40-jaar christelijk onderwijs in Leusden Verantwoordelijkheid voor onderwijs ligt bij het team' Inspraak en democratisering waren mooi maar j, e werkten voor het bestuur wel vertragend" R )ogerbrugge, voorzitter van het jarige protestants-christelijk onderwijs: id-voorzitter van de PCO Swank maakte grote veranderingen mee: J (VOENSDAG 27 SEPTEMBER 1989 UIIIIIMIIMMMMMIMMMMIMMIIIIIII III III Mill llllll Mil III IIIIIIMIIMMIMIMMMMMIIMIM III Mil Mil Mil III Mil llll IIMIIMIMIIIMMIIMIMI III Mill lllllll Mil llllllllll III MMIMMIIMIIMIMMIMIIIIIIIlllll lllll llll Illlllllllll lllllllll III llllll lUUIUIIUIIIIIIIIII III III III11II11UUIUUIUUIUUIIIIIIIIII III Mill llllll Mill UUIUUIIIIIIII Ulllllllll llllllll III Mill III Mill lUUUUUIUUUIIIII UIIUUIIIIUUIUUIUUIUUIUUIUUIUUIUIIIIUIIIUUIIIIIIIIIIUUIIIIIIIIIIIIJJ door Marianne de Valck Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs PCO) viert aanstaande vrijdag haar veertig-jarig bestaan n Leasden. De vereniging werd opgericht als "Vereniging ot stichting en instandhouding van scholen met de bijbel t Leasden'. De bedoeling van het gekozen bestuur, be- taande uit zeven mensen van verschillende gezindten, was om zo snel mogelijk een Christelijke Nationaal School te openen. Twee jaar later kon de eerste christelijke school in Leusden beginnen aan de Ooievaarshorsterweg. Sindsdien veranderde de naam van de vereniging in de Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs te Leusden, en verhuisde de eerste pc-school naar de over kant van de Amhemseweg. Er kwamen vier protestants- christelijke scholen in Leasden-Centrum bij, die op hun beurt in die tijd allemaal minstens eenmaal van naam veranderden. Actueel bleef de discussie over de identiteit. Hoe protestants-christelijk mag en wil het PCO in Leusden zijn? Twee van de negen voorzitters, die de vereniging in de veertig jaar van haar bestaan leidden, vertellen op deze pagina in twee interviews over 'hun tijd'. De heer J. Swank, voorzitter in de periode van opbouw, van 1974 tot 1979 en de heer A. Hoogerbrugge, voorzitter vanaf oktober 1988. iiiiiiiiiiiuuuiuuiiuuuuiiuiiuiiuiiiiiiiuiiiiuiiiiuiuiuiiiiuiuiuuiuiuiuuiuiuiiiiuiiuiiuiuuuuuuiuiiuiiuiuuuiuiiuiiuiuuuiuuuuuiiuiuuuuuuuiuuiuuiiuiuuuiuuuiiuiiuiiuuuiuuuuiuuiuiuuiiuuiuuiuuiuiuuiuiuiiiuiuiiuuiuiiuuuuuiiuiuiuuuuuuimuuuuiuuuuuiiuiiiuiiuiuiiuiuu lEN - De heer A. Hoogerbrugge (42) nam een jaar gele- le vooizittersfunctie bij het PCO over van de heer J.H. idy. Sybrandy volgde Swank op als direkteur van de '0 Leusderweg. In tegenstelling tot zijn twee voorgangers Hoogerbrugge in het dagelijkse leven niets met onderwijs :en. Zijn functie lijkt alles te maken te hebben met de visie op de functie van een schoolbestuur. Hoogerbrug- een manager met inzicht in organisatiestructuren. Drie leden kwam hij in Leusden wonen en werd hij al snel lid Ie oudercommissie op de school waarop zijn kinderen Een jaar vervulde hij de functie van 'ouder-commissa- iat betekende dat hij als lid van de oudercommissie be- ergaderingen bijwoonde. „Ik betitelde de ouder-com- als een bijzonder soort postbode. Hij brengt de bood- ipen over van de OR naar het bestuur en omgekeerd. Met erschil dat deze postbode uitstekend weet wat er in de loppes zit." ettemin zegt Hoogerbrugge verbaasd te zijn geweest toen gevraagd werd om Sybrandy op te volgen. Maar zijn ek' aan affiniteit met het onderwijs past in zijn visie op de van het bestuur en het team. „Het onderwijs is voor de [esionals." zegt hij „Een bestuur bestaat tegenwoordig niet -tuit een aantal heren met grote sigaren. Een bestuur heeft \l ïwoordig een toegevoegde waarde gekregen, het moet len dienen als klankbord door verantwoording te dragen besluiten. Op die functie moet zij en niet de directeuren, lesproken worden." huidige bestuur telt dertien waaronder een jurist, een s, een administratief mede een commercieel man en ld uit het onderwijs. De on- jskennis domineert niet. Hoo- ugge: „Maar dat wil niet zeg- at we ons helemaal niet bezig sn met inhoudelijke zaken van iderwijs. Ik kan mij herinne- it bijvoorbeeld bij de samen- Dgvan het schoolwerkplan het iur ls opgetreden als een soort sator, waardoor de verschil- benaderingen getoetst wer- ima' TIG taak van het bestuur veran- loodgedwongen, mede door enemende invloed van 'Den Neem nu de formatiebud- Opnieuw zo'n voorschrift 'oor bestuur en teams met el- afspraken moeten maken het verdelen van de taken. Ook het hoofd van een school wordt steeds meer manager. De hoofdonderwijzer wordt tegen woordig niet voor niets directeur genoemd. Een goede bedrijfsvoe ring wordt steeds belangrijker. Ze ker voor een organisatie waarin vijf eenheden moeten functioneren, ie der op zijn eigen wijze en met een eigen problematiek." „We dienen steeds planmatiger te werk te gaan. Het is mijn streven om structuren te bedenken, die lange tijd meekunnen. Waarmee we bijvoorbeeld de regelgeving vanuit Den Haag kunnen opvangen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat we de formatiebudgetten in de nabije toekomst over de vijf scho len gaan verdelen, met als gevolg dat wanneer de ene school moet inkrimpen en een andere mag uit breiden, de formatieplaatsen gelijk kunnen blijven. Door onderlinge uitwisseling van leerkrachten zou den we zo groei en terugloop kun nen opvangen." Daarmee zijn we ongemerkt op de grenzen van de problematiek gekomen. Hoogerbrugge: „We hanteren de grenzen nog steeds als uitgangspunt. We moeten wel. Maar aan de vrijheid van school keuze hechten we ook. Vandaar dat ouders die hun kinderen beslist op een andere school willen heb ben dan de school waarop ze zijn aangewezen, tegenwoordig hier toe een verzoek kunnen indienen bij het bestuur." OPTIMAAL „Het bestuur houdt zich de laat ste tijd intensief bezig met het ef- fectiviteitsvraagstuk. We bekijken de interne sterkte binnen de orga nisatie van zowel bestuur als de scholen. We willen er naar streven de aanwezige krachten zo optimaal mogelijk te gebruiken. Dat heeft alles te maken met een goede in formatie-verspreiding. Wie moet wat en wanneer weten? Op school en in het bestuur werken veel vrij willigers. Het is zaak om de be schikbare tijd van deze mensen zo efficient mogelijk in te delen. We moeten bijvoorbeeld proberen te voorkomen dat één onderwerp in verschillende lagen van de organi satie en soms niet op het juiste ni veau, beproken worden. Geen dis cussies dus in het bestuur, die in een ouderraad thuishoren en an dersom." Het bestuur als samensteller van de organisatiestructuur, treedt stu rend op waardoor er beleid ge voerd kan worden. Het schoolteam past in die visie als de operationele teams, die uitvoering geven aan het beleid, vanuit een erkende des kundigheid en gegeven verant woordelijkheid. Een heel verschil met de tijd van Swank vindt ook de heer Hoogerbrugge. „Tegenwoor dig is het heel gebruikelijk dat het team of de directeuren ons als be stuur van bepaalde kennis voorziet. Wij realiseren ons heel goed dat een bestuur steeds wisselt, terwijl de teams op onze scholen de laat ste jaren juist redelijk stabiel zijn gebleven. Je kunt bestuurstaken PCO-voorzitter Hoogerbrugge: „Wanneer we moeten kiezen tussen de kwaliteit van het onderwijs of de vorm, wil ik voor het onderwijs kiezen. nog zo zorgvuldig overdragen, veel kennis gaat toch verloren." BENADERING Daarmee is overigens met ge zegd dat het tegenwoordige be stuur zich alles laat voorzeggen. Hoogerbrugge: „Er blijft vaak een verschil in taal en benadering tus sen de directeuren en bestuur, met als gevolg regelmatig verhitte dis cussies. Het bestuur moet daarbij goed luisteren en tot een zelfstandi ge conclusie te komen. In het be stuur moet nu eenmaal een aantal beslissingen worden genomen. Be slissingen waar we de verantwoor ding voor dragen en waar we op aangesproken kunnen worden." Eén van de onlangs gevoerde discussies ging wederom over de christelijke identiteit en de gevol gen daarvan voor het aanstellings- beleid. Opnieuw stond de vraag centraal of men moest afzien bij een eventuele sollicitatieprocedu re van de beste kandidaat, wan neer die kandidaat geen christelij ke levensovertuiging had of uit wenste te dragen. „We hebben besloten de voor waarden te laten zoals ze waren. Daarbij beseffend dat de aandui ding 'NH" achter een naam mets zegt over hoe actief iemand zijn geloof wenst uit te dragen en of die wijze overeenkomt met wat wij zou den willen." Dezelfde voorwaarde wordt ove rigens aan de bestuursleden al eni ge tijd niet meer gesteld. In het bestuur zit bijvoorbeeld een aantal katholieken en mensen die het christelijk onderwijs vanuit een an dere visie ondersteunen. „Het aan bod van nieuwe bestuursleden is nu eenmaal niet groot. We moesten concessies doen op dit punt om de goede mensen te krijgen die we hard nodig hadden. We hebben ons overigens voorgenomen in de nabije toekomst weer wat strin genter met de voorwaarden om te springen. Overigens ben ik van mening dat het een poging waard is om vanuit verschillende richtin gen naar elkaar toe te groeien. We moeten er niet van uitgaan dat we onze kinderen een bepaalde keuze opleggen. We moeten onze kinde ren erop voorbereiden dat zij later zelf een weloverwogen keuze kun nen maken." INFORMATIE MAATSCHAPPIJ „We leven tegenwoordig in een informatiemaatschappij. Het is mijns inziens belangrijk aan onze kinderen informatie te geven waar mee ze leren omgaan. Daar hoort wat mij betreft ook aandacht voor oosterse godsdiensten bij. Ik denk niet dat we het nog mee maken dat algemeen geloofsonderricht een onderdeel zal zijn van ons onder wijs. En toch is dat volgens mij de richting die we uitmoeten." Dat mag gerust een opvallende mening genoemd worden, zeker gelet op het feit dat landelijk steeds harder wordt geroepen om een christelij ke school toch in de eerste en liefst enige plaats voor christelijke kin deren te laten zijn. Geluiden, die eerder verwijzen naar de oude hokjes dan naar een algemene ver broedering. Geluiden die ook zijn vernomen uit de mond van de spre ker die aanstaande zaterdag de ju bileumbijeenkomst van het PCO Leusden zal toespreken. „Ik ben geen voorstander geweest van die keuze," geeft de huidige voorzitter toe. „Alleen al zakelijk gezien zul len we moeten komen tot vormen van samenwerking. We zullen steeds weer moeten kiezen of voor het onderwijs of voor de vorm. Ik kies dan voor het onderwijs. Maar dan is een andere situatie. Voorlo pig hebben we het PCO-dogma gehandhaafd. Aan de leerling en zijn of haar ouder stellen we geen eis, behalve de voorwaarde van het zich houden aan de regels van het huis. Bij de leerkracht blijven we een christelijke geloofsovertuiging eisen en binnen het bestuur laten we verschillende geloofsrichtin gen functioneren waarbij we een voorkeur houden voor mensen met een christelijke geloofsovertui ging." De huidige problemen hebben volgens de voorzitter in de eerste plaats met communicatie en struc turen te maken. Problemen die vol gens hem met een goede organi satie op te lossen zijn. De meeste recente ontwikkelingen zorgden voor huisvestingsproblemen als gevolg van de groei van de Holm, de Groenhorst en de Vallei. Proble men rond dalende leerlingenaan tallen lijken voorlopig geweken. Op de Brink stabiliseert het aantal, op de Loysterhoek groeit het aantal leerlingen. „We beschikken daar bij niet over nauwkeurige plannin gen. Wanneer je een planning ziet van bijvoorbeeld de Gereformeer de Basisschool zie je dat precies is af te lezen hoeveel leerlingen in de komende jaren te verwachten zijn. Bij het PCO is dit niet het geval. Wij IDEN - J. Swank is een onderwijsman in harten nieren. Ooit nnen als onderwijzer, beeindigde hij vorig jaar zijn loop als directeur van de MAVO aan de Leusderweg. Dat ndigd' is overigens wel relatief, want nog steeds is hij 1 op talrijke terreinen die met het onderwijs of het geloof te Bn hebben. Om zijn bestuursfunctie in het de christelijke tand CNV naar behoren te kunnen vervullen, nam hij aan ilnd van de jaren zeventig afscheid als voorzitter van de niging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de ïl in Leusden. Hij was voorzitter geworden uit betrokken bij de school waarop zijn kinderen zaten. In die tijd groeide ereniging van een kleine dorpsclubje met de verantwoor- kheid voor één school, naar een bestuurlijke organisatie scholen gevestigd zowel in het vertrouwde 'dorp' Leus- Zuid als in het uit de grond gestampte Leusden-Centrum zijn stadse allures. 1974 stond het bestuur boven drie scholen. Eén in Leusden (toen nog basisschool Loysden, met kleuterschool De Uge Hoek, tegenwoordig samen basisschool de Loysder pk) en twee in Leusden-Centrum, namelijk terschool De Springplank en basisschool de Hamersveld, begin tachtiger jaren basisschool de Brink zou worden en ter- en basisschool Groenhorst. De oude adel had nooit ien en nog minder willen, dromen dat er zoveel christelijke tien in Leusden zouden komen. Zolang ze konden hebben zij al hun niet geringe middelen bijzonder onderwijs in het ad waar zij bij betrokken waren, tegengehouden. sgin toank over de begintijd: „Lang I tot oprichting van de vereni- besloten werd is er aantoon- behoefte geweest aan lelijk onderwijs in Leusbroek, lenwoordige Leusden-Zuid. ïusbroek stond de hervormde In tegenstelling tot de katho- kerk heeft de hervormde nooit scholen opgericht. De 'ttmg van christelijke scholen altijd voor uit particulier ini- Ook ui Leusden. Maar we !n hier lang onder de druk 'et grootgrondbezit. De toen malige burgemeester, Kareltje de Beaufort, vond dat het openbaar onderwijs alle ruimte bood voor individuele invulling. Juffrouw Van de Boom, de 'adehjke' dame die op landgoed de Boom woonde, was jarenlang de grote animator van de 'Zondagsche school.' Zij schafte daarvoor alJe benodigdheden aan. Wie christelijk onderricht wilde, kon bij haar terrecht. Het werk van juffrouw Van de Boom, is historisch gezien zeker medebepalend ge weest voor het lange wachten op een eigen vereniging." Eén van de oprichters van de vereniging, de heer H. de Wild, laat zich in een artikel in de jubileum krant van 1974 over de start in be dekte termen uit. Toch is het met moeilijk voor te stellen hoe de dis cussies in Leusbroek toen hoog opliepen. Enerzijds was er de be hoefte aan 'eigen' onderwijs, an derzijds was er de druk van de 'adel', die feitelijk mets meer in de melk te brokkelen had. En dan was er nog het probleem van het enige schoolgebouw in de gemeente: De openbare school aan de Ooien- vaarshorst waar bijna alle kinderen heengingen, op een paar princi- piëlen na die naar Amersfoort uit weken. OPRICHTING Zodra de koppen geteld waren, bleek een behoorlijk aantal men sen de oprichting van een christe lijke school mogelijk te willen ma ken door om te beginnen een vere niging op te richten. Nadat de Staatscourant de vereniging er kend had en het vereiste aantal kinderen was toegezegd, kon de gemeente om medewerking ge vraagd worden bij het zoeken van een geschikte ruimte. Zoals De Wild het formuleerde in de jubi leumkrant: „Na veel moeilijkhe den, vaak van financiële aard, kon de vereniging, opgericht in 1949, op 31 oktober 1951 in twee lokalen aan de Oooievaarshorsterweg de school onder veel belangstelling openen..." Aan de Ooievaarshor sterweg, in twee lokalen. Dat bete kende dat de andere twee lokalen in gebruik bleven van de openbare school, die door de komst van het christelijk onderwijs gehalveerd werd! De Ooievaarshorsterweg, gelegen aan de overkant van de bebouwing, met als gevolg dat bij na iedere moeder de kinderen kwam brengen. Een voorstelling van hoe de scheiding der geesten zich daar op het beboste school plein voltrok is makkelijk te maken en blijft intrigeren. Oud-voorzitter Swank van de jubilerende PCO: Wanneer het aanmel- dingsbeleid zoals het nu is wordt losgelaten, zou dit het einde van het protestants-christelijk onderwijs zijn. NIEUWBOUW De eerste uitbreiding van Leusden betrof Leusden-Zuid. De toenmalige PCO-voorzitter, de heer J Schneider, over deze perio de in de jubileumkrant: „Tot de zestiger jaren waren in Leusden de invloeden van buitenaf relatief jfioin en incidenteel, zodat er nau welijks iets veranderde. Daarom was de eerste uitbreiding een enorme aanslag op de eigen iden titeit van de gemeente en haar in woners. Men was er niet op voor bereid. Ook binnen de vereniging sloegen de golven hoog. Mutaties in het bestuur, nieuwe werkmetho den, invoering van de nieuwe Psalmberijming, aanvang ouder participatie en de slogan 'de school terug naar de ouders"' De school aan de Ooievaarshorst werd snel te klein. Het betrekken van de eerste nieuwbouwschool in wat nu Leusden-Zuid heet, bleek noodzakelijk om de groeiende stroom leerlingen op te kunnen vangen. In de eerste nieuwbouw van Leusden-Zuid kwamen vooral mensen uit de buurt wonen. Dat veranderde met de tweede bouw- golf. In Leusden-Centrum werden aan het begin van de zeventiger jaren de plannen gerealiseerd. Schneider: „Het gevolg van deze tweede uitbreiding was dat een niet te verwaarlozen gedeelte van de autochtone bevolking inmiddels had afgehaakt. Binnen de school vereniging is in deze periode veel tijd en energie besteed aan het in standhouden van de relatie met de verschillende groepen en modali teiten." VERANDERINGEN Swank: „In het begin was de taak van het bestuur in traditionele zin heel eenvoudig: Zorg dat er een school is. Zorg dat er personeel is en zorg dat de boel financieel loopt. De directeur van de school was de dobber waarop het geheel dreef. Was de directeur goed, dan was de school goed en had het bestuur weinig te doen. Zodra het aantal scholen groter werd ging dit over het hoofd van de directeur heen. Dat was een taak van het bestuur. De oprichters van de eer ste scholen hebben nooit gedacht eens bestuurders te moeten zijn van een organisatie waarbinnen meerdere scholen waren samen gebracht. Het waren getrouwe en enthousiaste mensen, maar niet al tijd even proffessioneel. Daarbij speelden allerlei nevenfactoren een rol, zoals bijvoorbeeld de an dere mentaliteit van de nieuwe be woners, de situering van de nieuwe scholen en de nieuw aan te trekken leerkrachten. Het was toen heel belangrijk om de basis te leggen voor de grondslag van de scholen: Hoe hou je ze christelijk?" „Een ander bestuur, met mensen die aan de nieuwe eisen konden voldoen, moest aantreden. Dit nieu we bestuur heeft een aantal princi piële zaken vastgesteld die tot de dag van vandaag gelden. Zoals dat men aan de ouders en kinderen geen voorwaarden stelt om onze school te bezoeken, wat betreft geloofsbeleving. Wel dient men zich aan te passen aan de regels van het huis. Daarentegen wordt van de leerkrachten meer ge vraagd. Zij dienen achter de begin selen van het christelijk onderwijs te staan en deze ook uit te dragen. Het risico van verwatering is aan wezig. Maar onze eisen aan leer krachten wegen zwaar." Swank kreeg in zijn tijd nadrukkelijk te maken met de gevolgen van deze uitgangspunten. VERANDERINGEN Swank: „In mijn tijd als voorzitter veranderde het bestuur in meer dan één opzicht." Daarmee doelde Swank bijvoorbeeld op het aantre den van de eerste twee vrouwen in het bestuur. „Gelijk twee, zodat ze zich niet alleen hoefden te voelen. Niet zozeer uit emancipatorische overwegingen, maar meer omdat wij hechtten aan de inbreng van moeders. Het bestuur kreeg in de eerste plaats te maken met in spraak van de ouders." hebben geen nauw omschreven, vaste, achterban. Onze binding met onze doelgroep is niet van dien aard dat we nauwkeurige ver wachtingen kunnen hebben." De eisen die tegenwoordig aan een schoolbestuur worden gesteld zijn niet te vergelijken met die van een schoolbestuur pakweg veertig jaar geleden, dat voornamelijk voor één schooltje werkte. Hooger brugge: „Het is eigenlijk te gek dat de bestuurlijke taak op een derge lijke amateuristische wijze moet gebeuren. Iedereen is vrijwilliger. We hebben weinig faciliteiten en weinig tijd. We zetten ons in maar het is soms pijnlijk te moeten con stateren dat onze mogelijkheden wat betreft tijd, inzet en specifieke deskundigheid ook maar beperkt zijn. Het is toch eigenlijk onverant woord om de organisatie van vijf scholen in de avonduren te moeten regelen. Ik vind dat de overheid faciliteiten moet bieden als werk gever en aan werkgevers om men sen in de gelegenheid te stellen dit soort zware bestuursfuncties naar behoren te vervullen. Bijvoorbeeld door middel van het aanbieden van compensatie in tijd." De voornaamste vrees van de voorzitter is de groeiende druk. „Door de maatregelen uit Den Haag komt de identiteit van ieder van onze scholen afzonderlijk steeds zwaarder en steeds op nieuw onder druk te staan. Bijvoor beeld door het eerder genoemde formatiebeleid waardoor directeu ren in mindere mate dan tot nu toe gebruikelijk is zouden kunnen be slissen welke teamleden op zijn school werken. Of door opgelegde besluiten in verband met dislokatie waarbij de identiteit en werkwijze op een school wordt aangetast door de noodzaak een aantal loka len m een andere school onder te brengen. Waarbij als gevolg van Haagse voorschriften, bestuurlijke verantwoordelijkheden tegenover verantwoordelijkheden van de di recteuren zouden kunnen komen te staan, in plaats van in eikaars verlengde te liggen." Het schoolbestuur bestond en bestaat uit leden van de vereniging voor Protestants Christelijk Onder wijs. Van deze vereniging kan ie dereen die zich betrokken voelt bij het PCO lid worden. Daarvoor dienden zij de grondslag van de vereniging te onderschrijven. Bin nen de scholen werden vanaf de jaren zestig ouderraden en later medezeggenschapsraden geko zen. In deze raden kunnen ouders zitten die de beginselen van de vereniging accepteren. Ze hoeven ze niet persé te onderschrijven. Men stelt immers geen voorwaar den aan de ouders. Een afgevaar digde van bijvoorbeeld de Ouder raad had automatisch zitting in het bestuur, waarmee wel de vragen rond meuwe bestuurlijke verant woordelijkheden voor het op scheppen kwamen te liggen. Swank: „De inspraak en het demo cratiseringsproces hadden voor de ouders wel fijne gevolgen, maar ze waren voor het bestuur ook sterk vertragend." ONDERWIJS Swank: „In het schoolbestuur kwamen mensen te zitten die zich in het dagelijkse leven op de een of andere manier ook met onderwijs bezig hielden. Iemand die op het bureau voor Pedagogische Studiën werkte, bijvoorbeeld en een psy choloog van de Rijksuniversiteit van Utrecht. Het had tot gevolg dat we in toenemende mate de be hoefte voelden om inhoudelijk be zig te gaan met het onderwijs. Daar was echter onder druk van de ver schillende nieuwbouwplannen nauwelijks tijd voor. Ik heb er toen stevig voor gepleit om een ambte lijk secretaris aan te stellen, die werd ingehuurd voor zeg alle praktische akefietjes. De ambtelijk secretaris is er gekomen. Zij het met moeite want intern bleef menig oud bestuurslid van mening dat de liefde voor het christelijk onderwijs met volledige en vrijwillige inzet betaald moest worden. Het letter lijk betalen van de ambtelijke se cretaris vond men maar niets. Maar we kregen daardoor eindelijk weer tijd om ons bezig te houden met het stimuleren van het onder wijs op onze scholen." Dan rijst wel de vraag njst of het bestuur zich daarbij met teveel op het ter- vervolg op pagina 11

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1989 | | pagina 9