,,'t Leukste was de race naar de garage" ir Cees van Harten (57) nam na 32 jaar afscheid van de brandweer (OENSDAG 22 NOVEMBER 1989 plaatselijk nieuws 15 LEUSDEN De oudste brandweerman in Leusden heeft afge- *n vrijdag afscheid genomen. De oudste man, zowel in ftijd als aktieve brandweeijaren. „Vroeger mocht je er zo ig inblijven als je wilde. We hebben er hier een gehad die s 73. Die moesten we gezamelijk de brandweerwagen indu- Tegenwoordig moet je eruit wanneer je 56 bent. Bij mij .en ze tot en met 56 gerekend. Ik ben blij dat ik het zo lang mogen meemaken. De jaarlijkse gezondheidskeuring is lemvoordig heel pittig. Jongere knapen dan ik hebben daar- inoeten afhaken. Ik ben er tot en met het laatste jaar goed «gekomen." Cees van Harten, een oude Hamersvelder die alleen bij de brandweer voor de brandweer zat, maar istens zo veel uit liefde voor zijn geboortedorp. Marianne de Valck Als kleine jongen keek ik al oeid naar het uitrukken van de ndweer. We hebben ons leven gin de buurt van de brandweer- age gewoond. Wanneer wij huisden, verhuisde de garage s en omgekeerd. Toeval maar is waar." Cees werd geboren en ikte getogen aan de Beaufort- g. Zijn ouders hadden een melk- Ze brachten met paard en gen melk, karnemelk, gortepap, en eieren rond. Eerst in lersfoort, terwijl ze een klein ikeltje in Hamersveld hadden, er werd de melk ook in Hamers- d bezorgd. Cees reed mee. jjn broer nam 'de wijk' in ersfoort over, Cees 'kreeg" sden. met paard en wagen, la- bakfiets, gemotoriseerde bak- s en bestelbus kwam hij bij ie^ re Hamersvelder aan en in huis. brandweergarage was achter toenmalige gemeentehuis. Het «uw waarin nu de judoschool Ju Do gevestigd is. „Achter het sentehuis was een garage. De aarming bestond uit een kolen- ■|Khel die achter een muur stond. Ilde muur was een gat gemaakt, ■Lrvoor normaal gesproken een Hftster zat. Wanneer de garage ■Jwarmd moest worden moest je Dr dat gat kruipen om de kolen- [hel te vullen en aan te krijgen," telt Cees van Harten, ome Cees- voor collega's, met smaak, ater verhuisde de brandweer- age met het gemeentehuis mee de overkant. Achter het te- iwoordige dienstencentrum aan Hamersveldseweg kwam een uwe garage. ,Je mag het geen terne noemen, want we sliepen niet." De sirene was in heel Ha- rsveld te horen. Hamersveld be nd tot aan de zestiger jaren uit meer dan een stukje Zwarte- g, Beaufortweg, Hamersveldse- g en Leusbroekerweg. „Wan- sr de sirene ging, was je er als de pen bij. Mijn broer Jan en twee irrujn ooms waren bij de brand er. Zelfs voordat ik erbij was reten we wie er het eerst bij de age was. Dat is altijd zo geble- lDc was bijna altijd de eerste die kwam." )e sirene was voor het jonge lt zo ongeveer het spannendste in Hamersveld kon gebeuren, ivan 'de apen' wist de knop van sirene in een onbewaakt mo ut te vinden. Het was 1 april. De ffjlligers rukten uit. Grap ge- agd maar de boosdoener dien- zich de hele dag schuil te hou- tin de sloot, want de veldwach- kon de grap niet waarderen, it was een kwaaie in die tijd." tezien zijn belangstelling voor brandweer als kleine en jonge gen is het eigelijk nog verba zend, dat hij zich pas aanmeldde toen hij 24 jaar oud was en inmid dels getrouwd met Alie. In 1957 zei hij tegen de toenmalige comman dant tussen neus en lippen „ook wel eens mee te willen doen." Waarop hij de uitnodiging de eer ste volgende oefening, de volgen de dag bij te wonen. „Ik kreeg een jas en een paar laarzen en daarmee was ik spuitgast." Proefperiodes laat staan een studie waren er toen nog niet bij. „Zoals het toen was zou het tegenwoordig ook niet meer kunnen. Toen hadden we bijna uit sluitend hooibroei of branden en, iedere zondag vaste prik, een hei debrand. Tegenwoordig moet je van alles weten over chemicaliën, reanimatie en bouwtechnische voorzieningen. De hooibroei is door de tegenwoordige blaasin- stallaties zo goed als voorkomen, wat betreft de heide is iedereen een stuk milieubewuster gewor den. „De brandweer was en is mijn grote hobby. De meuwe ontwikke lingen die hard noodzakelijk zijn, laat ik graag over aan de jonge jongens. Ik heb het met plezier ge daan en neem nu met een gerust hart afscheid." Cees van Harten schetst zijn eer ste ervaringen bij de brandweer, 32 jaar geleden, eind vijftiger jaren. „Mijn eerste brand was een bos brand. Het was tegenover Wolfs winkel van de Zandbrinkermolen. We moesten het vuur uitzwepen met brandzwepen. Die gebruiken we trouwens nu nog. We gingen naar de brand op onze oude open wagen. Die gebruiken we nu alleen nog voor bruiloften of recepties. De sirene moesten we met de hand aantrekken, met zo'n touw en daar bij m evenwicht zien te blijven. De meeste middenstanders hoorden bij de brandweer. Het was een ge zellige sfeer. Je had het gevoel dat je iets samen deed voor je eigen dorp. We kregen 2,50 per uur. Na afloop werden we direkt uitbe taald. Dan gingen we naar Tinus van de Pol. Hij had de kan koffie al klaar staan. Na afloop was de 2,50 meestal wel op en niet alleen aan koffie. Ja, Tinus heeft genoten van de branweeroefeningen. Op zondagmiddag was het altijd raak. Heidebrand waarschijnlijk door kwajongens aangestoken. In die tijd gingen we zondagmiddag altijd even liggen. Maar daarvoor zette ik mijn fiets buiten met mijn jas en helm er over heen. Zodra de sirene loeide zat ik op de fiets en was natuurlijk als eerste bij de ga rage. Later kwamen de piepers. Het is een raar gevoel die smds vnjdag niet meer in mijn broekzak te voelen. Het zal ongetwijfeld slij tage van mijn broeken schelen. Wanneer de sirene of de pieper ging liet ik alles in de steek." Met als gevolg een onbeheerde melk- kar midden m het dorp. „Klanten legden dan een briefje neer waar op ze geschreven hadden wat ze hadden gepakt, soms met geld er bij." Op die manier had Cees van Harten de eerste zelfbediening in Leusden. „Iemand waarschuwde dan mijn vrouw en zodra zij kon nam ze de wijk over." Alie van Harten zucht bij de her innering. „Dat zegt hij nou zo mak kelijk, maar ik zat met een paar kleine kinderen. Die moest ik snel bij een van de buren onderbren gen. Ik moest de boel thuis regelen om zo gauw mogelijk bij zijn kar te zijn. Hoe lang hij weg zou blijven was nooit van te voren te zeggen. Mijn kinderen zaten in Amersfoort op school. Cees kon nooit mee naar de ouderavonden. Ik ben wel eens sprekend ervaren vertrouwen. Nee echt ongerust was ze nooit ge weest. Haar man deed wat hij doen moest en wist hoe het gedaan moest worden. Het enige dat hem is overkomen is een gekneusde enkel opgelopen bij een van de heidebranden. „Daarvoor zat ik twee lange weken met mijn voet op een stoel. De eerstvolgende zon dag zag ik de jongens weer uitruk ken. Ze zwaaiden vriendelijk naar me. O, wat was dat een hard ge lach, dat vergeet ik nooit." Een zelfde gevoel beving hem toen jaren later het korps in groe pen werd verdeeld. Tot die tijd kon het voorkomen dat ruim twintig man uitrukten voor een container- De ene herinnering volgt de an dere op. „Het huis van de familie Barten bijvoorbeeld. Op zolder lag de uitzet die klaargemaakt werd voor een komend huwelijk van een van de kinderen. We hebben daar met veel moeite nog wat uitge sleept. Het huis had een rieten dak. We gmgen door het vuur om de bruidschat te redden." Een situatie, nauwelijks nog voor te stellen. „Of aan de Asschatterweg een woon huis. Een ware vuurzee. De vijf dochters stonden in pyama toe te kijken. Alles werkelijk alles ver brand. Wanneer je dan zag hoe de buren elkaar hielpen, dat was hart verwarmend. Voor je het wist was onderdak geregeld en iedereen bang geweest dat ze dachten dat ik geen man had." Haar bezorgdheid blijkt vooral betrekking te hebben op het regelen van de zaken. In haar man's brandweervaardighe den heeft en had ze een als vanzelf- F ouders van Van Harten hadden al een melkwijk. Met paard en wagen werden de zuivelprodukten rondge- '•ht in Amersfoort en Hamersveld. brandje. Daarna had de ene week de ene groep dienst en de andere week groep twee. Met als gevolg dat Cees van Harten soms lijdzaam moest toezien hoe zijn makkers uit de andere groep uitrukten, terwijl hij geacht werd thuis te blijven. HERINNERINGEN Inmiddels was het gezin Van Harten verhuisd naar het huidige woonhuis aan de Zwarteweg. In een schuur achter het huis vond de melkwagen een plaatsje. Dezelfde schuur werd echter opgeëist- door de brandweer. Met als ge volg dat het brandweerterrein sinds die tijd aan de achtertuin van Van Harten grenst. Cees van Har ten was en is een bekend figuur in de Hamersveldse en Leusdense gemeenschap. Praten met hem betekent een vloedgolf oude na men en situaties over je heen krij gen. Hij blijkt haarfijn de ene brand van de andere te kunnen onder scheiden. Anecdotes genoeg. Zo als de assistentie die werd ver leend in Woudenberg. Na het to nen van het vakmanschap ging het lokale koros af, doordat de brand weerauto niet meer wilde starten. Het Korps mocht duwen. De onderlinge sfeer van saamho righeid en het goed op de hoogte zijn van lokale situatie bracht mee dat Cees wist welke persoonlijke ellende bijvoorbeeld een boerde- njbrand kon veroorzaken. Cees van harten werd afgelopen zaterdag bij zijn afscheid door brandweercommandant Blokker gehuldigd voor 32 jaar trouwe dienst. WATER Hoe krijg je het water bij de brand. Dat was zo ongeveer het belangrijkste probleem voor de oude spuitgasten. De tegenwoordi ge brandweerauto's hebben een watertank waardoor ze direkt kun nen beginnen. Vroeger stopte de auto bij het dichtsbijzijnde waterre- sevoir. In veel gevallen 'vennetjes' door de brandweer gegraven. Waterleiding was er niet. In hete zomers stonden de sloten droog. Vanaf de wagen werden de brandslangen meegenomen op de fiets. De slangen werden uitgerold. De spuitgast stapte op zijn fiets te rug naar de wagen. „En dan was het vragen om druk. Aljeblieft snel druk. Zodra de pompen werkten kon je gaan spuiten." Deze proble men zijn tegenwoordig verholpen. Het brandweermaterieel is niet al leen verbeterd, de brandveilige voorzieningen in broerderijen heb ben boederijbranden tot iets bij zonders gemaakt. De brandweer rukt tegenwoordig vooral uit voor schoorsteenbranden, container brandjes en loos alarm In het overzicht van de brand meldingen van de afgelopen vijf jaren valt het gTOte aantal valse meldingen op, steeds afkomstig van een paar instellingen. Instellin gen met brandmelders in de buurt van een broodrooster, een koeke- pan of in een stil hoekje waar ie mand onder de rookmelder een sigaret opsteekt. „Het gevaar met meer zo hard te lopen wanneer van dezelfde plaats weer een melding komt is groot. Toch moet je er heen, zeker wanneer met direkt duidelijk is dat het een loos alarm betreft. Soms zijn we uren bezig de oorzaak te zoeken waardoor het alarm af ging en blijkt het toch weer om een stiekem gerookte sigaret te gaan." Toen Van Harten ooit bij het nemen van een groepsfoto ontbrak, werd een schaap uit de dichtsbijzijnde weide geplukt. Het dier kreeg een brand weerhelm op en werd Ceessie genoemd. STUDIE kwam met iets aandragen." Waar bij de melkwagen van die ene brandweerman goede diensten kon bewijzen. Van Harten herinnert zich met plezier de 'erwtensoep' maaltijd die werd aangericht toen een boe rin na brand moest bekennen niets meer in huis te hebben. Van Harten zocht zijn winkelwagen op, haalden een paar blikken en worsten te voorschijn met als gevolg een over- getelijke snertmaaltijd. In al die twee en dertig jaren maakten hij geen menselijke slachtoffers mee. Wel dieren. „Wanneer je aankomt zie je hoe de zaken staan. Bij de brand in de boerderij waarbij alle dieren ver brand zijn, wisten we direkt dat we daar met meer bij konden komen. De boer wist het ook en vroeg alles te proberen 'om zijn voorhuis te redden. Dat is gelukt. Maar het ge luid van die dieren vergeet je nooit, nooit." Cees van Harten is geen brand weerman voor de sensatie. Zijn lol vond hij slechts door als eerste bij de garage te komen. Eenmaal ter plekke gekomen realiseerde hij zich vooral te moeten organiseren. „Waar zet je je auto neer, waar haal je water, wat zet je in." De emoties komen later. Thuis vooral. Het erg ste werk vond hij wanneer de brandweer te hulp moest komen bij auto-ongelukken. Daarbij waren wel slachtoffers die uit onherken bare vermelde auto's die al dan niet in brand waren gevlogen, 'geknipt' moesten worden. Van spuitgast tot bevelvoerder. De bevelvoerder voert het bevel over de mannen in de auto. De wagen vertrekt zodra vier of vijf mensen zich gemeld hebben. In totaal kunnen zes man in de wagen. Om bevelvoerder te worden moest Cees van Harten enige studie over hebben voor zijn hobby. In 1957 deed hij zijn eerste examen voor brandwacht. „Daarvoor moest je vooral leren hoe je de slangen moest uitrollen." In 1974 slaagde hij voor het examen pompbediende en in 1981 voor het examen techni sche hulpverlening. Hetgeen maar een paar van de vele cursussen zijn die hij volgde. Dit alles naast zijn werk als drukbezette middenstan der. In 1975 nam hij binnen drie weken het besluit om zijn wagen en winkel aan de kant te doen. Hij ging werken bij een farmaceutisch be drijf. Sindsdien wordt hij de pillen- dokter genoemd. Langzaam maar zeker ging hij tot 'de oude garde' horen. Bij de brandweer kwamen steeds meer mensen die niet geboren en geto gen waren in Hamersveld. Daar door veranderde de sfeer van ver trouwelijkheid, maar kwam er een nieuwe sfeer van mensen met een zelfde interesse voor in de plaats. Wat blijkt uit de grappen die wer den uitgehaald. Het bruggetje dat de achtertuin van van Harten met de brandweergarage verbindt, werd op 'een haar na' doorge zaagd. Zonder van Harten daarover in te lichten uiteraard. Hij wist zich met een flinke sprong te redden. Toen hij Abraham zag, stond in zijn tuin een namaak spuitgast. Toen hij ooit bij het nemen van een groeps foto ontbrak werd een schaap uit de dichtsbijzijnde weide geplukt. Het dier kreeg een brandweer helm op en werd Ceessie ge noemd. Aldus kwam het korps compleet op de foto. Deze week was het voor het eerst sinds jaren dat Cees van Har ten thuis zat. Vanaf 32 jaar geleden was de dinsdagavond oefenavond. Oefeningen die hij de laatste jaren vaak zelf samenstelde. Eerst eens in de drie weken, later eens in de twee weken en de laatste jaren ie dere week. Van Harten zegt er vre de mee te hebben. Hij kijkt wel naar het beeldje dat hij zaterdag op de receptie kreeg en naar de brandblusser met plantje dat hij van de man die EHBO onderricht geeft, ontving. Afgelopen zaterdag heeft hij zijn pieper ingeleverd. Alsmede al zijn leerboeken die hij niet meer nodig heeft. Zijn knipsel- boeken waarin alle verslagen van de grote branden die hij mee maakte staan, houdt hij....nog even. De grote branden in de Veluwehal in Barneveld, bij de Beco m Hoeve laken, de Hobbit m Leusden de Johanneshoeve en natuurlijk het zwembad. De raadselachtige bran den waarvoor nooit een oorzaak is gevonden. De 'stomme' branden waarbij de oorzaak voor de hand lag. De 'verdrietige' branden waar bij eerst geregeld en dan pas ge reageerd moest worden. Van dorpsbewoner die als brandweer man hielp wordt het steeds meer de brandweerman die toevallig ook in het dorp kwan wonen. Cees van Harten is een van de laatste voorbeelden van de oude soort. - r** Na een brand in Woudenberg, waar het Leusdense korps assistentie assisteerde, moest de brandweerwagen het dorp uitgeduwd worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Leusder Krant | 1989 | | pagina 15