o Wormser: Krijgsgevangene van Japan
eusdense oud-journalist (82) schreef een boek over oorlogsherinneringen aan een loodmijn
„Als wij elkaar tegenkwamen in de gangen vroegen
ij naar de 'voetbaluitslagen'. Op die vraag kregen we
ntwoord over de militaire vorderingen in Europa".
Huizinga had gelijk. Nu is de tijd pas rijp voor mijn boek".
Overal was er licht vuur tijdens de landing op Java, met
itzondenng van één zwaar vuur: Dat was ik, met achttien man'
Solidariteitswinkel
Keet van 1600
kilo omgegooid
Waterlooloop
WOENSDAG 4 OKTOBER 1989
plaatselijk nieuws
11
Morgen vindt in het Polman's Huis in Utrecht namens de
nitgeverij J. H. Kok de presentatie plaats van het boek „De
nacht van de rijzende zon" (Een Hollands krijgsgevangene
in Japan), geschreven door plaatsgenoot J. A. Wormser.
„De nacht van de rijzende zon" is het aangrijpende
verhaal van de schrijver zelf, die in 1942 als krijgsgevan
gene door de Japanners naar een loodmijn werd gedepor
teerd. Dankzij een sterk geloof in de goede afloop van de
oorlog slaagde Wormser er in de drie verschrikkelijke
jaren in deze Japanse mijn te doorstaan. De auteur was in
de vooroorlogse jaren journalist in het destijds nog zo
geheten Nederlands Indië. Na de oorlog werd hij in Indo
nesië uitgever van enkele dagbladen en was hij zakelijk
beheerder van een aantal drukkerijen. In 1957 keerde hij
naar zijn geboorteland terug. Hij vestigde zich daarna voor
een groot aantal jaren in Zwitserland nabij Lugano. Sinds
december 1988 zijn Jo Wormser en zijn echtegenote inwo
ners van Leusden.
Aalt Dale zocht Wormser op in zijn sfeervolle woning op
de Dorser en luisterde met stijgend respect naar het bewo
gen levensverhaal van een nog vitale tachtiger.
(door Aat Daale)
jEUSDEN In 1965 besloot de oud-journalist J. A. Wormser
voor zijn vrienden) het verhaal van zijn oorlogservaringen
lens de Japanse bezetting van Indonesië aan het papier toe te
itrouwen. Hij koos daarvoor de verteltrant in de derde per-
on en een aantal zijn sfeerbeelden en flashbacks. Ook het
>py end (het weerzien van zijn drie kinderen) liet hij weg.
hoofdthema bleef voor hem de drie slavenjaren als krijgs-
vangene in Japan. Om die reden gaf hij zijn boek uit 1965 de
1 „Lood voor de vloot van de keizer" mee.
RGEANT
'en goede vriend van Jo Worm-
de auteur Leonard Huizinga,
het manuscript en vónd het een
verhaal. Maar Huizinga zei:
dat boek moet je 25 jaar
Jiten. Nu is er geen interesse
want in Nederland is men nog
teel bezig met zijn eigen oor-
mangheid." Jo Wormser vertelt
mij in zijn gezellige huis op de
ser, waar hij samen met zijn
aw best naar de zin heeft.Hui-
fa heeft het precies gezien toen,
it nu is de tijd pas rijp voor mijn
ik".
let boek komt nu uit onder de
,De nacht van de rijzende zon",
denkelijk wat meer zal aan-
eken dan het „lood voor de
Divan de keizer". Toch blijft dit
letterlijk en figuurlijk het
urst wegen in het boek, dat
rgtn in Utrecht officieel ten
>p ivordt gehouden. Het lood,
mn de sergeant Wormser als
gsgevangene m een Japnase
Japanse missie toeliet, die alles kon
fotograferen tot zelfs het centrale
vliegveld van Bandoeng. Die Jap
pen wisten alles. Wij hadden zelf
een groot gebouw en een gedeelte
daarvan werd verhuurd aan een
Japanse kapper. Toen de Japan
ners ons overvielen was die kap
per vertrokken. Hij bleek later een
kolonel te zijn! De Japanse soldaten
die ons in 1942 overvielen wisten
precies waar ze zaten."
Sergeant 2e klas J. A. Wormser
zat op Midden-Java in stelling nabij
de Borobudur, toen de Japanners
aan de zuidkust verschenen. Op
Java heeft de oorlog maar goed een
week geduurd. Toen was het „Hol
landse leger" verslagen. De heer
Wormser vertelt van een militair
blad, dat hij onlangs las, waarin tot
zijn grote verbazing het verhaal van
de Japanse aanval op zijn stelling
werd beschreven. Het was het ver
haal van.de Japanse militairen zelf.
„Overal was er licht vuur tijdens de
Oud-joumalist Jo Wormser (82): „Er was voor iedereen een rantsoen, maarniet voor de mensen die niet werkten.
Die kregen niets.
OPTIMISTEN
tonnen heeft opgeveegd en
word. Drie jaar lang. Hoe kan
i mens dat eigenlijk volhouden?
ïmser lacht fijntjes als we hem
i vraag stellen. Het antwoord kan
worden gegeven, want de
orden daarvoor ontbreken.
)e als journalist in Nederlands
begonnen Wormser raakt
h wel op zijn praatstoel. Het is
delijk dat hij het verhaal over
boze herinneringen best nog
keer kwijt wil. Wie zelf de oor
sjaren bewust heeft meege-
ikt, kan daarvoor alle begrip
stengen.
ben op 1 september 1939 de
eede Wereldoorlog uitbrak
lesten de militairen in Indonesië
sn nog Nederlands Indië) ook
tden gemobiliseerd. J. A.
ïmser was daar één van. Hij had
landing op Java, met één uitzonde
ring van zwaar vuur: Dat was ik met
achttien man!"
KRIJGSGEVANGENE
De Nederlandse militairen wer
den door de Japanners naar een
centrale plaats gebracht. „De was
meteen krijgsgevangene," aldus
Wormser. „We hebben eerst in
Soerabaja gezeten. Met zo'n 7000
man van alle mogelijke wapens
kwamen we daar op de jaarmarkt.
Er werd een hek omheen gezet en
we moesten alle mogelijke rot-
werkjes doen. Zo moesten we op
het vliegveld alle rommel met de
handen opruimen. We stonden de
hele dag met enkel een broekje
aan in de gloeiende zon. De Euro
peanen moesten voor de ogen van
de Indonesiërs vernederd worden.
Maar die Indonesiërs hielpen ons.
Er waren jongetjes die door de go-
Hollandse militairen met kale kop
pen. Voor mijzelf was dat met eens
de grootste schrik want ik had in
die jaren al niet meer zoveel haar.
We wisten niet waar we naar toe
gingen. Er was iets vaags over Brits
Indië maar dat kon niet. Daar zaten
de Engelsen. Op een mooie och
tend werden we met duizend man
naar Singapore gebracht. Daar
kwamen we bij Engelsen terecht
en we hadden het goed. Engelsen
hadden er een handje van om al die
Jappen buiten te houden. Dat was
knap. Dat konden alleen de Engel
sen, de Pucca Sahib, wat „de grote
Engelse meneer" betekent. Een
maand lang hebben wij toen geen
Jap gezien."
RUST
De rust duurde maar vier weken.
Weliswaar ontbrak in Singapore
zout maar „dat haalden we uit de
nacht gingen we op open wagen
tjes met een treintje van 40 km de
bergen in. Op een gegeven mo
ment stonden we m die nacht op
een plein. Er kwam een Japanse
officier op ons toe. Die wees naar
een berg met een klein lichtje bo
venop en zei „that is your home".
We moesten 400 meter in de
sneeuw naar boven lopen. Op onze
De heer Wormser behoorde tot
die optimisten. In krijgsgevangen
schap had hij intussen al het vrese
lijke nieuws vernomen dat zijn
vrouw op straat was vermoord. Hoe
zou het gaan met zijn drie kinderen,
op dat moment acht, vier en twee
maanden oud? Een dochter, de
oudste en twee zoontjes. Hoe hield
men het uit? De vraag is weer terug.
Wormser weet het antwoord nu
wel. „De stemming in die mijn was
vooral in het begin erg moeilijk.
We zaten met zestien man in één
hok. Het stonk erg, maar stank
geeft warmte. Er waren ruzies en er
was herrie. De eerste tijd was er
infectie van ik weet niet eens meer
wat. De doktoren stonden te la
chen. Bij mij - ik had zó'n arm -
worden geduwd. „Voor een krijgs
gevangene was het heel gemakke
lijk om zo'n vent een duw te geven."
Weer zo'n opmerking „even ter
loops". De koffie dreigt nu hele
maal koud te worden. Mevrouw
Wormser komt met verse koffie.
Met een lekker koekje. Want we
leven hier m het land van de koek
trommeltjes met voor ieder één
koekje. Gezellig. Het kopje koffie
hoort er ook helemaal bij. Wie
geen thee of koffie aanbiedt weet
niet hoe het hier hoort. In Neder
land dus. Maar we zijn met ons
verhaal nog steeds in Japan. In de
jaren 1942-1945. In een loodmijn
ergens hoog in een verlaten we
reld. Wat voor werk moet Jo Worm
ser precies doen in die loodmijn?
Het antwoord komt snel en gede
gen. „Ik zal het u vertellen. In zo'n
mijn - er zijn daar hele kathedralen
- ligt gruis. Het eerste wat wij kre
gen was een carbidlampje. Dat kon
je opblazen, dan kreeg je een lange
sliert - waar we ook de luizen mee
uit onze houten barak brandden -
en dat werd opgehangen aan een
stalen spriet. Dan kreeg je een
bakje, dat van voren open was. Je
kreeg ook een soort hark en dan
moest dat gruis erin. Dan optillen
naar het karretje totdat dat vol was.
Dan had je een ton, 1000 kilo dus.
Dat karretje duwde je weg en je
kiepte de inhoud vanzelf in één van
die gaten in de gang. We deden
zeven ton per dag per man. Een
horloge had ik op een gegeven
moment niet meer. Dat had ik voor
een paar broodjes verkocht. Dat
hinderde niet want je had geen en
kel begrip van tijd. Waar je je her
sens mee bezig moest houden was
onbeschrijvelijk. Maar ja, ik bleef
optimist. Ik had aspiraties om ho
gerop te gaan. Ik wilde met de boor
gaan werken. Zo'n boor hield je
vast zoals hier een stratenboor. Met
zo'n boor ging de tijd sneller voor
bij. Dan dééd je weer wat. Je
maakte een gat en soms moest je
de electrische leidingen weer re
pareren. Dat was gevaarlijk werk.
Als je wegging bleven er grote
blokken liggen. Aan het einde van
de dag boorde daar de ploegbaas
gaten in. Daar gingen vuurkoorden
en een detonator in. Wij moesten
ergens gaan staan waar we zeker
wisten dat er niets van boven
kwam. Dan knalden die ladingen
kapot en lag de hele zaal weer vol
gruis voor de volgende ploeg."
BOREN
Weer even pauze. „U moet maar
vragen, hoor!" Wat voor vragen zou
ik hebben over iets wat ons alle
maal maar verbijstert? Ik kan im
mers alleen maar luisteren. Mijn
gesprekspartner begrijpt dat. „Op
een gegeven moment gingen de
jonge Japanners weg, want die
moesten naar het front. Zo kwam ik
aan een boor van 80 kilo te werken.
Die moest je zo op je nek meene
men. Ik woog maar 52 kilo.Met
die boor moest je zes gaten boren
en vier meter diep. Wij Nederlan
ders stelden voor er vijf gaten van
te maken. Dat deden we en de
Japanners konden we overtuigen.
Op den duur regeerden wij eigen
lijk de mijn. Er kwamen nieuwe
mannen om te krabben. Dat waren
Japanse meneren, die vrijgeloot
waren van militaire dienst, bankdi
recteuren, kappers, van alles. Die
ren, maar in wezen was het allang
mis in Japan. In de mijn had men dat
al in de gaten. De krijgsgevange
nen kregen eindelijk uitzicht op
betere tijden, maar het bleef bij
geruchten. Toch was er een moge
lijkheid om het nieuws uit Europa te
vernemen. „Dominee" Wormser
(„wij hadden een klein bijbeltje,
waarvan wij gebruik maakten om
te preken, dat wil zeggen twee an
deren en ik") zag de hoop gloren.
Hoe kwam uiteindelijk de bevrij
ding van de Hollanders in deze
mijn tot stand? Journalist/mijnwer-
ker/dominee Wormser vertelt het
als een vreugdevolle herinnering.
„Wij hadden in de mijn ene Alit, dat
was een grote held. Die wist op een
bepaalde manier een krant te krij
gen. Alit was een Indische jongen,
een echte smokkelaar. Wij hadden
ook een beroepsvaandng bij ons
met een geweldig goed hoofd. Die
heeft met behulp van een woorden
boekje en een bijbeltje in Japans,
Engels en Nederlands Japans ge
leerd. Daardoor kon hij die Japanse
kranten lezen. Zo hoorden wij van
de verovering van Sicilië. Als wij
elkaar in de gangen tegenkwamen
vroegen wij naar de „voetbaluitsla
gen". Op die vraag kregen wij ant
woord over de militaire vorderin
gen in Europa."
De vindingrijkheid was groot en
zodoende slaagden de handige
Nederlanders erin om het lot
steeds meer in eigen handen te
krijgen. Het geluk hadden zij in
zekere zin ook aan hun zijde, want
de Japanse tolk, die in de mijn
dienst deed, had alles wel degelijk
in de gaten. Hij verraadde de zaak
met omdat hij wist dat de oorlog in
een nederlaag voor Japan zou aflo
pen. Na de bevrijding hebben de
Nederlanders deze moedige tolk
een vrijgeleide kunnen geven, zo
dat hij niet werd opgehangen. Die
bevrijding was voor de mensen,
die drie jaar onder barre omstan
digheden in de loodmijn als slaven
hadden moeten werken, een enor
me belevenis. Wormser daarover:
„Op een middag kwam het bericht
dat de Japanners hadden gecapi
tuleerd. Na een paar dagen vloog
er een bommenwerper boven ons,
die allerlei lekkers neerwierp. De
tweede keer waren wij doodsbe
nauwd dat we dat op ons hoofd
zouden knjgen in die smalle ravijn.
Pas na drie weken konden we weg.
De Japanners zagen ons huilend
weggaan. Zij dachten dat we goede
vnenden waren geworden. Op
nieuw gingen wij met dat kleine
spoortje mee. Het was een heerlij
ke zomerdag toen we in een lu
xueuze trein klommen. We moes
ten opnieuw leren ons neus te snui
ten en niet meer zo maar onze peu
ken weg te smijten. In Yokohama
werden we met daverende muziek
ontvangen. Daar stonden kerels
van twee meter vijftig met zilveren
helmen op, die „California here we
come" bliezen. Dat zal ik nooit meer
vergeten. We vlogen naar Manilla,
waar we met 9000 man op het
66ste(!) Replacement Camp te
rechtkwamen."
KINDEREN
Wormser was bevrijd, maar hoe
verder? Zijn vrouw was overleden
en hij wist niet waar zijn kinderen
waren. Waren ze nog in leven? Wat
was er met de krantengebouwen in
met de tragiek dat er voor sommi
ge mensen geen post bleek te zijn
en geadresseerden niet meer leef
den. Op die merkwaardige reis
vond Wormser zijn kinderen weer
terug. Het staat niet in zijn boek
maar het was natuurlijk een gewel
dige belevenis. Zij waren intussen
4, 8 en 12 jaar oud. Zusters van zijn
overleden vrouw hadden de kinde
ren onder hun hoede genomen.
De grote optimist Wormser, in-
hart en ziel eigenlijk een zaken
man, begon een nieuw leven in In
donesië. Hij slaagde enn de twee
gebouwen van zijn kranten (De Lo
comotief in Semarang en de Prean-
ger Bode, Algemeen Indisch Dag
blad) in Bandoeng weer bedrijfs
klaar te maken. Hij erfde die kran
tengebouwen van zijn vader, die
oorspronkelijk als rechter naar In
donesië was gegaan en later de
journalistiek ging bedrijven. De
zoon nam alles na de oorlog over,
gaf er een andere richting aan en
had de wind in de zeilen. Wormser
had op een gegeven moment zeven
drukkerijen met 1600 man perso
neel. Geen wonder dat hij op die
tijd heel tevreden terugblikt. Hij
vond in Indonesië een nieuwe le
vensgezellin en stuurde zijn drie
kinderen in 1946 naar Nederland
waar ze in Den Haag werden opge
voed door de moeder van zijn
tweede vrouw.
In 1957 besloot Wormser naar
Nederland terug te keren. Het getij
was voor hem wat aan het keren en
financieel was het hem zo goed
voor de wind gegaan dat hij zich in
zijn verdere leven wel zou kunnen
redden. In het zo altijd wat regen
achtige Nederland hield het echt
paar het niet goed uit. Zij zochten
een plek die hen aan hun woon
plaats in Indonesië deed herinne
ren. Na lang zoeken werd die plek
gevonden in de buurt van het zonni
ge Lugano in Zuid-Zwitserland
waar de natuur gelijkenis vertoont
met het tropische landschap op
Java. Niet minder dan 32 jaar ver
toefde het echtpaar in het „ouder
wetse" Zwitserland. Nu zijn de twee
oudere mensen eindelijk in hun ge
boorteland terug. In Leusden wo
nen zij redelijk naar hun zin, al zal
wellicht de herfst met zijn mis
troostige dagen niet geheel aan
hun wensen beantwoorden.
Het is later geworden dat wij
dachten. Maar de tijd vliegt immers
voorbij als er boeiend wordt ver
teld. De koffie is weer koud gewor
den maar een klein glaasje Agua
de Fuego brengt de gezelligheid
weer helemaal op peil Jo Wormser
zit er lachend en vitaal bij. Zijn ge
zondheid heeft hem enkele jaren
geleden wat m de steek gelaten
maar nu is de 82-jarige weer de
praatlustige levensgenieter van
weleer.
Ik durf hem toch nog één vraag
te stellen. „Droomt u nog weieens
van die mijn?" De heer Wormser is
niet verrast maar geeft zelf geen
antwoord. Naast hem zit zijn vrouw
veelbetekenend te knikken. Woor
den zijn verder overbodig.
Morgen verschijnt het boek,
waarin hij zijn wrange herinnerin
gen op een wat omfloerste manier
heeft beschreven, de hoofdper
soon lijkt een ander, ene Adams.
Maar de werkelijke hoofdpersoon
versleten oude schoenen. Dat wa
ren afschuwelijke momenten."
LOODMIJN
Wormser zwijgt even. Hij is de
koffie vergeten en drinkt een klem
hadden ze het liefst een poot willen
afzetten. Het had te maken met een
soort loodvergiftiging. Wij hadden
de steun van twee flinke kerels uit
ons eigen commando: Theurusse
en Semmeling, twee hele grote
mannen. Als een Japanner ze een
klap wilde geven moest hij bij die
kerels waren doodsbenauwd, net
zo bang als wij toen wij de mijn voor
het eerst binnenkwamen. Die lui
hebben wij op onze beurt geterro
riseerd. Wij regelden de gang van
zaken."
BEVRIJD
Drie jaar gingen voorbij. Het
werd 1945. Wij in Europa werden
bevrijd maar in Japan was de oor
log nog gaande. De bom op Hiros
hima, aldus de heer Wormser, was
nodig voor de keizer en de officie
Bandoeng en Soerabaja gebeurd?
Het verhaal van zijn terugkeer op
Japan is eigenlijk weer een heel
verhaal apart. De twee gebouwen
bleken in slechte staat te zijn, maar
dat was een zaak die niet direct aan
de orde was. Hoe kon hij zijn kinde
ren terugvinden? Vanuit Singapore
keerde Jo Wormser met drie plun-
jezakken vol post voor Java naar
zijn eiland terug. Hij had de op
dracht aangenomen op Java al die
poststukken op de juiste plaats te
brengen. Geen geringe opdracht,
temeer omdat het gepaard ging
is Wormser zelf. Hij nodigt ons uit
nog even naar zijn bureau te komen
waar zijn tasje ligt met het met de
hand geschreven tekst: „Do not
destroy please - Family letters, fo
to's J. A. Wormser 162107 1st sergt.
D. E. Indies Army Res. Java".
In het tasje zitten de tekeningen
die hij zelf met kunstzinnige hand
heeft gemaakt. Tekeningen van ta
ferelen uit de mijn. Er valt een stilte
als we naar de beelden kijken.
Geen wonder, want - ik zei het al
aan het begin - hiervoor zijn geen
woorden te vinden.
fang van sergeant 2e klas. Dat
ekende drie weken opkomen
een week terug in de maat-
aPpij. Aanvankelijk stelde de
büisatie m Indië niet veel voor,
stad (Bandoeng) werd zoge
nd bewaakt door de stads-
cht. „Dat waren directeuren", al-
Wormser, maar toen het er
op aan kwam, waren ze no-
Bre.
fij hier in Nederland hebben er
fazen geen idee van hoe men in
eerste oorlogsjaren in Indone-
leefde. De Hollandse kolonie
5 zeer begaan met het lot van de
in Nederland en er werden
inzamelingen gehouden om
Jet ware ons leed hier te ver
ben. Toch zagen mensen als
J|Jtser wel degelijk donkere
pen aan de horizon. De horizon
|e richting Japan. „Wij zagen de
wel aankomen," vertelt de
"faspraakt verhalende g ast-
waarom was het zo dom dat
in die eerste jaren nog een
ten kropen en ons (gratis) ijsjes en
pisangen brachten."
Het kardinale moment van het
krijgsgevangenschap van Worm
ser brak daarna aan. De Japanners
hadden er de lucht van gekregen
dat sergeant Wormser en zijn
hoofdredacteur uit het burgerbe
staan (de man was reserve-kapi
tein) journalisten waren. Die kon
den ze goed gebruiken in dienst
van de Japanse inlichtingendienst,
de Domei. Wormser en zijn redac
teur van de krant overlegden met
elkaar. Maar hun antwoord stond
vast. Zij deden het met. Een staaltje
karaktervastheid, waarvoor op
deze plaats denkbeeldig de pet
mag worden afgenomen.
Wormser vertelt het terloops,
maar het was wel de inleiding van
drie barre jaren. „Ik kreeg meteen
een rode band om m'n arm en zat
op het eerste transport naar Japan.
Dat was in oktober 1942. We wer
den eerst naar Batavia gebracht.
We schrokken erg want daar zaten
zee". Weer zo'n terloops gemaakte
opmerking, alsof dat van geen be
tekenis was. Op een dag werden
de Hollanders toch „ingeladen".
Op het mooiste schip van de Japan
se koopvaardij. „We zaten op open
dekken. Dat was wel leuk, zolang
het nog in de tropen was. Maar we
voeren naar Japan en daar was het
winter. Dat was toen rond Sin
terklaas. Onderweg hebben we
toch nog Engelse uniformen gekre
gen. Die waren waarschijnlijk al m
Europa tegen de Italianen gebruikt
en zeer waarschijnlijk ook tegen de
kakkerlakken in Singapore. Er za
ten zulke gaten in! In Japan werden
we op de kade uitgelaten en ston
den we de hele dag in de sneeuw
storm. Ze bleven ons steeds maar
tellen. Die Japanners kunnen na
melijk met goed tellen. Toen zijn
we met een prachtige luxueuze
trein met lekker eten aan boord
naar het hoogste punt van Japan
gegaan. Daar stonden we diep in
de sneeuw. Middenin de vries-
slokje. Buiten schijnt mild de zon en
het leven lijkt goed. Het trieste ver
haal wordt vervolgd. „We kwamen
bij een grote barak en kregen een
goede maaltijd. We dachten, dat is
goed, maar daarna begon het met
een mis te gaan. Er was namelijk
voor iedereen een rantsoen maar
niet voor de mensen die niet
werken. Die kregen niks."
Op dat moment begon voor Jo
Wormser een drietal jaar in een
Japanse loodmijn, onvoorstelbaar
ver weg van huis en van alles wat
hoop kon bieden. Geen kranten,
geen radio, geen enkel bericht, al
leen die bergen rondom en de mijn
met zijn lood, dat moest worden
gedolven. 300 man waren het. Een
kwart van hen kwam nooit meer
terug. Zij bezweken onder de on
draaglijke last van een wreed
noodlot. Alleen optimisten, de ka
raktervasten en de echte moedi
gen overleefden het. Dat waren
qua uiterlijk vaak juist niet degenen
die als helden oogden.
kerels heel hoog reiken. Toen dat
werd geprobeerd stond het hele
kamp te honen. Die Japannertjes
hebben het daarna nooit meer ge
probeerd. Maar wat de stemming
betreft: al die ruzies verdwenen en
daarna bleef er een voortreffelijke
stemming tot het einde toe. Dat is
ons behoud geweest."
DOODSBANG
Japanners. Het woord komt
steeds terug, soms als ,Jap" om
minachting uit te drukken voor de
mannetjes die op sommige mo
menten zelf doodsbang werden.
De heer Wormser vertelt van de
dienstdoende Japanse soldaten die
bij de wacht iedereen afranselde,
al was het maar voor het smokke
len van een klein stukje brood. Die
zelfde mannetjes waren te bang om
met de Hollanders mee in de mijn
te gaan. Ze liepen dan het risico om
als het ware achteloos zo maar
■wen in een gat van 40 meter diep te
LEUSDEN/ACHTERVELD - Zo
wel in Leusden als in Achterveld
zal de Solidariteitswinkel aan
dacht besteden aan de aktieweek
"Honger hoeft niet'. In Achterveld
kan men op zaterdagochtend 7
oktober bij bakker H. Schouten
gratis koffie proeven. In deze
winkel is sinds de aktieweek van
vorig jaar koffie te koop onder
het keurmerk van Max Havelaar.
In de bibliotheek Nieuw Langen-
beek aan de Hamersveldseweg
kan men in de week van 9 tot 16
oktober een boterham beleggen
met produkten uit de Derde We
reld. Op zaterdag 11 november zal
het 10-jarig bestaan van de Solida
riteitswinkel worden gevierd. In
lichtingen over de aktieweek:
943882 of 03425 - 2170.
LEUSDEN - Op de Eijsinkplaats is
het afgelopen weekeinde een aan
tal krachtpatsers bezig geweest.
Eeen bouwkeet met een gewicht
van 1600 kilo, die in de grond ver
ankerd was, werd met vereende
krachten omgegooid. In de keet
van de firma Heijligers lagen bus
sen verf en stukken glas. De verf
liep uit de bussen op de straat. De
vandalen hebben hun krachtoer
uitgehaald tussen vrijdag 18.00 uur
en zondagochtend 9.00 uur. De
schade is 10.000,--.
LEUSDEN - Atletiekvereniging
Triatlon organiseert voor zaterdag
7 oktober voor de vijfde maal de
Waterlooloop. Deelnemers kunnen
kiezen uit 5 afstanden: 1, 2.5, 5, 12,5
en 25 kilometer. De start van de 1
kilometer tnmloop is om 13.00 uur.
Om 13.15 uur starten de lopers voor
de 2,5 en 5 kilometerloop. Dne
kwartier later, om 14.00 uur gaan de
deelnemers aan de 12,5 en 25 kilo
meter tnmloop en de 25 kilometer
wegwedstrijd van start. Het par
cours is in De Treek. De start is bij
scholengemeenschap Don Bosco,
Dodeweg 6 in Leusden. Inschrij
ving is tot een half uur voor de start
mogelijk.