o Wormser: Krijgsgevangene van Japan eusdense oud-journalist (82) schreef een boek over oorlogsherinneringen aan een loodmijn „Als wij elkaar tegenkwamen in de gangen vroegen ij naar de 'voetbaluitslagen'. Op die vraag kregen we ntwoord over de militaire vorderingen in Europa". Huizinga had gelijk. Nu is de tijd pas rijp voor mijn boek". Overal was er licht vuur tijdens de landing op Java, met itzondenng van één zwaar vuur: Dat was ik, met achttien man' Solidariteitswinkel Keet van 1600 kilo omgegooid Waterlooloop WOENSDAG 4 OKTOBER 1989 plaatselijk nieuws 11 Morgen vindt in het Polman's Huis in Utrecht namens de nitgeverij J. H. Kok de presentatie plaats van het boek „De nacht van de rijzende zon" (Een Hollands krijgsgevangene in Japan), geschreven door plaatsgenoot J. A. Wormser. „De nacht van de rijzende zon" is het aangrijpende verhaal van de schrijver zelf, die in 1942 als krijgsgevan gene door de Japanners naar een loodmijn werd gedepor teerd. Dankzij een sterk geloof in de goede afloop van de oorlog slaagde Wormser er in de drie verschrikkelijke jaren in deze Japanse mijn te doorstaan. De auteur was in de vooroorlogse jaren journalist in het destijds nog zo geheten Nederlands Indië. Na de oorlog werd hij in Indo nesië uitgever van enkele dagbladen en was hij zakelijk beheerder van een aantal drukkerijen. In 1957 keerde hij naar zijn geboorteland terug. Hij vestigde zich daarna voor een groot aantal jaren in Zwitserland nabij Lugano. Sinds december 1988 zijn Jo Wormser en zijn echtegenote inwo ners van Leusden. Aalt Dale zocht Wormser op in zijn sfeervolle woning op de Dorser en luisterde met stijgend respect naar het bewo gen levensverhaal van een nog vitale tachtiger. (door Aat Daale) jEUSDEN In 1965 besloot de oud-journalist J. A. Wormser voor zijn vrienden) het verhaal van zijn oorlogservaringen lens de Japanse bezetting van Indonesië aan het papier toe te itrouwen. Hij koos daarvoor de verteltrant in de derde per- on en een aantal zijn sfeerbeelden en flashbacks. Ook het >py end (het weerzien van zijn drie kinderen) liet hij weg. hoofdthema bleef voor hem de drie slavenjaren als krijgs- vangene in Japan. Om die reden gaf hij zijn boek uit 1965 de 1 „Lood voor de vloot van de keizer" mee. RGEANT 'en goede vriend van Jo Worm- de auteur Leonard Huizinga, het manuscript en vónd het een verhaal. Maar Huizinga zei: dat boek moet je 25 jaar Jiten. Nu is er geen interesse want in Nederland is men nog teel bezig met zijn eigen oor- mangheid." Jo Wormser vertelt mij in zijn gezellige huis op de ser, waar hij samen met zijn aw best naar de zin heeft.Hui- fa heeft het precies gezien toen, it nu is de tijd pas rijp voor mijn ik". let boek komt nu uit onder de ,De nacht van de rijzende zon", denkelijk wat meer zal aan- eken dan het „lood voor de Divan de keizer". Toch blijft dit letterlijk en figuurlijk het urst wegen in het boek, dat rgtn in Utrecht officieel ten >p ivordt gehouden. Het lood, mn de sergeant Wormser als gsgevangene m een Japnase Japanse missie toeliet, die alles kon fotograferen tot zelfs het centrale vliegveld van Bandoeng. Die Jap pen wisten alles. Wij hadden zelf een groot gebouw en een gedeelte daarvan werd verhuurd aan een Japanse kapper. Toen de Japan ners ons overvielen was die kap per vertrokken. Hij bleek later een kolonel te zijn! De Japanse soldaten die ons in 1942 overvielen wisten precies waar ze zaten." Sergeant 2e klas J. A. Wormser zat op Midden-Java in stelling nabij de Borobudur, toen de Japanners aan de zuidkust verschenen. Op Java heeft de oorlog maar goed een week geduurd. Toen was het „Hol landse leger" verslagen. De heer Wormser vertelt van een militair blad, dat hij onlangs las, waarin tot zijn grote verbazing het verhaal van de Japanse aanval op zijn stelling werd beschreven. Het was het ver haal van.de Japanse militairen zelf. „Overal was er licht vuur tijdens de Oud-joumalist Jo Wormser (82): „Er was voor iedereen een rantsoen, maarniet voor de mensen die niet werkten. Die kregen niets. OPTIMISTEN tonnen heeft opgeveegd en word. Drie jaar lang. Hoe kan i mens dat eigenlijk volhouden? ïmser lacht fijntjes als we hem i vraag stellen. Het antwoord kan worden gegeven, want de orden daarvoor ontbreken. )e als journalist in Nederlands begonnen Wormser raakt h wel op zijn praatstoel. Het is delijk dat hij het verhaal over boze herinneringen best nog keer kwijt wil. Wie zelf de oor sjaren bewust heeft meege- ikt, kan daarvoor alle begrip stengen. ben op 1 september 1939 de eede Wereldoorlog uitbrak lesten de militairen in Indonesië sn nog Nederlands Indië) ook tden gemobiliseerd. J. A. ïmser was daar één van. Hij had landing op Java, met één uitzonde ring van zwaar vuur: Dat was ik met achttien man!" KRIJGSGEVANGENE De Nederlandse militairen wer den door de Japanners naar een centrale plaats gebracht. „De was meteen krijgsgevangene," aldus Wormser. „We hebben eerst in Soerabaja gezeten. Met zo'n 7000 man van alle mogelijke wapens kwamen we daar op de jaarmarkt. Er werd een hek omheen gezet en we moesten alle mogelijke rot- werkjes doen. Zo moesten we op het vliegveld alle rommel met de handen opruimen. We stonden de hele dag met enkel een broekje aan in de gloeiende zon. De Euro peanen moesten voor de ogen van de Indonesiërs vernederd worden. Maar die Indonesiërs hielpen ons. Er waren jongetjes die door de go- Hollandse militairen met kale kop pen. Voor mijzelf was dat met eens de grootste schrik want ik had in die jaren al niet meer zoveel haar. We wisten niet waar we naar toe gingen. Er was iets vaags over Brits Indië maar dat kon niet. Daar zaten de Engelsen. Op een mooie och tend werden we met duizend man naar Singapore gebracht. Daar kwamen we bij Engelsen terecht en we hadden het goed. Engelsen hadden er een handje van om al die Jappen buiten te houden. Dat was knap. Dat konden alleen de Engel sen, de Pucca Sahib, wat „de grote Engelse meneer" betekent. Een maand lang hebben wij toen geen Jap gezien." RUST De rust duurde maar vier weken. Weliswaar ontbrak in Singapore zout maar „dat haalden we uit de nacht gingen we op open wagen tjes met een treintje van 40 km de bergen in. Op een gegeven mo ment stonden we m die nacht op een plein. Er kwam een Japanse officier op ons toe. Die wees naar een berg met een klein lichtje bo venop en zei „that is your home". We moesten 400 meter in de sneeuw naar boven lopen. Op onze De heer Wormser behoorde tot die optimisten. In krijgsgevangen schap had hij intussen al het vrese lijke nieuws vernomen dat zijn vrouw op straat was vermoord. Hoe zou het gaan met zijn drie kinderen, op dat moment acht, vier en twee maanden oud? Een dochter, de oudste en twee zoontjes. Hoe hield men het uit? De vraag is weer terug. Wormser weet het antwoord nu wel. „De stemming in die mijn was vooral in het begin erg moeilijk. We zaten met zestien man in één hok. Het stonk erg, maar stank geeft warmte. Er waren ruzies en er was herrie. De eerste tijd was er infectie van ik weet niet eens meer wat. De doktoren stonden te la chen. Bij mij - ik had zó'n arm - worden geduwd. „Voor een krijgs gevangene was het heel gemakke lijk om zo'n vent een duw te geven." Weer zo'n opmerking „even ter loops". De koffie dreigt nu hele maal koud te worden. Mevrouw Wormser komt met verse koffie. Met een lekker koekje. Want we leven hier m het land van de koek trommeltjes met voor ieder één koekje. Gezellig. Het kopje koffie hoort er ook helemaal bij. Wie geen thee of koffie aanbiedt weet niet hoe het hier hoort. In Neder land dus. Maar we zijn met ons verhaal nog steeds in Japan. In de jaren 1942-1945. In een loodmijn ergens hoog in een verlaten we reld. Wat voor werk moet Jo Worm ser precies doen in die loodmijn? Het antwoord komt snel en gede gen. „Ik zal het u vertellen. In zo'n mijn - er zijn daar hele kathedralen - ligt gruis. Het eerste wat wij kre gen was een carbidlampje. Dat kon je opblazen, dan kreeg je een lange sliert - waar we ook de luizen mee uit onze houten barak brandden - en dat werd opgehangen aan een stalen spriet. Dan kreeg je een bakje, dat van voren open was. Je kreeg ook een soort hark en dan moest dat gruis erin. Dan optillen naar het karretje totdat dat vol was. Dan had je een ton, 1000 kilo dus. Dat karretje duwde je weg en je kiepte de inhoud vanzelf in één van die gaten in de gang. We deden zeven ton per dag per man. Een horloge had ik op een gegeven moment niet meer. Dat had ik voor een paar broodjes verkocht. Dat hinderde niet want je had geen en kel begrip van tijd. Waar je je her sens mee bezig moest houden was onbeschrijvelijk. Maar ja, ik bleef optimist. Ik had aspiraties om ho gerop te gaan. Ik wilde met de boor gaan werken. Zo'n boor hield je vast zoals hier een stratenboor. Met zo'n boor ging de tijd sneller voor bij. Dan dééd je weer wat. Je maakte een gat en soms moest je de electrische leidingen weer re pareren. Dat was gevaarlijk werk. Als je wegging bleven er grote blokken liggen. Aan het einde van de dag boorde daar de ploegbaas gaten in. Daar gingen vuurkoorden en een detonator in. Wij moesten ergens gaan staan waar we zeker wisten dat er niets van boven kwam. Dan knalden die ladingen kapot en lag de hele zaal weer vol gruis voor de volgende ploeg." BOREN Weer even pauze. „U moet maar vragen, hoor!" Wat voor vragen zou ik hebben over iets wat ons alle maal maar verbijstert? Ik kan im mers alleen maar luisteren. Mijn gesprekspartner begrijpt dat. „Op een gegeven moment gingen de jonge Japanners weg, want die moesten naar het front. Zo kwam ik aan een boor van 80 kilo te werken. Die moest je zo op je nek meene men. Ik woog maar 52 kilo.Met die boor moest je zes gaten boren en vier meter diep. Wij Nederlan ders stelden voor er vijf gaten van te maken. Dat deden we en de Japanners konden we overtuigen. Op den duur regeerden wij eigen lijk de mijn. Er kwamen nieuwe mannen om te krabben. Dat waren Japanse meneren, die vrijgeloot waren van militaire dienst, bankdi recteuren, kappers, van alles. Die ren, maar in wezen was het allang mis in Japan. In de mijn had men dat al in de gaten. De krijgsgevange nen kregen eindelijk uitzicht op betere tijden, maar het bleef bij geruchten. Toch was er een moge lijkheid om het nieuws uit Europa te vernemen. „Dominee" Wormser („wij hadden een klein bijbeltje, waarvan wij gebruik maakten om te preken, dat wil zeggen twee an deren en ik") zag de hoop gloren. Hoe kwam uiteindelijk de bevrij ding van de Hollanders in deze mijn tot stand? Journalist/mijnwer- ker/dominee Wormser vertelt het als een vreugdevolle herinnering. „Wij hadden in de mijn ene Alit, dat was een grote held. Die wist op een bepaalde manier een krant te krij gen. Alit was een Indische jongen, een echte smokkelaar. Wij hadden ook een beroepsvaandng bij ons met een geweldig goed hoofd. Die heeft met behulp van een woorden boekje en een bijbeltje in Japans, Engels en Nederlands Japans ge leerd. Daardoor kon hij die Japanse kranten lezen. Zo hoorden wij van de verovering van Sicilië. Als wij elkaar in de gangen tegenkwamen vroegen wij naar de „voetbaluitsla gen". Op die vraag kregen wij ant woord over de militaire vorderin gen in Europa." De vindingrijkheid was groot en zodoende slaagden de handige Nederlanders erin om het lot steeds meer in eigen handen te krijgen. Het geluk hadden zij in zekere zin ook aan hun zijde, want de Japanse tolk, die in de mijn dienst deed, had alles wel degelijk in de gaten. Hij verraadde de zaak met omdat hij wist dat de oorlog in een nederlaag voor Japan zou aflo pen. Na de bevrijding hebben de Nederlanders deze moedige tolk een vrijgeleide kunnen geven, zo dat hij niet werd opgehangen. Die bevrijding was voor de mensen, die drie jaar onder barre omstan digheden in de loodmijn als slaven hadden moeten werken, een enor me belevenis. Wormser daarover: „Op een middag kwam het bericht dat de Japanners hadden gecapi tuleerd. Na een paar dagen vloog er een bommenwerper boven ons, die allerlei lekkers neerwierp. De tweede keer waren wij doodsbe nauwd dat we dat op ons hoofd zouden knjgen in die smalle ravijn. Pas na drie weken konden we weg. De Japanners zagen ons huilend weggaan. Zij dachten dat we goede vnenden waren geworden. Op nieuw gingen wij met dat kleine spoortje mee. Het was een heerlij ke zomerdag toen we in een lu xueuze trein klommen. We moes ten opnieuw leren ons neus te snui ten en niet meer zo maar onze peu ken weg te smijten. In Yokohama werden we met daverende muziek ontvangen. Daar stonden kerels van twee meter vijftig met zilveren helmen op, die „California here we come" bliezen. Dat zal ik nooit meer vergeten. We vlogen naar Manilla, waar we met 9000 man op het 66ste(!) Replacement Camp te rechtkwamen." KINDEREN Wormser was bevrijd, maar hoe verder? Zijn vrouw was overleden en hij wist niet waar zijn kinderen waren. Waren ze nog in leven? Wat was er met de krantengebouwen in met de tragiek dat er voor sommi ge mensen geen post bleek te zijn en geadresseerden niet meer leef den. Op die merkwaardige reis vond Wormser zijn kinderen weer terug. Het staat niet in zijn boek maar het was natuurlijk een gewel dige belevenis. Zij waren intussen 4, 8 en 12 jaar oud. Zusters van zijn overleden vrouw hadden de kinde ren onder hun hoede genomen. De grote optimist Wormser, in- hart en ziel eigenlijk een zaken man, begon een nieuw leven in In donesië. Hij slaagde enn de twee gebouwen van zijn kranten (De Lo comotief in Semarang en de Prean- ger Bode, Algemeen Indisch Dag blad) in Bandoeng weer bedrijfs klaar te maken. Hij erfde die kran tengebouwen van zijn vader, die oorspronkelijk als rechter naar In donesië was gegaan en later de journalistiek ging bedrijven. De zoon nam alles na de oorlog over, gaf er een andere richting aan en had de wind in de zeilen. Wormser had op een gegeven moment zeven drukkerijen met 1600 man perso neel. Geen wonder dat hij op die tijd heel tevreden terugblikt. Hij vond in Indonesië een nieuwe le vensgezellin en stuurde zijn drie kinderen in 1946 naar Nederland waar ze in Den Haag werden opge voed door de moeder van zijn tweede vrouw. In 1957 besloot Wormser naar Nederland terug te keren. Het getij was voor hem wat aan het keren en financieel was het hem zo goed voor de wind gegaan dat hij zich in zijn verdere leven wel zou kunnen redden. In het zo altijd wat regen achtige Nederland hield het echt paar het niet goed uit. Zij zochten een plek die hen aan hun woon plaats in Indonesië deed herinne ren. Na lang zoeken werd die plek gevonden in de buurt van het zonni ge Lugano in Zuid-Zwitserland waar de natuur gelijkenis vertoont met het tropische landschap op Java. Niet minder dan 32 jaar ver toefde het echtpaar in het „ouder wetse" Zwitserland. Nu zijn de twee oudere mensen eindelijk in hun ge boorteland terug. In Leusden wo nen zij redelijk naar hun zin, al zal wellicht de herfst met zijn mis troostige dagen niet geheel aan hun wensen beantwoorden. Het is later geworden dat wij dachten. Maar de tijd vliegt immers voorbij als er boeiend wordt ver teld. De koffie is weer koud gewor den maar een klein glaasje Agua de Fuego brengt de gezelligheid weer helemaal op peil Jo Wormser zit er lachend en vitaal bij. Zijn ge zondheid heeft hem enkele jaren geleden wat m de steek gelaten maar nu is de 82-jarige weer de praatlustige levensgenieter van weleer. Ik durf hem toch nog één vraag te stellen. „Droomt u nog weieens van die mijn?" De heer Wormser is niet verrast maar geeft zelf geen antwoord. Naast hem zit zijn vrouw veelbetekenend te knikken. Woor den zijn verder overbodig. Morgen verschijnt het boek, waarin hij zijn wrange herinnerin gen op een wat omfloerste manier heeft beschreven, de hoofdper soon lijkt een ander, ene Adams. Maar de werkelijke hoofdpersoon versleten oude schoenen. Dat wa ren afschuwelijke momenten." LOODMIJN Wormser zwijgt even. Hij is de koffie vergeten en drinkt een klem hadden ze het liefst een poot willen afzetten. Het had te maken met een soort loodvergiftiging. Wij hadden de steun van twee flinke kerels uit ons eigen commando: Theurusse en Semmeling, twee hele grote mannen. Als een Japanner ze een klap wilde geven moest hij bij die kerels waren doodsbenauwd, net zo bang als wij toen wij de mijn voor het eerst binnenkwamen. Die lui hebben wij op onze beurt geterro riseerd. Wij regelden de gang van zaken." BEVRIJD Drie jaar gingen voorbij. Het werd 1945. Wij in Europa werden bevrijd maar in Japan was de oor log nog gaande. De bom op Hiros hima, aldus de heer Wormser, was nodig voor de keizer en de officie Bandoeng en Soerabaja gebeurd? Het verhaal van zijn terugkeer op Japan is eigenlijk weer een heel verhaal apart. De twee gebouwen bleken in slechte staat te zijn, maar dat was een zaak die niet direct aan de orde was. Hoe kon hij zijn kinde ren terugvinden? Vanuit Singapore keerde Jo Wormser met drie plun- jezakken vol post voor Java naar zijn eiland terug. Hij had de op dracht aangenomen op Java al die poststukken op de juiste plaats te brengen. Geen geringe opdracht, temeer omdat het gepaard ging is Wormser zelf. Hij nodigt ons uit nog even naar zijn bureau te komen waar zijn tasje ligt met het met de hand geschreven tekst: „Do not destroy please - Family letters, fo to's J. A. Wormser 162107 1st sergt. D. E. Indies Army Res. Java". In het tasje zitten de tekeningen die hij zelf met kunstzinnige hand heeft gemaakt. Tekeningen van ta ferelen uit de mijn. Er valt een stilte als we naar de beelden kijken. Geen wonder, want - ik zei het al aan het begin - hiervoor zijn geen woorden te vinden. fang van sergeant 2e klas. Dat ekende drie weken opkomen een week terug in de maat- aPpij. Aanvankelijk stelde de büisatie m Indië niet veel voor, stad (Bandoeng) werd zoge nd bewaakt door de stads- cht. „Dat waren directeuren", al- Wormser, maar toen het er op aan kwam, waren ze no- Bre. fij hier in Nederland hebben er fazen geen idee van hoe men in eerste oorlogsjaren in Indone- leefde. De Hollandse kolonie 5 zeer begaan met het lot van de in Nederland en er werden inzamelingen gehouden om Jet ware ons leed hier te ver ben. Toch zagen mensen als J|Jtser wel degelijk donkere pen aan de horizon. De horizon |e richting Japan. „Wij zagen de wel aankomen," vertelt de "faspraakt verhalende g ast- waarom was het zo dom dat in die eerste jaren nog een ten kropen en ons (gratis) ijsjes en pisangen brachten." Het kardinale moment van het krijgsgevangenschap van Worm ser brak daarna aan. De Japanners hadden er de lucht van gekregen dat sergeant Wormser en zijn hoofdredacteur uit het burgerbe staan (de man was reserve-kapi tein) journalisten waren. Die kon den ze goed gebruiken in dienst van de Japanse inlichtingendienst, de Domei. Wormser en zijn redac teur van de krant overlegden met elkaar. Maar hun antwoord stond vast. Zij deden het met. Een staaltje karaktervastheid, waarvoor op deze plaats denkbeeldig de pet mag worden afgenomen. Wormser vertelt het terloops, maar het was wel de inleiding van drie barre jaren. „Ik kreeg meteen een rode band om m'n arm en zat op het eerste transport naar Japan. Dat was in oktober 1942. We wer den eerst naar Batavia gebracht. We schrokken erg want daar zaten zee". Weer zo'n terloops gemaakte opmerking, alsof dat van geen be tekenis was. Op een dag werden de Hollanders toch „ingeladen". Op het mooiste schip van de Japan se koopvaardij. „We zaten op open dekken. Dat was wel leuk, zolang het nog in de tropen was. Maar we voeren naar Japan en daar was het winter. Dat was toen rond Sin terklaas. Onderweg hebben we toch nog Engelse uniformen gekre gen. Die waren waarschijnlijk al m Europa tegen de Italianen gebruikt en zeer waarschijnlijk ook tegen de kakkerlakken in Singapore. Er za ten zulke gaten in! In Japan werden we op de kade uitgelaten en ston den we de hele dag in de sneeuw storm. Ze bleven ons steeds maar tellen. Die Japanners kunnen na melijk met goed tellen. Toen zijn we met een prachtige luxueuze trein met lekker eten aan boord naar het hoogste punt van Japan gegaan. Daar stonden we diep in de sneeuw. Middenin de vries- slokje. Buiten schijnt mild de zon en het leven lijkt goed. Het trieste ver haal wordt vervolgd. „We kwamen bij een grote barak en kregen een goede maaltijd. We dachten, dat is goed, maar daarna begon het met een mis te gaan. Er was namelijk voor iedereen een rantsoen maar niet voor de mensen die niet werken. Die kregen niks." Op dat moment begon voor Jo Wormser een drietal jaar in een Japanse loodmijn, onvoorstelbaar ver weg van huis en van alles wat hoop kon bieden. Geen kranten, geen radio, geen enkel bericht, al leen die bergen rondom en de mijn met zijn lood, dat moest worden gedolven. 300 man waren het. Een kwart van hen kwam nooit meer terug. Zij bezweken onder de on draaglijke last van een wreed noodlot. Alleen optimisten, de ka raktervasten en de echte moedi gen overleefden het. Dat waren qua uiterlijk vaak juist niet degenen die als helden oogden. kerels heel hoog reiken. Toen dat werd geprobeerd stond het hele kamp te honen. Die Japannertjes hebben het daarna nooit meer ge probeerd. Maar wat de stemming betreft: al die ruzies verdwenen en daarna bleef er een voortreffelijke stemming tot het einde toe. Dat is ons behoud geweest." DOODSBANG Japanners. Het woord komt steeds terug, soms als ,Jap" om minachting uit te drukken voor de mannetjes die op sommige mo menten zelf doodsbang werden. De heer Wormser vertelt van de dienstdoende Japanse soldaten die bij de wacht iedereen afranselde, al was het maar voor het smokke len van een klein stukje brood. Die zelfde mannetjes waren te bang om met de Hollanders mee in de mijn te gaan. Ze liepen dan het risico om als het ware achteloos zo maar ■wen in een gat van 40 meter diep te LEUSDEN/ACHTERVELD - Zo wel in Leusden als in Achterveld zal de Solidariteitswinkel aan dacht besteden aan de aktieweek "Honger hoeft niet'. In Achterveld kan men op zaterdagochtend 7 oktober bij bakker H. Schouten gratis koffie proeven. In deze winkel is sinds de aktieweek van vorig jaar koffie te koop onder het keurmerk van Max Havelaar. In de bibliotheek Nieuw Langen- beek aan de Hamersveldseweg kan men in de week van 9 tot 16 oktober een boterham beleggen met produkten uit de Derde We reld. Op zaterdag 11 november zal het 10-jarig bestaan van de Solida riteitswinkel worden gevierd. In lichtingen over de aktieweek: 943882 of 03425 - 2170. LEUSDEN - Op de Eijsinkplaats is het afgelopen weekeinde een aan tal krachtpatsers bezig geweest. Eeen bouwkeet met een gewicht van 1600 kilo, die in de grond ver ankerd was, werd met vereende krachten omgegooid. In de keet van de firma Heijligers lagen bus sen verf en stukken glas. De verf liep uit de bussen op de straat. De vandalen hebben hun krachtoer uitgehaald tussen vrijdag 18.00 uur en zondagochtend 9.00 uur. De schade is 10.000,--. LEUSDEN - Atletiekvereniging Triatlon organiseert voor zaterdag 7 oktober voor de vijfde maal de Waterlooloop. Deelnemers kunnen kiezen uit 5 afstanden: 1, 2.5, 5, 12,5 en 25 kilometer. De start van de 1 kilometer tnmloop is om 13.00 uur. Om 13.15 uur starten de lopers voor de 2,5 en 5 kilometerloop. Dne kwartier later, om 14.00 uur gaan de deelnemers aan de 12,5 en 25 kilo meter tnmloop en de 25 kilometer wegwedstrijd van start. Het par cours is in De Treek. De start is bij scholengemeenschap Don Bosco, Dodeweg 6 in Leusden. Inschrij ving is tot een half uur voor de start mogelijk.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1989 | | pagina 11