het pontje naar het
Anterongs Historisch Museum
Eropuit'
Geschiedenis van de tabaksteelt in voormalige tabaksschuur
door Atty Davidse
plaatselijk nieuws
(Foto's Jan Pit)
grotere bladeren en daar gaat het tenslotte om. Een
paar planten groeien echter door, die worden wel twee
meter De rozegekleurde bloemen zorgen voor het zaad
van het volgend jaar.
Aan elke volgroeide plant zitten zo'n 12 15 volgroei
de bladeren. De zelfgeteelde tabak wordt in het bedrijfs-
gedeelte van het museum te drogen gehangen. Om dat
akkertje, en dat is een heel leuk gezicht, staat een
windkering van pronkbonen. De rode en witte bloe
metjes geven een vrolijke aanblik. Vroeger dienden de
pronkbonen gedeeltelijk als voedselvoorraad voor de
winter, maar ze waren ook wel bestemd voor de ver
koop Ze kwamen als ..tabaksbonen" of als „Amerong
se" bonen in de handel.
Toen de vriendelijke gastvrouw bemerkte, dat één
van de kinderen thuis ook wilde overgaan tot de aan
plant van witte pronkbonen (rode had hij al), stopte zij
hem er één toe. Ook verraste zij alle kinderen met een
groot gedroogd tabaksblad en een ansichtkaart van
Amerongen Tussen de bedrijven door legde zij een
mevrouw uit Amersfoort, die in haar volkstuintje ook
tabak verbouwde, uit hoe zij de tabak het best kon
drogen en verwerken
Een rondgang door het museum geeft niet alleen een
duidelijk beeld van de tabaksteelt, het plukken, snijden
en drogen maar toont ook tal van andere bijzonderhe
den.
Héél aardig vond ik de tientallen sigarendozen, die je
met één stap weer terugplaatsen in je kindertijd, waarbij
gedachten opkomen: ,,0 ja, oom Nelis rookte Elisabeth
Bas en zo'n mooie sigarendoos van Uiltje had ik ook
maar ik kon nooit recht de papiertjes doorscheuren'
Een verzameling sigarenbandjes was voor de kinde
ren iets geheel nieuws, dat je die kon sparen Dat was
wel iets anders dan stickers. Ze vonden het wel net zo
leuk. De kwispedoors, waar de straal speeksel in werd
gespuugd, ook interessant voor kinderen, evenals het
bordje met het opschrift: „Verzoeke de kerk niet door
spuwen te verontreinigen"
In het museum is ook een met authentieke meubeltjes
ingerichte woonkamer ingericht. Volgens de brochure
illustreert deze woonkamer, evenals het primitieve keu
kentje. de heersende armoede onder de tabakstelers
van zo'n vijftig jaar geleden. Op de tafel ligt de bijbel
opengeslagen en aan de wand hangt een schilderij met
een stichtelijke spreuk. Een kwispedoor op tafel ont
breekt niet en de kinderen vonden het ook leuk een
kolenkit gevuld met kolen te zien.
Een petroleumstel is nog niet zó onbekend maar een
wasbord wel. In het tweede gedeelte van het museum is
een werkplaats en veel oud gereedschap te bezichtigen
Vrolijk staat daar een verzameling houten speelgoed
tussen opgesteld. Dit speelgoed, bestaande uit tal van
soorten wagentjes en 3 carroussels, is door een meneer
uit Amerongen vervaardigd en werd na zijn overlijden
door de familie aan het museum geschonken.
TABAKSSCHUREN
Een goede kijk krijgt men in het museum ook op de
vorm van de tabaksschuren. In de omgeving van Ame
rongen waren alle op dezelfde wijze gebouwd: stevige
houten staanders met een dwarsverbinding vormden
een gebint. De afstand tussen de gebinten bedroeg
ongeveer 4 meter en het aantal gebinten bepaalde de
lengte van de schuur. Schuren van 30 meter lang waren 1
geen uitzondering. Op het gebinte rustte het hoge pan
nendak De zijwanden en de voor- en achtergevel waren
bijna altijd van planken. In de zijwanden zaten lange
kleppen, die opengezet konden worden om de wind
door de schuur te laten waaien. Verder waren er in voor-
en achtergevel ventilatiekleppen en grote openslaande
deuren. In het verleden waren er in en om Amerongen
ongeveer 70 van die schuren, nu nog maar ruim 20
In de omgeving van Amersfoort en Nijkerk gebruikte
men een ander type schuur, hoger met een steiler dak
en rechtopstaande ventilatieluiken. De gehele ruimte in
de schuur, van de nok van het dak tot ongeveer 2 meter
van de vloer was door middel van dunne boomstam
metjes verdeeld in een groot aantal vakken, de zoge
naamde hank. In deze hank werden nu de aangeregen
spijlen met bladeren opgehangen om te drogen, wat in
de regel tussen de vier en zes weken duurde.
Voor ons zat het middagje Amerongen er al snel op,
omdat we aan onze tijd waren gebonden. Je kunt er
echter met gemak een hele dag doorbrengen. Wij bewa
ren er goede herinneringen aan, met name aan het
museum waar de sfeer zo bepaald werd door de hartelij
ke mensen, die graag bereid waren elke bezienswaar
digheid met een anecdote te verluchten, maar die je ook
op het juiste moment met rust lieten.
Gewapend met een gebruiksaanwijzing, getiteld.
„Hoe krijg ik tabaksplanten" namen we afscheid, verlie
ten het dorp en reden naar de rivier waarmee ik weer bij
het begin van mijn verhaal ben gekomen.
hENSDAG 23 AUGUSTUS 1989
Nog later werd Nederlandse tabak ook als pruimtabak
verkocht en toen het roken van sigaren in de 19e eeuw
populair werd, ging veel tabak naar de sigarenfabrikan
ten om verwerkt te worden in de goedkope merken
sigaren. Er werd toen ook een soort gekweekt, die
geschikt was om als omblad voor sigaren gebruikt te
worden.
Langzaamaan echter ging de teelt achteruit door het
afnemen van de vraag. De invoer van buitenlandse
tabak nam voortdurend toe. Ook de fabricage van nicoti
ne uit tabaksblad als insektenbestnjdingsmiddel werd
stopgezet, toen er chemische middelen in gebruik kwa
men; door het benutten van kunstomblad in de sigaren-
industrie kwam er een eind aan de vraag naar omblad,
terwijl het pruimen van tabak steeds meer in onbruik
raakte. Onze tabak is absoluut ongeschikt voor fabrica
ge van pijp- en sigarettentabak
Al deze factoren, samen met het in 1960 plotseling
optreden van de schimmelziekte Blue Mould, waren de
oorzaak van het beëindigen van de tabaksteelt in Ne
derland.
Zelf niet afkomstig uit de omgeving van Amersfoort,
was ik niet op de hoogte van de tabaksteelt in deze
streken. Wel hoorde je wel eens van de pogingen in de
2e Wereldoorlog om eigen tabak te kweken, maar zo'n
verhaal had voor een kind meer iets avontuurlijks, net zo
iets als het eten van tulpenbollen. Het eerste, dat de
gastvrouw van het museum ons trouwens liet zien, was
een pakje sigaretten uit de 2e Wereldoorlog, zonder
merk, gemaakt voor eigen gebruik en zo te zien prima
gelukt
Zij was kennelijk in haar sas met deze gift, één van de
vele, die het museum tot een heel wetenswaardige
plaats heeft gemaakt.
DEMONSTRATIE-AKKERTJE
Vóór het museum is een demonstratie-akkertje Daar
groeien de stevige tabaksplanten met hun forse blade
ren De planten zijn al meer dan een meter hoog en de
top is er dan ook al uitgehaald. Dit zogenaamde toppen
is nodig om te voorkomen, dat de plant te hoog wordt De
plant gaat daardoor in de breedte groeien en krijgt veel
van de beschermende rivierdijk een kasteel ge-
J. Dit slot werd in 1673 door de Fransen in brand
ken. Het daarna gebouwde Kasteel Amerongen
e aanzienlijke bewoners, wat ook invloed had op
brp, te zien aan de vele - goed gerestaureerde -
thuizen, die zeer bepalend zijn in het beschermde
sgezicht Het verkeer werd al in 1930 langs het dorp
d, zodat de dorpskern nagenoeg ongeschonden
sard kon blijven.
tewel Kasteel Amerongen momenteel wordt geres-
erd is het toch voor bezichtiging geopend. De
ftng en het meubilair is grotendeels onveranderd
lezig, in latere eeuwen nog aangevuld met o.a.
!ins, muziekinstrumenten, schilderijen, porselein
i. Het vele textiel, bijvoorbeeld de zware over
men en ook de meubelbekleding worden onder
den en met engelengeduld door vrijwilligsters uit het
soms draad voor draad hersteld Zij worden daar-
engelen" genoemd!
huis Amerongen is omgeven door een dubbele
hl en ligt in een fraai, park, gedeeltelijk tuin, gedeel-
i. Dit park, een erkend monument op zich, wordt
"eens onderhouden door vrijwilligers uit het dorp, de
Bnaamde tuinkabouters. Binnen de poorten van het
is o.a. in de oude paardestallen een theeschen-
gevestigd.
todat wij slechts een middag de tijd hadden en al
to kastelen hadden bezichtigd, moesten we een
se maken. We maakten een wandelingetje in het
en daarmee kon onze middag al bijna niet meer
Zoveel bloemen en zo'n leuk uitzicht! In de afgelo-
iweken hebben we heel wat parken gezien en steeds
het weer een verrassing, ook nu.
AMERONGS HISTORISCH MUSEUM
Het dorp Amerongen is niet groot en het duurde dan
ook niet lang voor we al kuierend onze uiteindelijke
bestemming bereikten: het Amerongs Historisch Mu
seum aan de Burg H. v.d Boschstraat 46 (tel. 03434-
56500/51196).
In dit museum, een voormalige tabaksschuur, wordt
de geschiedenis van de tabaksteelt aanschouwelijk ge
maakt Dit museum wordt geheel door vrijwilligers be
heerd, zij komen uit de gelederen van de Heemkundige
Stichting Amerongen. De ontvangst is hartelijk. Een al
wat ouder echtpaar zit gezellig voor de deur, vergezeld
van een aandoenlijk jong hondje en hun kleinzoon. De
gastvrouw gaat meteen mee naar binnen om de entree
prijs, die zeer laag is: 1,- voor volwassenen en kinde
ren gratis, in ontvangst te nemen Vriendelijk én geest
driftig beantwoordt zij de vragen van de kinderen die het
uiteraard niet kunnen laten een zakje tabakszaad te
kopen. Als je nagaat, dat 1 gram tabakszaad 15.000
korrels bevat, die 10.000 planten kunnen voortbrengen
en dat voor de bebouwing van 1 ha slechts 4 gram nodig
is, dan zou je met een knipoog kunnen zeggen, dat het
verleden weer kan herleven.
Want omstreeks 1615 begon men in de omgeving van
Amersfoort tabak te verbouwen. Vandaar breidde de
teelt zich uit naar Nijkerk, Barneveld, Ede, Wageningen
en verder naar de streek tussen Rhenen en Amerongen.
Ook in de Betuwe en op minder grote schaal in andere
streken van Nederland werd tabak verbouwd.
Het is dus niet toevallig, dat het museum juist te
Amerongen is gevestigd Daar werd tot 1970 tabak
verbouwd.
Tabak is een plant uit de familie van de Nachtschaden
en een broertje of zusje van de aardappelplant, tomaat,
paprika en aubergine Er zijn verschillende soorten ta
bak, alle met de naam Nicotiana; de soorten rustica en
tabacum zijn van belang geweest voor de teelt in Neder
land. Van oorsprong echter is de plant uit Zuid-Amerika
afkomstig De eerste Europeanen, die kennis maakten
met tabak, waren de Spanjaarden, die onder leiding van
Columbus op zoek waren naar een korte weg naar Indiè.
Ze landden in 1492 op het eiland Hispaniola en kregen
daar door de inwoners gedroogde bladeren aangebo
den die hun onbekend waren
Later zag zij op het eiland Cuba dat dergelijke blade
ren, in opgerolde vorm, gerookt werden. Dergelijke op
gerolde bladeren werden door de bevolking tabacos
genoemd, terwijl de plant waarvan ze afkomstig waren
petun werd genoemd. Onder die laatste naam werd de
tabak al spoedig ook door de Spanjaarden gebruikt,
oorspronkelijk als geneesmiddel, maar na enige tijd toch
voornamelijk als genotmiddel, gerookt in pijpen Planten
en zaad werden in Spanje ingevoerd, evenals in Portu
gal en in verrassende korte tijd verbreidde de tabak
steelt zich in een groot deel van Europa en Azië
De Franse gezant in Portugal, Jean Nicot, stuurde in
1560 zaad naar Frankrijk en enkele jaren later werd de
tabaksplant naar hem „nicotiane" genoemd Ook het
woord nicotine is afgeleid van Nicot. De Engelsen leg
den plantages aan in hun Noordamerikaanse koloniën
Virginia en Maryland
Nederland nam al gauw een bijzondere plaats in
onder de producenten van tabak. Het bijzondere is
gelegen in het feit dat in ons land voor het eerst broei
bakken gebruikt werden om de jonge planten in te
kweken. Tabak is een tropische plant en ons klimaat is
niet warm genoeg om direct ter plaatse te zaaien
Na omstreeks 1635 werd het zaaien in broeibakken
algemeen in Europa toegepast als de „Hollandse me
thode". Ook het gebruik van speciaal daartoe gebouwde
droogschuren was een Nederlandse vinding.
In de 17e eeuw en het begin van de 18e eeuw werd de
Nederlandse tabak gebruikt als pijptabak. Na 1725
kwam het snuiven van zeer fijn gemalen tabak in de
mode en de handel in snuiftabak nam daardoor gewel
dig toe.
RONGEN
jikend aan Holland
k breede rivieren
g door oneinding
bland gaan,.
|is met ongineel maar we konden het niet helpen,
jl gedicht van Hendrik Marsman ons weer te bin-
it toen we op een zonnige middag in juli aan de
n de Rijn zaten. Bij Amerongen waren we met
overgevaren en zaten we heerlijk een kop
n wat fris te drinken, terwijl we genoten van het
de Amerongse berg in de verte, het hellende
|d tussen bos en rivier, de uiterwaarden en de rivier
n zelf.
fi rivier geeft rust en verveelt niet. De binnenvaart
en, de plezierjachtjes, de vogels en het steeds
jderende licht, üren kun je er doorbrengen en dan
fthet nog niet eens over de vele malen dat de rivier
ji haar oevers treedt.
)j en mysterieus.
Ihet leven aan en op de rivier niet alleen uit roman-
1 natuur bestaat wisten we natuurlijk wel, maar op
toie middag vergeet je dat graag eens. Om weer
it beide benen op de grond te komen, reden we
3 Lekdijk naar de sluizen, waar de kinderen vol
jstellmg het proces van schutten volgden. Je kunt
heel goed bekijken, er staan bankjes en
sbakken en het ziet er keurig uit. De stuwen, die
jaar eveneens bevinden, zijn ook te bezichtigen
pen moeten daartoe een afspraak maken,
wijl we de laatste boten door de sluisdeuren zagen
lijnen, was ook een einde gekomen aan dit mid-
IAmerongen. Ik beperk me echter niet tot het slot
let uitstapje, maar zal bij het begin beginnen,
lerongen is een regelmatig gebouwd dorp met een
>che dorpskern om de Andrieskerk. een gotisch
n uit de veertiende eeuw. Toren en kerk zijn in de
maanden op geregelde tijden opengesteld ter
Jitiging.
pdorp telt 6700 inwoners en is een lust voor het
il groen, ook lekkere oude bomen en met stra-
e wat hellen, zodat het dorp er een beetje apart
t. De Amerongse Berg is het hoogste punt in de
cie Utrecht (69 meter). Het uitgestrekte bosgebied
I toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Aan de
■ïjde van het dorp bevinden zich de uitgestrekte
Maarden langs de Rijn.
"5 werd uit strategische overwegingen aan het